De notulen van de openbare vergadering van de gemeenteraad van 21 december 2021 werden vanaf dinsdag 18 januari 2022 ter inzage gelegd van de leden van de raad.
Er werden geen verdere opmerkingen geformuleerd.
Artikel 32, 277 §1 en 278 §1 van het decreet lokaal bestuur en artikel 5 van het reglement van orde van de gemeenteraad
De notulen van de openbare vergadering van de gemeenteraad van 21 december 2021 goed te keuren.
Gelet op drie gemeenteraadsbesluiten dd. 15/12/2020 waarbij drie betrekkingen van inspecteur van politie, dienst Interventie, werden vacant verklaard via het systeem van de mobiliteit;
Overwegende dat deze drie vacatures werden gepubliceerd in de mobiliteitscycli van 2021 maar via het klassieke systeem van de mobiliteit niet konden worden ingevuld;
Overwegende dat het steeds moeilijker wordt om via het klassieke systeem van de mobiliteit voldoende kandidaten aan te trekken;
Overwegende dat het aangewezen is een andere piste voor het aantrekken van kandidaten aan te wenden, namelijk de aspirantenmobiliteit;
Overwegende dat in het systeem van de aspirantenmobiliteit de aspiranten-inspecteur van politie in het begin van hun basisopleiding een lijst van vacatures binnen de geïntegreerde politie krijgen voorgelegd waaruit ze een eerste keuze moeten maken m.b.t. een politiekorps waar ze na hun opleiding aan de slag willen gaan;
Overwegende dat de aspiranten-inspecteurs van politie na het slagen in hun basisopleiding in principe direct aan de slag gaan binnen de door hen gekozen politiezone;
Overwegende dat een lokale selectiecommissie enkel nog moet tussenkomen indien er meer kandidaten zijn dan vacatures via de aspirantenmobiliteit, waarbij dan alle gepubliceerde vacatures moeten worden ingevuld;
Overwegende dat een lokale selectiecommissie niet meer moet tussenkomen indien er minder of evenveel kandidaten zijn dan vacatures via de aspirantenmobiliteit, waarbij alle kandidaten die naderhand slagen in de basisopleiding in dienst moeten worden genomen;
Overwegende dat niet-ingevulde vacatures via het systeem van de aspirantenmobiliteit (eventueel kunnen) worden ingevuld door vanuit de Federale Politie ambtshalve aangewezen aspiranten-inspecteur van politie die dan in dienst komen zonder enige inspraak van de politiezone;
Overwegende dat de regels van het systeem van de aspirantenmobiliteit kunnen leiden tot minder inspraak van de politiezone m.b.t. de nieuwe personeelsleden maar ook een grotere zekerheid kunnen geven qua instroom van nieuwe personeelsleden;
Overwegende het advies van de korpschef om overeenkomstig artikel VI.II.61 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten als tweede lid van de eventuele selectiecommissie een personeelslid van operationeel kader van het eigen korps aan te wijzen;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten.
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op Omzendbrief GPI 73 van 14 mei 2013 betreffende de aanwerving, de selectie en de opleiding van de personeelsleden van het basiskader van de politiediensten;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst drie vacant verklaarde betrekkingen van inspecteur van politie, dienst Interventie, open te stellen via het systeem van de aspirantenmobiliteit;
indien er meer dan drie kandidaten zijn voor de vacatures de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacatures te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Gelet op diverse gemeenteraadsbesluiten waarbij vier betrekkingen van inspecteur van politie, dienst Interventie, werden vacant verklaard via het systeem van de mobiliteit;
Overwegende dat deze vier vacatures werden gepubliceerd in de mobiliteitscycli van 2021 maar via het klassieke systeem van de mobiliteit niet konden worden ingevuld;
Overwegende dat het steeds moeilijker wordt om via het klassieke systeem van de mobiliteit voldoende kandidaten aan te trekken;
Overwegende dat het aangewezen is een andere piste voor het aantrekken van kandidaten aan te wenden, namelijk de aspirantenmobiliteit;
Overwegende dat in het systeem van de aspirantenmobiliteit de aspiranten-inspecteur van politie in het begin van hun basisopleiding een lijst van vacatures binnen de geïntegreerde politie krijgen voorgelegd waaruit ze een eerste keuze moeten maken m.b.t. een politiekorps waar ze na hun opleiding aan de slag willen gaan;
Overwegende dat de aspiranten-inspecteurs van politie na het slagen in hun basisopleiding in principe direct aan de slag gaan binnen de door hen gekozen politiezone;
Overwegende dat een lokale selectiecommissie enkel nog moet tussenkomen indien er meer kandidaten zijn dan vacatures via de aspirantenmobiliteit, waarbij dan alle gepubliceerde vacatures moeten worden ingevuld;
Overwegende dat een lokale selectiecommissie niet meer moet tussenkomen indien er minder of evenveel kandidaten zijn dan vacatures via de aspirantenmobiliteit, waarbij alle kandidaten die naderhand slagen in de basisopleiding in dienst moeten worden genomen;
Overwegende dat niet-ingevulde vacatures via het systeem van de aspirantenmobiliteit (eventueel kunnen) worden ingevuld door vanuit de Federale Politie ambtshalve aangewezen aspiranten-inspecteur van politie die dan in dienst komen zonder enige inspraak van de politiezone;
Overwegende dat de regels van het systeem van de aspirantenmobiliteit kunnen leiden tot minder inspraak van de politiezone m.b.t. de nieuwe personeelsleden maar ook een grotere zekerheid kunnen geven qua instroom van nieuwe personeelsleden;
Overwegende het advies van de korpschef om overeenkomstig artikel VI.II.61 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten als tweede lid van de eventuele selectiecommissie een personeelslid van operationeel kader van het eigen korps aan te wijzen;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten.
