artikel 57 DLB
Met behoud van de toepassing van deel 2, titel 3, en behalve in geval van uitdrukkelijke toewijzing van een bevoegdheid als vermeld in artikel 2, § 2, tweede lid, aan het college van burgemeester en schepenen, kan het college van burgemeester en schepenen bij reglement de uitoefening van bepaalde bevoegdheden aan de algemeen directeur toevertrouwen.
De bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen, vermeld in artikel 56, § 1, eerste lid, en § 4, en de op basis van artikel 56, § 2, gedelegeerde bevoegdheden van de gemeenteraad voor het vaststellen van de rechtspositieregeling, het vaststellen van wat onder het begrip `dagelijks personeelsbeheer' moet worden verstaan, het aangaan van dadingen met personeelsleden naar aanleiding van een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben, en de bevoegdheden, vermeld in artikel 56, § 3, 7°, 8°, b), 9°, 10°, 11° en 13°, kunnen evenwel niet aan de algemeen directeur worden toevertrouwd. Hetzelfde geldt voor de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen in het kader van het financiële beheer, vermeld in artikel 258, 267, 269, 271 en 272, § 2.
De algemeen directeur oefent de bevoegdheden die hem met toepassing van het eerste lid zijn toevertrouwd persoonlijk uit. Met uitzondering van de bevoegdheid tot het vaststellen van het organogram en de bevoegdheid tot het aanstellen van een waarnemend algemeen directeur bij toepassing van artikel 166, vierde lid, kan de algemeen directeur die bevoegdheden toevertrouwen aan andere personeelsleden van de gemeente.
Memorie van toelichting bij Artikel 57. Dit artikel herneemt artikel 58 van het Gemeentedecreet zoals gewijzigd bij artikel 5 van het decreet van 3 juni 2016 tot wijziging van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, het Provinciedecreet van 9 december 2005 en het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, met enkele redactionele wijzigingen. In het eerste lid werd de verwijzing naar artikel 159 van het Gemeentedecreet geschrapt gezien deze bepaling over het budgethouderschap geen plaats meer krijgt in dit ontwerp van decreet. Er wordt immers gekozen om de specifieke vormen van delegatie, waarvan het budgethouderschap één is, te vervangen door een meer algemene regeling die het mogelijk maakt om bepaalde taken te delegeren naar of de uitvoering ervan toe te vertrouwen aan bepaalde personeelsleden. Het voorbehoud dat in artikel 58 van het Gemeentedecreet op dit punt werd gemaakt, is dan ook niet langer noodzakelijk. In beginsel kan de directeur de bevoegdheden die het college hem bij reglement delegeert, toevertrouwen aan andere personeelsleden. Wanneer het decreet dat uitdrukkelijk zo regelt, kan de directeur dat niet. Dat is het geval waar het gaat om de vervanging van de directeur en om het vaststellen van het organogram. Uiteraard moet de directeur ook rekening houden met de bepalingen van het delegatiereglement van het college en met de bepalingen van het organisatiebeheersingssysteem.
De verwijzing naar deel 2, titel 3 in het eerste lid betreft enkel nog een verwijzing naar de autonome gemeentebedrijven, de autonome havenbedrijven en de privaatrechtelijke extern verzelfstandigde agentschappen. In dit ontwerp van decreet is er immers geen sprake meer van intern verzelfstandigde agentschappen. In dit tweede lid werd ook de verwijzing naar artikel 57, §3, 8°, b), 14°, a), 15°, van het Gemeentedecreet geschrapt gezien deze bevoegdheden niet werden hernomen in artikel 56. In de laatste zin werd ook de verwijzing naar artikel 155, artikel 159, §2, eerste en tweede lid, en §3, artikel 160, §4, en artikel 168 van het Gemeentedecreet geschrapt gezien deze bevoegdheden niet werden hernomen in dit ontwerp van decreet. Voor de duidelijkheid wordt de verwijzing naar de twee overgebleven bevoegdheden die niet kunnen worden toevertrouwd aan andere personeelsleden hier nu geconcretiseerd, daar waar in het Gemeentedecreet hier enkel naar artikelnummers verwezen werd. In beide gevallen gaat het om bevoegdheden die aan de algemeen directeur kunnen worden toevertrouwd, zonder dat hij ze nadien nog aan iemand anders kan toevertrouwen. Het vierde lid van artikel 58 van het Gemeentedecreet werd verplaatst naar artikel 56, §4, dat de bevoegdheden regelt van het college van burgemeester en schepenen en waar het beter geplaatst is.
http://docs.vlaamsparlement.be/pfile?id=1344156
artikel 279 § 3. DLB
De beslissingen, de akten, de verslagen en de brieven van de financieel directeur en de maatschappelijk werker worden door hen ondertekend als ze specifiek betrekking hebben op de aan hen toevertrouwde taken.
De beslissingen, de akten en de briefwisseling van personeelsleden aan wie bevoegdheden zijn toevertrouwd, worden door die personeelsleden ondertekend.
