Bij schrijven d.d. 14 maart 2022 richtte schepen Caroline Verdoodt het verzoek aan gemeenteraadsvoorzitter David Coppens om akte te willen laten nemen door de gemeenteraad van haar ontslag als schepen en lid van de gemeenteraad met ingang vanaf de eerste dag van de maand volgend op de eedaflegging van haar opvolgers.
Het ontslag van de schepen houdt ook van rechtswege het ontslag in van de uitoefening van het mandaat als lid van het vast bureau.
Het ontslag van het gemeenteraadslid houdt ook van rechtswege het ontslag in van de uitoefening van het mandaat als lid van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Artikel 48 van het Decreet lokaal bestuur
akte te nemen van het ontslag van schepen Caroline Verdoodt als schepen en lid van de gemeenteraad, met ingang vanaf de eerste dag van de maand volgend op de eedaflegging van haar opvolgers. behalve als het ontslag het gevolg is van een onverenigbaarheid.
Raadslid Caroline Verdoodt neemt ontslag van haar mandaat als schepen vanaf 1 april 2022. De gemeenteraad nam akte van het ontslag en besliste tot het opnieuw openstellen van het mandaat op 29 maart 2022.
De gemeenteraad draagt raadslid Maarten Blommaert voor als schepen, dit zal van rechtswege ook de uitoefening van het mandaat als lid van het vast bureau inhouden.
Na onderzoek is gebleken dat Maarten Blommaert zich niet in een situatie van onverenigbaarheid bevindt. De bijlage van deze beslissing bevatten: een uittreksel van het bevolkingsregister, een uittreksel van het strafregister en de akte van voordracht.
Deze akte van voordracht is ondertekend door meer dan de helft van de gemeenteraadsleden én door een meerderheid van de personen die zijn verkozen op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaat.
Maarten Blommaert heeft volgende eed afgelegd in handen van de burgemeester: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen.
akte te nemen van de ontvankelijke akte van voordracht van de kandidaat schepen, Maarten Blommaert.
akte te nemen van het invullen van het schepenambt van Caroline Verdoodt door Maarten Blommaert met ingang van 1 april 2022.
akte te nemen van eedaflegging in handen van de burgemeester door de heer Maarten Blommaert d.d. 29 maart 2022.
Schepen Caroline Verdoodt nam ontslag van haar mandaat als gemeenteraadslid/OCMW-raadslid op 14 maart 2022, dit met ingang vanaf de eerste dag van de maand volgend op de eedaflegging van haar opvolger. De gemeenteraad en OCMW-raad nam hiervan akte in de zitting van 29 maart 2022.
De volgende opvolger is de heer Dirk Verleysen en hij komt in aanmerking om schepen Caroline Verdoodt te vervangen als gemeenteraadslid/OCMW-raadslid.
Uit het onderzoek van de geloofsbrieven blijkt dat de heer Dirk Verleysen voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden en er zich ook in geen situatie van onverenigbaarheid zou bevinden.
De heer Dirk Verleysen heeft volgende eed afgelegd in handen van de voorzitter: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen."
De installatie van het gemeenteraadslid houdt ook de installatie in van de uitoefening van het mandaat als lid van de raad voor maatschappelijk welzijn.
akte te nemen van de eedaflegging in handen van de voorzitter door de heer Dirk Verleysen.
Ingevolge het ontslag van mevrouw Caroline Verdoodt als schepen en lid van de gemeenteraad op 14 maart 2022, met ingang vanaf de eerste dag van de maand volgend op de eedaflegging van haar opvolgers, en de installatie als raadslid van de heer Dirk Verleysen op 29 maart 2022 wijzigt de rangorde van de raadsleden met ingang vanaf 1 april 2022.
De rangorde wordt opgemaakt op basis van anciënniteit. Bij gelijke anciënniteit krijgt het gemeenteraadslid met het hoogst aantal naamstemmen de voorkeur. Bij gelijk aantal naamstemmen krijgt het gemeenteraadslid van wie de lijst bij de gemeenteraadsverkiezingen de meeste stemmen behaalde de voorkeur.
akte te nemen van de rangorde die zal gelden vanaf 1 april 2022, zoals gevoegd in bijlage.
De notulen van de openbare vergadering van de gemeenteraad van 22 februari 2022 werden vanaf dinsdag 22 maart 2022 ter inzage gelegd van de leden van de raad.
Er werden geen verdere opmerkingen geformuleerd.
Artikel 32, 277 §1 en 278 §1 van het decreet lokaal bestuur en artikel 5 van het reglement van orde van de gemeenteraad
De notulen van de openbare vergadering van de gemeenteraad van 22 februari 2022 goed te keuren.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Steve Herman.
De gruwel van de oorlog – nu op Europese bodem - laat ons helaas beseffen dat geen enkele tijd echt veilig is en we te allen tijde moeten voorbereid zijn op het ergste. Wellicht hadden de bewoners van Oekraïne het enkele maanden geleden zelfs niet voor mogelijk gehouden dat wat nu aan de gang is, ooit zou gebeuren.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Steve Herman aangaande 'Lokale veiligheid bij oorlogsdreiging'.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Els Van Puyvelde.
De oorlog in Oekraïne en instroom van vluchtelingen in ons land laat niemand onberoerd. Ook Aalst zet zich in om vluchtelingen tijdelijk op te vangen. Tot op heden kwamen er 58 Oekraïense vluchtelingen zich aanmelden in Aalst. Het gaat hier over 15 gezinnen (met 23 minderjarige kinderen) en 7 alleenstaanden. Ze zijn wel nog niet allemaal geregistreerd in Brussel. De stad stelt zelf vier beschikbare panden en twee assistentiewoningen ter beschikking voor tijdelijke verhuur die momenteel leeg staan en dus beschikbaar zijn. Ook Denderdal zal na de laatste vaccinaties klaargestoomd worden om vluchtelingen in onder te brengen.
Voorlopig worden er geen aangepaste integratieprojecten opgezet maar ze kunnen wel beroep doen op de ondersteuning van de zorgbalie en worden er oplossingen gezocht voor de kinderen.
Concrete vragen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Els Van Puyvelde aangaande 'Opvang Oekraïense vluchtelingen'.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Sam Van de Putte.
Honderdduizenden gezinnen, vaak met kinderen, zijn op de vlucht voor het brute oorlogsgeweld van Poetin en zijn troepen. Die mensen proberen hun eigen leven en dat van hun geliefden te beschermen en er is maar één veilige kant die ze uit kunnen: naar Europa, naar ons. Alleen door samen te werken kunnen we de miljoenen mensen op de vlucht bijstaan in hun zoektocht naar bescherming en veiligheid. Dat moeten we doen, en dat willen we doen. De solidariteit in ons land en onze buurlanden is gigantisch. Iedereen leeft mee, iedereen doet zijn deel.
De prognose is dat zo'n 200.000 vluchtelingen zullen aankloppen voor een veilig onderkomen. Daarvoor zal elk beleidsniveau boven zichzelf moeten uitstijgen.
Huisvesting is in de eerste plaats een cruciale voorwaarde voor een goede opvang. Enkel met de liefdadigheid van onze stadsgenoten zullen we er niet komen. Maar samen kunnen we wel veel aan.
Vragen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Sam Van de Putte aangaande 'Organisatie opvang Oekraïense vluchtelingen'.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Théodomir Nsengimana.
Vluchten is een van de slechtste dingen die een mens kan meemaken in zijn leven. De solidariteit die de mensen tonen doet deugd bij de gevluchte Oekraïners. Verschillende initiatieven worden genomen door de overheid en de solidariteit en medeleven die getoond worden door de burgers zijn hartverwarmend. Zoals dat het geval was bij de uitbraak van de Covid crisis, gaat deze situatie ook gepaard met veel uitdagingen. Daarom de volgende vragen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Théodomir Nsengimana aangaande 'Opvang Oekraïners'.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Raf Sidorski.
Eerst een vooral zou ik graag alle mensen die allerhande initiatieven hebben opgezet om de vluchtelingen uit Oekraïne te helpen, bedanken. Het getuigt van grote solidariteit binnen deze charmante stad.
Deze zinloze oorlog in nu bijna een maand aan de gang en men vraagt me constant of ik me persoonlijk betrokken voel bij deze daad. Mijn antwoord is dan ook telkens, JA. En sta mij toe om dit toch even kort toe te lichten. 28 jaar geleden ben ik ook gevlucht uit een land die toen nog steeds onder het juk van de oude Sovjetunie lag. Mijn geboortestad ligt op 60 km van de Wit-Russische grens en zo’n 150 km van de Oekraïne grens. De reeds gebombardeerde stad Liviv ligt daar 350 km vandaan. Dus of ik mij betrokken voel, JA - HEEL BETROKKEN! En ik volg dan ook alles op de voet.
Toch speelt deze oorlog zich voor ons hier af. Wij krijgen te maken met een instroom van heel veel mensen die vluchten voor deze laffe daad. En laat ons proberen deze vluchtelingen die vooral bestaan uit vrouwen en kinderen, goed op te vangen. Zodanig zij de misserie in hun land even kunnen vergeten.
En daarom heb ik voor de schepen de volgende vragen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Raf Sidorski aangaande 'Oekraïense vluchtelingen'.
Overwegende dat permanent en vast cameratoezicht op cruciale en/of kritieke plaatsen in de binnenstad en op locaties met veel overlast helpt bij het tijdig voorkomen en oplossen van problemen, helpt bij het gericht aansturen van interventieploegen van de politie en helpt bij het oplossen van gerechtelijke dossiers.
Overwegende dat de lokale politie Aalst tijdelijk vaste camera's wenst te gebruiken om bijkomend cameratoezicht te hebben wanneer dit een meerwaarde betekent, zoals bij evenementen, bij het monitoren en vaststellen van verkeer-gerelateerde inbreuken, bij beveiligings- en bewakingsopdrachten en in het kader van sluikstorten. Deze camera’s kunnen uitgerust zijn met ANPR-functie. Dat bij beslissing van 31 januari 2017 de gemeenteraad reeds toestemming gaf om tijdelijk vaste camera's in te zetten voor de bestrijding van sluikstorten en overlast.
Overwegende dat de lokale politie van Aalst vaste ANPR-camera’s wenst in te zetten in het kader van bestuurlijke en gerechtelijke onderzoeken. Nationale en lokale lijsten kunnen hiermee gekoppeld worden in het kader van opsporing van voertuigen en/of personen en dit conform de regels van de WPA.
Overwegende dat de gemeenteraad, op 28 Januari 2021, de toestemming tot het gebruik van bodycams op haar grondgebied en door de lokale politie van Aalst heeft goedgekeurd wordt dit type van camera nogmaals hernomen in deze globale aanvraag.
Overwegende dat de lokale politie Aalst drones wenst te gebruiken, op zichtbare wijze en in het kader van de uitoefening van haar bestuurlijke en gerechtelijke opdrachten.
Overwegende dat de politiediensten slechts na voorafgaande principiële toestemming van de betrokken gemeenteraden camera's kunnen plaatsen en gebruiken op het grondgebied dat onder hun bevoegdheid valt, meer bepaald in niet-besloten plaatsen.
Overwegende de bijgevoegde toestemmingsaanvraag van de korpschef van de lokale politie Aalst, waarin het type camera, de doeleinden en de voorziene gebruiksmodaliteiten verder worden bepaald. Dat de ontwikkeling van de impact- en risicoanalyse op het vlak van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en op operationeel niveau mee wordt opgenomen voor elk type camera in gebruik bij de lokale politie Aalst.
Het Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens en fundamentele vrijheden;
Europese Verordening nr. 2016/679, 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG, hierna afgekort tot "AVG";
Europese verordening 2019/947 inzake de regels en procedures voor de exploitatie van onbemande luchtvaartuigen die sinds 31 december 2020 van kracht is.
De wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, in het bijzonder Titel II, hierna afgekort tot "GBW"
De wet op het politieambt, artikelen 25/1 en volgende;
Het decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur, in het bijzonder artikel 2, §2, artikel 285 tot en met 288;
Het gemeenteraadsbesluit van 31 januari 2017 waarbij goedkeuring werd verleend tot de inzet van tijdelijk vaste camera's in het kader van de aanpak van sluikstorten en andere vormen van overlast.
Het gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2021 waarbij goedkeuring werd verleend tot het gebruik van bodycams.
Kennis te nemen van de bijgevoegde toestemmingsaanvraag van de korpschef van Politie Aalst voor het gebruik van camera’s op zichtbare wijze op het grondgebied van Aalst.
Principiële toestemming te geven om in Aalst gebruik te maken van vaste, tijdelijk vaste, mobiele al dan niet intelligente camera's door Politie Aalst in het kader van hun opdrachten en volgens de voorwaarden gesteld in artikel 25/3 van de WPA.
Deze toestemming ter kennis te brengen van de functionaris gegevensbescherming van Politie Aalst, van de procureur des Konings en van de korpschef.
Overwegende dat een inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, sociale promotie zal maken naar het middenkader m.i.v. 01/07/2022;
Overwegende dat daardoor een betrekking van inspecteur van politie binnen de dienst Interventie niet meer zal ingevuld zijn;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Interventie is aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
bij niet invulling van deze vacature worden deze vacant verklaard via externe werving;
met betrekking tot deze vacature in het bijzonder te vermelden dat, onder de wettelijke voorwaarden, aan de betrekking de functietoelage ‘Nabijheidspolitie’ gekoppeld is;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat hierdoor een betrekking vrijkomt voorzien voor een personeelslid van het administratief en logistiek kader (CALog-kader), niveau B, gemene graad Consulent, directie Basispolitiezorg, dienst Secretariaat;
Overwegende dat het werven van een nieuw personeelslid via de gebruikelijke weg lang zal aanslepen, en minstens tussen de zes en de negen maanden zal duren;
Overwegende dat het belangrijk is om de continuïteit van de werking van de dienst Secretariaat Basispolitiezorg te garanderen;
Overwegende de motivering van de korpschef van de Lokale Politie Aalst om zo snel mogelijk over te gaan tot de werving van bedoeld nieuw personeelslid en houdende zijn vraag om in casu beroep te doen op de wettelijk voorziene procedure van dringende externe werving;
Overwegende dat een dringende externe werving ten behoeve van de geïntegreerde politie dient te worden gepubliceerd via de website www.jobpol.be, en dat eventuele kandidaten langs die weg dienen te solliciteren;
Overwegende dat een dringende externe werving aanleiding geeft tot een contractuele tewerkstelling van bepaalde duur van maximaal 12 maanden;
Overwegende dat een vacature die via een dringende externe werving wordt ingevuld moet worden gepubliceerd in de eerstvolgende mobiliteitscyclus na indiensttreding van de geselecteerde kandidaat;
Overwegende dat, in voorkomend geval, bij ontstentenis van een (geschikte) kandida(a)t(e) via het systeem van de dringende externe werving ook de gebruikelijke wervingssystemen zoals, in chronologische volgorde, de mobiliteit, de wettelijk voorziene externe statutaire werving of de contractuele werving van bepaalde duur van maximum 12 maanden, zullen worden aangewend;
De vigerende wetgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoren.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst waarbij de personeelsformatie o.a. werd uitgebreid;
in de formatie van het administratief en logistiek kader van de Lokale Politie Aalst een betrekking van het niveau B, gemene graad Consulent, directie Basispolitiezorg, dienst Secretariaat, vacant te verklaren, via het systeem van de dringende externe aanwerving;
bij ontstentenis van een (geschikte) kandida(a)t(e) via het systeem van de dringende externe werving de beschreven betrekking vacant te verklaren via, in chronologische volgorde, via het systeem van de mobiliteit, de wettelijk voorziene externe statutaire aanwerving of, in voorkomend geval, contractuele werving van bepaalde duur van maximaal 12 maanden;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat de functie van agent van politie meermaals gepubliceerd werd in de mobiliteit en extern via jobpol;
Overwegende dat er zich via deze weg geen kandidaten aanboden;
Overwegende dat de gefaseerde overgang van het oude naar het nieuw organogram voorziet in de afbouw van het aantal agenten van politie bij de dienst Verkeer;
Overwegende dat daardoor twee betrekkingen van inspecteur van politie binnen de dienst Verkeer niet zijn ingevuld;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Verkeer is aangewezen twee betrekkingen van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Verkeer, vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende dat bij niet invulling van deze vacatures in de mobiliteit, deze extern gepubliceerd zullen worden voor kandidaten die zich op de wervingsreserve bevinden;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst twee betrekkingen van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Verkeer, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
met betrekking tot de vacature in het bijzonder te vermelden:- dat onder de wettelijke voorwaarden aan de betrekking de functietoelage ‘Nabijheidspolitie’ gekoppeld is;
dat bij niet invulling van deze vacature in de mobiliteit, deze extern gepubliceerd zal worden ten behoeve van kandidaten die zich op de wervingsreserve bevinden;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat een commissaris van politie, de Lokale Politie Aalst zal verlaten wegens pensionering;
Overwegende dat daardoor een betrekking van commissaris van politie niet is ingevuld;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de directie Netwerken het is aangewezen een betrekking van commissaris van politie vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
De vigerende wetgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van commissaris van politie, directie Netwerken, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat een personeelslid CALog D, in het organogram vervangen wordt door een personeelslid CALog C;
Overwegende dat een personeelslid CALog D van de directie Mens & Organisatie, dienst Personeel, pensioengerechtigd is vanaf 01/02/2023;
Overwegende dat hierdoor een betrekking vrijkomt voorzien voor een personeelslid van het administratief en logistiek kader (CALog-kader), niveau C, gemene graad Assistent, directie Mens & Organisatie, dienst Personeel;
Overwegende dat voor de continuïteit en de efficiënte werking van de dienst Personeel, het aan te raden is, een periode van overlapping met het nieuw aan te werven personeelslid, te voorzien;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende dat bij ontstentenis van (geschikte) kandidaten via het systeem van de mobiliteit beroep kan worden gedaan, in chronologische volgorde, op de wettelijk voorziene externe statutaire aanwerving of, in voorkomend geval, contractuele werving van bepaalde duur van maximum 12 maanden;
De vigerende wetgeving stelt dat het vacant verklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoren.
in de formatie van het administratief en logistiek kader van de Lokale Politie Aalst een betrekking van het niveau C, gemene graad Assistent, directie Mens & Organisatie, dienst Personeel, vacant te verklaren, in chronologische volgorde, via het systeem van de mobiliteit, de wettelijk voorziene externe statutaire aanwerving of, in voorkomend geval, contractuele werving van bepaalde duur van maximaal 12 maanden
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature voor de Directie Mens & Organisatie te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende deze personeelsuitbreiding en dat voor 2021 wordt voorzien in een uitbreiding van het personeelsbestand met 3 personeelsleden of voltijdse equivalenten en dat binnen de goedgekeurde meerjarenplanning van de politiebegroting voor 2021-2025 de nodige financiële middelen hiervoor zijn voorzien;
Overwegende dat uit de dagdagelijkse werking van de dienst PACOS blijkt dat een operationeel personeelslid, Inspecteur van Politie, een meerwaarde zou betekenen;
Overwegende dat het heroriënteren van een functie CALog C, assistent, naar een operationele functie van Inspecteur van Politie hiervoor noodzakelijk is;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit operationele kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende het advies van de korpschef om overeenkomstig artikel VI.II.61 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten als tweede lid van de selectiecommissie een personeelslid van operationeel kader van het eigen korps aan te wijzen;
De vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 26 oktober 2021, houdende de wijziging van het organiek kader van de Lokale Politie Aalst waarbij de personeelsformatie werd uitgebreid met drie personeelsleden;
Gelet op zijn besluit van 30 november 2021, houdende de vacant verklaring van drie personeelsleden, directie Basispolitiezorg, dienst Secretariaat, team PACOS;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst de betrekking:
vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature voor de Directie Basispolitiezorg te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat een inspecteur van politie, specialisatie motorrijder, directie Basispolitiezorg, dienst Verkeer, via NAVAP de dienst zal verlaten vanaf 1 april 2023;
Overwegende dat de effectieve en efficiënte werking van de dienst verkeer verzekerd dient te blijven;
Overwegende dat de opleiding Verkeerspolitie slechts éénmaal per jaar wordt georganiseerd;
Overwegende dat door de NAVAP een betrekking van inspecteur van politie, specialisatie motorrijder, binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Verkeer niet meer zal ingevuld zijn;
Overwegende dat met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Verkeer het is aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, specialisatie motorrijder, vacant te verklaren binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Verkeer;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones.