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op Omzendbrief GPI 73 van 14 mei 2013 betreffende de aanwerving, de selectie en de opleiding van de personeelsleden van het basiskader van de politiediensten;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst vier vacant verklaarde betrekkingen van inspecteur van politie, dienst Interventie, open te stellen via het systeem van de aspirantenmobiliteit;
indien er meer dan vier kandidaten zijn voor de vacatures de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacatures te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat hierdoor een betrekking vrijkomt voorzien voor een personeelslid van het administratief en logistiek kader (CALog-kader), niveau C, gemene graad Assistent, directie Mens en Organisatie, dienst Logistiek;
Overwegende dat het werven van een nieuw personeelslid via de gebruikelijke weg lang zal aanslepen, en minstens tussen de zes en de negen maanden zal duren;
Overwegende de motivering van de korpschef van de Lokale Politie Aalst om zo snel mogelijk over te gaan tot de werving van bedoeld nieuw personeelslid en houdende zijn vraag om in casu beroep te doen op de wettelijk voorziene procedure van dringende externe werving;
Overwegende dat een dringende externe werving ten behoeve van de geïntegreerde politie dient te worden gepubliceerd via de website www.jobpol.be, en dat eventuele kandidaten langs die weg dienen te solliciteren;
Overwegende dat een dringende externe werving aanleiding geeft tot een contractuele tewerkstelling van bepaalde duur van maximaal 12 maanden;
Overwegende dat een vacature die via een dringende externe werving wordt ingevuld moet worden gepubliceerd in de eerstvolgende mobiliteitscyclus na indiensttreding van de geselecteerde kandidaat;
Overwegende dat, in voorkomend geval, bij ontstentenis van een (geschikte) kandida(a)t(e) via het systeem van de dringende externe werving ook de gebruikelijke wervingssystemen zoals, in chronologische volgorde, de mobiliteit, de wettelijk voorziene externe statutaire werving of de contractuele werving van bepaalde duur van maximum 12 maanden, zullen worden aangewend;
De vigerende wetgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoren.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst waarbij de personeelsformatie o.a. werd uitgebreid;
in de formatie van het administratief en logistiek kader van de Lokale Politie Aalst een betrekking van het niveau C, gemene graad Assistent, directie Mens en Organisatie, dienst Logistiek, vacant te verklaren, via het systeem van de dringende externe aanwerving;
bij ontstentenis van een (geschikte) kandida(a)t(e) via het systeem van de dringende externe werving de beschreven betrekking vacant te verklaren via, in chronologische volgorde, via het systeem van de mobiliteit, de wettelijk voorziene externe statutaire aanwerving of, in voorkomend geval, contractuele werving van bepaalde duur van maximaal 12 maanden;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat hierdoor een betrekking vrijkomt voorzien voor een personeelslid van het administratief en logistiek kader (CALog-kader), niveau C, gemene graad Assistent, directie Mens en Organisatie, dienst Logistiek;
Overwegende dat het werven van een nieuw personeelslid via de gebruikelijke weg lang zal aanslepen, en minstens tussen de zes en de negen maanden zal duren;
Overwegende dat het belangrijk is om de continuïteit van de werking van de dienst Logistiek te garanderen;
Overwegende de motivering van de korpschef van de Lokale Politie Aalst om zo snel mogelijk over te gaan tot de werving van bedoeld nieuw personeelslid en houdende zijn vraag om in casu beroep te doen op de wettelijk voorziene procedure van dringende externe werving;
Overwegende dat een dringende externe werving ten behoeve van de geïntegreerde politie dient te worden gepubliceerd via de website www.jobpol.be, en dat eventuele kandidaten langs die weg dienen te solliciteren;
Overwegende dat een dringende externe werving aanleiding geeft tot een contractuele tewerkstelling van bepaalde duur van maximaal 12 maanden;
Overwegende dat een vacature die via een dringende externe werving wordt ingevuld moet worden gepubliceerd in de eerstvolgende mobiliteitscyclus na indiensttreding van de geselecteerde kandidaat;
Overwegende dat, in voorkomend geval, bij ontstentenis van een (geschikte) kandida(a)t(e) via het systeem van de dringende externe werving ook de gebruikelijke wervingssystemen zoals, in chronologische volgorde, de mobiliteit, de wettelijk voorziene externe statutaire werving of de contractuele werving van bepaalde duur van maximum 12 maanden, zullen worden aangewend;
De vigerende wetgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoren.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst waarbij de personeelsformatie o.a. werd uitgebreid;
in de formatie van het administratief en logistiek kader van de Lokale Politie Aalst een betrekking van het niveau C, gemene graad Assistent, directie Mens en Organisatie, dienst Logistiek, vacant te verklaren, via het systeem van de dringende externe aanwerving;
bij ontstentenis van een (geschikte) kandida(a)t(e) via het systeem van de dringende externe werving de beschreven betrekking vacant te verklaren via, in chronologische volgorde, via het systeem van de mobiliteit, de wettelijk voorziene externe statutaire aanwerving of, in voorkomend geval, contractuele werving van bepaalde duur van maximaal 12 maanden;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat een inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, intern verschuift naar een andere dienst;
Overwegende dat daardoor een betrekking van inspecteur van politie binnen de dienst Interventie niet meer is ingevuld;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Interventie is aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren;
Overwegende dat het zonaal veiligheidsplan de aanpak van drugsproblemen prioritair stelde;
Overwegende dat de inzet van een hondengeleider met stille drugshond een meerwaarde zal betekenen bij de aanpak van drugsgerelateerde problemen in de stationsbuurt, bij acties en evenementen;
Overwegende dat een betrekking van hondengeleider met stille drugshond een gespecialiseerde betrekking is die volgens de wettelijke bepalingen enkel via het systeem van de mobiliteit kan worden ingevuld;
Overwegende dat om een zo ruim mogelijk veld van kandidaten te bereiken ook niet brevethouders zich kandidaat kunnen stellen; brevethouders genieten van de wettelijk voorziene voorrangsregeling ten opzichte van niet-brevethouders;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, specialisatie hondengeleider met stille drugshond, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
met betrekking tot deze vacature in het bijzonder te vermelden dat:
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat twee inspecteurs van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, intern verschuiven naar de wijkdienst;
Overwegende dat daardoor twee betrekkingen van inspecteur van politie binnen de dienst Interventie niet meer zijn ingevuld;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Interventie is aangewezen twee betrekkingen van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst twee betrekkingen van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
bij niet invulling van deze vacatures worden deze vacant verklaard binnen de aspirantenmobiliteit;
met betrekking tot deze vacatures in het bijzonder te vermelden dat, onder de wettelijke voorwaarden, aan de betrekking de functietoelage ‘Nabijheidspolitie’ gekoppeld is;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat een Inspecteur van Politie, directie basispolitiezorg, dienst Onthaal/meldkamer, functie calltaker-dispatcher, geschikt werd bevonden voor een interne verschuiving naar de dienst Wijk;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Onthaal/Meldkamer is aangewezen een betrekking van calltaker-dispatcher vacant te verklaren voor een inspecteur van politie via het systeem van de mobiliteit ;
Overwegende het advies van de korpschef om overeenkomstig artikel VI.II.61 van het Koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten als tweede lid van de selectiecommissie ad hoc een personeelslid van het operationeel kader van het eigen korps aan te wijzen;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
In de personeelsformatie van de Lokale Politie Aalst een betrekking van calltaker-dispatcher vacant te verklaren voor een inspecteur van politie via het systeem van de mobiliteit.
Bij niet invulling van deze vacature wordt deze vacant verklaard binnen de aspirantenmobiliteit.
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Guy Claus.
Zoals iedereen reeds weet, gaat carnaval 2022 niet door en richten de carnavalisten de pijlen op 2023...
Ook voor de AKV’s is dit terug een harde noot om te kraken …
Vandaar mijn vragen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Guy Claus aangaande 'Carnaval 2022/2023'.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Filip Van De Winkel.
Vorig jaar vond er geen carnaval plaats. De terechte lockdown verplichtte ons allen om ‘in ons kot’ te blijven. De Oilsjterse carnavalist bewees toen dat hij zich perfect kan houden aan afspraken; het bleef immers windstil in onze stad tijdens de dagen.
Tijdens deze luwe driedaagse was door de lokale overheid gecommuniceerd dat er niets ging worden georganiseerd qua carnavalsbeleving.
We zijn nu een jaar verder. Spijts de oorspronkelijke ambities om een uiterst uitbundige Carnaval 2022 te kunnen vieren, zal het er – wegens omikron – ook dit jaar niet van komen. Deze onheilstijding werd in december wereldkond gemaakt. Op de laatste gemeenteraad zei onze burgemeester hierover het volgende: “Carnaval, dat is alles of niets. (…) Uit een bevraging van de carnavalsgroepen bleek ook dat er weinig animo is voor een plan B. (…) Ondanks de hevige knaldrang bij de Aalstenaars en goedbedoelde voorstellen voor alternatieven, zetten we Aalst Carnaval pas terug op de agenda op 19 februari 2023. Ik heb enorm goed geluisterd naar de carnavalisten, aldus onze burgemeester, “ik heb carnaval beluisterd” (sic).
Ik kan u in vele zaken volgen, waarde burgervader. Ik waardeer uw bezorgdheid en apprecieer – in deze barre tijden - uw nauwgezette opvolging in samenwerking met de veiligheidscel. Waar ik het echter wat lastig mee heb is uw uitspraak ‘alles of niets’, op basis van uw gesprekken ‘met de carnavalsgroepen’. Wanneer u bedoelt dat u in gesprek bent gegaan met de carnavalsgroepen, dan meen ik te veronderstellen dat u de AKV’s bedoelt, alsook de Losse Groepen. Mijns inziens wordt hierbij een legioen van tienduizenden andere carnavalisten over het hoofd gezien, nl. de niet-aangesloten carnavalisten. Er hebben toch sinds mensenheugenis, buiten alle leden van de carnavalsgroepen, ook steeds andere carnavalisten bestaan, de carnavalist-individualist, de carnavalist-hobbyist, -traditionalist, -amateurist, de 'losse' carnavalist.
