Publieke landbouwgronden in Vlaanderen hebben een rijke en complexe geschiedenis. Gemeenten, OCMW’s, kerkfabrieken, provinciebesturen en hogere overheden bezitten samen aanzienlijke hoeveelheden grond. In Oost-Vlaanderen, bijvoorbeeld, bezitten publieke instellingen ongeveer 10% van de oppervlakte, wat neerkomt op bijna 28.000 hectare. Historisch gezien zijn veel van deze gronden geërfd door instellingen zoals OCMW’s en kerkfabrieken.
Toegang tot publieke landbouwgronden is één van de prioritaire actiepunten van het Aalsterse landbouwbeleidsplan. Actieve landbouwers toegang geven tot deze gronden is het uitgangspunt van deze toekenningscriteria.
Het huidig Aalsters bestuursakkoord stelt dat de oppervlakte landbouwgebruikspercelen niet mag verminderd worden. Door nieuwe pachtcontracten af te sluiten, kan de oppervlakte gebruikspercelen op korte en lange termijn behouden blijven.
In het Vlaams regeerakkoord 2024-2029 staat vermeld dat Vlaanderen de ambitie heeft om land- en tuinbouwgronden meer beschikbaar te maken voor jonge land- en tuinbouwers:
Volgens hoofdstuk 5 van het Vlaams pachtdecreet goedgekeurd op 13 oktober 2023 moeten de openbare besturen zelf instaan voor de toekenningscriteria van hun gronden. In navolging heeft de dienst economie en zorginnovatie criteria opgesteld om gronden die vrijkomen van pacht hebben toe te kennen aan een nieuwe actieve landbouwer.
Akkoord te gaan met de Aalsterse toekenningscriteria voor pacht zoals toegevoegd in bijlage, die gehanteerd zullen worden bij een nieuwe openbare verpachting.