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Politie Aalst.
in de formatie van het operationeel personeel van de Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, specialisatie motorrijder, directie Basispolitiezorg, dienst Verkeer, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit.
met betrekking tot de vacature in het bijzonder te vermelden dat aan de betrekking de functietoelage 'Toelage gespecialiseerde betrekking van motorrijder' gekoppeld is;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat een hoofdinspecteur van de directie Netwerken op 01/04/2022 met non-activiteit voorafgaand aan het pensioen (NAVAP) gaat;
Overwegende dat er door deze NAVAP binnen de Lokale Politie Aalst een betrekking voor een hoofdinspecteur van politie, directie Netwerken, niet meer is ingevuld;
Overwegende dat met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst het is aangewezen een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Netwerken, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende het advies van de korpschef om overeenkomstig artikel VI.II.61 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten als tweede lid van de selectiecommissie een personeelslid van operationeel kader van het eigen korps aan te wijzen;
De vigerende regelgeving stelt dat het vacant verklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Netwerken, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat een hoofdinspecteur van politie, dienst Meldkamer, de Lokale Politie Aalst zal verlaten via het systeem van non-activiteit voorafgaand aan de pensionering (NAVAP) op 01/07/2022;
Overwegende dat door het vertrek van betrokken personeelslid een betrekking van hoofdinspecteur niet meer zal zijn ingevuld;
Overwegende dat in het kader van de overgang van het oude naar het nieuwe organogram van de Lokale Politie Aalst is voorzien dat vertrekkende hoofdinspecteurs vervangen worden door inspecteurs;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Onthaal-Meldkamer is aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende het advies van de korpschef om overeenkomstig artikel VI.II.61 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten als tweede lid van de selectiecommissie een personeelslid van operationeel kader van het eigen korps aan te wijzen;
De vigerende regelgeving stelt dat het vacant verklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoren.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Onthaal-Meldkamer, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat het hier dus een betrekking betreft die voorheen niet bestond en nu pas voor het eerst vacant wordt verklaard in het kader van de gefaseerde overgang naar het nieuwe organogram;
Overwegende dat CALog medewerkers kunnen aangetrokken worden, in chronologische volgorde, via het systeem van de mobiliteit, de wettelijk voorziene externe statutaire aanwerving of, in voorkomend geval, dringende contractuele werving van bepaalde duur van maximaal 12 maanden;
Overwegende het advies van de korpschef om overeenkomstig artikel VI.II.61 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten als tweede lid van de selectiecommissie een personeelslid van operationeel kader van het eigen korps aan te wijzen;
Het vacant verklaren van betrekkingen voorzien binnen het organiek kader van de Lokale Politie Aalst behoort tot de discretionaire bevoegdheid van de gemeenteraad van de stad Aalst.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
Overwegende dat de overgang van het oude organogram (2007) van de Lokale Politie Aalst naar het nieuwe organogram (2017) gefaseerd zal gebeuren en dat voor 2021-2022 wordt voorzien in een uitbreiding van het personeelsbestand met 20 personeelsleden of voltijdse equivalenten en dat binnen de goedgekeurde meerjarenplanning van de politiebegroting voor 2021-2025 de nodige financiële middelen hiervoor zijn voorzien;
Overwegende dat binnen die uitbreiding met 20 personeelsleden een betrekking is voorzien voor een betrekking van CALog B, consulent, directie Mens & Organisatie, dienst Personeel.
een betrekking van consulent CALog B, directie Mens & Organisatie, dienst Personeel, vacant te verklaren, voor personeelsleden van het administratief en logistiek kader van het niveau B, in chronologische volgorde, via het systeem van de mobiliteit, de wettelijk voorziene externe statutaire aanwerving of, in voorkomend geval, dringende contractuele werving van bepaalde duur van maximaal 12 maanden;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat de overgang van het oude organogram (2007) van de Lokale Politie Aalst naar het nieuwe organogram (2017) gefaseerd zal gebeuren en dat voor 2021-2025 wordt voorzien in een uitbreiding van het personeelsbestand met 20 personeelsleden of voltijdse equivalenten en dat binnen de goedgekeurde meerjarenplanning de nodige financiële middelen hiervoor zijn voorzien;
Overwegende dat binnen die uitbreiding met 20 personeelsleden een betrekking is voorzien voor een personeelslid van het operationeel kader, Hoofdinspecteur van Politie, dienst SAU-ORCO, directie Basispolitiezorg;
Overwegende dat het hier dus een betrekking betreft die voorheen niet bestond en nu pas voor het eerst vacant wordt verklaard in het kader van de gefaseerde overgang naar het nieuwe organogram;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
De vigerende regelgeving stelt dat het vacant verklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoren.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst waarbij de personeelsformatie o.a. werd uitgebreid;
in de formatie van het operationeel kader van de Lokale Politie Aalst een betrekking van operationeel kader, directie Basispolitiezorg, dienst SAU-ORCO, vacant te verklaren, via het systeem van de mobiliteit;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
De Politiezone Aalst 5440 wenst de huidige, klassieke telefooncentrale te vervangen en over te schakelen naar Teams Enterprise Voice. Alle vaste telefoons zullen hierbij verdwijnen. Na de migratie zal er gebeld kunnen worden via MS Teams en dit van om het even waar en vanaf om het even welke device (laptop, smartphone, tablet). Hierbij zal nog steeds gebruik gemaakt kunnen worden van het vast telefoonnummer.
Ook in kader van de plaatsing van de nieuwe bureelcontainers op de parking van Politie Aalst is deze migratie zeer belangrijk omdat het niet de bedoeling is dat er nog vaste telefoontoestellen gebruikt zullen worden in dit nieuwe gebouw. In een aantal ruimtes zal wel nog een vaste telefoon voorzien worden die eveneens op dit Teams netwerk kan gebruikt worden. De recurrente kosten voor het bellen via Teams zullen ongeveer gelijk blijven aan de huidige abonnementskosten voor het bellen via vaste lijn.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 25 oktober 2021 toe te treden tot de aankoopcentrale voor telecommunicatiediensten van de Vlaamse Overheid. Er werd een budget van 16 770,60 EUR vastgelegd voor de uitvoering van het Teams Readiness Track (begeleiding bij migratie naar Teams Enterprise Voice).
De Politiezone Aalst 5440 stelt voor om de migratie naar Teams Enterprise Voice aan te kopen via de raamovereenkomst voor telecommunicatiediensten van de Vlaamse Overheid, gegund aan Proximus, Koning Albert II laan 27 te 1030 Brussel.
De totale kostprijs bedraagt 153 368,71 EUR incl. btw. (offerte in bijlage)
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, in het bijzonder artikel 85 en 86 (B.S. 5 januari 1999).
De omzendbrief BA/2001/13 van 7 september 2001 – Nieuwe Lokale Politie – eengemeentezones en meergemeentezones – administratief toezicht – specifiek toezicht en gewoon toezicht.
Het schrijven van 18 oktober 2001 vanwege de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen inzake het toezicht op politiemateries.
De opdracht voor de migratie naar Teams Enterprise Voice te plaatsen via de raamovereenkomst voor telecommunicatiediensten van de Vlaamse Overheid bij Proximus, Koning Albert II laan 27 te 1030 Brussel.
De totale kostprijs voor deze opdracht bedraagt 153 368,71 EUR incl. btw.
De uitgave voor deze opdracht te voorzien via het investerings- en exploitatiebudget 2022 van de Politiezone Aalst 5440 onder budgetlijnen 33000/742-53, 33000/123-13 en 33000/123-11.
Er wordt voldoende budget voorzien voor volgende jaren.
In de loop van de maand maart worden bureelcontainers geplaatst op de parking van de Politie Aalst. In dit nieuwe gebouw zullen heel wat diensten gehuisvest worden: op het gelijkvloers zal het nieuwe onthaal geïnstalleerd worden met aangrenzend de verhoorruimtes en de dienst Back-Office. Op de verdiepingen zullen de ondersteunende directies "Mens & Organisatie" (Personeel, Logistiek, Beleidsadvies & kwaliteit, enz.) en "Netwerken" (LIKA, Functioneel Beheer, enz.) een plaats krijgen.
Vooraleer het gebouw in gebruik te kunnen nemen, is het nodig dit in te richten. In het budget 2022 werd voor deze diensten nieuw en uniform meubilair voorzien.
De gemeenteraad besliste in zitting van 28 mei 2019 om toe te treden als A-vennoot bij Creat als aankoopcentrale, waardoor de stad Aalst en ook de Politiezone Aalst 5440 kunnen aansluiten bij de verschillende raamovereenkomsten van Creat.
Een aanbestedende overheid die een beroep doet op een aankoopcentrale is vrijgesteld van de verplichting om zelf een gunningsprocedure te voeren.
De Politiezone Aalst 5440 stelt voor om het meubilair voor de inrichting van de nieuwe bureelcontainers aan te kopen via de raamovereenkomst van Creat.
Er wordt niet gekozen om de bestelling te plaatsen via de raamovereenkomst van de stad Aalst omdat hier gewerkt wordt via mini-competitie bij vijf weerhouden firma’s. Omwille van de omvang en de complexiteit van de in te vullen ruimte is het voor deze opdracht belangrijk om vooraf goed te kunnen communiceren met de leverancier van het meubilair (intekenen van plannen, besprekingen,…). Dit zou zeer tijdrovend zijn indien dit met vijf firma’s overlegd moet worden.
Daarom wordt geopteerd om deze opdracht te plaatsen via de raamovereenkomst van Creat, die gegund werd aan Sedus Stoll bvba, Ninovesteenweg 198 te 9320 Erembodegem. Gezien het volume van het contract zijn de bekomen kortingspercentages zeer hoog (bijlage), wat een budgettair voordeel oplevert. Bovendien betreft het hier ook een lokale firma.
De kostprijs voor het meubilair voor de bureelcontainers bedraagt 124 437,96 EUR incl. btw.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, in het bijzonder artikel 85 en 86 (B.S. 5 januari 1999).
De omzendbrief BA/2001/13 van 7 september 2001 – Nieuwe Lokale Politie – eengemeentezones en meergemeentezones – administratief toezicht – specifiek toezicht en gewoon toezicht.
Het schrijven van 18 oktober 2001 vanwege de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen inzake het toezicht op politiemateries.
De opdracht voor de aankoop van meubilair voor bureelcontainers te plaatsen via de raamovereenkomst van aankoopcentrale Creat bij Sedus Stoll bvba, Ninovesteenweg 198 te 9320 Erembodegem.
De kostprijs voor het meubilair voor de bureelcontainers bedraagt 124 437,96 EUR incl. btw.
De uitgave voor deze opdracht te voorzien via het investeringsbudget 2022 van de Politiezone Aalst 5440 onder budgetlijn 33000/741-51.
Op zaterdag 2 april 2020 doorkruist het wielerevenement "Ronde van Vlaanderen Cyclo” het grondgebied van onze stad. Dit massa-evenement lokt tot 16.000 deelnemers en houdt een aantal risico's in, waardoor bovenlokale afspraken in het kader van de openbare orde aangewezen zijn.
Op het grondgebied van Aalst rijden de wielertoeristen Aalst binnen via de pachthofstraat, nadien verloopt het parcours langs de volgende straten:
De doortocht van dit wielerevenement brengt traditioneel hinder voor de plaatselijke bevolking met zich mee, waar mogelijk deelnemers de wegcode niet respecteren en daardoor de andere weggebruikers in gevaar brengen. Het is aangewezen dat er met de organisator duidelijke afspraken worden gemaakt inzake veiligheid, milieuvriendelijke maatregelen, en communicatie. Deze afspraken worden jaarlijks vastgelegd in een convenant tussen het gemeentebestuur en de organisator, waarbij een waarborg wordt geëist van de organisator. Het is praktisch onmogelijk om deze waarborg ten aanzien van elke gemeente te regelen.
Een bovenlokaal samenwerkingsverband is aangewezen om eenvormigheid in afspraken te bereiken en om de waarborg te kunnen beheren. Een interlokale vereniging is de meest eenvoudige vorm van intergemeentelijke samenwerking. De burgemeester, inherent aan zijn bevoegdheden, is het best geplaatst om onze stad te vertegenwoordigen.
Het Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer;
Het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende de oprichting van de Commissies voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening, inzonderheid artikel 7 § 2, 1°;
De Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en bijhorende Koninklijke besluiten tot uitvoering van deze Wet:
De nieuwe gemeentewet, meer bepaald de artikelen 119, 119bis en art. 135 § 2;
De ministeriële omzendbrief OOP 41 van 31 maart 2014 van de minister van Binnenlandse Zaken houdende gecoördineerde algemene onderrichtingen inzake ordehandhaving;
Het convenant zoals vastgesteld in bijlage, waarin afspraken met de organisator van de "Ronde van Vlaanderen Cyclo” worden gemaakt rond veiligheid, milieu en communicatie, wordt goedgekeurd.
In uitvoering van artikel 26 van het convenant, wordt de onderlinge overeenkomst tot oprichting van de interlokale vereniging 'Ronde van Vlaanderen cyclo' goedgekeurd.
De gemeente Wortegem-Petegem wordt aangeduid als beherende gemeente en diens bijzonder rekenplichtige wordt gemachtigd tot het betalen en innen van de afgesproken bedragen, bepaald in het convenant.
De burgemeester van de vaste leden wordt aangeduid als lid van het beheerscomité van de interlokale vereniging.
Een afschrift van deze beslissing wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de federale diensten van de provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen, Kalandeberg 1 te 9000 Gent.
Voorstel
Bij de nodenverkenning in het kader van de opmaak van het lokaal sociaal beleidsplan 2020-2025 kwam de nood aan inzet op laagdrempelige geestelijke gezondheidszorg uitdrukkelijk naar voren. Vanuit haar regierol ging de stad verder in dialoog met lokale actoren op het terrein door de organisatie van een dialoogtafel rond gedeelde zorg voor mensen met psychische kwetsbaarheid op 8 juni 2020 waaraan 20 verschillende welzijnsorganisaties deelnamen.
Op basis van deze nodenverkenning blijkt dat bepaalde kwetsbare doelgroepen met psychische klachten (in combinatie met multiproblematieken op andere levensdomeinen) vaak nog onder de radar van de hulpverlening blijven; de weg niet vinden naar of moeilijk toegang krijgen tot zorg of die zelf geen hulpvraag (meer) hebben.
Tegelijkertijd beweegt er momenteel heel wat binnen de geestelijke gezondheidszorg: zo kwam er in het najaar van 2021 een uitbreiding van de mobiele teams met de focus op aanklampende zorg en wordt momenteel ook de nieuwe conventie 'Psychologische functies in de eerste lijn' uitgerold door de sector.
Naar aanleiding van deze vaststelling, geïnspireerd op een goede praktijk en aanvullend en versterkend op het reeds bestaande aanbod stellen we voor om in Aalst een mobiele geestelijke gezondheidswerker in te schakelen die deze doelgroep van zorgwekkende zorgmijders en zorgmissers detecteert, een vertrouwensband met hen opbouwt om zo verdere stappen te zetten richting hulp en aansluiting te vinden bij het bredere dienstverleningsaanbod in onze stad.
De mobiele geestelijke gezondheidswerker doet dit door vindplaatsgericht aanwezig te zijn in enkele Aalsterse wijken, meer bepaald:
Tegelijkertijd is de mobiele geestelijke gezondheidswerker een laagdrempelig aanspreek- en adviespunt voor intermediairen.
De doelgroep
Met deze opdracht richten we ons tot zorgwekkende zorgmijders en zorgmissers vanaf 18 jaar die verblijven in en die we bereiken op diverse vindplaatsen in Aalst. Het gaat hierbij om
Voorstel samenwerkingsovereenkomst
Gelet op de zeer gerichte expertise en omkadering die vereist is bij dit project stellen we voor hiertoe een samenwerkingsovereenkomst aan te gaan met psychiatrisch centrum Ariadne en het Netwerk Geestelijke Gezondheid Aalst - Dendermonde - Sint-Niklaas en dit voor de periode van 1 juni 2022 tot 30 juni 2026 (gelijklopend met de andere convenanten lokale actoren). Hierbij wordt een vaste toelage vooropgesteld van 80 000 EUR a rato van 1 jaar voor de inschakeling van 1 VTE mobiele geestelijke gezondheidswerker (+ 5 % werkingsbudget).
Naar analogie met de andere convenanten lokaal sociaal beleid is opvolging en evaluatie voorzien aan de hand van 2 opvolgingsoverleggen per jaar en de opmaak van een inhoudelijke en financieel jaarverslag.
Deze samenwerkingsovereenkomst kadert binnen het lokaal sociaal beleidsplan 2020-2025, meer bepaald:
Doelstelling 11.1.: De Stad ondersteunt initiatieven die inzetten op laagdrempelige gezondheidszorg.
De gemeenteraad d.d. 21 oktober 2020 waarbij het Lokaal sociaal Beleidsplan 2020-2025 werd goedgekeurd.
Het college van burgemeester en schepenen waarbij akkoord gegaan werd met ondertekening van een engagementsverklaring i.f.v. deelname aan het casusoverleg dat kadert binnen de uitbreiding van de mobiele teams.
Het college van burgemeester en schepenend.d. 14/02/2022 waarbij principieel akkoord gegaan werd met de samenwerkingsovereenkomst met PC Ariadne en het Netwerk GG ADS betreffende de inzet van een mobiele geestelijke gezondheidswerker.
akkoord te gaan met de 'samenwerkingsovereenkomst tussen de Stad/OCMW Aalst en PC Ariadne en het Netwerk voor Geestelijke Gezondheid ADS betreffende de inzet van een mobiele geestelijke gezondheidswerker', zoals gevoegd als bijlage.
Naar aanleiding van de coronacrisis werd in 2020 het project Zomerscholen gelanceerd. Dit project heeft als doel om de opgelopen leerachterstand bij kinderen en jongeren weg te werken in de zomervakantie. Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts en Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers hebben een decreet klaar om de zomerscholen definitief te verankeren. Op die manier is er een duidelijk kader om voortaan elk jaar in juli en augustus zomerscholen te organiseren, ook lang ná de coronacrisis. In 2020 waren ze nog een noodingreep: nu worden ze structureel ingebed in het Vlaamse onderwijsaanbod.
In deze overgangsfase naar een decreet, wordt een stuurgroep gevormd vanuit de dienst Onderwijs, Huis van het Kind, Inburgering en Broeiklas vzw. De samenwerking met Broeiklas vzw wordt in 2022 opgezet, omdat het thema Vakantieopvang in het nieuwe organogram nog niet is vormgegeven. Er zijn dus onvoldoende personeelsleden aan stadszijde om de volledige voorbereiding, organisatie en aanwezigheid voor Zomerschool 2022 op zich te kunnen nemen. Om samen de Zomerschool te kunnen vorm geven, voorzien we een samenwerkingsovereenkomst met Broeiklas vzw met een éénmalige toelage van 12 500 EUR. Deze overeenkomst treedt in werking op 1 april 2022 en loopt tot 30 september 2022.
De keuze voor Broeiklas vzw is gebaseerd op verschillende argumenten:
Deze samenwerkingsovereenkomst staat los van de bestaande convenanten die Broeiklas vzw heeft met de Stad via het lokaal sociaal beleid.
De organisatie van de Zomerschool is een samenwerking tussen de dienst Onderwijs, Huis van het kind, team Inburgering en Broeiklas vzw. Vanuit de betrokken diensten wordt de organisatie van de Zomerschool als een absolute meerwaarde gezien in het kader van het wegwerken van mogelijke leerachterstand. Mits het opzetten van een samenwerking met Broeiklas vzw kunnen we beroep doen op hun expertise in het wegwerken van leerachterstand en het coachen van vrijwilligers.