Zijn deze gehoord? Heeft u deze “beluisterd”?
Deze tweede groep heeft een andere invalshoek, als het over het opschorten van carnavalgerelateerde zaken gaat. Wanneer de AKV's, zoals u stelt, eerder de idee hanteren van 'alles of niks', dan is dat inderdaad vanuit hun perspectief van de lange termijnwerken, de lange tijdsbesteding aan grote wagenbouw, costumering en alles wat daar rond hangt. Maar wat nu met groep 2?
Vorig jaar al vroeg ik of er geen, door creatievelingen aangereikte, lovenswaardige én veilige alternatieven konden worden ondersteund door de stad.
Ik googelde laatst, op zoek naar hoe andere carnavalssteden omgaan met covid. Ik hoefde zelfs niet het woord ‘alternatief’ in te tikken. Van Rio over Köln tot Malmédy of Maastricht, overal is men gretig bezig om toch iets van alternatief te vinden in plaats van … ‘niets’.
Geachte heer burgemeester, hier spreekt een ‘partner-in-safety’ tot u. Ik geef u graag meermaals gelijk wanneer het rond veiligheid en gezondheid gaat. Geen carnavaleske toestanden op de straat, akkoord! Als ge iemand een vinger geeft is die immers met uw arm weg. Klopt! Maar laat ons den Oilsjteneer toch iets schenken!
Dat het niet aan de lokale overheid is om alle alternatieve ideeën uit te vinden, dat staat buiten kijf! Maar dat het aan de stad is om zich meer dan ooit in te spannen om, naast de noodwendige maatregelen die worden getroffen om covidverspreiding tegen te gaan, aangebrachte ideeën te toetsen naar haalbaarheid en ze daadwerkelijk te ondersteunen, al was het maar door ze te promoten via de geijkte kanalen, daar sta ik achter! Mocht u vinden dat dit alles te laat is, dan is dit andermaal een bijzonder gemiste kans.
Het waren vorig jaar de radio's en DRA (Digitale Radio Aalst) die voor nog wat ambiance hebben gezorgd, zonder inbreng van de stad. De enige daad die in 2021 door de stad werd gesteld situeerde zich rond een samenwerking met - én op vraag van - TVOost voor het compileren van carnavalsraadszittingen.
Vragen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Filip Van De Winkel aangaande 'Carnaval 2022 ondersteunde alternatieven'.
Vóór de start van de inschrijvingsperiode moet een schoolbestuur voor elk van zijn scholen de capaciteit(en) bepalen. Deze verplichting geldt voor elke school in het gewoon en buitengewoon onderwijs, behalve voor type 5-scholen in het buitengewoon onderwijs.
Het bepalen van de capaciteit(en) voorafgaand aan de inschrijvingen verhoogt de transparantie voor leerlingen en ouders. Het kan bij eventuele geschillen ook duidelijkheid verschaffen over het rechtmatig karakter van een niet-gerealiseerde inschrijving. Een schoolbestuur kan immers een leerling slechts weigeren op basis van capaciteit als de desbetreffende capaciteit vóór de start van de inschrijvingen is vastgelegd.
Om te voldoen aan de verplichtingen, zoals vermeld in de omzendbrief, is het noodzakelijk om de capaciteiten vast te leggen voor de stedelijke basisscholen voor inschrijvingen vanaf schooljaar 2022-2023.
Op 8 november 2021 werd het nieuwe gebouw van kleuterschool 't Krawietelken (Slotstraat, Aalst) geopend. Deze locatie kan plaats bieden aan 75 leerlingen; de maximumcapaciteit dient voor deze locatie in die zin aangepast te worden.
Er wordt voorgesteld om de capaciteiten van de stedelijke basisscholen als volgt vast te leggen:
|
School |
Vestigingsplaats |
Kleuter |
Lager |
Totaal |
|
Vrijheidstraat
|
|
75 |
125 |
200 |
|
Kerrebroekstraat |
75 |
|
75 | |
|
Achterbremt |
75 |
|
75 | |
|
Totaal |
|
225 |
125 |
350 |
|
Binnenstraat |
190 |
255 |
445 | |
|
Oude Gentbaan |
|
150 |
|
150 |
|
Slotstraat |
75 |
|
75 | |
|
Meldert-Dorp |
50 |
100 |
150 | |
|
Totaal |
|
275 |
100 |
375 |
|
Zijpstraat |
|
150 |
235 |
385 |
|
Grote Baan |
75 |
150 |
225 | |
|
Damkouterbaan |
50 |
100 |
150 | |
|
Totaal |
|
125 |
250 |
375 |
|
Herbergstraat |
|
90 |
135 |
225 |
|
Erembodegem-Dorp |
|
100 |
200 |
300 |
|
Ronsevaaldreef |
50 |
|
50 | |
|
Totaal |
|
150 |
200 |
350 |
|
Algemeen totaal |
|
1205 |
1300 |
2505 |
Decreet van 17 mei 2019 houdende de wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.
Besluit van de gemeenteraad van 22 oktober 2019 betreffende het niet deelnemen met de stedelijke basisscholen aan het centraal aanmeldingssysteem voor inschrijvingen vanaf schooljaar 2020-2021 en het opheffen van de capaciteiten van de stedelijke basisscholen.
Omzendbrief BaO/2012/01 van 5 juni 2012, zoals gewijzigd op 25 oktober 2019, betreffende het inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het basisonderwijs voor inschrijvingen.
Tekst aangenomen door de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement van 13 november 2019 van het voorstel van decreet houdende wijziging van diverse decreten, wat de wijziging van het inschrijvingsrecht betreft.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 13 december 2021 houdende het vastleggen van de leerlingencapaciteiten van de stedelijke basisscholen vanaf schooljaar 2022-2023.
Verslag van de vergadering van de schoolraad d.d. 10 januari 2022.
de capaciteiten in de stedelijke basisscholen vanaf schooljaar 2022-2023 als volgt vast te leggen:
|
School |
Vestigingsplaats |
Kleuter |
Lager |
Totaal |
|
Vrijheidstraat
|
|
75 |
125 |
200 |
|
Kerrebroekstraat |
75 |
|
75 | |
|
Achterbremt |
75 |
|
75 | |
|
Totaal |
|
225 |
125 |
350 |
|
Binnenstraat |
190 |
255 |
445 | |
|
Oude Gentbaan |
|
150 |
|
150 |
|
Slotstraat |
75 |
|
75 | |
|
Meldert-Dorp |
50 |
100 |
150 | |
|
Totaal |
|
275 |
100 |
375 |
|
Zijpstraat |
|
150 |
235 |
385 |
|
Grote Baan |
75 |
150 |
225 | |
|
Damkouterbaan |
50 |
100 |
150 | |
|
Totaal |
|
125 |
250 |
375 |
|
Herbergstraat |
|
90 |
135 |
225 |
|
Erembodegem-Dorp |
|
100 |
200 |
300 |
|
Ronsevaaldreef |
50 |
|
50 | |
|
Totaal |
|
150 |
200 |
350 |
|
Algemeen totaal |
|
1205 |
1300 |
2505 |
Het is noodzakelijk om het lastenkohier en typeabonnement voor de winterfoor Aalst opnieuw vast te stellen en aan te passen voor de jaren 2022-2023-2024-2025-2026.
De wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante en kermisactiviteiten, gewijzigd bij de wet van 4 juli 2005 en 20 juli 2006;
Het KB van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie;
Het gemeenteraadsbesluit van 31 januari 2017 houdende vaststelling van het lastenkohier en typeabonnement winterfoor Aalst 2017-2021, gewijzigd bij de gemeenteraadsbesluiten van 19 december 2017, 18 december 2018 en 17 december 2019;
het lastenkohier en typeabonnement voor de winterfoor Aalst 2022-2026 vast te stellen zoals gevoegd in bijlage.
