Overeenkomstig artikel 41, §2, 10° van het decreet lokaal bestuur is de gemeenteraad bevoegd om de wijze van gunning en de voorwaarden van overheidsopdrachten vast te stellen, behoudens wanneer het gaat om opdrachten die passen binnen het dagelijks bestuur en opdrachten die nominatief in het budget zijn opgenomen. In toepassing van artikel 131 van het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren is de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten in werking getreden op 30 juni 2017. Artikel 28, §1, 6° van die wet bepaalt dat de overheidsopdrachten voor diensten betreffende leningen niet onder de toepassing vallen van de wetgeving overheidsopdrachten.
Gelet op het standpunt van he Agentschap Binnenlands Bestuur : “Het feit dat artikel 28, §1, 6° van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten de overheidsopdrachten betreffende leningen uitsluit van de toepassing van de wet, wijzigt de bevoegdheid van de gemeenteraad slechts in beperkte mate. Het is niet omdat dit artikel de diensten betreffende leningen uitsluit van het toepassingsgebied van de wet inzake de overheidsopdrachten dat deze diensten niet langer een overheidsopdracht zouden zijn. En bijgevolg blijft de gemeenteraad overeenkomstig artikel 41, §2, 10° van het gemeentedecreet bevoegd om te bepalen of dergelijke opdracht voor diensten dient georganiseerd te worden alsook om de voorwaarden van die opdracht te bepalen.
Het enige dat wijzigt is dat men voor de totstandkoming van de opdracht niet langer de wetgeving overheidsopdrachten dient te volgen. Zo hoeft men niet langer een bijzonder bestek op te maken dat minutieus in overeenstemming is met de wetgeving overheidsopdrachten en hoeft men niet langer de procedures overeenkomstig de wet overheidsopdrachten te volgen. De wijze waarop de gemeenteraad de voorwaarden van de opdracht vaststelt, behoort tot de bevoegdheid van de gemeenteraad. Dit kan in de gemeenteraadsbeslissing zelf, maar kan net zo goed in een beschrijvende bijlage vergelijkbaar met een bijzonder bestek dat integraal deel uitmaakt van de beslissing.
In bijlage aan dit besluit zijn de voorwaarden opgenomen van de opdracht ”Aangaan van een lening voor het lokaal overheidsbedrijf Aalst en de politiezone Aalst voor een bedrag van 16 000 000 EUR”.
Het college van burgemeester en schepenen, overeenkomstig artikel 56 §3 is bevoegd om besluiten te nemen voor het aangaan van leningen voor een periode langer dan één jaar.
Aangezien de regels inzake mededinging onverminderd van toepassing zijn, zal er een marktconsultatie zijn waarbij de dienstverleners, onder de voorwaarden vastgelegd door de gemeenteraad, zullen kunnen meedingen naar de opdracht. Overeenkomstig het beheer van haar middelen als een goede huisvader, zal de opdracht worden toegewezen aan de dienstverlener met de economisch meest voordelige aanbieding, na vergelijking van de verschillende aanbiedingen.
Het lokaal overheidsbedrijf Aalst zal de lening van 15 000 000 EUR aanwenden om zowel een deel van haar uitstaande korte termijnschuld om te zetten naar lange termijn (prefinanciering investeringsuitgaven met uitgifte van thesauriebewijzen) als voor de financiering van haar investeringsuitgaven.
De politiezone Aalst zal de lening van 1 000 000 EUR aanwenden ter financiering van de buitengewone dienst, zoals opgenomen in de begroting 2021 en de prefinanciering uit vorige jaren.
de voorwaarden voor het aangaan van een lening van 15 000 000 EUR voor het lokaal overheidsbedrijf Aalst en een lening van 1 000 000 EUR voor de politiezone Aalst zoals opgenomen in bijlage aan dit besluit, vast te stellen.