Juridische dienst heeft de samenwerkingsovereenkomst nagekeken en geeft hiervoor positief advies.
Voorontwerp decreet Zomerschool: https://beslissingenvlaamseregering.vlaanderen.be/document-view/620514D0D5F0FAFA87AFADB4
Krijtlijnen hieruit: Zomerscholen worden georganiseerd door lokale besturen, onderwijsinstellingen of de Vlaamse Gemeenschapscommissie, die hiervoor kunnen samenwerken met partners naar keuze. Voor de coördinatie wordt vooral vertrouwd op de lokale besturen. Deelname moet altijd vrijwillig en kosteloos blijven. De Vlaamse Regering voorziet de financiële ondersteuning. Het aanbod moet inhoudelijk afgestemd zijn op de doelgroep en groepen mogen niet te groot zijn. Zomerscholen blijven ook een combinatie van leren enerzijds en sport, cultuur en spel anderzijds.
Artikel 27 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Akkoord om met Broeiklas vzw een samenwerkingsovereenkomst voor de organisatie van een Zomerschool af te sluiten voor zomer 2022.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Ann Van de Steen.
Na de vraag van Minister Verlinden aan steden en gemeenten om projecten omtrent intrafamiliaal geweld op te starten komt de stad Gent met het voorstel een platform op te richten in samenwerking met andere steden, gemeenten en actoren.
Omdat meldingen van partner- en ander geweld tijdens de corona periode sterk gestegen zijn maakte de minister in november laatstleden 1,5 miljoen euro vrij in de strijd tegen deze vormen van geweld. De problematiek van intrafamiliaal geweld verdient een bijzondere aandacht. De drempel om aangifte te doen ligt vaak nog te hoog, waardoor vele slachtoffers niet worden geholpen. In het verleden vroeg Vooruit reeds hoe de stad zou ingaan op de vraag van de minister.
Vandaag zien we dat het Gentse bestuur een uitgestoken hand reikt naar andere steden en gemeenten met het voorstel een platform op te richten waar de verschillende partners meermaals per jaar zouden samenkomen voor vergaderingen of opleidingen. Als voorbeeld wordt een trainingsweek voorgesteld voor het basisonderwijs over problematische gezinsdynamieken en geweld in deze context. Waar men leert omgaan en praten op een goede manier met jongeren. In andere acties wordt het opvolgen van slachtoffers na een verhuis aangehaald wanneer deze over de gemeentegrenzen heen gaan.
Het lijkt ons een goede zaak om hier aandachtig mee om te gaan en deze uitgestoken hand zeker niet te negeren.
Daarom vragen wij:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Ann Van de Steen aangaande 'Gent reikt ons de hand om intrafamiliaal geweld aan te pakken'.
Op 05-11-2021 werd door Cathérine Vincent, DEWACO -WERKERSWELZIJN-, een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het oprichten van een sociaal woonproject met de nieuwbouw van 41 sociale woongelegenheden met aanleg van weg- en rioleringsinfrastructuur en de opheffing van buurtweg nr 75 gelegen te Lindeveld, Torensveld, Doriksveld , 9308 Hofstade (kadastraal 5e AFD, sectie C, nummers 341C, 887A, 339V, 291H2, 885A, 336Y (deel)).
De aanvraag voorziet in de realisatie van een volledig nieuw sociaal woonproject in het bewuste gebied. Hiertoe zal eerst de (beperkte) bestaande verharding, grenzend een de tuinen van de woningen in de Lindeveldstraat, verwijderd worden. Daarna wordt voorzien in [1] de nieuwbouw van 41 sociale eengezinswoningen voor huur en koop, [2] de aanleg van nieuwe wegenis, [3] de aanleg van de nieuwe publieke ruimte, [4] aanpassingen aan de waterloop 2e categorie, [5] de realisatie van een nieuwe brug, [6] afschaffing van buurtweg nr 75.
De hoofdontsluiting van het project wordt voorzien langs de Noordzijde via het Doriksveld. Hier wordt een nieuwe brug aangelegd over de aanwezige waterloop.
Aan de kant van de Lindeveldstraat vindt het project eveneens een aansluiting op de weg maar hier wordt enkel een secundaire uitgang voorzien in functie van de brandweer. De toegang wordt afgesloten door middel van wegneembare paaltjes. Deze secundaire uitgang is tevens bedoeld voor fiets- en voetgangersverkeer die hier kunnen aansluiten op het fietspad/Notelaarspad.
De wegenis die wordt aangelegd zal tot een minimum beperkt worden in functie van het bereiken van de woningen en de parkeerpockets. Verder wordt de wegenis afgestemd op de bereikbaarheid voor de brandweer.
Vóór de woningen worden een ‘stoep’ voorzien van 1,5 m met daarnaast een zone van 0,5 m breed voor het aanplanten van een haag. In deze strook wordt ook de openbare verlichting geplaatst. Naast deze haag wordt een rijbaan aangelegd met een breedte van 4 m. De rijweg wordt beschouwd als gebruikersruimte/terras rond de centrale groene ruimte waar de auto enkel te gast is voor in- en uitladen.
Alle wegenis ifv voertuigen wordt aangelegd in cementbetonverharding. De zones voor voetgangers worden uitgevoerd in grijze betontegels. De zones voor brandweervoertuigen naast de wegenis in beton zullen worden voorzien in gefundeerd gras.
In het toekomstig openbaar domein wordt infiltratie naast de nieuwe verharding in de groene zones gerealiseerd. De wadi’s in de erven worden gekoppeld en voorzien van een overloop die voert naar het waterlandschap. De beplantingen worden vrij eenvoudig gehouden met de aanplant van bomen en hagen. Tevens worden een aantal speel- en zitelementen voorzien voor collectief gebruik.
De voorliggende aanvraag gaat gepaard met de opmaak van een nieuw rooilijnplan en de opheffing van buurtweg nr 75.
De aanvraag werd voor advies voorgelegd zowel aan interne diensten ([1] dienst Planning, stadsvernieuwing en wonen, [2] dienst Milieu en natuur, [3] dienst Mobiliteit en openbare werken en [4] dienst Onderhoud openbaar domein) als aan externe instanties ([1] Hulpverleningszone Zuid-Oost, [2] Gecoro, [3] Telenet, [4] Fluvius, [5] Proximus, [6] Farys, [7] Aquafin, [8] provincie Oost-Vlaanderen – dienst Integraal waterbeleid). Deze diensten en instanties brachten ofwel (nog) geen advies uit ofwel een - soms mits voorwaarden - gunstig advies uit. Deze voorwaarden hebben in sommige gevallen betrekking op de in de aanvraag voorgestelde weg- en rioleringsinfrastructuur.
De voorliggende aanvraag werd van 09-12-2021 tot en met 07-01-2022 aan een openbaar onderzoek onderworpen. Gedurende deze periode werden 555 bewaren ingediend (495 analoge en 60 digitale bezwaren – waarvan meerdere identiek).
De bezwaren hebben betrekking op volgende zaken:
1.Wateroverlast
2.Mobiliteit
3.Betonstop
4.Natuur
5.Trage weg – zaak der wegen
6.sociaal woonbeleid
7.Extra inwoners
8.Project Somergempark Dewaco - belangenvermenging
9.Torensbeek
10.Opmeting percelen
11.visie perceel 340 L
12.Onderhoud
13.Informatievergadering dewaco
14.Privacy
15.Arrest
16.Omgevingsloket
17.Aanvraag is onvolledig en onontvankelijk
18.Project MER screening
19.Architectuur
20.Doelstellingen RUP – beleidslijn Stad Aalst
21.Strijdigheid met de goede ruimtelijke ordening
22.Woonuitbreidingsgebieden – gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘afbakening regionaalstedelijk gebied Aalst’
Enkel punt 5 “Trage weg - zaak der wegen” betreffen bezwaren die directe betrekking hebben op de in de aanvraag voorgestelde weginfrastructuur en/of opheffing van buurtweg nr 75:
Bezwaar Trage weg – zaak der wegen
-Afschaffing van deze trage weg op het goed is geen verbetering want die wordt dagelijks veelvuldig gebruikt. Deze weg zou onlangs opgelijst zijn door vzw Trage wegen en de stad Aalst.
-Het projectgebied wordt verder doorkruist door een buurtweg “Sentier nr. 75”. Deze buurtweg bestaat tot op vandaag, en verhindert dat het project zou kunnen worden gerealiseerd. In het project is totaal geen rekening gehouden met deze voetweg, laat staan dat deze na uitvoering nog verder gebruikt zou kunnen worden
-In de motiverende nota wordt aangegeven dat de buurtweg voor een deel zal worden verlegd (hiervoor wordt het traject conform het Gemeentewegendecreet opgestart); het resterende deel zal in de openbare weg worden opgenomen.
De verbreding van een gemeenteweg wordt eveneens als een wijziging van de gemeenteweg beschouwd (artikel 2, 12° Gemeentewegendecreet). Bijgevolg dient ook voor deze verbreding de gemeenteraadsprocedure conform het Gemeentewegendecreet te worden gevolgd (artikel 8 Gemeentewegendecreet).
-De gemeenteraad dient eerst een beslissing te nemen over de zaak der wegen alvorens de deputatie een beslissing kan nemen over de omgevingsvergunningsaanvraag zelf.
-In plaats van deze voetweg te negeren, zou er veel meer aandacht moeten besteed worden aan de herwaardering en het creëren van een zachte en veilige, trage verbinding langs het tracé van de bestaande voetweg.
Bespreking bezwaar:
Buurtweg 75 te Hofstade wordt volgens het plan tot opheffing ook op perceel 340L afgeschaft.
Buurtweg 75 loopt van de Lindeveldstraat (buurtweg 51) tot aan buurtweg 52. De dag van vandaag is het tracé totaal onbruikbaar/ verloren gegaan. De buurtweg is opgenomen in tuinen en er is geen brug over de beek op het tracé waardoor de buurtweg verbinding kan maken met buurtweg 52. Het nieuwe project zorgt wel dat een verbinding tussen buurtweg 51 en 52 wel mogelijk is. Dit betekent dat de verbinding die buurtweg 75 te Hofstade maakt terug wordt gerealiseerd en dit op een minder belastende manier dan met het huidige tracé. De verplaatsing van het tracé die deze verkaveling met zich mee brengt zorgt voor een direct effect op de buurt. Er wordt een veilige verbinding en korte verbinding gecreëerd van het Doriksveld naar de Lindeveldstraat en het principe van het tracé van buurtweg 75 wordt behouden : de verbinding van buurtweg 51 en 52.
Het decreet houdende gemeentewegen stelt in art 12:
Ҥ 2. In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.
Als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over het al dan niet wijzigen of opheffen van het gemeentelijk rooilijnplan, alvorens te beslissen over de goedkeuring, vermeld in artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.”
In voorliggende aanvraag maakt de aanleg van de nieuwe wegenis alsook de afschaffing van de buurtweg nr 75 deel uit van de aanvraag tot omgevingsvergunning. Alvorens de deputatie een beslissing zal nemen over het dossier zal dit voorgelegd worden aan de gemeenteraad op 27-04-2021.
De gemeenteraad zal zich uitspreken over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de opname in het openbaar domein.
Uit het voorgaande kan worden geconcludeerd dat de bezwaarschriften ontvankelijk maar vanuit stedenbouwkundig oogpunt niet gegrond zijn.
De in de aanvraag voorgestelde werken staan in functie van een vlotte ontsluiting van de voorgestelde nieuwe woningen alsook in functie van de bereikbaarheid voor de brandweer.
De breedte van de in de aanvraag voorgestelde wegenis wordt tot een minimum beperkt. De breedte van de nieuwe wegenis staat ook in verhouding tot het geplande gebruik.
Onder meer op basis van het voorgaande kan worden geconcludeerd dat de aanvraag verenigbaar is met de doelstellingen en principes zoals vermeld in artikels 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen.
Op 17-01-2021 werd het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen waarin wordt voorgesteld om – mits voorwaarden en lasten (onder meer gebaseerd op de voorwaarden uit de boven vermelde adviezen) – een gunstig advies te verlenen in het kader van de voorliggende aanvraag. Een omgevingsvergunning kan evenwel pas worden verleend (door de vergunningverlenende overheid, zijnde de Provincie Oost-Vlaanderen) nadat de gemeenteraad zijn goedkeuring, al dan niet met voorwaarden en/of lasten, heeft verleend aan de in de aanvraag voorgestelde weg- en rioleringsinfrastructuur binnen het (toekomstig) openbaar domein.
Raadslid Lander Wantens vraagt om de mondelinge hoofdelijke stemming.
Het decreet van 25-04-2014 (en latere wijzigingen) betreffende de omgevingsvergunning. In het bijzonder artikel 31 welke stelt: Ҥ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt …”.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 27-11-2015 (en latere wijzigingen) tot uitvoering van het decreet van 25-04-2014 betreffende de omgevingsvergunning (hieronder ‘omgevingsvergunningsbesluit’). In het bijzonder artikel 47 welke stelt “Als een beslissing van de gemeenteraad vereist is over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is”.
Het decreet van 03-05-2019 houdende de gemeentewegen. In het bijzonder artikel 12 welke stelt “… § 2. In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.
Als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over het al dan niet wijzigen of opheffen van het gemeentelijk rooilijnplan, alvorens te beslissen over de goedkeuring, vermeld in artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning …”.
de vraag van raadslid Lander Wantens om dit punt te stemmen via mondelinge hoofdelijke stemming, te aanvaarden.
Geen goedkeuring te verlenen aan de weg- en rioleringsinfrastructuur binnen het (toekomstig) openbaar domein zoals opgenomen in de aanvraag voor een omgevingsvergunning (OMV_2021075815) ingediend door Cathérine Vincent, DEWACO -WERKERSWELZIJN voor het oprichten van een sociaal woonproject met de nieuwbouw van 41 sociale woongelegenheden met aanleg van weg- en rioleringsinfrastructuur en opheffing buurtweg nr 75 gelegen te Lindeveld, Torensveld, Doriksveld , 9308 Hofstade - kadastraal AALST, 5e AFD, sectie C, nummers 341C, 887A, 339V, 291H2, 885A, 336Y (deel).
Op 08-10-2021 werd door de stad Aalst een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het uitvoeren van riolering- en wegeniswerken in de Gudstraat, Koning Albertstraat, Kattenbroekstraat, Bloemenveldstraat, Rijgerstraat, Kortenbosdries, Beugemstraat, Weversweg en Avouéstraat en enkele zijstraten, het rooien van bomen en het aanleggen van bufferbekkens op achterliggende of aangrenzende percelen.
De bewuste aanvraag werd volledig en ontvankelijk verklaard door de gemeentelijke omgevingsambtenaar op 09-11-2021.
De aangevraagde stedenbouwkundige handelingen hebben betrekking op het uitvoeren van riolering- en wegeniswerken in de Gudstraat, Koning Albertstraat, Kattenbroekstraat, Bloemenveldstraat, Rijgerstraat, Kortenbosdries, Beugemstraat, Weversweg en Avouéstraat en enkele zijstraten.
Het bestaande gemengd rioleringsstelsel binnen het projectgebied is sterk verouderd en zal vernieuwd en vervangen worden door een gescheiden stelsel.
Naast het rioleringsstelsel wordt de weginrichting eveneens heraangelegd. Over de hoofdas van het projectgebied langs de Gudstraat, Koning Alberstraat, Kattenbroekstraat, Rijgerstraat, Kortenbosdries en Beugemstraat wordt de rijweg aangelegd in betonverharding. Aan de rijweg worden voetpaden in betonstraatstenen voorzien. In de Gudstraat en de Kattenbroekstraat worden in totaal twee middengeleiders voorzien om een snelheidsremmend effect te creëren. Hiernaast worden op de kruispunten van de hoofdas trapeziumvormige verkeersplateaus voorzien. Langs de hoofdas worden in totaal twee bushaltes voorzien.
-De geplande rijbaan in de Gudstraat heeft een breedte van 5,40 m en gaat aan beide zijden over in kantstroken. De breedte van de fietspaden varieert van 1,50m – 1,75m. Aan de pare zijde bedraagt de breedte 1,75m en aan de onpare zijde 1,50 m. Ter hoogte van de middengeleiders hebben de gescheiden rijstroken een breedte van 3,00 m. Aan de noordelijke zijde van de rijweg wordt een voetpad aangelegd in betonstraatstenen over de volledige lengte van de Gudstraat.
-De geplande rijbaan in de Koning Albertstraat heeft een breedte van 5,00 m en gaat aan beide zijden over in kantstroken met een schrikstrook. Het fietspad heeft aan beide zijden van de rijweg een breedte van 1,50m. Aan de zuidelijke zijde van de rijweg wordt een voetpad (1m breed) in betonstraatstenen voorzien.
- De Kattenbroekstraat wordt opgesplitst in twee delen waar een verschillende indeling en structuur wordt ingepland. De wegenis van het deel van de Kattenbroekstraat tussen huisnummers 45 en 77 wordt aangelegd met waterdoorlatende betonstraatstenen. De geplande rijbaan heeft een breedte van 5,00 m en gaat aan beide zijden over in kantstroken.
Tussen huisnummers 1 en 45 wordt de wegenis aangelegd in betonverharding. Aan beide zijden van de rijweg wordt een fiets- en voetpad voorzien, waardoor de indeling van de wegenis wijzigt. De geplande rijbaan heeft een breedte van 5,00 m en gaat aan beide zijden over in kantstroken met een schrikstrook. De fietspaden hebben een breedte van 1,50 m en zijn voorzien van een schrikstrook van 0,5m. Aan de beide zijden van de rijweg wordt een voetpad in betonstraatstenen of een groenzone aangelegd. Ter hoogte van huisnummers 8 en 24 worden bushaltes voorzien. Aan de bushaltes wordt ook een voetpad in betonstraatstenen voorzien met een bijhorende bus trottoirband voor een veiliger en makkelijkere opstap.
-Rijgerstraat: In de zone tussen huisnr. 2 – 18 wordt een fiets- en voetpad aan beide zijden van de rijweg voorzien. De geplande rijbaan heeft in deze zone een breedte van 5,00 m en gaat aan beide zijden over in kantstroken met de bijhorende schrikstroken voor het fietspad. De fietspaden hebben een breedte van 1,50 m. Aan de zuidelijke zijde van de rijweg over de hele lengte van de Rijgerstraat en de noordelijke zijde tussen huisnummers 2 en 18 wordt een voetpad aangelegd in betonstraatstenen. De geplande rijbaan heeft in de zone van huisnr. 20 – 63, een breedte van 5,40m en gaat aan beide zijden over in kantstroken. Langs beide zijden van de rijweg worden enkele parkeerstroken in betonstraatstenen voorzien. Aan de zuidzijde van de Rijgerstraat wordt een voetpad in betonstraatstenen voorzien.
- De geplande rijbaan van de Kortenbosdries heeft een breedte van 5,40 m en gaat aan beide zijden over in kantstroken. Aan beide zijden van de rijweg wordt een voetpad aangelegd in betonstraatstenen.
-Beugemstraat: Aan beide zijden van de rijweg wordt een fietspad met een bijhorende schrikstrook van 0,5m voorzien, waardoor de indeling van de wegenis wijzigt. De geplande rijbaan heeft een breedte van 5,90 m en gaat aan beide zijden over in kantstroken met een schrikstrook. Het fietspad heeft aan beide zijden van de rijweg een breedte van 1,50m -1,75m. Aan de zuidelijke zijde van de rijweg wordt een voetpad (1m breed) in betonstraatstenen voorzien. Ter hoogte van huisnr. 19-37 wordt er een groenzone als verkeerseiland voorzien.