Het is noodzakelijk om het lastenkohier en typeabonnement voor de kermissen in Aalst opnieuw vast te stellen en aan te passen voor de jaren 2022-2023-2024-2025-2026.
De wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante en kermisactiviteiten, gewijzigd bij de wet van 4 juli 2005 en 20 juli 2006;
Het KB van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie;
Het gemeenteraadsbesluit van 31 januari 2017 houdende vaststelling van het lastenkohier en typeabonnement kermissen Aalst 2017-2021.
het lastenkohier en typeabonnement kermissen Aalst 2022-2026 vast te stellen zoals gevoegd in bijlage.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Anja Blanckaert.
Bijna een jaar geleden vernamen wij dat de stad Lier n.a.v. een eigendomsonderzoek door een aangesteld onderzoeksbureau, in kennis werd gesteld van eigendom(men) in het buitenland door huurders van sociale woningen op hun grondgebied.
Ook de stad Aalst zou, via een onderzoeksbureau, starten met eigendomsonderzoeken.
Op de commissie van december 2021 werden de aantallen van de wachtlijst sociale woningen in Aalst bevestigd: 4900 totaal, waarvan 50% reeds mensen zijn gedomicilieerd in Aalst.
Het opzeggen van huurcontracten van mensen met eigendommen in het buitenland en die op ons grondgebied van de sociale huurtarieven genieten, lijkt ons, rekening houdende met de lange wachtlijst, dan ook meer dan logisch
Vraag: Wat is de stand van zaken in het dossier eigendomsonderzoek van sociale huurders met eigendom(men) in het buitenland?
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Anja Blanckaert aangaande 'Stand van zaken eigendomsonderzoek'.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Huguette Van Medegael.
Aalst heeft nood aan sociale woningen. Er zijn momenteel twee projecten waarvan er één een jaar stil ligt en een ander nog niet vergund is.
Het project Somergempark is al meer dan een jaar geblokkeerd. De schade voor Dewaco zou stilaan naar 1 miljoen € gaan.
Ik heb begrepen dat er twee beroepen ingesteld zijn volgens de juridische informatie die ik opgevraagd heb bij deskundigen. Het eerste beroep vraagt de vernietiging van de beslissing van de gemeenteraad over de wegen, rooilijn en voetweg. Het beroep is gebaseerd op het decreet wegen dat inging op 1 september 2019 en werd ingediend bij de minister van mobiliteit, mevrouw Peeters in augustus 2021. Het beroep werkt opschortend waardoor de werken niet kunnen hervatten. De minister moet binnen de drie maanden antwoorden.
Er werd ook een tweede beroep ingediend. Tegen de Omgevingsvergunning. Ik heb begrepen dat dit niet opschortend zou werken. In het geval dat het eerste beroep zou verworpen zijn zou Dewaco het risico kunnen nemen om de werken te hervatten, of heb ik het fout voor?
Het project Lindeveld. Op de commissievergadering van sociale zaken van december hebt u verklaard dat: er inzake de waterhuishouding maatregelen voorzien zijn die veel verder gaan dan wettelijk opgelegd en dat de toename van de mobiliteit onderzocht werd door het studiebureau Mint en dat de toename slechts 4% zou zijn. De bezwaren worden nu onderzocht door de administratie ruimtelijke ordening en andere diensten. Nadien kan u een advies overmaken aan het provinciebestuur dat beslist over het afleveren van de omgevingsvergunning.
Mijn vragen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Huguette Van Medegael aangaande 'Sociale huisvesting. Somergempark en Lindeveld, stand van zaken'.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Lander Wantens.
Eind vorige jaar wou deze meerderheid na een lage discussie op de gemeenteraad de vraag voor een regenboogzebrapad in onze stad niet ondersteunen. Dit ondanks het feit dat AWV een regenboogzebrapad wil aanleggen en onderhouden en de stad enkel een vraag dient te stellen. Iedere andere centrumstad in Vlaanderen beschikt reeds over 1 of meerdere regenboog zebrapaden. Allerhande coalities en meerderheden van Groen tot VLD tot CD&V tot Vooruit en tot NVA hebben dit gesteund en ingevoerd. Maar Aalst blijft als enige centrumstad zonder.
Deze beslissing bracht veel commotie los zowel in onze stad als daarbuiten. Velen begrepen niet waarom Aalst een positief symbool als een regenboogzebrapad niet wou ondersteunen. Hoewel ik zeker geloof dat deze meerderheid zeker niet homofoob is, werd zo een zeer slecht en negatief signaal gegeven. Waardoor Aalst naar de buitenwereld toe opnieuw in een hoek van weinig verdraagzame stad wordt geduwd. Vooral ook omdat er geen gegronde reden werd gegeven waarom je geen regenboog zebrapad zou aanleggen is er veel onbegrip tot op vandaag.
Maar Aalst zou Aalst niet zijn mochten er geen ludieke acties of tegenbewegingen op gang komen. Zo zagen we beelden veen een regenboogzebrapad in krijt voor het NAC. Verschenen er spontaan regenboog vlaggen op social media en in het straatbeeld en werden zelf enkele ludieke regenboog zebrapaden aangebracht op verkeerssignalisatie. Ook werd er een petitie opgestart met de vraag tot de aanleg van een regenboogzebrapad die tot op heden reeds meer dan 1500 ondertekenaars heeft. Dus stellen wij ons de vraag of Aalst na dit sterk signaal alsnog wil overgaan naar de aanleg van een regenboogzebrapad.
Je kan natuurlijk zeggen dit is slechts een symbool. En dat is waar, maar LGBTQIA+ rechten komen helaas op veel plaatsen onder druk te staan, zeker als je kijkt naar wat er in Polen en Hongarije gebeurt de laatste jaren. Dus een sterk signaal is nodig, maar daarnaast dient er ook beleid gevoerd te worden. Een gelijke kansen beleid dat Aalst tot op heden niet of amper heeft en waar organisaties naar vragen. Ook een schepen van Gelijke kansen heeft Aalst tot op heden niet. Vorig jaar vroegen we of Aalst hier verandering in zou brengen, helaas was het antwoord toen negatief. Mogelijk wil de stad daar nu wel een beleid rond opzetten?
Hierbij hebben wij vanuit onze fractie de volgende vragen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Lander Wantens aangaande 'Een gelijke kansenbeleid in Aalst'.
Het college van burgemeester en schepenen nam op 25 februari 2019 kennis van het evaluatierapport over de Shop & Go-parkeerplaatsen.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in dezelfde zitting om volgende criteria te hanteren voor de beoordeling van aanvragen voor het inrichten van nieuwe Shop & Go-parkeerplaatsen:
Er werd bij dit project geen rekening gehouden met bovenstaande criteria. Deze Shop & Go-plaatsen worden proactief ingesteld.
Team Mobiliteit stelt voor om af te wijken van bovenstaande criteria en per handelszaak van het type kortparkeren proactief een Shop & Go-plaats te voorzien.
Het gaat om een totaal van 8 Shop & Go-plaatsen op 5 verschillende locaties.
Zie bijlage voor foto's.
3 Shop en Go’s
| Molendries | 1 | 9300 | Aalst |
2 Shop & Go's
| Hoveniersstraat | 31 | 9300 | Aalst |
1 Shop & Go
| Hoveniersstraat | 40 | 9300 | Aalst |
1 Shop & Go
| Binnenstraat | 2 | 9300 | Aalst |
1 Shop & Go + fietsnietjes*
| Hertshage | 89 | 9300 | Aalst |
*Fietsnietjes: Doordat de totale lengte van de 2 parkeerplaatsen op deze locatie slechts 8,78m bedraagt is het volgens de normen onmogelijk om hier 2 parkeerplaatsen te behouden. Daarom stelt team mobiliteit voor om 1 Shop & Go-parkeerplaats te voorzien van 5,78m en de resterende 3m te gebruiken om fietsnietjes te voorzien.