Memorie van Toelichting bij Artikel 279. Dit artikel herneemt artikel 182 van het Gemeentedecreet en artikel 183 van het OCMW-decreet, met enkele redactionele wijzigingen. De bepalingen stipuleren wie bevoegd is om stukken van de organen te ondertekenen en, zo nodig, mee te ondertekenen. Deze uitgewerkte regeling onderstreept het belang dat gepaard gaat met de ondertekening van de stukken en de authenticiteit ervan. Zo vallen bijvoorbeeld overeenkomsten en authentieke akten met betrekking tot beslissingen van de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn onder de toepassing van dit artikel. Voorbeelden zijn de overeenkomsten en authentieke akten van aan- of verkoop, erfpacht, opstal. Enkel de voorzitter van de raad is samen met de algemeen directeur bevoegd om die te ondertekenen. Met de reglementen van het bijzonder comité voor de sociale dienst waarnaar verwezen wordt in de vierde paragraaf van dit artikel wordt enkel het huishoudelijk reglement bedoeld en eventuele aanpassingen hiervan.
De interne betalingsprocedure voor artistieke prestaties, workshops, lezingen... heeft een grote impact op het tijdsverloop en personeelsinzet van de vrijetijdsdiensten.
De vigerende procedure ziet er als volgt uit (chronologisch):
1. agendering princiepsbeslissing van de jaarprogrammatie per dienst aan het CBS met een overzicht van de uitkoopsommen, kosten voor logies en catering en logistieke en technische kosten
2. agendering afzonderlijke contracten per dienst aan het CBS.
3. opmaken bestelbons per dienst en per voorstelling / activiteit
De eerste en tweede stap kosten tijd en belasten niet alleen de CBS-agenda, maar vooral de personeelsadministratie en tijdsgebonden interne procedures. Elk seizoen worden circa 450 contracten in bovenstaande administratieve cascade gejaagd. Respectievelijk 300 contracten voor De Werf, 70 voor Utopia, 50 voor Cultuur en Evenementen en 30 voor jeugd.
Die vigerende procedure impliceert dat elke (artistieke) uitgave drie CBS-besluiten vergt.
CC De Werf spendeert zo goed als 1 VTE aan het agenderen, afhandelen en opvolgen van de vigerende werkwijze. Het komende seizoen pensioneren in De Werf drie administratieve profielen. Die pensioneringen worden opgevangen met een nieuwe LEAN-manier van werken, een herstructurering en een administratieve vereenvoudiging. De werklast weegt ook op alle andere vrijetijdsdiensten.
De nieuwe procedure die wordt voorgesteld is administratief eenvoudiger, kost minder personeelsinzet, levert kostbare tijd op in het programmeringsproces en zeker niet onbelangrijk voorziet een ultiem financieel controlemechanisme:
- het jaarprogramma wordt ter goedkeuring geagendeerd aan het CBS
- bestelbons worden geagendeerd aan het CBS voor de uitkoopsommen
- bestelbons catering, logies, technische kosten worden verzameld geagendeerd aan het CBS
- Voor het ondertekenen van de contracten verleent het CBS een delegatie aan de algemeen directeur die het op zijn beurt kan delegeren aan de diensthoofden. Voor De Werf en Utopia is dat Arnoud Van Der Straeten, voor Cultuur en Evenementen is dat Elke De Schutter, voor Jeugd Inne Van den Abbeele en tenslotte ook het nieuwe diensthoofd Toerisme en Erfgoed.
Artikel 57 DLB stelt dat een reglement zoals bijgevoegd de gehele bevoegdheid delegeert naar de algemeen directeur, die op zijn beurt kan doordelegeren.
Delegatievraag: de bevoegdheid om contracten af te handelen en te tekenen.
Principiële bevoegdheid: CBS op grond van artikel 56, §3 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Mogelijkheid en verloop van delegatie: deze bevoegdheid kan in eerste instantie door CBS aan de algemeen directeur gedelegeerd worden (artikel 57, 1e lid DLB); ze behoort niet tot de bevoegdheden die niet kunnen gedelegeerd worden (artikel 57, 2e lid DLB). De ALDI kan op zijn beurt deze bevoegdheid delegeren aan een personeelslid van stad (artikel 57, 3e lid DLB).
De ondertekening van documenten die voortvloeien uit een aan een personeelslid gedelegeerde bevoegdheid komt vervolgens dan toe aan dat personeelslid (artikel 279, §3, 2e lid DLB).
akkoord te gaan met de nieuwe administratief vereenvoudigde werkwijze mbt de interne betalingsflow die zal bestaan uit een goedkeuring van het programma aan het CBS en een kredietvastlegging door het CBS met bestelbons
akkoord te gaan conform artikel 57 decreet lokaal bestuur om voor de contractondertekening bij reglement een delegatie te verlenen aan de algemeen directeur die kan doordelegeren, welk reglement in beslissende bijlage wordt goedgekeurd.