In de Bloemenveldstraat, Biesebroekweg, Baaikensveldweg en de Kattenbroekstraat (deel parallel aan de Koning Albertstraat) wordt de rijweg aangelegd in waterdoorlatende betonstraatstenen. In de Bloemenveldstraat worden de aansluitingen naar de bestaande rijweg uitgevoerd in kasseien. De verharding in de Dresselweg en de Avouéstraat wordt aangelegd met asfaltverharding. Ter hoogte van Koning Albertstraat 4 wordt de voetweg naar de achterliggende percelen aangelegd met een ternaire verharding.
- De geplande rijbaan van de Bloemenveldstraat heeft een breedte van 3,00 m en gaat aan beide zijden over in kantstroken. De aansluitingen van de geplande rijweg aan de bestaande verharding wordt uitgevoerd in kasseistroken met een lengte van 5 m.
- Het pad t.h.v. Koning Albertstraat nr.4 richting het bufferbekken wordt aangelegd in een ternaire verharding (dolomiet). Het fiets- wandelpad heeft een breedte van 1,90m en wordt aan beide zijden opgesloten met een ID4 trottoirband.
- De geplande rijbaan van de Biesebroekweg heeft een breedte van 2,00 m en gaat aan beide zijden over in kantstroken.
-De geplande rijbaan van de Baaikensveldweg heeft een breedte van 2,40 m en gaat aan beide zijden over in kantstroken.
- De geplande rijbaan van de Dresselweg heeft een breedte van 3,50 m.
- De geplande rijbaan van de Avouéstraat heeft een breedte van 5,10 m en gaat aan beide zijden over in kantstroken. Aan beide zijden van de rijweg wordt een voetpad aangelegd in betonstraatstenen.
De bestaande grachten langsheen het tracé worden maximaal behouden. Toch is het noodzakelijk om enkele grachten langsheen de Gudstraat te dempen in functie van de aanleg van een voet- en fietspad ten noorden van de Gudstraat en de inplanting van twee middengeleiders.
Voor de uitvoering van de werken worden 8 lindes gerooid in functie van de aanleg van een fiets- en voetpad, alsook door de twee asverschuivingen langs de Gudstraat.
De aanvraag werd voor extern advies voorgelegd aan het Agentschap voor Natuur en Bos. Deze instantie bracht een voorwaardelijk gunstig advies uit. De aanvraag werd tevens voorgelegd aan de interne dienst Coördinatie ruimte en de dienst Omgevingsbeleid, team Natuur en duurzaamheid. Deze brachten een -mits voorwaarden- gunstig advies uit.
De aanvraag werd – in toepassing van artikel 13 punt 2 van het besluit tot uitvoering van het decreet van 25-04-2014 betreffende de omgevingsvergunning – aan een openbaar onderzoek onderworpen.
Naar aanleiding van het openbaar onderzoek, gehouden van 16-11-2021 tot en met 15-12-2021, werden twee bezwaarschriften ontvangen. Deze bezwaarschriften hebben betrekking op de uitvoering van de wegenis:
Bezwaarschrift 1 (digitaal ingediend op 01-12-2021)
Bij deze teken ik bezwaar aan tegen de geplande wegeniswerken te Bloemenveldstraat, 9310 Moorsel.
De gekozen materiaalkeuze (waterdoorlatende betonstraatstenen) is, zoals ook reeds aangehaald op de bewonersvergadering, een verslechtering ten opzichte van de huidige situatie.
Niet alleen kan al het aflopende water van de omliggende velden (dat nu bij hevige regenval al op mijn oprit loopt) nooit opgevangen worden enkel met waterdoorlatende stenen (nergens op de plannen zijn rioolputjes zichtbaar en er is nergens een hemelwaterstudie te vinden), bovendien is deze straatbedekking totaal niet gepast voor een weg waar veel zware landbouwvoertuigen passeren, hier werd duidelijk geen rekening mee gehouden.
Deze wegbedekking zal er voor zorgen dat er meer geluidsoverlast en trillingen (met schade aan huizen tot gevolg) zijn dan in de huidige situatie het geval is.
Alzeker gezien men dan nog beslist om kasseistroken aan te leggen daar waar de Bloemenveldstraat op de veldwegen aansluit. Ik vraag mij echt af wat hier het nut van is? Ik lees nl dat dit een snelheidsremmend effect zou hebben.
Diegene die dat geschreven heeft is blijkbaar nooit ter plaatse geweest: de Bloemenveldstraat is max 100m lang en gaat aan 2 kanten over in veldbaan (veel snelheidremmender dan deze veldbanen kan een weg niet aangelegd worden), en daar waar zij aansluit op de Kattenbroekstraat is er een zeer scherpe en nauwe bocht waardoor de snelheid sowieso zeer beperkt wordt. Een totaal niet te begrijpen en te verdedigen keuze dus!
Ik vraag met aandrang om de plannen inzake: materiaalkeuze van het wegdek, aansluiting naar veldwegen en ontbrekende voorziening afwatering te herzien.
Bespreking bezwaarschrift 1
Het bezwaarschrift wordt als ongegrond beschouwd.
Bezwaarschrift 2 (ingediend aan de balie bouwen & wonen op 17-12-2021)
Volgens de richtlijnen van het agentschap Wegen en verkeer, opgenomen in het bezwaarschrift, dient een weg voor landbouwmachines minimaal 3,05 m te bedragen per rijvak. Bij nazicht van de plannen kan de bezwaarhebbende vaststellen dat de nettobreedte 5,00 m is (inclusief kantstroken 5,60 m) en aldus te smal voor het vlot doorstromen van tweerichtingsverkeer.
Verder wil de bezwaarhebbende er op wijzen dat de landbouwgronden die aan de wegenis liggen over de volledige breedte van het perceel bereikbaar moeten blijven.
Bespreking bezwaarschrift 2
In het bezwaar wordt verwezen naar richtlijnen van het Agentschap Wegen en verkeer. Deze richtlijnen hebben betrekking op verhardingsbreedtes bij gewestwegen. De werken in voorliggende aanvraag hebben betrekking op gemeentewegen en vallen bijgevolg niet onder deze richtlijnen.
Het bezwaarschrift is bijgevolg ongegrond.
Het college van burgemeester en schepenen besliste op 07-03-2022 om akkoord te gaan met het ontwerp verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar waarin wordt voorgesteld om - mits voorwaarden - een omgevingsvergunning te verlenen in het kader van de voorliggende aanvraag.
Er kan worden geconcludeerd dat de voorliggende aanvraag voor een omgevingsvergunning, in toepassing van artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, voor wat betreft de zaak van de wegen kan worden goedgekeurd. Deze goedkeuring blijft uiteraard beperkt tot het deel van de aanvraag waarvoor de gemeenteraad bevoegd is.
Het decreet lokaal bestuur van 22-12-2017 (en latere wijzigingen).
Het decreet van 03-05-2019 houdende de gemeentewegen. In het bijzonder Hoofdstuk 3: “Aanleg, wijziging, verplaatsing en opheffing van gemeentewegen” betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25-04-2014 (en latere wijzigingen). In het bijzonder artikel 31 welke stelt Ҥ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt …”.
Het besluit van de Vlaamse regering 27-11-2015 (en latere wijzigingen) tot uitvoering van het decreet van 25-04-2014 betreffende de omgevingsvergunning. In het bijzonder artikel 47 welke stelt “Als een beslissing van de gemeenteraad vereist is over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is”.
Het besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De voorliggende aanvraag voor een omgevingsvergunning (ref. OMV_2021094570) ingediend door de stad Aalst, Werf 9, 9300 Aalst voor het uitvoeren van riolering- en wegeniswerken in de Gudstraat, Koning Albertstraat, Kattenbroekstraat, Bloemenveldstraat, Rijgerstraat, Kortenbosdries, Beugemstraat, Weversweg en Avouéstraat en enkele zijstraten, het rooien van bomen en het aanleggen van bufferbekkens op achterliggende of aangrenzende percelen goed te keuren voor wat betreft de zaak van de wegen. Dit in toepassing van artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
Op 09-07-2021 werd door Wegen Oost-Vlaanderen bij de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het vervangen van [1] een brug in de A10/E40 over de spoorlijn 50A en [2] een brug in de Merestraat over de A10/E40.
De aanvraag heeft voor het grootste deel betrekking op het grondgebied van de gemeente Erpe-Mere. Slechts een beperkt deel van de aanvraag vindt plaats op het grondgebied van Aalst. Meer bepaald ter hoogte van de Merestraat (benaming gemeente Erpe-Mere)/Patrick Lanckmanstraat/Blauwenbergstraat in 9320 Nieuwerkerken-Aalst (kadastraal Aalst, 13de afdeling, sectie C, openbaar domein).
Deze aanvraag werd op 12-11-2021 volledig en ontvankelijk verklaard.
Op 28-01-2022 werd de bewuste aanvraag gewijzigd. Eén van de wijzigingen was de toevoeging van een gemeentelijk rooilijnplan aan de aanvraag. Met dit rooilijnplan wordt enerzijds de verplaatsing en/of opheffing in het verleden van een aantal gemeentewegen binnen de zone van de aanvraag ‘geregulariseerd’ en anderzijds rekening gehouden met de in de aanvraag voorgestelde wijziging van een gemeenteweg. Meer bepaald de vernieuwing van de brug in de Merestraat over de A10/E40.
De gewijzigde aanvraag werd op 01-02-2022 aanvaard door de gewestelijke omgevingsambtenaar. Aansluitend hiermee werd op 02-02-2022 aan de gemeenteraad gevraagd om een beslissing te nemen over het rooilijnplan en de wijziging van een gemeenteweg. Dit in toepassing van artikel 12 §2 van het decreet houdende de gemeentewegen van 03-05-2019, artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25-04-2014 (en latere wijzigingen) en artikel 47 van het besluit van de Vlaamse regering van 27-11-2015 (en latere wijzigingen) tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
Voor wat betreft het rooilijnplan wordt verwezen naar een afzonderlijk agendapunt.
De wijziging van een gemeenteweg slaat op de vernieuwing van de brug in de Merestraat over de A10/E40. Deze vernieuwing is het gevolg van de noodzakelijke vernieuwing van de brug in de A10/E40 over de spoorlijn 50A (Brussel-Gent). De nieuwe brug in de Merestraat [1] zal worden uitgevoerd in (hoofdzakelijk) beton, staal en asfalt en [2] zal hoger (maximaal 0,45 m), langer (7,80 m) en breder (2,46 m) worden dan de bestaande brug. Dit in functie van de benodigde vrije ruimte (hoogte) voor de A10/E40, in functie van de verbreding van de A10/E40 en om veilig voetgangers- en fietsverkeer op de brug mogelijk te maken.
Onder meer op basis van het voorgaande kan worden geconcludeerd dat de in de aanvraag voorgestelde wijziging aan een gemeenteweg verenigbaar is met de doelstellingen en principes zoals vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen van 03-05-2019.
De aanvraag werd van 22-11-2021 t.e.m. 21-12-2021 aan een openbaar onderzoek onderworpen. Ná het wijzigen van de aanvraag werd van 03-02-2022 t.e.m. 04-03-2022 een tweede openbaar onderzoek gehouden. In beide openbare onderzoeken werden (met uitzondering van een bericht van de NMBS welke niet relevant is in het kader van een openbaar onderzoek) geen standpunten, opmerkingen en bezwaren ingediend.
De aanvraag werd voor advies voorgelegd aan verschillende stadsdiensten (stedelijke dienst Economie (landbouw), stedelijke dienst Milieu en natuur – team Natuur en duurzaamheid, stedelijke dienst Economie (industrie en KMO), stedelijke dienst Openbare werken en stedelijke dienst Mobiliteit). Deze diensten brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit, met uitzondering van de dienst Milieu en natuur – team Natuur en duurzaamheid welke de aanvraag ongunstig adviseerde.
Ná het wijzigen van de aanvraag bevestigden de verschillende stadsdiensten hun advies, met uitzondering van de dienst Economie (landbouw) en de dienst Milieu en natuur - team Natuur en duurzaamheid. De dienst Economie (landbouw) schrapte één van de voorwaarden in zijn oorspronkelijk advies en de dienst Milieu en natuur - team Natuur en duurzaamheid bracht ditmaal een voorwaardelijk gunstig advies uit.
De voorwaarden in de boven vermelde adviezen zijn in het kader van de in de aanvraag voorgestelde wijziging van een gemeenteweg niet direct relevant. Zij werden reeds meegenomen in het stedenbouwkundig advies van het college van burgemeester en schepenen van 25-02-2022 over de gewijzigde aanvraag.
Het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25-04-2014 (en latere wijzigingen). In het bijzonder artikel 31 welke stelt Ҥ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15”.
Het besluit van de Vlaamse regering van 27-11-2015 (en latere wijzigingen) tot uitvoering van het decreet van 25-04-2014 betreffende de omgevingsvergunning. In het bijzonder artikel 47 welke stelt “Als een beslissing van de gemeenteraad vereist is over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is”.
Het decreet van 03-05-2019 houdende de gemeentewegen. In het bijzonder artikel 12 welke stelt “… § 2. In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.
Als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over het al dan niet wijzigen of opheffen van het gemeentelijk rooilijnplan, alvorens te beslissen over de goedkeuring, vermeld in artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning …”.
De wijziging van een gemeenteweg zoals opgenomen in de aanvraag voor een omgevingsvergunning (OMV_2021053969) ingediend door Wegen Oost-Vlaanderen voor het vervangen van [1] een brug in de A10/E40 over de spoorlijn 50A en [2] een brug in de Merestraat over de A10/E40 gelegen te Merestraat (benaming gemeente Erpe-Mere)/Patrick Lanckmanstraat/Blauwenbergstraat in 9320 Nieuwerkerken-Aalst (kadastraal Aalst, 13de afdeling, sectie C, openbaar domein) goed te keuren.
Sinds 2009 bestaat er een samenwerkingsovereenkomst tussen Stroom vzw - voordien Kringwinkel Teleshop vzw -en de stad Aalst voor de uitbating van het Fietspunt aan het station van Aalst. Deze overeenkomst hangt telkens samen met de Service Level Agreement (SLA) die Stroom vzw heeft met de NMBS Holding voor de exploitatie van het Fietspunt.
De vorige samenwerkingsovereenkomst tussen Stroom vzw en de stad Aalst liep van 1 januari 2020 tot en met 31 maart 2021. De NMBS wenste om aansluitend een nieuwe concessiegunning uit te schrijven voor de periode na 31 maart 2021, maar besliste uiteindelijk om de toenmalige SLA met Stroom vzw te verlengen tot en met 31 maart 2023.
Daarom wordt deze nieuw samenwerkingsovereenkomst tussen Stroom vzw en de stad Aalst geënt op de nieuwe SLA tussen de NMBS Holding en Stroom vzw.
Op 14 maart 2022 vindt er een vergadering plaats met de werkgroep - zoals vermeld in de samenwerkingsovereenkomst - om de inhoudelijke en financiële rapportage van de voorbije periode te overlopen en de definitieve subsidiëring vast te stellen.
Gunstig advies van de dienst Economie: via het Fietspunt worden er werkplaatsen voor kansengroepen gerealiseerd dankzij de oprichting van een lokaal diensteneconomie-initiatief. De betrokken partners zijn allen erg tevreden over de samenwerking en de resultaten van Stroom vzw. De laatste jaren werd er telkens winst geboekt, waardoor de subsidiëring vanuit de dienst Economie zeer beperkt is en eerder fungeert als back-up in geval van negatieve jaarresultaten.
Gunstig advies van de dienst Mobiliteit: in het kader van het mobiliteitsbeleid is de stimulering van fietsgebruik noodzakelijk.
Gunstig advies van de dienst Samenleving en integrale veiligheid: dankzij het Fietspunt wordt het toezicht en de netheid in de stationsomgeving verhoogd en kunnen pendelaars hun fiets op een veilige manier stallen. Stroom vzw werkt ook mee aan opruimacties van weesfietsen in de stationsomgeving en ondersteunt zo de werking van de gemeenschapswachten.
De beslissing van de gemeenteraad van 24 maart 2009 om de voorwaarden voor de overeenkomst tussen stad Aalst en De Kringwinkel Teleshop vzw voor het project Fietserij vast te stellen voor de periode 2009-2013;
De beslissing van de gemeenteraad van 28 januari 2014 om de voorwaarden voor de overeenkomst tussen de stad Aalst en de Kringwinkel Teleshop vzw voor het Fietspunt vast te stellen voor de periode 2014-2017;
De beslissing van de gemeenteraad van 29 april 2014 om de gewijzigde voorwaarden voor de overeenkomst tussen de stad Aalst en de Kringwinkel Teleshop vzw voor het Fietspunt voor de periode 2014-2017 goed te keuren waarbij er een 10-tal huurfietsen ter beschikking gesteld worden voor de inwoners van Aalst die het slachtoffer geworden zijn van fietsdiefstal;
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 2 juli 2018 om de verderzetting van de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Aalst en de Kringwinkel Teleshop vzw voor het Fietspunt goed te keuren tot eind 2019;
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 22 oktober 2018 om de nieuwe samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Aalst en de Kringwinkel Teleshop vzw voor het Fietspunt goed te keuren voor werkingsjaar 2019;
De beslissing van de gemeenteraad van 27 november 2018 om de voorwaarden voor de nieuwe samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Aalst en de Kringwinkel Teleshop vzw voor het Fietspunt vast te stellen voor werkingsjaar 2019;
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 9 december 2019 om de nieuwe samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Aalst en de Kringwinkel Teleshop vzw voor het Fietspunt goed te keuren voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 maart 2021.
De nieuwe samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Aalst en Stroom vzw voor de uitbating van het Fietspunt, zoals gevoegd als bijlage, goed te keuren.
Op de GR van 22 februari 2022 werd de nieuwe verordening voor de privatieve ingebruikname van het openbaar domein voor het plaatsen van horecaterrassen goedgekeurd.
Het nieuwe terrasreglement geeft de mogelijkheid om voor specifieke straten, pleinen of (groepen van) horecazaken addenda toe te voegen.
Een addendum dat streeft naar uniformiteit en samen met de horeca uitbaters in de straat besproken werd.
In navolging van het addendum Molenstraat/Werf, werd nu het addendum Keizersplein opgemaakt in samenspraak met de horeca in de betrokken zone.
De goedkeuring van de nieuwe verordening loopt samen met de invoering addenda.
Addendum Keizersplein is er gekomen na de heraanleg van een deel van het Keizersplein, waar dankzij de uitgevoerde werken nieuwe terraszones mogelijk gemaakt werden voor de horecazaken aldaar. De horeca uitbaters hebben de wens om tegen de start van het nieuwe terrasseizoen gebruik te kunnen maken van hun mogelijkheid tot privatieve ingebruikname van het openbaar domein volgens de afspraken in addendum Keizersplein.
Het besluit van de gemeenteraad van 22 februari 2022 tot goedkeuring van de verordening voor de privatieve ingebruikname van het openbaar domein voor het plaatsen van horecaterrassen.
Het ontwerp van het addendum Keizersplein, zoals gevoegd in bijlage, goed te keuren.
Ter uitvoering van het meerjarenplan en de ambitie om Aalst te profileren als Zorgstad, werd de strategie van Aalst Zorgstad uitgewerkt. Het verbeteren van de randvoorwaarden om te ondernemen in de sector van gezondheidszorg is een van de 3 pijlers van de strategie van Aalst Zorgstad, met de realisatie van de Innovatiehub in de sector gezondheid en zorg als speerpuntproject. De innovatiehub zal aan groeiende bedrijven de plaats, expertise en netwerk bieden om innovatie en ondernemerschap te stimuleren. De hub faciliteert een ecosysteem dat innovatie stimuleert binnen de ruime sector.
Ter voorbereiding van de realisatie van de Zorginnovatiehub heeft de dienst Economie en Zorginnovatie de voorbije maanden gesprekken gevoerd met potentiële partners voor de oprichting van een vzw voor de exploitatie van een Innovatiehub. 8 organisaties hebben hun akkoord gegeven om de vzw mee op te richten en financieel bij te dragen in de exploitatie van de vzw Innovatiehub 1.0: vzw Medische staf ASZ Aalst; O.L.V. Ziekenhuis Aalst, Provincie Oost-Vlaanderen, Becton Dickinson, Curam Domi, de onderwijsinstellingen Hogent en Odisee. In totaal zijn er 8 oprichtende partners. Odisee en Hogent zijn beide stichtende leden, maar zullen zich als 1 founding partner gedragen (met 1 stem op de RvB en 1 gezamenlijke financiële inbreng).