Adviezen
Positief advies dienst Economie. Bij deze oefening werd een databank van alle apothekers, krantenwinkels, bakkers, slagers en bloemenwinkels geraadpleegd in samenwerking met dienst Economie.
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988;
Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
Gelet op het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;
Gelet op het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op de omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009;
Gelet op het beleidsplan Mobiliteit, definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 19 september 2017;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het invoeren van Shop & Go parkeerplaatsen, definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 28 juni 2017.
volgende Shop & Go-parkeerplaatsen in te richten:
Voor de Shop & Go-plaatsen deze reglementering aan te duiden door middel van de verkeersborden Fig. E9b en aangevuld met het onderbord Xc en het onderbord Type V met het opschrift 'Shop & Go', een onderbord Type V met het opschrift 'MAANDAG t.e.m. ZATERDAG' en een onderbord Type VIIc met het opschrift '30 min'.
Akkoord te gaan met het voorstel fietsnietjes thv Hertshage 46 te plaatsen op de resterende ruimte aan de toekomstige Shop & Go-plaats. Deze resterende ruimte bedraagt 3m dewelke te weinig is om een auto te laten parkeren.
Een afschrift van dit besluit ter kennisgeving over te maken aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken - Afdeling Vlaams Huis voor de Verkeersveiligheid.
Steden en gemeenten staan wettelijk in voor het vangen, ophalen, tijdelijk huisvesten en verzorgen van loslopende dieren.
Het betreft loslopende dieren die zich op het grondgebied bevinden en/of de openbare veiligheid op het openbaar domein in het gedrang brengen of dringende medische hulp nodig hebben.
Dezelfde wetgeving bepaalt dat de eigenaar van een zwervend, verloren of achtergelaten dier een vergoeding verschuldigd is voor de opname, de verzorgings- en de hoedekosten ongeacht of de
eigenaar het dier al of niet terugeist.
Loslopende dieren zijn deze die zich hebben onttrokken aan de bewaking van de eigenaar of de houder ervan.
In het kader hiervan wordt een retributiereglement ingevoerd dat als doel heeft de volledige kosten die worden gemaakt te verhalen op de eigenaar van het dier.
Loslopende dieren zijn deze die zich hebben onttrokken aan de bewaking van de eigenaar of de houder ervan.
De retributie wordt vastgesteld op de effectieve kost van de interventie per tussenkomst en per dier, vermeerderd met 12,50 EUR per dag vanaf de 2de kalenderdag voor eventuele opvangkosten.
Indien het dier dringende medische verzorging nodig heeft, wordt dit bedrag verhoogd met effectieve medische kosten voor de dierenarts. In dit geval zal een kopie van de staat van de onkosten bij de factuur worden gevoegd.
Wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, gewijzigd door de wet van 4 mei 1995, en dan in het bijzonder het gewijzigde artikel 9 van deze wet van 14 augustus 1986.
Kkoninklijk besluit van 28 mei 2004 betreffende de identificatie en registratie van honden.
Wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, gewijzigd door de wet van 4 mei 1995.
Met ingang van 1 februari 2022 tot en met 31 december 2025 een retributie te heffen voor het vangen, ophalen, tijdelijk huisvesten en verzorgen van loslopende dieren op het grondgebied van Aalst.
Loslopende dieren zijn deze die zich hebben onttrokken aan de bewaking van de eigenaar of de houder ervan. Is de rechtmatige eigenaar gekend, dan is het zijn plicht het betrokken dier terug te nemen.
Het bedrag van de retributie vast te stellen op de effectieve kost van de interventie per tussenkomst en per dier, vermeerderd met 12.50 EUR per dag vanaf de 2de kalenderdag voor eventuele opvangkosten.
Indien het dier dringende medische verzorging nodig heeft, wordt dit bedrag verhoogd met effectieve medische kosten voor de dierenarts. In dit geval zal een kopie van de staat van de onkosten bij de factuur worden gevoegd.
Deze retributie is verschuldigd door de, op het ogenblik van de veiligstelling, rechtmatige eigenaar van het betrokken dier.
De retributie dient betaald te worden binnen 30 kalenderdagen na ontvangst van de schuldvordering.
In geval van het niet tijdig betalen van het niet betwiste gedeelte zijn de bepalingen van de retributie inzake verhaal van inningskosten van niet-fiscale vorderingen onverminderd van toepassing.
De gemeenteraad verleende in zitting van 27 maart 2018 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van de opdracht “Wegeniswerken aan de Pierre Corneliskaai, de Eendrachtstraat en de Victor Bocquéstraat te Aalst, aanleg van een rotonde”, met name de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 29 juli 2019 goedkeuring aan de gunning van deze opdracht aan Pevenage en Zoon bvba, Elenestraat 75 te 9620 Zottegem tegen het nagerekende en verbeterde offertebedrag van 543 788,91 EUR exclusief btw.
Het eindafrekeningsbedrag is 741 840,44 EUR, exclusief herziening en btw verlegd, of 36,42% hoger dan het gunningsbedrag.
Raadslid Eddy Couckuyt vraagt de verdaging van dit punt omdat het dossier niet volledig is.
De eindafrekening werd opgesteld door de dienst Openbare werken, hieruit blijkt dat het eindbedrag van de werken 741 840,41 EUR, exclusief herziening en btw verlegd, bedraagt. De eindafrekening overschrijdt het gunningsbedrag met 36,42%.
De verantwoordingsnota voor de meer- en minwerken opgemaakt door het studiebureau Sweco Belgium bv, Elfjulistraat 43, te 9000 Gent, in bijlage.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw overschrijdt de drempel van 750 000 EUR niet).
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
het voorstel van raadslid Eddy Couckuyt om dit punt te verdagen, te verwerpen
Goedkeuring te verlenen aan het principe van de eindafrekening voor de opdracht “Wegeniswerken aan de Pierre Corneliskaai, de Eendrachtstraat en de Victor Bocquéstraat te Aalst, aanleg van een rotonde”, waaruit blijkt dat de werken een eindtotaal bereikten van 741 840,41 EUR exclusief herziening en btw verlegd, of 36,42% hoger dan het gunningsbedrag.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van het meerjarenplan 2020-2025 onder budgetlijn MJP003264 – AC000169 – 0200‑70/2270007 (= 7 436,87 EUR) en MJP003179 – AC000169 – 0200‑70/2240007 (= 59 765,70 EUR) van de stad Aalst.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Lander Wantens.
Begin dit jaar vonden er in Aalst meerdere zware verkeersongevallen plaats zowel in het centrum als in de deelgemeenten. Helaas met met slachtoffers tot gevolg.
Ook kwam er deze maand een oproep van de fietsersbond dat er betere handhaving nodig is van de verkeersmaartregelen in onze stad in fietsstraten, één-richtingsstraten, maar ook foutparkeerders met overdreven snelheid. De overdreven snelheid zie je ook terugkomen in de cijfers van de politie. Zo waren er niet minder dan 5387 overtredingen gedurende de 6 weken dat superflitspaal “sammeke” werd geplaatst. Uit de gegevens van Telraam zie je dat overdreven snelheid helaas zeer vaak voorkomt. In de Denderstraat, op de Dendermondse Steenweg en in de Welvaartstraat rijd 40 tot 50% van de bestuurders te snel, soms tot 80 km/u in zone 30.
Bij de invoering van het nieuwe circulatieplan werd aangekondigd dat er extra controle zou plaatsvinden. Maar vandaag de dag zie je daar weinig van, met een toenemend aantal verkeersovertredingen tot gevolg.
We steunen zeker de maatregelen, tonnagebeperking, zone 30, uitbreiding fietsstraten die vorig jaar zijn ingevoerd om de verkeersveiligheid in Aalst te verhogen. Maar er is nood aan een beter opvolging van deze maatregelen en extra sensibiliserende acties om het belang van de maatregelen voor de verkeersveiligheid bv zone 30 zorgt er voor dat het aantal ongevallen met een letsel sterk vermindert te duiden bij de bevolking.
