Bij mail van 16 oktober 2023 werd een verzoekschrift ingediend met volgende vragen:
2. Het aantal nieuwe leefloners in het desbetreffend kwartaal.
3. Het aantal leeflonen dat beëindigd werd en de reden daarvoor. Bvb: beginnen werken, gunstig gewijzigde financiële situatie, enz
4. De duurtijd van het leefloon voorafgaand aan de beëindiging en ingedeeld per drie maanden.
5. Indien mogelijk cijfers over cliënten die twee of meerdere keren in en uit de toekenning van leefloon stapten. Die balanceren op de inkomensgrens van het al dan niet gerechtigd zijn.
Plus de vraag aan het OCMW om enkele rubrieken en cijfers op te nemen in de kwartaalcijfers. Omtrent het leefloon bvb de
gemiddelde duur van leefloon dat aan een cliënt verleend wordt. Per maand of kwartaal het aantal nieuwe leefloners en het aantal waarvan het leefloon beëindigd wordt. Ook: hoeveel mensen krijgen minder dan zes maanden leefloon, hoeveel minder dan 12, 18, 24 maanden enz. Die cijfers laten wellicht toe vast te stellen dat het aantal cliënten die echt langdurig leefloon ontvangen (wellicht) beperkt is en duidelijkheid over de aantallen bij wie leefloon slechts van korte duur is. Dat is ook nuttig om de perceptie te counteren dat het leefloon een hangmat van lange duur is.
Het verzoekschrift wordt ingediend op basis van artikel 304 e.v. van het Decreet Lokaal Bestuur. Op basis van deze artikelen en op basis van de bepalingen in ons huishoudelijk reglement (artikel 59 t/m artikel 61) wordt door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn eerst de ontvankelijkheid van het verzoekschrift onderzocht. Indien het gaat om een bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn op basis van art. 78 en 84 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt het verzoekschrift door de raad voor maatschappelijk welzijn doorverwezen naar het vast bureau die de zaak verder moet onderzoeken en moet zorgen voor een voorstel van antwoord dat dan moet voorgelegd worden aan de raad voor maatschappelijk welzijn voor vaststelling.
Het verzoekschrift heeft betrekking op de bevoegdheden van het vast bureau, zoals bepaald in art. 78 en 84 van het decreet lokaal bestuur. Derhalve verwijst de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn het verzoekschrift door naar het vast bureau met het verzoek om de zaak verder te onderzoeken en over de inhoud ervan uitleg te verstrekken.
De raad voor maatschappelijk welzijn besliste op 28 november 2023 om de zaak door te verwijzen naar het vast bureau.
Het antwoordvoorstel diende aan verzoeker bezorgd te worden ten laatste op 15 januari 2024.
De raad voor maatschappelijk welzijn besliste op 19 december 2023 om mandaat te geven aan het vast bureau om ten laatste tegen 15 januari 2024 antwoord te bezorgen aan de verzoeker, dit om de vastgelegde termijn niet te overschrijden.
Het vast bureau keurde het antwoord goed in zitting van 8 januari 2024 en gaf opdracht aan de voorzitter om het antwoord, gevoegd als bijlage, aan de verzoeker te bezorgen.
De raad voor maatschappelijk welzijn wordt nu gevraagd het antwoord te bekrachtigen.
het antwoord dat goedgekeurd werd in zitting van het vast bureau d.d. 8 januari 2024, gevoegd als bijlage, te bekrachtigen.