De dienst Economie en Zorginnovatie heeft de voorbije maanden de nodige voorbereidingen getroffen met de kandidaat founding partners voor de oprichting van de vzw voor de exploitatie van de Innovatiehub op 30/3.
Vertrekkend vanuit de besluiten die het college van Burgemeester en schepenen genomen heeft:
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 9 april 2018 waarbij werd beslist om Aalst Zorgstad ruimtelijk-economisch te verankeren door in het regionaal bedrijventerrein Siesegem de focus te leggen op het thema gezondheid en zorg en opdracht te geven aan de dienst Economie en zorginnovatie om de mogelijkheden te onderzoeken voor de opstart van een innovatiehub met een incubator voor startende bedrijven.
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 1 juli 2019 waarbij de conceptnota "Innovatiehub in gezondheid & zorg" werd goedgekeurd.
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 14 juni 2021 waarbij akkoord is gegaan om gesprekken met potentiële partners verder te zetten over het mogelijk samenwerkingsverband in functie van de realisatie van een innovatiehub.
wordt gevraagd om volgende punten te mogen voorleggen op de Gemeenteraad van 29/3/'22
Via de dienst Bestuursondersteuning en Juridische zaken wordt een 2e punt geagendeerd op deze Gemeenteraad voor de mandatering.
De instap als stichtend lid heeft volgende financiële repercussie:
Daarnaast voorziet de stad ook 86.000 euro werkingsmiddelen voor de opstart van de hub gespreid over 4 jaar (2022 - 2025), dit in de vorm van een jaarlijkse subsidie.
Deze middelen (instap, ledenbijdrage en werkingsmiddelen) werden begroot in het meerjarenplan.
Jaarlijks zal er een terugkoppeling gebeuren van de werking (incl. jaarrekening) aan de commissie economie.
Gelet op artikel 386 decreet lokaal bestuur, inzake deelname gemeente in een rechtspersoon.
de medeoprichting vzw Zorginnovatiehub Aalst als stichtend lid goed te keuren
de statuten van de vzw goed te keuren zoals omschreven in bijlage
om kennis te nemen van het intern reglement
Notaris van Maele Couck opdracht te geven de oprichtingsakte te verlijden en een machtiging te verlenen aan de gemeenteraadsvoorzitter en algemeen directeur bij het verlijden van de akte
akkoord te gaan met een jaarlijkse terugkoppeling van de werking (incl. de jaarrekening) aan de commissie economie.
Sociale huisvestingskantoren, SVK en andere sociale verhuurders wijzen sociale huurwoningen toe op basis van artikel 6.28 Vlaamse Codex Wonen. Achtereenvolgens wordt rekening gehouden met volgende regels:
1. de rationele bezetting van de woning: Er wordt gekeken of het aantal gezinsleden overeenkomt met de grootte en aantal kamers van de woning.
2. de absolute voorrangsregels: (1) mutatie, (2) besluit onbewoonbaarheid, (3) kandidaat-huurder is een ontvoogde minderjarige persoon.
3. de optionele voorrangsregels: (1) lokale binding en (2) lokaal toewijsreglement 65-plussers.
4. de chronologische volgorde van inschrijvingen in het inschrijvingsregister.
Het Sociaal Verhuurkantoor hanteert dezelfde regels uitgezonderd punt 3, zijnde de optionele voorrangsregels. SVK past wel een puntensysteem toe gebaseerd op gewogen prioriteiten nl. (1) woonnood, (2) kinderen, (3) actueel besteedbaar inkomen, (4) mutatievraag van een zittende huurder, (5) aantal jaren ingeschreven en (6) de lokale binding.
De lokale binding als optionele voorrangsregel brengt de voorgaande regels van rationele bezetting en absolute voorrangsregels niet in het gedrang.
Aalst wenst een optionele voorrangsregel van het toewijsreglement aan te passen, om te zorgen voor een sterkere lokale binding. Aalst wil burgers die een duurzame binding hebben met de stad betere kansen geven. Wie jarenlang in Aalst woonde maar door omstandigheden langer dan 6 jaar naar een andere gemeente verhuisde, kan vandaag moeilijker terugkeren naar een sociale woning in Aalst. De artikels 6.16-6.28 van het besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen 2021, vormen de uitvoerende juridische grondslag voor een sterkere lokale binding:
Als de gemeente rekening wil houden met de lokale binding van de kandidaat-huurder, kan voorrang gegeven worden aan de kandidaat-huurder:De huidige optionele voorrangsregel (de kandidaat-huurder heeft de laatste zes jaar drie jaar in Aalst gewoond) wordt geschrapt en vervangen door volgend cascadesysteem:
1. Er wordt voorrang gegeven aan de kandidaat-huurder die sinds de geboorte of reeds 30 jaar in Aalst heeft gewoond. Hiermee krijgen niet alleen jonge gezinnen die sinds hun geboorte in Aalst wonen maar jonger zijn dan 30 jaar voorrang voor een sociale woning, maar eveneens kandidaat-huurders met een duurzame band met Aalst die tijdelijk in een andere gemeente hebben gewoond maar wensen terug te keren naar Aalst.
2. Ten tweede wordt er voorrang gegeven aan kandidaat huurders die minimaal 15 jaar in Aalst wonen of gewoond hebben.
3. Ten derde wordt voorrang gegeven aan wie minstens 10 jaar in Aalst heeft gewoond op de leeftijd van 25 jaar.
4. Als laatste wordt toepassing gemaakt van het voorstel uit het Vlaams regeerakkoord en wordt er voorrang gegeven aan kandidaat-huurders die in de periode van 10 jaar vóór de toewijzing minstens vijf jaar in Aalst hebben gewoond.
Vanaf 1 januari 2023 zal de woonmaatschappij Denderregio Zuid vorm krijgen en zullen toewijzingsraden opgericht worden om toewijzingen te doen. Ook Haaltert, Denderleeuw, Erpe-Mere en Geraardsbergen passen vandaag al een sterkere lokale binding toe.
De wijziging van het toewijzingsreglement werd op het lokaal woonoverleg en aangevuld worden met een advies van de verhuurders en de relevante lokale huisvestings-en welzijnsactoren. Indien een actor een negatief advies verleent, wordt gemotiveerd waarom daarmee geen rekening wordt gehouden.
Op het lokaal woonoverleg van 11 maart 2022 werd gunstig advies gegeven met enkele bemerkingen:
Het reglement samen met het administratief dossier wordt na goedkeuring door de gemeenteraad ter kennis gebracht aan het agentschap Wonen-Vlaanderen. Het zal in werking treden na het verstrijken van de wettelijke termijn van 45 dagen waarbinnen de minister het reglement geheel of gedeeltelijk kan vernietigen.
Het toewijzingsreglement is een openbaar document dat via het gemeentelijke publicatiekanaal wordt bekend gemaakt. De sociale huisvestingsmaatschappijen nemen de gewijzigde toewijzingsregels op in het intern huurreglement en leggen dit voor aan de Raad van bestuur, de stad Aalst wijzigt artikel 14 van het intern huurreglement.
Aalst wil voorrang geven aan burgers die reeds langere tijd in Aalst wonen of hebben gewoond en dus een duurzame band hebben opgebouwd met Aalst. Dit moet het maatschappelijk draagvlak mbt sociaal wonen vergroten en de sociale cohesie bevorderen.
Vlaamse codex Wonen 2021 BOEK 6.
Omzendbrief OMG/W 2020/04 opmaak van een lokaal toewijzingsreglement.
Artikels 6.16-6.28 van het besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen 2021.
akkoord te gaan om de lokale binding aan te passen naar volgend cascadesysteem:
1. Er wordt eerst voorrang gegeven aan de kandidaat-huurders die sinds de geboorte of reeds 30 jaar in Aalst hebben gewoond.
2. Ten tweede wordt er voorrang gegeven aan kandidaat-huurders die minimaal 15 jaar in Aalst wonen of gewoond hebben.
3. Ten derde wordt voorrang gegeven aan wie minstens 10 jaar in Aalst heeft gewoond op de leeftijd van 25 jaar.
4. Als laatste wordt er voorrang gegeven aan kandidaat-huurders die in de periode van 10 jaar voor de toewijzing minstens vijf jaar onafgebroken in Aalst hebben gewoond.
Het Vlaams regeerakkoord 2019-2024 voorziet dat tegen 1 januari 2023 nog slechts één woonmaatschappij werkzaam mag zijn per gemeente. Deze woonmaatschappij moet minstens 1000 sociale woningen tellen en kan zich uitstrekken over één gemeente of een ruimer werkingsgebied. De woonmaatschappij wordt belast met zowel taken van de sociale huisvestingsmaatschappijen als met taken van de sociale verhuurkantoren.
Samen met de gemeenten: Haaltert, Lede, Erpe-Mere, Ninove, Geraardsbergen en Denderleeuw werkte de stad Aalst een afsprakenkader uit om samen het werkingsgebied Denderregio Zuid vast te leggen waarbinnen de nieuwe woonmaatschappij vorm zou krijgen. Op 31 oktober 2021 diende ieder lokaal bestuur een beslissing in bij Vlaams minister van Wonen over het werkingsgebied.
De Vlaamse regering gaf op 4 februari 2022 haar goedkeuring over het werkingsgebied Denderregio Zuid. Daarbij werd Wichelen toegevoegd aan het werkingsgebied Denderregio Zuid.
Vanaf nu zullen de sociale woonactoren zich herorganiseren binnen het nieuwe werkingsgebied tot één nieuwe woonmaatschappij.
In het nieuwe werkingsgebied zijn meerdere sociale woonactoren actief. Onderstaand overzicht geeft de weergave van de situatie eind 2019, dit is de laatste gemeten toestand door Wonen Vlaanderen.
Aalst | Denderleeuw | Erpe- Mere | Geraardsbergen | Haaltert | Lede | Ninove | Wichelen | TOT. | |
Volkswoningen | 770 | 7 | 777 | ||||||
Dewaco | 529 | 396 | 8 | 933 | |||||
Ninove-welzijn | 672 | 672 | |||||||
Denderstreek | 259 | 65 | 265 | 355 | 112 | 209 | 201 | 1466 | |
Eigen Dak | 99 | 99 | |||||||
SHM | 3947 | ||||||||
Zuid-Oost-Vlaanderen | 156 | 12 | 17 | 109 | 14 | 7 | 57 | 372 | |
Laarne Wichelen Wetteren | 36 | 36 | |||||||
SVK | 408 | ||||||||
Vlaams Woningfonds | 32 | ||||||||
TOTAAL | 1746 | 473 | 282 | 464 | 134 | 223 | 930 | 135 | 4387 |
| Lokaal bestuur | 94 | 4 | 1 |
Team Wonen adviseert gunstig over de beslissing van de Vlaamse regering om Wichelen te laten toetreden tot het werkingsgebied Denderregio Zuid. Een ruimer werkingsgebied biedt schaalvoordelen en vergroot de expertise in het sociaal woonbeleid. Dit is gunstig voor het toekomstig sociaal lokaal woonbeleid.
Ook na toetreding van Wichelen zal elke gemeente 1 zetel in de Raad van bestuur behouden. Er komt wel een aanpassing in het stemmenverhouding in de algemene vergadering. Deze stemmen worden verdeeld op basis van het aantal sociale woningen, huishoudens en sociale aandelen per lokaal bestuur.
Gelet op artikel 40 e.v. van het decreet lokaal bestuur;
Gelet op het Vlaams regeerakkoord 2019-2024;
Gelet op het decreet houdende wijzigingen van diverse decreten met betrekking tot wonen, zoals bekrachtigd en afgekondigd door de Vlaamse Regering op 09/07/2021 (B.S. 10/09/2021), waarbij een regelgevend kader met betrekking tot de woonmaatschappijen wordt gecreëerd;
Gelet op de brief van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed dd. 23 oktober 2020 aan alle burgemeesters om een voorstel van werkingsgebied in te dienen;
Gelet op het verslag van het lokaal woonoverleg dd. 27 augustus 2021;
Gelet op de collegebeslissing van 20 september 2021 betreffende de vaststelling van het werkingsgebied voor de eengemaakte woonmaatschappij Denderregio Zuid.
de beslissing van minister Diependaele en van het aangepast afsprakenkader waarbij Wichelen toetreedt tot het werkingsgebied Denderregio Zuid.
Voor de periode juli 2018 tem juni 2021 werd eerder al een convenant afgesloten. Team Wonen Stad Aalst ontving op 14 juli 2021 de vraag vanuit de Vlaamse Maatschappij Sociaal Wonen (VMSW) om het verwachte contingent bijkomende sociale huurwoningen op te lijsten, ter voorbereiding van een ontwerpconvenant sociaal woonbeleid. De stad Aalst kan een nieuw sociaal woonbeleidsconvenant aangaan voor de periode 1 januari 2022 tem 31 december 2024.
Op 18 oktober 2021 ging het college van burgemeester en schepenen akkoord met het voorstel een woonbeleidsconvenant voor 2022-2024 af te sluiten.
De convenant, met daarin een contingent aan bijkomende sociale huurwoningen, bepaalt of de sociale huisvestingsmaatschappijen werkzaam op het grondgebied Aalst, de komende periode financiering kunnen ontvangen voor nieuwe, nog niet geplande sociale woonprojecten. Vanaf januari 2023 zal de nieuwe woonmaatschappij de projecten realiseren.
De stad Aalst krijgt de goedkeuring om in de periode maart 2022 tem februari 2025, 66 bijkomende sociale woningen op haar grondgebied te realiseren. De stad verbindt er zich toe om tijdens de geldigheidsduur van de convenant, de voortgang (gunningsprocedure en/of uitvoering) te bespreken op het lokaal woonoverleg.
Binnen dit contingent kan de stad Aalst zelf bepalen welke woonprojecten bijkomend gerealiseerd worden. Dit versterkt de gemeentelijke regisseursrol op het vlak van het lokaal sociaal woonbeleid en biedt de gemeente de mogelijkheid in te spelen op opportuniteiten die zich kunnen aanbieden tijdens de looptijd van het convenant. Voor de uiteindelijke realisatie zullen de sociale huisvestingsmaatschappijen of de latere woonmaatschappij meermaals in overleg moeten treden met de stadsdiensten om tot een kwalitatief ontwerp te komen. Deze projectplanning in de woonbeleidsconvenant betekent geen voorafname op de uiteindelijke projectvergunning.
De woonbeleidsconvenant, maart 2022 - februari 2025, wordt ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd en wordt wordt ondertekend door de bevoegde vertegenwoordigers. Vervolgens ondertekent de Vlaamse minister van Wonen de convenant. Tenslotte wordt een convenantplanner in het Projectportaal bijgehouden op basis van het toegekende aantal bijkomende sociale huurwoningen.
Team Wonen adviseert gunstig om het aantal van 66 sociale woningen op te nemen in een woonbeleidsconvenant. Het voorstel kreeg vorm na een rondvraag bij de sociale huisvestingsmaatschappijen en met het vooruitzicht van de toekomstige woonmaatschappij waarbij reeds bestaande sociale woningen in eigendom van de stad Aalst zullen worden verkocht of overgedragen aan de nieuwe woonmaatschappij. De stad kan, als regisseur van het lokaal sociaal woonbeleid, later nog beslissen om de lokale woontoets voor andere projecten te laten goedkeuren. De lijst betekent geen voorafname in de latere vergunningsprocedure.
De convenant maakt het mogelijk dat VMSW financiële middelen reserveert voor deze 66 sociale woonentiteiten in Aalst. Zo kunnen de sociale huisvestingsmaatschappijen/of kan de toekomstige woonmaatschappij, financiering bekomen voor de realisatie of aankoop van deze sociale woonprojecten gedurende de periode van maart 2022 tem februari 2025.
Vlaamse Codex Wonen
akkoord te gaan om de woonbeleidsconvenant af te sluiten voor 66 wooneenheden voor de periode van maart 2022 tem februari 2025. De stad verbindt er zich toe om tijdens de geldigheidsduur van de convenant, de voortgang (gunningsprocedure en/of uitvoering) te bespreken op het lokaal woonoverleg. De stad bepaalt vanuit haar regisseursrol welke sociale woonprojecten worden opgestart.
In het retributiereglement dienen nog een aantal elementen aangepast te worden:
I. Parkeerkaart tweede verblijver:
Momenteel is het enkel voor gedomicilieerde personen mogelijk om een bewonerskaart aan te vragen. Voor mensen die beschikken over een tweede verblijf in Aalst is dit vooralsnog niet mogelijk. Nochtans betalen deze mensen een jaarlijkse belasting op tweede verblijven en maken deze geregeld gebruik van hun tweede verblijf. Als een tweede verblijf gelegen is in een zone waar betalend parkeren van toepassing is worden de tweedeverblijvers met dezelfde problemen geconfronteerd als de eersteverblijvers.
De vraag rees vanuit de hoek van de tweedeverblijvers om ook voor hen bewonerskaarten ter beschikking te stellen. Op deze manier kunnen tweedeverblijvers, net zoals andere bewoners van stad Aalst, na aankoop van deze kaart gratis parkeren in de zone die vermeld staat op de kaart.
II. Buurtparkeren Appelstraat & Hertshage:
Het parkeerregime 'buurtparkeren' wordt ingevoerd voor de parkings Appelstraat & Hertshage. Door de afwezigheid van bewoners en het potentieel kunnen langparkeerders uit de buurt op deze plaats opgevangen worden.Hierdoor zal hier, net zoals aan de andere buurtparkings, langparkeren aan een voordelig tarief mogelijk worden, namelijk:
Naar analogie met de buurtparkings Pierre Corneliskaai & Hoveniersplein-Carnavalshallen-Bleekveld, worden 20-beurtenkaarten ter beschikking gesteld voor deze parking, aan een tarief van 40 EUR. Een gewone abonnementsformule is op deze locaties niet mogelijk omdat het niet om afgesloten parkings gaat, waardoor nooit de beschikbaarheid van een parkeerplaats kan gegarandeerd worden. Door te werken met een beurtenkaart wordt er enkel betaald wanneer er effectief geparkeerd kan worden en kan men geen beurten verliezen wanneer men geen parkeerplaats zou kunnen bemachtigen of wordt men beloond als men een andere vervoersmodaliteit gebruikt (door beurten te sparen).
III. Dubbelzinnigheid blauwe zone:
De definitie van de term 'blauwe zone' zorgt voor verwarring.
'Blauwe zone' staat momenteel onder artikel 3.11 van het retributiereglement parkeren gedefinieerd als: 'Zone met beperkte parkeertijd waar het gebruik van de parkeerschijf verplicht is. Behalve wanneer bijzondere voorwaarden zijn aangebracht op de signalisatie, is het gebruik van de parkeerschijf in de blauwe zone voorgeschreven van 9.00 u tot 18.00 uur op werkdagen en voor een maximum parkeerduur van 2 uren'.
Het is beter om deze definitie te vervangen door: 'Zone met beperkte parkeertijd waar het gebruik van de parkeerschijf verplicht is. Behalve wanneer bijzondere voorwaarden zijn aangebracht op de signalisatie, is het gebruik van de parkeerschijf in de blauwe zone voorgeschreven van 9.00 u tot 18.00 uur van maandag tot en met zaterdag en voor een maximum parkeerduur van 2 uren'.
Ook artikel 7.1 van het retributiereglement parkeren kan voor verwarring zorgen. Artikel 7.1 stipuleert dat: 'Behalve wanneer bijzondere voorwaarden zijn aangebracht op de signalisatie, is het gebruik van de parkeerschijf, in een zone met beperkte parkeertijd, voorgeschreven van 9.00 u tot 18.00 u op werkdagen en voor een maximum parkeerduur van 2 uren. Het voertuig moet de parkeerplaats verlaten hebben uiterlijk bij het verstrijken van de vergunde parkeerduur overeenkomstig artikel 27.1.2 van het Verkeersreglement'.