Daarnaast is er ook nood aan maatregelen buiten het centrum en in de deelgemeenten. Want ook van daar bereiken ons verhalen van overdreven snelheid, toenemend verkeer en niet naleven van de verkeersmaatregelen. Bij de invoering van de tonnagebeperking en de zone 30 was er beloofd om ook in de deelgemeenten en buiten het centrum maatregelen te nemen, maar tot op heden hebben we hierover geen nieuws vernomen.
Hierbij hebben wij vanuit onze fractie de volgende vragen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpelaties
over de interpellatie van raadslid Lander Wantens aangaande 'Aanpak verkeersveiligheid Aalst'.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Filip Van De Winkel.
In de Sint Jobstraat werd gedurende enkele maanden het voetpad geblokkeerd door een wc-cabine, pal op het voetpad geplaatst wegens verbouwingswerken in een pand. Voor deze inname van het openbaar domein werden door de dienst Leefomgeving en mobiliteit enkele opeenvolgende vergunningen verleend. Dank aan deze dienst om, na mijn vraag eerder deze maand, op basis van de laatste verlopen vergunning de betrokken aannemer aan te manen tot ontzetting van de wc-cabine. Het voetpad is intussen vrijgemaakt voor wie het bedoeld is, de voetganger.
Mijn vraag:
In de flow van bovenstaande vraag breid ik graag dit onderwerp nog even uit.
In onze stad – net zoals in andere steden, dat wil ik niet bestrijden – vindt men op tal van plaatsen palen van verkeersborden wild neergepoot op de voetpaden. Ik besef dat de wildgroei van verkeersbordpalen in de stad een langere geschiedenis kent.
Vragen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Filip Van De Winkel aangaande 'Obstakels op voetpaden'.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Els Van Puyvelde.
Sinds de invoering van betalend parkeren op rechteroever zitten vele mensen die werkzaam zijn in het centrum van onze stad met de handen in het haar. Waar moeten zij nu nog hun wagen kwijt zonder dat het een enorme kost wordt. Nergens dus. Sinds het nieuwe parkeerbeleid moet eenieder die voor om het even welke reden in ons centrum moet zijn, betalen om zijn auto te kunnen parkeren. Zelfs de werknemers van het Administratief centrum hebben geen parkeerplaats die ze gratis kunnen gebruiken.
Zo goed als elk bedrijf in Aalst heeft een parking die het beschikbaar stelt voor zijn personeel. Alleen in ons centrum is dat onmogelijk. Dus ook mensen die een hele dag werkzaam zijn in onze stad ( horeca, handelszaken, administratieve diensten enz.) zijn verplicht te betalen om hun auto te kunnen parkeren!
Ondermeer door de stijgende energie- en consumptieprijzen is het leven enorm duur geworden, waardoor het erg is dat men nu nog eens extra geld moet neertellen om hun wagen te kunnen parkeren.
Een opsomming:
Men kan inderdaad gebruik maken van een 10-beurtenkaart waarvoor je € 4 betaalt per parkeerbeurt, maar ook dat blijft een aanzienlijke kost.
Ook het openbaar vervoer loopt op in het budget. Ook voor mensen die aan de stad werken en die een abonnement aan verlaagd tarief kunnen krijgen blijven de parkeerkosten een aanzienlijke duit uit de zak.
Mijn vragen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Els Van Puyvelde aangaande 'Parkeerbeleid voor de werknemer in het centrum'.
Tussen de stad Aalst, het Vlaamse Gewest en de VMM De Lijn werd op 16 oktober 1997 een mobiliteitsconvenant afgesloten voor de herinrichting van de gewestweg N411 voor het vak Aalst - Moorsel.
De in het kader van die convenant opgestelde koepelmodule 41002/3, met modules 4a, 13b en 13c beoogt de aanleg van nieuwe verbindende tweerichtingsfietspaden langs de gewestweg N411 te Aalst, tussen het kruispunt van de R41 (Onze Lieve Vrouwplein Aalst) en de bebouwde kom van Moorsel.
Tijdens deze werken wordt de Kaalbergstraat te Moorsel heraangelegd en wordt de rooilijn vastgelegd.
Aangezien er geen bijkomende grondverwervingen nodig zijn, maar de wegenis van de Kaalbergstraat niet officieel behoort tot het openbaar domein, wordt dit nu geregulariseerd via kosteloze grondafstanden.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 15 juni 2020 principieel akkoord te gaan om in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken en de realisatie van het rooilijnplan, Moorselbaan N411, deel Moorsel Kaalbergstraat, over te gaan tot de kosteloze verwerving van de benodigde percelen.
In zelfde zitting werd beslist de afdeling Vastgoedtransacties aan te stellen om over te gaan tot het voeren van de onderhandelingen, de opmaak van de ontwerpakten en het vertegenwoordigen van de stad bij het verlijden van de notariële akten en voormelde ontwerpakten ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad besliste in zitting van 26 oktober 2021 akkoord te gaan om in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken en de realisatie van het rooilijnplan, Moorselbaan N411, deel Moorsel Kaalbergstraat, over te gaan tot de kosteloze verwerving van de benodigde percelen en hiervoor de afdeling Vastgoedtransacties aan te stellen om over te gaan tot het voeren van de onderhandelingen, de opmaak van de ontwerpakten en het vertegenwoordigen van de stad bij het verlijden van de notariële akten.
Afdeling Vastgoedtransacties stuurde ons de akte door voor administratieve afhandeling van de gratis grondafstand van 65,00 m² in het perceel te Aalst-Moorsel, Kaelberg, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, nummer 660 E P0000, gekend als inname 439.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 10 januari 2022 kennis te nemen van de gratis grondafstand in voordeel van de stad van 65,00 m² in het perceel te Aalst-Moorsel, Kaelberg, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, nummer 660 E P0000, gekend als inname 439, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken en de realisatie van het rooilijnplan, Moorselbaan N411, deel Moorsel Kaalbergstraat, op basis van de voorwaarden vermeld in de akte opgemaakt door de afdeling Vastgoedtransacties en besliste voormelde akte ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
In het dossier wordt de ontwerpakte en het grondinnameplan toegevoegd.
De bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur.
om reden van openbaar nut, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken en de realisatie van het rooilijnplan, Moorselbaan N411, deel Kaalbergstraat, akkoord te gaan met de gratis grondafstand in voordeel van de stad van 65,00 m² in het perceel te Aalst-Moorsel, Kaelberg, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, nummer 660 E P0000, gekend als inname 439, op basis van de voorwaarden vermeld in de akte opgemaakt door de afdeling Vastgoedtransacties.
In het kader van de omgevingsvergunning OMV_2021126895 voor het oprichten van 2 meergezinswoningen + 2 carports + fiets -en vuilnisberging wordt de gedeeltelijke verbreding van buurtweg 125 te Erembodegem gevraagd. Het rooilijnplan tot gedeeltelijke verbreding wenst buurtweg 125 gedeeltelijk te verbreden ter hoogte van het aanpalende gebouw. De voorgestelde wijziging verbreedt de weg met 1 meter. Het op te verbreden tracé is gelegen op de percelen kadastraal gekend als Aalst, afdeling Erembodegem, Sectie B nummer 0465L .
Volgens artikel 8 van het decreet gemeentewegen kan niemand zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad een gemeenteweg wijzigen. Het plan tot gedeeltelijke verbreding van buurtweg 125 wordt in overeenstemming met artikel 12 § 2 mee opgenomen in de omgevingsvergunning. De gemeenteraad dient de voorgestelde wijziging goed te keuren alvorens men kan overgaan tot het verlenen van de vergunning.
Tijdens het openbaar onderzoek voor de omgevingsvergunning werden geen bezwaren ingediend omtrent de verbreding.