Ook artikel 7.1 wordt dus aangepast: 'Behalve wanneer bijzondere voorwaarden zijn aangebracht op de signalisatie, is het gebruik van de parkeerschijf, in een zone met beperkte parkeertijd, voorgeschreven van 9.00 u tot 18.00 u van maandag tot en met zaterdag en voor een maximum parkeerduur van 2 uren. Het voertuig moet de parkeerplaats verlaten hebben uiterlijk bij het verstrijken van de vergunde parkeerduur overeenkomstig artikel 27.1.2 van het Verkeersreglement'.
IV. Problematiek Houtmarkt:
In het verleden zorgden de twee verschillende parkeertarieven aan de Houtmarkt voor verwarring (tarief rood & bruin). Om deze reden wordt het tarief van de rand (parkeerplaatsen op de straten rond de parking) gelijkgesteld aan dat van de parking.
Dit wilt met andere woorden zeggen dat de Houtmarkt in zijn volledigheid (middenplein + omliggende straten) behoort tot zone 2 (bruin).
Artikel 173 van de Grondwet.
Wet van 22 februari 1965 waarbij aan de gemeenten wordt toegestaan parkeergeld op motorrijtuigen in te voeren.
Artikel 67bis van de wet betreffende de politie over het wegverkeer van 16 maart 1968.
Artikel 37 van de wet van 7 februari 2003 houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid.
Wet van 20 juli 2005 tot wijziging van de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer.
Wet van 20 maart 2007 tot wijziging van de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer en van de wet van 22 februari 1965 waarbij aan de gemeenten wordt toegestaan parkeergeld op motorrijtuigen in te voeren.
Decreet van 9 juli 2010 houdende de invordering van parkeerheffingen door parkeerbedrijven.
KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (wegcode).
MB van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap.
MB van 9 januari 2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart.
Het gemeenteraadsbesluit van 29 juni 2021, aangepast in zitting van 21 december 2021, houdende de vestiging van een retributie op het parkeren, wordt aangepast als volgt:
I. Aanpassingen in functie van het invoeren van een gemeentelijke parkeerkaart voor tweedeverblijvers:
De tekst van artikel 3.10. wordt volledig vervangen door: "Bewonerszone: Parkeerplaats of geheel van parkeerplaatsen (zone), gesignaleerd overeenkomstig artikel 70.2.1.3°a,d) van de wegcode, waarvan het gebruik exclusief voorbehouden is aan bewoners en tweedeverblijvers.".
Artikel 3 wordt aangevuld met 3.13.: "Tweedeverblijvers: Personen die bij de dienst Financiën, team Belastingen, van de stad Aalst gekend zijn als personen die beschikken over een tweede verblijf en hiervoor een jaarlijkse belasting betalen.".
De tekst van artikel 8.1. wordt volledig vervangen door: "In de bewonerszone is het parkeren exclusief voorbehouden aan bewoners of tweedeverblijvers van de straat waarin de bewonerszone ingericht of aangeduid is. De houders van een parkeerkaart die werd uitgereikt voor een parkeerplaats of parkeerzone die is voorbehouden voor bewoners (bewonerszone) of tweedeverblijvers mogen, met het voertuig waarvoor de parkeerkaart werd uitgereikt gratis en zonder tijdsbeperking parkeren op de parkeerplaats of binnen de parkeerzone(s) waarvoor de parkeerkaart werd uitgereikt.".
De tekst van artikel 10.1. wordt volledig vervangen door: "(Digitale) Gemeentelijke parkeerkaart ‘bewoner’ of 'tweedeverblijver'.".
In de tekst van artikel 10.1.2. wordt het woord "bewonerskaart" overal vervangen door "parkeerkaart".
In artikel 10.5. wordt de titel "bewonerskaart" vervangen door "gemeentelijke parkeerkaart 'bewoner'.
In de tekst van artikel 10.5. wordt het woord "bewonerskaart" overal vervangen door "parkeerkaart".
Artikel 10 wordt aangevuld met 10.6. "Gemeentelijke parkeerkaart 'tweedeverblijver': Na aangifte van een tweede verblijf bij de stad Aalst, dienst Financiën, team Belastingen, kan bij OPC één tijdelijke parkeerkaart van 2 maanden aangevraagd worden in betalende, blauwe en bewonerszones. Hiervoor betaalt de aanvrager wel al het volledige bedrag. Bij definitieve aanvaarding van het tweede verblijf kan de aanvrager een definitieve kaart krijgen voor de resterende 10 maanden zonder opleg. Wordt de aangifte als tweede verblijf geweigerd, dan vervalt de tijdelijke parkeerkaart 2 maanden na uitreiking en heeft de aanvrager geen recht op terugbetaling van de betaalde retributie.".
In artikel 11.3. wordt de titel "Bewonerskaart" vervangen door "Gemeentelijke parkeerkaart".
In de tekst van artikel 11.3. wordt het woord "bewonerskaart" vervangen door "gemeentelijke parkeerkaart".
II. Buurtparkeren parkings Appelstraat & Hertshage:
Aan artikel 3.6. (Zone 3) worden volgende buurtparkings toegevoegd: "Appelstraat en Hertshage".
Artikel 6.1.3.2. wordt volledig vervangen door volgende tekst: "Voor de andere straten die deel uitmaken van zone 3 (Hoveniersplein, Pierre Corneliskaai (deel tussen Heilig Hartlaan en Nieuwbrugstraat), Carnavalshallen, Bleekveld (gedeeltelijk), Albrechtlaan (deel tussen Bleekveld en WZC Mijlbeke), en het parkeerplein op de hoek Weggevoerdenstraat/Ingang Deprez), Appelstraat en Hertshage zijn volgende modaliteiten van toepassing:
Voor de andere buurtparkings (Albrechtlaan en Weggevoerdenstraat) wordt er geen optie '20- beurtenkaart' voorzien.
(*) Bij inname van de parkeerplaats: door middel van de beurtenkaart die voorafgaandelijk kan worden aangekocht in de parkingshop, via de website van de concessiehouder of op een gelijkaardige elektronische manier.
III. Dubbelzinnigheid 'blauwe zone':
In de tekst van artikel 3.8. (blauwe zone) wordt de tekst "op werkdagen" vervangen door "van maandag tot en met zaterdag".
In de tekst van artikel 7.1. (parkeren in een blauwe zone) wordt de tekst "op werkdagen" vervangen door "van maandag tot en met zaterdag".
IV. Problematiek Houtmarkt:
In artikel 3.4. (betalende zone 1 (rood)) wordt "Houtmarkt" geschrapt.
Deze aanpassingen treden in voege vanaf 6 april 2022.
Het basisbesluit en aanpassingen + een gecoördineerde versie van het retributiereglement zullen overeenkomstig de decretale bepalingen bekendgemaakt worden op de website van de stad Aalst.
De stad Aalst is eigenaar van een perceel industriegrond gelegen te Aalst, Wijngaardveld, gekocht van de nv Honda Belgium en kadastraal gekend sectie D, nummer 31/a (deel), thans 31/B, met een oppervlakte van 3ha01a62ca.
De stad heeft de ambitie om op dit perceel een regionaal overslagcentrum (verder ROC) op te richten. Dit houdt in het voorzien van watergebonden economische activiteiten die gericht zijn op transport en overslag via de Dender. Met het oog hierop keurde de gemeenteraad in zitting van 27 januari 2009 een samenwerkingsovereenkomst tussen de stad en de nv Waterwegen en zeekanaal (vroegere benaming Vlaamse Waterweg nv) goed.
De preambule van de samenwerkingsovereenkomst stelt dat een hechte en juridische verankerde samenwerking tussen stad en nv De Vlaamse Waterweg beoogd wordt voor concretisering van ontwikkeling van het globale project, gericht op watergebonden ontwikkeling van het perceel. Tussen 2011 en heden werd de beoogde concessieovereenkomst, die de uitbating van een ROC kan garanderen, niet afgesloten.
De stad werkt aan een nieuw Ruimtelijk uitvoeringsplan, genaamd ‘RUP Dender Noord’. De realisatie van (een) collectieve vrachtwagenparking(s) is één van de elementen die in het RUP zijn vervat om de ambities te kunnen waarmaken (optimalisatie van ruimtegebruik enerzijds en de parkeerorganisatie anderzijds). De site van het ROC is hiertoe als een optimaal gelegen terrein gedetecteerd in de studie. In het voorontwerp van het RUP werd voorzien om op het perceel van het ROV niet enkel een overslagcentrum maar ook een vrachtwagenparking in functie van de bedrijven of het ROC tot te staan (al dan niet de beiden gecombineerd).
Rekening houdende met het bovenstaande en rekening houdende met het verstrijken van een redelijke termijn die werd verleend voor het weerhouden van een kandidaat-concessionaris, hebben de stad en De Vlaamse Waterweg beslist om een leidraad voor de oproep aan kandidaten met selectie- en gunningscriteria op te stellen in het kader van een nieuwe marktbevraging. In de leidraad wordt een ROC in combinatie met de uitbating van een vrachtwagenparking ten behoeve van de lokale bedrijven op de bedrijventerreinen vooropgesteld.
De Vlaamse Waterweg nv zal samen met de stad Aalst de procedure voeren.
Er wordt voorgesteld het bestek met selectie- en gunningscriteria, opgesteld door De Vlaamse Waterweg nv in samenspraak met de stad Aalst, goed te keuren en het mandaat te geven aan De Vlaamse Waterweg nv om als opdrachtgevend bestuur de procedure te beheren in naam van de stad Aalst.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad. De huidige plaatsingsprocedure wordt evenwel beheerd door De Vlaamse Waterweg Nv. De gemeenteraad geeft hiervoor het mandaat aan de Vlaamse Waterweg.
Wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomstenHet bestek met selectie- en gunningscriteria voor de opdracht “Concessie voor diensten voor de exploitatie van een regionaal overslagcentrum gelegen aan de Dender te Aalst in opdracht van de Vlaamse Waterweg NV en van de aanleg en exploitatie van een vrachtwagenparking in opdracht van de stad Aalst”, vast te stellen. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in de leidraad.
De Vlaamse Waterweg nv te mandateren om in naam van de stad Aalst de procedure te beheren.
Dat bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van concessie van diensten.
Deze opdracht omvat een aantal werken om vrijgekomen gevels (t.g.v. sloping) of scheidingsmuren te herstellen of te beschermen tegen vochtindringing.
In het kader van de opdracht “Thema Ruimte - dienst Gebouwen en technieken. Raamovereenkomst voor het uitvoeren van beschermings- en herstellingswerken aan vrijgekomen gevels en muren voor een periode van maximum 4 jaar” werd een bestek met nr. 22/MJI-29/22-26V opgesteld.
De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 20 000 EUR incl. btw per jaar of 80 000 EUR excl. btw voor de maximale periode van vier jaar.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Het bestuur beschikte bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet over de exact benodigde hoeveelheden.
Stad Aalst treedt op als aankoopcentrale voor OCMW Aalst, SportAG, Politiezone Aalst 5440, kerkfabrieken op het grondgebied Aalst en deelgemeenten en AGSA bij de gunning van de opdracht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 140 000 EUR niet) en artikel 57, en meer bepaald artikel 2, 6° en 7°b (de aanbestedende overheid verricht gecentraliseerde aankoopactiviteiten voor de plaatsing van overheidsopdrachten of raamovereenkomsten die bestemd zijn voor aanbesteders) en artikel 43.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
Het bijzonder bestek met nr. 22/MJI-29/22-26V en de raming voor de opdracht “Thema Ruimte - dienst Gebouwen en technieken. Raamovereenkomst voor het uitvoeren van beschermings- en herstellingswerken aan vrijgekomen gevels en muren voor een periode van maximum 4 jaar”, vast te stellen. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 20 000 EUR incl. btw per jaar of 80 000 EUR excl. btw voor de maximale periode van vier jaar.
Bovengenoemde opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
In toepassing van artikel 2, 6°a en 7°b van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten, Stad Aalst te laten optreden als aankoopcentrale in die zin dat ze overheidsopdrachten of raamovereenkomsten met betrekking tot werken, leveringen of diensten plaatst die bestemd zijn voor aanbestedende overheden of aanbestedende entiteiten, meer bepaald : OCMW Aalst, SportAG, Politiezone Aalst 5440, kerkfabrieken op het grondgebied Aalst en deelgemeenten en AGSA.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van het meerjarenplan 2022-2025 onder budgetlijn MJP000217 - AC000300- 0119-08/2210007.
De kredieten voor toetredende besturen worden respectievelijk per bestuur voorzien bij de effectieve toetreding tot de raamovereenkomst.
In de stad Mechelen is men vorig jaar beginnen proefdraaien met een zogenaamde straattherapeut. Begin dit jaar werd dit project erg gunstig geëvalueerd en verdergezet.
De straattherapeut begeleidt cliënten met een dubbeldiagnose, dat wilt zeggen mensen die én een verslavingsproblematiek én ernstige psychiatrische ziektebeelden zoals angstklachten, depressiviteit en psychose hebben. Vaak gaat dit gepaard met armoede, dakloosheid, een ongezonde leefomgeving, problemen binnen het gezin,… De straattherapeut komt zelf naar de mensen toe en omzeilt zo de drempels, bijvoorbeeld door te lange wachttijden, te psychotisch, te verslaafd of te moeilijk om een afspraak te maken of na te komen.
Ik denk dat we in onze stad, zeker ook na twee jaar corona, heel wat mensen hebben die hiermee geholpen zouden kunnen worden. Een extra outreachend wapen in onze strijd voor een warm en sociaal Aalst waar we niemand achterlaten.
Mijn vragen aan het college zijn dan ook eenvoudig en kort:
Raadslid Ingmar Baeyens licht toe dat hij bij het indienen van deze interpellatie, punt 23 op de agenda van huidige gemeenteraad aangaande 'Samenwerkingsovereenkomst met PC Ariadne en het Netwerk voor Geestelijke Gezondheid ADS betreffende de inzet van een mobiele geestelijke gezondheidswerker - Goedkeuring' nog niet had gezien.
Tijdens de behandeling van bovenvermeld punt werd beslist akkoord te gaan met de 'samenwerkingsovereenkomst tussen de Stad/OCMW Aalst en PC Ariadne en het Netwerk voor Geestelijke Gezondheid ADS betreffende de inzet van een mobiele geestelijke gezondheidswerker'. De vragen van raadslid Baeyens werden op deze manier al beantwoord. Bijgevolg licht raadslid Ingmar Baeyens deze interpellatie niet meer toe, en is het niet nodig erover te beraadslagen.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
de interpellatie van raadslid Ingmar Baeyens aangaande 'Urban Therapy, iets voor bij ons'.
De stad wenst samen te werken met de kerkfabriek van Erembodegem om de pastorietuin in te richten en te bestemmen tot publiek toegankelijke tuin/dorpspark. Met de openstelling wensen partijen een intergenerationele speel- en ontmoetingsruimte te bekomen in het centrum van Erembodegem. Het openstellen van de pastorietuin is ook opgenomen als een prioritaire actie in het masterplan Erembodegem.
In eerste instantie werd hiertoe een ontwerp van samenwerkingsovereenkomst opgemaakt.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 14 juni 2021 notaris Caudron, met standplaats te Erembodegem aan te stellen voor de opmaak van de erfpachtakte.
In zelfde zitting werd beslist het ontwerp van overeenkomst tot herinrichting, gebruik, beheer en openstellen pastorietuin Erembodegem en ontwerp van erfpachtakte goed te keuren met statuut onderhandelingstekst en akkoord te gaan om de ontwerpteksten over te maken aan de kerkfabriek Erembodegem voor finaliseren van de overeenkomsten.
In verder overleg werd beslist af te stappen van de samenwerkingsovereenkomst en enkel over te gaan tot de vestiging van erfpachtrecht op de betrokken percelen.
Daartoe wordt met betrekking tot de percelen van de pastorietuin van de kerkfabriek, gelegen te 9320 Erembodegem, Erembodegem-Dorp, een ontwerp van notariële erfpachtakte opgemaakt waarin de herinrichting, gebruik, beheer en openstelling geregeld wordt.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 7 maart 2022 principieel akkoord te gaan met de vestiging van een kosteloos erfpachtrecht door en tussen de kerkfabriek verbonden aan de OLV Hemelvaart kerk Erembodegem en de stad Aalst, in functie van de herinrichting, gebruik, beheer en openstellen van de pastorietuin Erembodegem, Erembodegem-Dorp, 12°afdeling, sectie B, deel nummers 569A en 564C, met een gemeten oppervlakte van 20a5ca, op basis van de voorwaarden opgenomen in de ontwerpakte opgemaakt door notariskantoor Caudron, Herzeel en Breckpot, met standplaats te Aalst en Erembodegem.
In zelfde zitting werd beslist voormelde ontwerpakte ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad en de heer David Coppens, voorzitter gemeenteraad, samen met de heer Wim Leerman, algemeen directeur, of hun vervangers, aan te stellen als verschijners namens de stad Aalst, om voormelde akte te ondertekenen na goedkeuring door de gemeenteraad
In het dossier wordt de ontwerpakte en het opmetingsplan toegevoegd
De bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur.
Besluit van de voorzitter van de gemeenteraad van 8 maart 2019. Vervanging en delegatie handtekenbevoegdheid voorzitter van de gemeenteraad naar de burgemeester.
Besluit van de stadssecretaris van 21 augustus 2015. Delegatie handtekenbevoegdheid aan de directeurs/clusterverantwoordelijken
akkoord te gaan met de vestiging van een kosteloos erfpachtrecht voor een periode van 50 jaar door en tussen de kerkfabriek verbonden aan de OLV Hemelvaart kerk Erembodegem en de stad Aalst, in functie van de herinrichting, gebruik, beheer en openstellen van de pastorietuin Erembodegem, Erembodegem-Dorp, 12°afdeling, sectie B, deel nummers 569A en 564C, met een gemeten oppervlakte van 20a5ca, op basis van de voorwaarden opgenomen in de ontwerpakte opgemaakt door notariskantoor Caudron, Herzeel en Breckpot, met standplaats te Aalst en Erembodegem.
Op 09-07-2021 werd door Wegen Oost-Vlaanderen bij de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het vervangen van [1] een brug in de A10/E40 over de spoorlijn 50A en [2] een brug in de Merestraat over de A10/E40.
De aanvraag heeft voor het grootste deel betrekking op het grondgebied van de gemeente Erpe-Mere. Slechts een beperkt deel van de aanvraag vindt plaats op het grondgebied van Aalst. Meer bepaald ter hoogte van de Merestraat (benaming gemeente Erpe-Mere)/Patrick Lanckmanstraat/Blauwenbergstraat in 9320 Nieuwerkerken-Aalst (kadastraal Aalst, 13de afdeling, sectie C, openbaar domein).
Deze aanvraag werd op 12-11-2021 volledig en ontvankelijk verklaard.
Op 28-01-2022 werd de bewuste aanvraag gewijzigd. Eén van de wijzigingen was de toevoeging van een gemeentelijk rooilijnplan aan de aanvraag. Met dit rooilijnplan wordt enerzijds de verplaatsing en/of opheffing in het verleden van een aantal gemeentewegen binnen de zone van de aanvraag ‘geregulariseerd’ en anderzijds rekening gehouden met de in de aanvraag voorgestelde wijziging van een gemeenteweg. Meer bepaald de brug in de Merestraat over de A10/E40.
De gewijzigde aanvraag werd op 01-02-2022 aanvaard door de gewestelijke omgevingsambtenaar. Aansluitend hiermee werd op 02-02-2022 aan de gemeenteraad gevraagd om een beslissing te nemen over het rooilijnplan en de wijziging van een gemeenteweg. Dit in toepassing van artikel 12 §2 van het decreet houdende de gemeentewegen van 03-05-2019, artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25-04-2014 (en latere wijzigingen) en artikel 47 van het besluit van de Vlaamse regering van 27-11-2015 (en latere wijzigingen) tot uitvoering van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
Tijdens het openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend. er werd één opmerking ingediend door de NMBS via het omgevingsloket met het bericht dat er geen gevolg kan gegeven worden aan de adviesvraag. Dit heeft op zich geen gevolgen op de rooilijn.