Decreet gemeentewegen van 03 mei 2019
de gedeeltelijke verbreding van buurtweg 125 te Erembodegem zoals voorgesteld in bijgevoegd plan goed te keuren
Voorgestelde opheffing pas in voege te laten gaan als de vergunning gekoppeld aan het omgevingsvergunningsdossier OMV 2021126895 wordt goedgekeurd
In het kader van omgevingsvergunning OMV 2021044333 werd een gedeeltelijke opheffing van buurtweg 43 te Moorsel gevraagd. Het op het heffen weg deel lig op de percelen 8ste afdeling, sectie C, nummers 946B, 947, 979B, 980K, 980L.
Volgens artikel 8 van het decreet gemeentewegen kan niemand zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad een gemeenteweg wijzigen. Het grafisch plan tot gedeeltelijke opheffing van buurtweg 43 te Moorsel wordt in overeenstemming met artikel 12 § 2 mee opgenomen in de omgevingsvergunning. De gemeenteraad dient de voorgestelde wijziging goed te keuren alvorens men kan overgaan tot het verlenen van de vergunning. Tijdens het openbaar onderzoek zijn geen bezwaren ingediend. In deze zitting wordt het grafisch plan tot vaststelling definitief goedgekeurd.
Buurtweg 43 te Moorsel is opgenomen in het tragewegenplan van Moorsel d.d. 2016, deze werd aangeduid als niet toegankelijk en werd tijdens de publieke bevraging naar voor geschoven als weg met niet veel nut.
Decreet gemeentewegen man 03 mei 2019
buurtweg 43 te Moorsel gedeeltelijk af te schaffen zoals in bijgevoegd grafisch plan tot opheffing.
Voorgestelde opheffing pas in voege te laten gaan als de vergunning gekoppeld aan het omgevingsvergunningsdossier OMV 2021044333 wordt goedgekeurd
De laatste grondige wijziging van de rechtspositieregeling dateert van 2014. Sindsdien is de regelgeving gewijzigd en heeft de praktijk ook aangetoond dat er wat hiaten of onduidelijkheden in de teksten zitten. De beloofde wijziging van het Besluit van de Vlaamse Regering is er niet gekomen waardoor het uitstellen van het aanpassen van de rechtspositieregeling geen zin heeft.
De rechtspositieregeling is één van de instrumenten die we hebben voor het voeren van een professioneel en duurzaam personeelsbeleid en het realiseren van de personeelsdoelstellingen en de gemaakte beleidskeuzes.
De rechtspositieregeling biedt een kader, een framework, dat een zekere mate van flexibiliteit en maatwerk moet toelaten.
Er is gestreefd naar een zo groot mogelijke gelijkschakeling van contractuele en statutaire personeelsleden.
Waar mogelijk is de besluitvorming toegewezen aan de algemeen directeur.
Artikel 1 van de nieuwe rechtspositieregeling gaat nog niet in voege in afwachting van het juridisch advies van een onafhankelijk orgaan.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
Artikel 171 § 4, 2 De algemeen directeur zorgt in overleg met het managementteam voor de opmaak van het voorontwerp van de rechtspositieregeling van het personeel.
Artikel 186 § 1 De gemeenteraad stelt de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel vast.
Besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Het gemeenteraadsbesluit van 24 maart 2009 waarbij de rechtspositieregeling die van toepassing is op het stadspersoneel werd vastgesteld en latere wijzigingen.
De rechtspositieregeling, zoals gevoegd als bijlage bij dit besluit, goed te keuren.
De stad Aalst is aangesloten bij het Gesolidariseerde Pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen, en heeft in dit kader op 29 april 1994 een bijdrageverzekering afgesloten met het toenmalige OMOB (Onderlinge Maatschappij der Openbare Besturen, later Ethias genoemd) met het oog op het verzekeren van de financiering en de betaling van de pensioenbijdragen aan dit fonds.
Een wijziging aan de wet van 24 oktober 2011 heeft tot gevolg dat Ethias met ingang van 1 januari 2022 niet langer rechtstreeks de pensioenbijdragen zal kunnen betalen aan de RSZ. Overleg tussen Ethias en de RSZ heeft voor een nieuwe werkwijze gezorgd voor de inning van deze bijdragen, heden wordt aan de gemeenteraad dit bijvoegsel bij het bovengenoemde contract voorgelegd ter goedkeuring.
het bijvoegsel aan de bijdrageverzekering met Ethias van 14 december 2021 goed te keuren, zoals gevoegd in bijlage.
Door de benoeming van Lander Wantens op de gemeenteraad van 21 december 2021 als effectief lid van de commissie personeel en organisatie, stadsvernieuwing, mobiliteit en openbare werken, kan hij niet meer zetelen als plaatsvervanger in deze commissie. Hij neemt dus ontslag als plaatsvervanger. De Groen fractie draagt Ingmar Baeyens voor als plaatsvervanger en vraagt aan de gemeenteraad om hem te benoemen.
Het decreet Lokaal Bestuur, meer bepaald art. 12, art. 14, art.37, art. 70 en art. 71.
Het decreet Lokaal Bestuur art; 105 paragraaf 2
De benoeming van Lander Wantens op de gemeenteraad van 21 december 2021 als effectief lid van de commissie personeel en organisatie, stadsvernieuwing, mobiliteit en openbare werken.
akte te nemen van het ontslag van raadslid Lander Wantens als plaatsvervanger in de commissie personeel en organisatie, mobiliteit en openbare werken.
raadslid Ingmar Baeyens te benoemen als plaatsvervanger in de commissie personeel en organisatie, mobiliteit en openbare werken.
Het overzicht van de terugbetaling van de kosten van de mandatarissen wordt uitgesplitst op enerzijds de aard van de kosten (opleiding, ICT, verplaatsing, andere onkost) en anderzijds op niveau van het orgaan (college van burgemeester en schepenen en vast bureau, gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn, bijzonder comité sociale dienst) Het rapporteringsjaar betreft het jaar 2021.
Conform artikel 58 §5 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad wordt een jaarlijks overzicht gemaakt van de terugbetaling van de kosten van de mandatarissen. Dat document is openbaar en wordt voorgelegd aan de gemeenteraad. (art. 35 van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris).
akte te nemen van het overzicht van de terugbetaling van de onkosten van de mandatarissen.
Via Het Agentschap Binnenlands Bestuur ontving de stad op 4 november 2021 een klacht tegen het CBS besluit van 11 oktober 2021 betreffende het afleveren van een vergunning voor inname openbaar domein voor het plaatsen van een terras voor horeca. Op 24 november 2021 ontvingen we het antwoordvoorstel vanuit de teams Economie en Juridische zaken. Op 23 december ontving de stad het antwoord van de gouverneur waarin ze de vernietiging van het CBS besluit beveelt. Conform art.333 tweede lid van het Decreet Lokaal Bestuur wordt dit antwoord ter kennis gebracht op de Gemeenteraad.
Artikelen 302 en 303 Decreet lokaal bestuur: organisatie bij reglement van een systeem van klachtenbehandeling
Artikelen 284 en 333 Decreet Lokaal Bestuur
het antwoord van de gouverneur aangaande vernietiging CBS besluit van 11 oktober 2021, zoals gevoegd als bijlage.
De stad Aalst is lid van de welzijnsvereniging Audio, dat voor zijn leden interne audits organiseert.
Op 17 december 2021 vond de algemene vergadering van Audio plaats. Het verslag hiervan wordt ter kennis gebracht aan de leden van de gemeenteraad.
het verslag van de algemene vergadering van 17 december 2021 van Audio.
Het begrip ‘winterfoor’, voor de toepassing van onderhavige verordening, naar tijd als volgt vast te stellen: van vrijdag 18 februari 2022 tot en met zondag 6 maart 2022.