De omgevingsvergunning voor het vervangen van een brug over de E40 bevat een wijzigingsplan die de, in feite verdwenen, maar juridisch nog bestaande buurtwegen 12, 47 en 70 te Nieuwerkerken gedeeltelijk opheffen. Deze buurtwegen zijn al jaren in onbruik door het toedoen van de E40 die op het tracé van deze buurtwegen ligt. Het kruispunt van deze buurtwegen ligt volledig onder de bedding van de E40. Deze opheffing betreft een regularisatie van de huidige toestand. Het wijzigingsplan vestigt tevens ook een rooilijn op een deel van de Merestraat in Nieuwerkerken.
Het wijzigingsplan werd opgemaakt in samenspraak met de gemeente Erpe-Mere die de feitelijke toestand op hun grondgebied regulariseren.
De werkgroep gemeentewegen verleent positief advies; door deze ingreep worden ontoegankelijke buurtwegen, zonder enige meerwaarde, geregulariseerd. Dit is een stap vooruit om de huidige situatie van de trage wegen van de stad Aalst te actualiseren.
Decreet gemeenteweg 3 mei 2019
voorgestelde wijzigingen opgenomen in het rooilijnplan deel uitmakende van omgevingsvergunning OMV_2021053969 op het grondgebied van Nieuwerkerken, Aalst goed te keuren
Voorgestelde wijzigingen pas in voege te laten gaan als de vergunning gekoppeld aan het omgevingsvergunningsdossier OMV_2021053969 wordt goedgekeurd
In het kader van OMV 2021094570, het uitvoeren van riolering- en wegeniswerken in de Gudstraat, Koning Albertstraat, Kattenbroekstraat, Bloemenveldstraat, Rijgerstraat, Kortenbosdries, Beugemstraat, Weversweg, Avouéstraat en enkele zijstraten wordt een rooilijnwijziging op deze gemeenteraad voor definitieve vaststelling voorgelegd. Tijdens het openbaar onderzoek dat liep van 16-11-2021 tot en met 15-12-2021, werden twee bezwaarschriften ontvangen.
De voorgestelde wijziging betreft een wijziging van de rooilijn de Gudstraat en een klein deel van de Koning Alberstraat te Aalst. De werken omvatten de heraanleg van de wegenis en het rioleringsstelsel in Gudstraat, Koning Albertstraat, Kattenbroekstraat, Bloemenveldstraat, Rijgerstraat, Kortenbosdries, Beugemstraat, Weversweg, Avouéstraat en enkele zijstraten langsheen het traject. Het projectgebied is gelegen in Herdersem en Moorsel, twee deelgemeentes van Aalst. Het doel van het project is de sanering van het gemengd rioleringsstelsel door de aanleg van een gescheiden stelsel. De bestaande grachten langsheen het tracé worden maximaal behouden. Toch is het noodzakelijk om enkele grachten langsheen de Gudstraat te dempen in functie van de aanleg van een voet- en fietspad ten noorden van de Gudstraat en de inplanting van twee middengeleiders. Naast het rioleringsstelsel wordt de weginrichting eveneens heraangelegd. Over de hoofdas van het projectgebied langs de Gudstraat, Koning Alberstraat, Kattenbroekstraat, Rijgerstraat, Kortenbosdries en Beugemstraat wordt de rijweg aangelegd in betonverharding. Aan de rijweg worden voetpaden in betonstraatstenen voorzien. In de Gudstraat en de Kattenbroekstraat worden in totaal twee middengeleiders voorzien om een snelheidsremmend effect te creëren. Hiernaast worden op de kruispunten van de hoofdas trapeziumvormige verkeersplateaus voorzien. Langs de hoofdas worden in totaal twee bushaltes voorzien. In de Bloemenveldstraat, Biesebroekweg, Baaikensveldweg en de Kattenbroekstraat (deel parallel aan de Koning Albertstraat) wordt de rijweg aangelegd in waterdoorlatende betonstraatstenen. In de Bloemenveldstraat worden de aansluitingen naar de bestaande rijweg uitgevoerd in kasseien. De verharding in de Dresselweg en de Avouéstraat wordt aangelegd met asfaltverharding. Ter hoogte van Koning Albertstraat 4 wordt de voetweg naar de achterliggende percelen aangelegd met een ternaire verharding.
Deze werken brengen met zich mee dat de huidige rooilijn in de Gudstraat en een klein deel van de Koning Alberstraat dient te worden gewijzigd. In deze zitting van de gemeenteraad wordt gevraagd om het rooilijnplan gevoegd bij omgevingsvergunning OMV_2021094570 goed te keuren.
De aanvraag werd – in toepassing van artikel 13 punt 2 van het besluit tot uitvoering van het decreet van 25-04-2014 betreffende de omgevingsvergunning – aan een openbaar onderzoek onderworpen.
Naar aanleiding van het openbaar onderzoek, gehouden van 16-11-2021 tot en met 15-12-2021, werden twee bezwaarschriften ontvangen.
Bezwaarschrift 1 (digitaal ingediend op 01-12-2021)
Bij deze teken ik bezwaar aan tegen de geplande wegeniswerken te Bloemenveldstraat, 9310 Moorsel.
De gekozen materiaalkeuze (waterdoorlatende betonstraatstenen) is, zoals ook reeds aangehaald op de bewonersvergadering, een verslechtering ten opzichte van de huidige situatie.
Niet alleen kan al het aflopende water van de omliggende velden (dat nu bij hevige regenval al op mijn oprit loopt) nooit opgevangen worden enkel met waterdoorlatende stenen (nergens op de plannen zijn rioolputjes zichtbaar en er is nergens een hemelwaterstudie te vinden), bovendien is deze straatbedekking totaal niet gepast voor een weg waar veel zware landbouwvoertuigen passeren, hier werd duidelijk geen rekening mee gehouden.
Deze wegbedekking zal er voor zorgen dat er meer geluidsoverlast en trillingen (met schade aan huizen tot gevolg) zijn dan in de huidige situatie het geval is.
Alzeker gezien men dan nog beslist om kasseistroken aan te leggen daar waar de Bloemenveldstraat op de veldwegen aansluit. Ik vraag mij echt af wat hier het nut van is? Ik lees nl dat dit een snelheidsremmend effect zou hebben.
Diegene die dat geschreven heeft is blijkbaar nooit ter plaatse geweest: de Bloemenveldstraat is max 100m lang en gaat aan 2 kanten over in veldbaan (veel snelheidremmender dan deze veldbanen kan een weg niet aangelegd worden), en daar waar zij aansluit op de Kattenbroekstraat is er een zeer scherpe en nauwe bocht waardoor de snelheid sowieso zeer beperkt wordt. Een totaal niet te begrijpen en te verdedigen keuze dus!
Ik vraag met aandrang om de plannen inzake: materiaalkeuze van het wegdek, aansluiting naar veldwegen en ontbrekende voorziening afwatering te herzien.
Het bezwaarschrift wordt als ongegrond beschouwd.
Bezwaarschrift 2 (ingediend aan de balie bouwen & wonen op 17-12-2021)
Volgens de richtlijnen van het agentschap Wegen en verkeer, opgenomen in het bezwaarschrift, dient een weg voor landbouwmachines minimaal 3,05 m te bedragen per rijvak. Bij nazicht van de plannen kan de bezwaarhebbende vaststellen dat de nettobreedte 5,00 m is (inclusief kantstroken 5,60 m) en aldus te smal voor het vlot doorstromen van tweerichtingsverkeer.
Verder wil de bezwaarhebbende er op wijzen dat de landbouwgronden die aan de wegenis liggen over de volledige breedte van het perceel bereikbaar moeten blijven.
Bespreking bezwaarschrift 2
In het bezwaar wordt verwezen naar richtlijnen van het Agentschap Wegen en verkeer. Deze richtlijnen hebben betrekking op verhardingsbreedtes bij gewestwegen. De werken in voorliggende aanvraag hebben betrekking op gemeentewegen en vallen bijgevolg niet onder deze richtlijnen. Dit bezwaar heeft geen betrekking op de rooilijn zelf.
Het bezwaarschrift is bijgevolg ongegrond.
De werkgroep gemeentewegen verleent positief advies voor het nieuwe rooilijnplan.
Coördinatie Ruimte is betrokken geweest bij de opmaak van de plannen voor het uitvoeren van grondverwervingen. De dienst Coördinatie Ruimte geeft gunstig advies voor de omgevingsvergunning. Bij beslissing van gemeenteraad op 30 november 2021 werd beslist om akkoord te gaan om grondverwervingen uit te voeren om reden van openbaar nut voor de geplande rioleringsen wegenwerken Momenteel voert Aquafin de onderhandelingen in dit project.
Decreet gemeentewegen van 3 mei 2019
Om voorgestelde wijzigingen goed te keuren zoals aangegeven op het rooilijnplan gevoegd bij de omgevingsvergunning OMV_2021094570
Voorgestelde wijziging pas in voege te laten gaan als de vergunning gekoppeld aan het omgevingsvergunningsdossier OMV_2021094570 wordt goedgekeurd
Tussen de stad Aalst, het Vlaamse Gewest en de VMM De Lijn werd op 16 oktober 1997 een mobiliteitsconvenant afgesloten voor de herinrichting van de gewestweg N411 voor het vak Aalst - Moorsel.
De in het kader van die convenant opgestelde koepelmodule 41002/3, met modules 4a, 13b en 13c beoogt de aanleg van nieuwe verbindende tweerichtingsfietspaden langs de gewestweg N411 te Aalst, tussen het kruispunt van de R41 (Onze Lieve Vrouwplein Aalst) en de bebouwde kom van Moorsel.
Tijdens deze werken wordt de Kaalbergstraat te Moorsel heraangelegd en wordt de rooilijn vastgelegd.
Aangezien er geen bijkomende grondverwervingen nodig zijn, maar de wegenis van de Kaalbergstraat niet officieel behoort tot het openbaar domein, wordt dit nu geregulariseerd via kosteloze grondafstanden.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 15 juni 2020 principieel akkoord te gaan om in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken en de realisatie van het rooilijnplan, Moorselbaan N411, deel Moorsel Kaalbergstraat, over te gaan tot de kosteloze verwerving van de benodigde percelen.
In zelfde zitting werd beslist de afdeling Vastgoedtransacties aan te stellen om over te gaan tot het voeren van de onderhandelingen, de opmaak van de ontwerpakten en het vertegenwoordigen van de stad bij het verlijden van de notariële akten en voormelde ontwerpakten ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad besliste in zitting van 26 oktober 2021 akkoord te gaan om in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken en de realisatie van het rooilijnplan, Moorselbaan N411, deel Moorsel Kaalbergstraat, over te gaan tot de kosteloze verwerving van de benodigde percelen en hiervoor de afdeling Vastgoedtransacties aan te stellen om over te gaan tot het voeren van de onderhandelingen, de opmaak van de ontwerpakten en het vertegenwoordigen van de stad bij het verlijden van de notariële akten.
Afdeling Vastgoedtransacties stuurde ons de akte door voor administratieve afhandeling van de gratis grondafstand van:
- 47,00 m² in het perceel te Aalst-Moorsel, Kaalbergstraat, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, nummer 673 K P0000, gekend als inname 431, en
- 111,00 m² in het perceel te Aalst-Moorsel, Kaalbergstraat, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, nummer 673 L P0000, gekend als inname 432.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 7 maart 2022 kennis te nemen van de gratis grondafstand in voordeel van de stad van 47,00 m² in het perceel te Aalst-Moorsel, Kaalbergstraat, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, nummer 673 K P0000, gekend als inname 431 en 111,00 m² in het perceel te Aalst-Moorsel, Kaalbergstraat, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, nummer 673 L P0000, gekend als inname 432, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken en de realisatie van het rooilijnplan, Moorselbaan N411, deel Kaalbergstraat, op basis van de voorwaarden vermeld in de akte opgemaakt door de afdeling Vastgoedtransacties en besliste voormelde akte ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
In het dossier wordt de ontwerpakte en het grondinnameplan toegevoegd.
De bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur.
om reden van openbaar nut, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken en de realisatie van het rooilijnplan, Moorselbaan N411, deel Kaalbergstraat, akkoord te gaan met de gratis grondafstand in voordeel van de stad van 47,00 m² in het perceel te Aalst-Moorsel, Kaalbergstraat, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, nummer 673 K P0000, gekend als inname 431 en 111,00 m² in het perceel te Aalst-Moorsel, Kaalbergstraat, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, nummer 673 L P0000, gekend als inname 432, op basis van de voorwaarden vermeld in de akte opgemaakt door de afdeling Vastgoedtransacties.
In het kader van module 4 (grondverwervingen rioleringsdossiers) van de dienstverleningsovereenkomst betreffende de uitbouw en het beheer van een gemeentelijke afvalwaterzuiveringsinfrastructuur tussen de stad Aalst en Aquafin nv, heeft deze laatste ons een raming overgemaakt voor de te verwerven terreinen in het kader van project AST3004 (project 20.000) “Grondverwerving Tinnenhoek – Terhagen” te Moorsel
Voor het stadsaandeel in dit project dienen 51 van de 57 geplande innemingen te worden verwezenlijkt (inneming 11, 12, 21, 22, 30, 31 vervallen)
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 1 juli 2013 een krediet vrij te maken van 139.315,92 EUR voor dit project, zijnde 133.427,24 EUR voor de grondverwervingen en 5.888,68 EUR voor schadevergoedingen voor tijdelijke werkzones in het budget 2013 van het gemeentebedrijf voor grond- en bouwbeleid onder artikelnummer 930 122-01 (studiekosten en erelonen) en artikelnummer 930 124-03 (grondverwervingen voor rekening van de stad)
In zelfde beslissing werd notaris Alexandre Peers, te Erembodegem, aangesteld voor het verlijden van de authentieke akten in dit dossier.
De gemeenteraad ging in zitting van 24 juni 2014 akkoord om, om reden van openbaar nut, namelijk voor de uitvoering van het stadsaandeel in het Aquafinproject AST3004 (project 20.000) "Grondverwerving Tinnenhoek - Terhagen" te Moorsel over te gaan tot de verwerving door de stad van 50 bovengrondse grondinnames (inneming 1, 2, 3, 4, 5, 6,7, 8, 9, 10, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 23, 24, 25, 26, 27 , 28, 29, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48,49, 50, 51, 52,53, 54, 55, 56 en 57 van het plan), en hiervoor de verkoopbeloften, de verkoopbelofte met vestiging van erfdienstbaarheid, de terreinbeschrijvingen en de afstanden van pacht goed te keuren
Notaris Alexandre Peers werd aangesteld als instrumenterend notaris op 3 juli 2014.
Echter door het aanslepen van de afhandeling van de dossiers, wijzigden enkele innames van eigenaar, waardoor deze innames opnieuw dienden te worden onderhandeld.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 4 juni 2018 de aanstelling van notaris Alexandre Peers stop te zetten en het kantoor van notaris Pascale Van den Bossche, met standplaats te Aalst, aan te stellen als instrumenterend notaris voor de stad voor de aanlevering van de nodige ontwerpakten.
Notariskantoor Van den Bossche bezorgde ons de ontwerpakte voor de verwerving van een perceel te Aalst-Moorsel, Gevergemveldbaan, 8°afdeling, sectie A, nummer 142 H P0000, oppervlakte 52,00 m², zijnde inname 28 van het plan, mits een totale vergoeding van 256,47 EUR.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 14 maart 2022 kennis te nemen van de grondverwerving in het kader van de uitvoering van het Aquafinproject AST3004, “Grondverwerving Tinnenhoek - Terhagen”, te Moorsel, Aalst, 8°afdeling, sectie A, nummer 142 H P0000, oppervlakte 52,00 m², zijnde inname 28 van het plan, mits een totale vergoeding van 256,47 EUR, op basis van de voorwaarden vermeld in de ontwerpakte opgemaakt door notaris Pascale Van den Bossche, met standplaats te Aalst.
In zelfde zitting werd beslist voormelde ontwerpakte ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad en de heer David Coppens, voorzitter gemeenteraad, samen met de heer Wim Leerman, algemeen directeur of hun vervangers, aan te stellen als verschijners namens de stad bij het verlijden van voormelde akte.
In het budget 2022 wordt hiervoor budget voorzien, MJP 000134 - AC 000285 - 0200_04_2200000, MJP 004267 - AC000293 - 6100000, MJP004268 - AC000293 - 6430000.
In het dossier wordt de ontwerpakte, het schattingsverslag en het grondverwervingsplan toegevoegd.
De bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur.
om reden van openbaar nut, in het kader van de uitvoering van het Aquafinproject AST3004, “Grondverwerving Tinnenhoek - Terhagen”, over te gaan tot de grondverwerving van een perceel te Aalst-Moorsel, Gevergemveldbaan, 8°afdeling, sectie A, nummer 142 H P0000, oppervlakte 52,00 m², zijnde inname 28 van het plan, mits een totale vergoeding van 256,47 EUR , op basis van de voorwaarden vermeld in de ontwerpakte opgemaakt door notaris Pascale Van den Bossche, met standplaats te Aalst.
de uitgave te dekken door middel van krediet voorzien in het budget 2022, MJP 000134 - AC 000285 - 0200_04_2200000, MJP 004267 - AC000293 - 6100000, MJP004268 - AC000293 - 6430000
De Provincie Oost-Vlaanderen maakt sinds 2008 werk van een Oost-Vlaams tragewegenbeleid. Oost-Vlaamse steden en gemeenten kunnen, in samenwerking met de Provincie en een ondersteunende partner (vzw Trage Wegen of Regionaal Landschap Schelde Durme = RLSD), overgaan tot de opmaak van een trage wegenplan. De stad beschikt reeds over een trage wegenplan voor Erembodegem, Meldert, Moorsel en Baardegem. Het is de ambitie van de stad en haar partners, Regionaal Landschap Schelde-Durme en de provincie Oost-Vlaanderen om een gebiedsdekkend trage wegenplan te voorzien voor groot-Aalst.
Een volgende en laatste stap in de opmaak van de trage wegenplannen voor Aalst is de vaststelling door de gemeenteraad van de trage wegenplannen voor Aalst, Hofstade, Gijzegem en Nieuwerkerken. In de periode 2020-2021 werd gestart met de inventarisatie van alle trage wegen in het projectgebied. Deze informatie werd door RLSD en vzw Trage wegen omgezet in een eindverslag. Dit eindverslag is een samenvatting van de adviezen en opmerkingen, verkregen tijdens de publieke rondvraag (de vragenbundel en de workshop op de evaluatieavond). Op basis van dat eindverslag maakte RLSD een adviesnota, verschillende wenselijkheidskaarten en een actieplan op. Samen vormen deze documenten het trage wegenplan van Aalst, Hofstade, Gijzegem en Nieuwerkerken. Dit plan moet de stad in staat stellen om aan de slag te gaan om de trage wegen te heropwaarderen. De documenten die bij het trage wegenplan horen hebben geen enkele juridische waarde. Ze vormen een momentopname en zijn gebaseerd op de gegevens die RLSD en vzw Trage Wegen verkregen heeft van de Provincie Oost-Vlaanderen, de stad Aalst en haar inwoners.
De adviesnota bestaat uit twee delen, een legende en een detailoverizcht per trage weg met advies. De adviezen zijn vertaald naar codes verduidelijkt in de legende. Belangrijk om weten is dat de adviesnota een samenvatting is van adviezen, aanbevelingen en suggesties, die voortgekomen is uit de rondvraag bij de vrijwilligers die mee geholpen hebben om het trage wegenplan vorm te geven. In de adviesnota worden per trage weg de twee belangrijkste adviezen weerhouden. Voor verdere suggesties, nuances en argumentaties is het dan ook aan te bevelen om het eindverslag te raadplegen. De wenselijkheidskaarten geven een overzicht van de trage wegen met cijfer en kleurencode.