De openingsuren voor de winterfoor als volgt vast te stellen:
- op vrijdag 18 februari 2022: opening van de foor: van 18 uur tot maximum 24 uur (verplicht open tot 21 uur);
- op vrijdagen (andere dan vrijdag 18 februari 2022): van 16 uur tot 24 uur;
- op zaterdagen: van 14 uur tot maximum 24 uur (verplicht tot 22 uur);
- op zondagen: van 14 uur tot maximum 23.30 uur (verplicht tot 22 uur);
-op werkdagen: van 16 uur tot maximum 22 uur (verplicht tot 21 uur).
Tijdens de openingsuren voor de winterfoor geldt, wat betreft de geluidshinder, het bepaalde in de artikelen 21 tot en met 30 van de GAS-codex van de stad Aalst en de bepalingen van Vlarem, behoudens de afwijking toegestaan door het college van burgemeester en schepenen.
De overtredingen van de bepalingen van onderhavige verordening worden gestraft met politiestraffen, met uitzondering van artikel 4, hetgeen bestraft wordt volgens de bepalingen van de GAS-codex van de stad Aalst.
Deze verordening in werking te laten treden op datum van bekendmaking.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Deniz Özkan.
In de West-Vlaamse stad Kortrijk opende recent een 'koesterhuis': een ontmoetingsplek waar wie rouwt om een kind welkom is om verhalen te delen, troost te vinden en herinneringen te koesteren.
Ouders, grootouders, familie en vrienden kunnen er eveneens terecht met vragen over rouwen om een kind of om er op een laagdrempelige manier kennis te maken met de vele vraagstukken die daaraan verbonden zijn. Het is het tweede 'koesterhuis' in Vlaanderen, na Antwerpen (enkele jaren geleden). De 'koesterhuizen' zijn een initiatief van vzw Berrefonds dat ontstond als een kleinschalig burgerinitiatief van ouders die een kind verloren. Zij wilden daarmee aantonen dat er binnen het professionele zorgveld, maar ook in de hele maatschappij, nood is aan meer aandacht voor rouw na het verlies van een kind. Initiatieven als een 'koesterhuis' verdienen niet alleen veel algemene bekendheid, maar ook en vooral navolging.
Een plek voor wie dergelijk lot overkomt, waar herinneringen en ervaringen gedeeld kunnen worden, zou in elke regio aanwezig moeten zijn.
Daarom volgende vragen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Deniz Özkan aangaande 'Ook een koesterhuis in Aalst'.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Sam Van de Putte.
De voorbije maanden zijn de facturen voor gas en elektriciteit enorm gestegen. Gezinnen ontvangen voorschotfacturen die soms drie keer hoger zijn dan voordien. En het is bang afwachten op de afrekening. Dat brengt veel mensen in financiële problemen. De vraag stelt zich dus welke initiatieven de stad, het OCMW en vzw BEA ondernemen om Aalstenaars niet in de kou te laten staan. We moeten ons afvragen hoe we onze inwoners nog meer financieel als preventief kunnen bijstaan.
De recente faillissementsaanvraag van de Vlaamse Energieleverancier toont dat de energiemarkt onder zware druk staat. Elk gezin in onze stad wordt met stijgende energieprijzen geconfronteerd. Gezinnen die er nu nog net in slagen om de eindjes aan elkaar te knopen, kunnen vanaf nu in de problemen komen.
De stad, het OCMW en vzw BEA kunnen samen met de gezinnen onderzoeken hoe we toekomstige facturen kunnen doen dalen door actiever te zijn op de markt, door de woning energetisch te scannen en door zowel gratis ingrepen te doen als te begeleiden bij verbetering van de woning. En sommige gezinnen kunnen ook geholpen worden bij het verkrijgen van andere sociale voordelen.
Vragen
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Sam Van de Putte aangaande 'Inwoners helpen met stijgende energiefactuur'.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Ann Van de Steen.
De tuin van elke Aalstenaar, ons prachtige stadspark, dat onder toenmalig schepen De Wolf anno 1915 werd aangelegd, baadt nog steeds in die typische sfeer van weleer. Een plaats waar we met z’n allen even kunnen onthaasten, sporten, met de kinderen ravotten en nog zoveel meer. Sommige van de oorspronkelijke constructies voeren ons in gedachten terug naar de vorige eeuw. Misschien net iets teveel.
Het kaarthuisje, het tuinhuisje, de brug en zeker het melkhuisje, die haar naam dankt aan de verplichte en onbeperkte verkoop van melkproducten vanaf 1916, verdienen om pronkstukken te zijn tussen de rijkdom aan de fauna en flora die het stadspark ons biedt.
Vandaag tonen deze gebouwen zich troosteloos, in schril contrast met het schitterend beheer van het stadspark en hoort hier dringend werk van te worden gemaakt . In 2019 werden, op burgerinitiatief, reeds enkele voorstellen gemaakt voor een nieuwe parel in het stadspark, een element van rust waar de Aalstenaar even de tijd kan vergeten. Iedereen verdient vakantie, ook zij die het iets moeilijker hebben of met jonge kinderen niet zomaar naar de zon kunnen reizen. Het recreatieve gedeelte van ons park is dan ook bij uitstek de plaats waar deze mensen kunnen genieten van een vakantie in eigen stad.
Ook het kaarthuisje staat in de schaduw van haar verleden. In deze tijden is het meer dan duidelijk dat mensen nood hebben aan sociale contacten, aan een leuke babbel of gewoon een potje Wiezen. Het kaarthuisje kan mensen de kans geven zich opnieuw te ontplooien, om actief te blijven en eenzaamheid tegen te gaan. Vandaag horen we ons meer dan ooit in te zetten om plaatsen waar mensen mekaar terug kunnen vinden klaar te maken voor gezondere tijden.
Met de komst van een nieuw stadsgedeelte aan de kaaien en de nood aan stadsparkwaardige faciliteiten oogt het ons duidelijk dat er werk moet gemaakt worden van vernieuwing aan de bestaande gebouwen.
Daarom vragen wij:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Ann Van de Steen aangaande 'Een reis naar het verleden'.
Door de burgemeester werd op 17 januari 2022 een dringende politieverordening uitgevaardigd tot verlenging van de politieverordening van 18 november 2021 een dringende politieverordening uitgevaardigd betreffende maatregelen met betrekking tot de zittingen van de gemeenteraadscommissies, de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn en bijzonder comité sociale dient van Aalst.
In voormelde politieverordening is evenwel een materiële fout geslopen, meer bepaald vermeldt artikel 2 van de politieverordening als ingangsdatum 1 februari 2021 terwijl dit 1 februari 2022 dient te zijn.
Gelet op het gegeven dat de politieverordening van 17 januari 2022 reeds is bekendgemaakt en verschillende instanties hiervan werden op de hoogte gebracht zoals parket, politie, rechtbank 1° aanleg dient deze politieverordening te worden ingetrokken en vervangen door een nieuwe dringende politieverordening betreffende de maatregen voor het digitale verloop van de zittingen van de gemeenteraad, raad voor maatschappelijk welzijn, gemeenteraadscommissies en bijzonder comité voor sociale dienst. Derhalve werd de nieuwe dringende politieverordening van 24 januari 2022 uitgevaardigd en dient deze op de eerstvolgende Gemeenteraad, in casu 25 januari 2022 te worden bekrachtigd.
Deze politieverordening werd ter kennis gebracht van het college van burgemeester en schepenen en dient bekrachtigd te worden door de gemeenteraad.
Artikelen 134§1 en 135§2 van de Nieuwe Gemeentewet.
Artikel 4§2 en § en 3 en 5§2 van de wet van 14 augustus 2021- 'Pandemiewet'.
de dringende politieverordening van 24 januari 2022 tot intrekking en vervanging van de politieverordening van 17 januari 2022 tot verlenging van de politieverordening van 18 november 2021 betreffende maatregelen met betrekking tot de zittingen van de gemeenteraadscommissies, de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn en bijzonder comité sociale dienst van Aalst, zoals toegevoegd in bijlage, te bekrachtigen.