Het actieplan vormt een document waar de stad zich wil engageren om concreet acties te ondernemen om de trage wegen in Hofstade te herwaarderen. Dit actieplan is opgesteld door RLSD en vzw Trage wegen op basis van de voortgekomen informatie uit de infosessies en schriftelijke bevraging.
Advies werkgroep gemeentewegen:
Met de goedkeuring van deze reeks plannen beschikt de stad over een gebiedsdekkend trage wegenplan. Dit houdt in dat de stad voor de heropwaardering van haar trage wegennet subsidies kan aanvragen bij de provincie Oost-Vlaanderen.
Na goedkeuring van deze laatste reeks trage wegenplannen door de gemeenteraad kan er een prioriteitenlijst worden opgemaakt, waarvoor uitvoeringsdossiers door de betreffende diensten zullen worden opgestart. Na goedkeuring van de trage wegenplannen door de gemeenteraad kan de stad voor volgende zaken subsidies aanvragen:
1° kosten voor de signalisatie van de trage wegen en de communicatie met de burger over deze trage wegen komen voor 60% in aanmerking voor subsidie, met een maximum van
4.000 EUR (BTW inbegrepen) per deel van de gemeente dat vóór de gemeentefusies van 1977 zelf een autonome gemeente was, in de volgende zin:
2° kosten voor de uitvoering van werken met betrekking tot de inrichting van deze trage wegen komen voor 40% in aanmerking voor subsidie, met een minimum van 1.000 EUR (BTW inbegrepen) en een maximum van 40.000 EUR (BTW inbegrepen) per deel van de gemeente dat vóór de gemeentefusies van 1977 zelf een autonome gemeente was, in de volgende zin:
3° kosten voor de aanplanting van groenelementen komen voor 80% in aanmerking voor subsidie, met een maximum van 2.000 EUR (BTW inbegrepen) per deel van de gemeente dat vóór de gemeentefusies van 1977 zelf een autonome gemeente was, in de volgende zin:
Zaken die niet in aanmerking komen voor subsidie zijn:
1° kosten voor het onderhoud van trage wegen;
2° plaatsing van straatmeubilair (picknickplaatsen, banken, vuilnisbakken, infoborden,…); 3° aanleggen van verhardingen die niet in overeenstemming zijn met het wezen van een trage weg;
4° aanplantingen die bestaan uit het herstel of de regularisatie van de bestaande toestand na een eerder vastgestelde overtreding;
5° aanplantingen die deel uitmaken van de voorwaarden in het kader van een eerder afgeleverde vergunning (kapvergunning, natuurvergunning, stedenbouwkundige vergunning, milieuvergunning, omgevingsvergunning);
6° metalen kooien, boomharnassen en kruinkorvenHet volledige subsidiereglement wordt toegevoegd in bijlage.
De uitvoering van het trage wegenplan zal er voor zorgen dat een grote meerderheid van de Aalsterse gemeentewegen terug toegankelijk wordt. Dit gaat over wegen die vandaag al dan niet in mindere mate toegankelijk zijn, maar ook over het herstellen of creëren van nieuwe verbindingen. Dit heeft als gevolg dat er een zeer grote last voor het onderhoudsteam bij komt. Het huidige trage wegen patrimonium dat onderhouden wordt door de stadsdiensten is vandaag al zeer groot, met het trage wegenplan zal daar een enorme hoeveelheid aan te onderhouden wegen bijkomen. Als men wil slagen in het uitvoeren van het trage wegenplan en de trage wegen in Aalst wil heropwaarderen, dient er rekening gehouden te worden met een extra onderhoudslast. Naast de uitdaging van het heropwaarderen brengt het trage wegenplan ook de uitdaging van het onderhoud van haar trage wegen patrimonium met zich mee.
Het trage wegenplan van Aalst, Hofstade, Gijzegem en Nieuwerkerken zoals gevoegd in bijlage, goed te keuren.
Een afschrift van dit besluit te bezorgen aan het Regionaal Landschap Schelde-Durme en de dienst Mobiliteit van de provincie Oost-Vlaanderen.
Bij mail van 17 januari 2022 werd een verzoekschrift ingediend m.b.t. 'Betalend parkeren op de parking aan ontmoetingshuis De Brug'.
Het verzoekschrift wordt ingediend op basis van artikel 304 e.v. van het Decreet Lokaal Bestuur. Op basis van deze artikelen en op basis van de bepalingen in ons huishoudelijk reglement (artikel 59 t/m artikel 61) wordt door de voorzitter van de gemeenteraad eerst de ontvankelijkheid van het verzoekschrift onderzocht. Indien het gaat om een bevoegdheid van de gemeenteraad op basis van art. 41 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt het verzoekschrift door de gemeenteraad doorverwezen naar het college van burgemeester en schepenen die de zaak verder moet onderzoeken en moet zorgen voor een voorstel van antwoord dat dan moet voorgelegd worden aan de gemeenteraad voor vaststelling.
Het verzoekschrift heeft betrekking op de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen, zoals bepaald in art 41 van het decreet lokaal bestuur. Derhalve verwijst de voorzitter van de gemeenteraad het verzoekschrift door naar het college van burgemeester en schepenen met het verzoek om de zaak verder te onderzoeken en over de inhoud ervan uitleg te verstrekken.
Het college van burgemeester en schepenen keurden het ontwerp van antwoord goed op 14 maart 2022. De voorzitter van de gemeenteraad vraagt aan de raad om het antwoordvoorstel goed te keuren en bezorgt dit nadien aan de indiener van het verzoekschrift.
het antwoordvoorstel op het verzoekschrift ingediend door de heer de heer Paul Nijs, mevrouw Lut Van Den Berghe, de heer Geert Lagae, de heer Dirk Putteman, en de heer Koen Van Baeveghem, betreffende 'Betalend parkeren op de parking aan ontmoetingshuis De Brug' goed te keuren;
De voorzitter van de gemeenteraad de opdracht te geven het antwoord te bezorgen aan de indiener van het verzoekschrift.
Bij mail van 17 januari 2022 werd een verzoekschrift ingediend m.b.t. 'Mogelijkheid voor de bewoners van de Sint Jobstraat om deze straat in beide richtingen te kunnen in en uitrijden '. Dit door mevrouw Lucrèce Lemmens, de heer Jan De Groot, mevrouw Viviane Van Herzele.
Het verzoekschrift wordt ingediend op basis van artikel 304 e.v. van het Decreet Lokaal Bestuur. Op basis van deze artikelen en op basis van de bepalingen in ons huishoudelijk reglement (artikel 59 t/m artikel 61) wordt door de voorzitter van de gemeenteraad eerst de ontvankelijkheid van het verzoekschrift onderzocht. Indien het gaat om een bevoegdheid van de gemeenteraad op basis van art. 41 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt het verzoekschrift door de gemeenteraad doorverwezen naar het college van burgemeester en schepenen die de zaak verder moet onderzoeken en moet zorgen voor een voorstel van antwoord dat dan moet voorgelegd worden aan de gemeenteraad voor vaststelling.
Het verzoekschrift heeft betrekking op de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen, zoals bepaald in art 41 van het decreet lokaal bestuur. Derhalve verwijst de voorzitter van de gemeenteraad het verzoekschrift door naar het college van burgemeester en schepenen met het verzoek om de zaak verder te onderzoeken en over de inhoud ervan uitleg te verstrekken.
Nadat het college van burgemeester en schepenen hierover via beslissing uitleg heeft verstrekt door middel van een ontwerp van antwoord, zal de voorzitter van de gemeenteraad dit antwoord agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad, waarna het aan de verzoeker wordt overgemaakt.
Het verzoekschrift is terug te vinden in de bijlage van dit besluit.
akte te nemen van het verzoekschrift in bijlage ingediend door mevrouw Lucrèce Lemmens, de heer Jan De Groot, mevrouw Viviane Van Herzele. betreffende 'Bewoners Sint Jobstraat';
het door de voorzitter van de gemeenteraad ontvankelijk verklaarde verzoekschrift door te verwijzen naar het college van burgemeester en schepenen met het verzoek om over de inhoud ervan uitleg te verstrekken;
nadat het college van burgemeester en schepenen hierover via beslissing uitleg heeft verstrekt door middel van een ontwerp van antwoord, dit antwoord te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad, waarna het aan de verzoeker wordt overgemaakt.
Ter uitvoering van het meerjarenplan en de ambitie om Aalst te profileren als Zorgstad, werd de strategie van Aalst Zorgstad uitgewerkt. Het verbeteren van de randvoorwaarden om te ondernemen in de sector van gezondheidszorg is een van de 3 pijlers van de strategie van Aalst Zorgstad, met de realisatie van de Zorginnovatiehub Aalst in de sector gezondheid en zorg als speerpuntproject. 7 organisaties hebben hun akkoord gegeven om de vzw mee op te richten en financieel bij te dragen in de exploitatie van de vzw Innovatiehub: vzw Medische staf ASZ Aalst; O.L.V. Ziekenhuis Aalst, Provincie Oost-Vlaanderen, Becton Dickinson, Curam Domi, de onderwijsinstellingen Hogent en Odisee. In totaal zijn er 8 oprichtende partners.
Op de gemeenteraad van 29 maart 2022 keurde de medeoprichting van de vzw Zorginnovatiehub Aalst als stichtend lid goed. Conform de statuten van vzw Zorginnovatiehub Aalst, dient de gemeenteraad een vertegenwoordiger van de stad Aalst in de algemene vergadering van de vzw aan te duiden.
Conform de statuten van de vzw Zorginnovatiehub Aalst, kan de stad een vertegenwoordiger in het bestuursorgaan voordragen. De bestuurder die afgevaardigd wordt voor de stad, zal handelen binnen de visie, het mandaat en het meerjarenplan van de stad.
Het goedkeuren van de medeoprichting van vzw Zorginnovatiehub Aalst op de gemeenteraad van 29 maart 2022.
Artikel 3 van het intern reglement van de vzw Zorginnovatiehub Aalst
Artikel 4 van het intern reglement van de vzw Zorginnovatiehub Aalst
Artikel 29 van de statuten van de vzw Zorginnovatiehub Aalst
Schepen Katrien Beulens aan te duiden als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van vzw Zorginnovatiehub Aalst conform de statuten.
Schepen Katrien Beulens voor te dragen als bestuurder in het bestuursorgaan van vzw Zorginnovatiehub Aalst conform de statuten.
De Gemeente Lierde nam op 28 februari 2022 de principebeslissing om toe te treden tot de hulpverleningszone Vlaamse Ardennen.
De gemeenteraad van Aalst wordt gevraagd om akte te nemen van de principebeslissing van Lierde. Daarnaast moet er een advies en een mandaat aan de burgemeester gegeven worden voor de stemming over de principebeslissing van Lierde in het Provinciaal Raadgevend Comité van Oost-Vlaanderen
Dit advies moeten gegeven worden op de eerst volgende gemeenteraad na het ontvangen van de vraag. In dit geval dus de gemeenteraad van 29 maart 2022 .
Gelet op de Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, inzonderheid de artikelen 14 en 15;
Overwegende dat overeenkomstig artikel 14 van de Wet, de Koning de territoriale afbakening van de zones bepaalt, op voorstel van het provinciaal raadgevend comité van de zones, na overleg in de Ministerraad;
Overwegende dat dit provinciaal raadgevend comité van de zones is samengesteld uit alle burgemeesters van de provincie en wordt voorgezeten door de gouverneur;
dat dit comité het advies inwint van de autoriteiten van de verschillende gemeenten van de provincie en op basis hiervan een advies aan de Koning formuleert;
Gelet op het arrest van de Raad van State van 23 september 2011 (n°215.302) waaruit blijkt dat voorafgaand aan het provinciaal raadgevend comité de betrokken gemeenteraden hierover dienen te beraadslagen;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 4 maart 2008 (gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 18 januari 2018)
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 28 februari 2022 waarbij de gemeente Lierde de princiepsbeslissing neemt om toe te treden tot de hulpverleningszone Vlaamse Ardennen;
Akte te nemen van de principebeslissing van de gemeente Lierde om toe te treden tot de hulpverleningszone Vlaamse Ardennen.
Dit voorstel ongunstig te adviseren en de burgemeester te mandateren om hierover te stemmen in het Provinciaal Raadgevend Comité van Oost-Vlaanderen.
Een dringende politieverordening werd opgesteld op 24 februari 2022 houdende extra maatregelen voor de carnavalsperiode van donderdag 24 februari 2022 tot en met zondag 6 maart 2022 op het grondgebied van de stad Aalst.
Deze politieverordening dient bekrachtigd te worden door de gemeenteraad op de eerstvolgende zitting.
Deze dringende politieverordening van 24 februari 2022 wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad.
Artikel 134 en 135 §2 van de Nieuwe Gemeentewet.
de politieverordening d.d. 24 februari 2022 houdende extra maatregelen voor de carnavalsperiode van donderdag 24 februari 2022 tot en met zondag 6 maart 2022 op het grondgebied van de stad Aalst, zoals gevoegd als bijlage, te bekrachtigen.
Door de burgemeester werd op 14 maart 2022 een dringende politieverordening uitgevaardigd tot opheffing van de politieverordening van 24 januari 2022 betreffende maatregelen met betrekking tot de zittingen van de gemeenteraadscommissies, de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn en bijzonder comité sociale dient van Aalst.
Deze politieverordening dient bekrachtigd te worden op de eerstvolgende zitting van de gemeenteraad.
Deze politieverordening werd ter kennis gebracht van het college van burgemeester en schepenen en dient bekrachtigd te worden door de gemeenteraad.
Artikelen 134§1 en 135§2 van de Nieuwe Gemeentewet.
de dringende politieverordening van 14 maart 2022 tot opheffing van de politieverordening van 24 januari 2022 betreffende maatregelen met betrekking tot de zittingen van de gemeenteraadscommissies, de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn en bijzonder comité sociale dienst van Aalst, zoals toegevoegd in bijlage, te bekrachtigen.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Filip Van De Winkel.
Door corona verliep carnaval 2022 in Aalst helemaal anders dan we al jaren gewoon waren. Het werd een onverwacht aangenaam, overzichtelijk feest.
Deze editie heeft ons dan ook enorm veel geleerd:
Welnu, ik heb ‘binsjt de daugen’ dit retroplein op de Grote Markt gevonden! Wat was me dat een gezellig retroplein, waar niet alleen de oudere carnavalist zich bijzonder vermaakte, maar alle generaties door elkaar genoten van een wervelende cafeikescarnaval!
Vragen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Filip Van de Winkel aangaande 'Evaluatie Carnaval 2022'.
Gezien de eedaflegging van de heer Maarten Blommaert als schepen op 29 maart 2022, neemt hij ontslag in de commissies waarin hij lid of plaatsvervanger is.
Hierdoor is een herverdeling van de zetels van de N-VA fractie in de commissies onder de leden van de N-VA fractie noodzakelijk. De wijziging in de samenstelling in de commissies gaat in op 1 april 2022.
Het decreet Lokaal Bestuur, meer bepaald art. 12, art. 14, art.37, art. 70 en art. 71
De aktename op de gemeenteraad van 29 maart 2022 van de overdracht van het schepenmandaat van mevrouw Caroline Verdoodt.
De aktename op de gemeenteraad van 29 maart 2022 van de eedaflegging als schepen in handen van de burgemeester door de heer Maarten Blommaert.
De aanduiding van Maarten Blommaert in deze gemeenteraadscommissies:
akte te nemen van het ontslag van de heer maarten Blommaert als:
raadslid Dirk Verleysen met ingang van 1 april 2022 te benoemen als effectief lid in de commissie economie, klimaat, milieu en natuur, gezin, energie;
raadslid Dirk Verleysen met ingang van 1 april 2022 te benoemen als effectief lid in de commissie personeel en organisatie, stadsvernieuwing, mobiliteit en openbare werken;
raadslid Dirk Verleysen met ingang van 1 april 2022 te benoemen als effectief lid in commissie financiën en gebiedsgerichte werking;
raadslid Dirk Verleysen met ingang van 1 april 2022 te benoemen als effectief lid in de commissie sport, cultuur, jeugd, vrije tijd, kerkfabrieken en facility;
raadslid Dirk Verleysen met ingang van 1 april 2022 te benoemen als plaatsvervanger in de commissie veiligheid (politie, hulpverleningszone, GAS, integrale veiligheid en noodplanning.
Gezien de eedaflegging van Maarten Blommaert als schepen op 29 maart 2022, met ingang van 1 april 2022, neemt hij ontslag als fractievoorzitter in de afdeling fractievoorzitters en -ondervoorzitters. .
Hierdoor is een herverdeling van de zetels van de N-VA fractie in de afdeling fractievoorzitters en -ondervoorzitters onder de leden van de N-VA fractie noodzakelijk. De wijziging in de samenstelling in de afdeling fractievoorzitters en -ondervoorzitters gaat in op 1 april 2022.
Het decreet Lokaal Bestuur, meer bepaald art. 12, art. 14, art.37, art. 70 en art. 71
De aanduiding van Maarten Blommaert als fractievoorzitter in de afdeling fractievoorzitters en -ondervoorzitters.
De aktename op de gemeenteraad van 29 maart 2022 van de overdracht van het schepenmandaat van mevrouw Caroline Verdoodt.
De aktename op de gemeenteraad van 29 maart 2022 van de eedaflegging als schepen in handen van de burgemeester door de heer Maarten Blommaert.
Het huidige contract wordt afgesloten voor de duur van één jaar, ingaande op 1 juli 2010 en is stilzwijgend verlengbaar voor telkens eenzelfde duur, behoudens opzegging door één van de partijen en bij aangetekend schrijven uiterlijk 3 maanden voor het einde van de lopende duurtijd. De wijziging en opzegging van de overeenkomst moet dus voor 1 april doorgegeven worden.
Op basis van de stijgende tarieven en de stijgende derdebetalersbijdrage wordt een wijziging in de overeenkomst met betrekking tot de tussenkomst van de stad in het derde betalerssysteem tussen de stad Aalst en de VVM De Lijn voorgesteld aan de gemeenteraad in april 2022.
De huidige overeenkomst omvat een bijdrage van 50% voor de Buzzypass en Omnipass+, 40% bijdrage voor de Omnipass en het aanbieden van de 10-rittenkaart voor 10 euro voor de inwoners van Aalst op het grondgebied van Aalst en deelgemeenten.
De huidige kostprijs van de verschillende abonnementen alsook de derdebetalersbijdrage van de afgelopen jaren zijn in bijlage toegevoegd.
Om wijzigingen aan de overeenkomst te kunnen doorvoeren dient de stad het contract met de Lijn over het derdebetalersysteem te wijzigen. Dit houdt in de het huidige contract wordt opgezegd en er een nieuw contract wordt opgesloten met betrekking tot het derdebetalersysteem.
Gezien de stijgende prijs van de abonnementen en lijnkaarten sinds de oorspronkelijke afsluiting van de derderbetalersovereenkomst en in rekening nemende dat de stad Aalst een van de hoogste derdebetalersbijdrage kent van heel Vlaanderen, wordt voorgesteld de derdebetalersbijdrage met de Lijn te herzien. Deze herziening werd tevens voorzien in de meerjarenplanning met ingang vanaf 1/7/2022.
Het decreet basisbereikbaarheid, Belgisch staatsblad van 12 juni 2019.
De overeenkomst van 2005 tussen de stad Aalst en de VVM De Lijn met betrekking tot het derde betaler systeem (systeem 1: procentuele tussenkomst op abonnementen en systeem 2: tussenkomst op kaarten).
De wijziging van modaliteiten voor systeem 1 in 2010. De wijziging voor systeem 2 in 2013.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen in zitting van 9 maart 2015 tot wijziging van de overeenkomst voor systeem 2 - tussenkomst op kaarten en vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2015.
De samenwerkingsovereenkomst met De Lijn ikv de derdebetalersbijdrage te ontbinden en een nieuwe samenwerkingsovereenkomst voor te leggen aan de gemeenteraad (april 2022).