Raadslid Andreas Verleysen nam ontslag van zijn mandaat als gemeenteraadslid/OCMW-raadslid op 19 november 2021. De gemeenteraad en OCMW-raad nam hiervan akte in zitting van 30 november 2021.
De eerstvolgende opvolger, Ingrid Buys, laat weten in haar mail d.d. 2 november 2021 dat zij het mandaat als opvolger niet wenst op te nemen (zie mail van fractievoorzitter Lander Wantens d.d. 22 november 2021).
De heer Domien De Wit is de tweede opvolger van de fractie Groen. Hij werd niet aangeschreven. Hij komt niet in aanmerking, aangezien hij sinds 4 april 2021 niet meer woonachtig is in Aalst.
Mevrouw Joke Devynck is de derde opvolger van de fractie Groen en werd aangeschreven om de heer Andreas Verleysen op te volgen als gemeenteraadslid.
In haar mail d.d. 23 november 2021 laat zij weten dat ze het mandaat niet wenst op te nemen.
De volgende opvolger is mevrouw Sarah De Bruecker en zij komt in aanmerking om de heer Andreas Verleysen te vervangen als gemeenteraadslid/OCMW-raadslid.
Uit het onderzoek van de geloofsbrieven blijkt dat mevrouw Sarah De Bruecker voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden en er zich ook in geen situatie van onverenigbaarheid zou bevinden.
Mevrouw Sarah De Bruecker heeft volgende eed afgelegd in handen van de voorzitter: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen."
De installatie van het gemeenteraadslid houdt ook de installatie in van de uitoefening van het mandaat als lid van de raad voor maatschappelijk welzijn.
akte te nemen van het schrijven d.d. 2 november 2021 van mevrouw Ingrid Buys waarin zij meedeelt dat ze het mandaat niet wenst op te nemen. De mail van de dienst bevolking met de mededeling dat de heer Domien De Wit sinds 4 april 2021 niet meer woonachtig is in Aalst en het schrijven d.d. 23 november 2021 van mevrouw Joke Devynck waarin zij meedeelt dat ook zij het mandaat niet wenst te aanvaarden.
akte te nemen van de eedaflegging in handen van de voorzitter door mevrouw Sarah De Bruecker.
Ingevolge het ontslag van de heer Andreas Verleysen op 19 november 2021 en de installatie als raadslid van Sarah De Bruecker op 21 december 2021 wijzigt de rangorde van de raadsleden.
De rangorde wordt opgemaakt op basis van anciënniteit. Bij gelijke anciënniteit krijgt het gemeenteraadslid met het hoogst aantal naamstemmen de voorkeur. Bij gelijk aantal naamstemmen krijgt het gemeenteraadslid van wie de lijst bij de gemeenteraadsverkiezingen de meeste stemmen behaalde de voorkeur.
akte te nemen van de rangorde die zal gelden vanaf 21 december 2021, zoals gevoegd in bijlage.
Artikel 32, 277 §1 en 278 §1 van het decreet lokaal bestuur en artikel 5 van het reglement van orde van de gemeenteraad
De notulen van de openbare vergadering van de gemeenteraad van 30 november 2021 werden vanaf dinsdag 14 december 2021 ter inzage gelegd van de leden van de raad.
Er werden geen verdere opmerkingen geformuleerd.
De notulen van de openbare vergadering van de gemeenteraad van 30 november 2021 goed te keuren.
De Politiezone Aalst 5440 stelt voor een anoniem voertuig aan te kopen via federaal raamcontract 2021 R3 022.
De kostprijs voor deze aankoop bedraagt 56 485,30 EUR incl. btw.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten meer bepaald artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale en artikel 43.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, in het bijzonder artikel 85 en 86 (B.S. 5 januari 1999).
De omzendbrief BA/2001/13 van 7 september 2001 – Nieuwe Lokale Politie – eengemeentezones en meergemeentezones – administratief toezicht – specifiek toezicht en gewoon toezicht.
Het schrijven van 18 oktober 2001 vanwege de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen inzake het toezicht op politiemateries.
De Politiezone Aalst 5440 wenst via federaal raamcontract een anoniem voertuig aan te kopen ter vervanging van een afgeschreven voertuig. Vanuit ecologisch standpunt wordt geopteerd voor een hybride voertuig.
De voorwaarden van de opdracht “Politiezone Aalst 5440. Aankoop van een anoniem voertuig aan te kopen via federaal raamcontract” worden vastgesteld. De kostprijs bedraagt 56 485,30 EUR incl. btw.
Bovengenoemde opdracht wordt geplaatst via federaal raamcontract 2021 R3 022.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van de Politiezone Aalst 5440 onder budgetlijn 33000/743-98 – MJP000112.
De Politiezone Aalst 5440 stelt voor een anoniem voertuig aan te kopen via federaal raamcontract 2019/HFB/OP/62017 – perceel 4.
De kostprijs voor deze aankoop bedraagt 46 447,16 EUR incl. btw.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten meer bepaald artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale en artikel 43.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, in het bijzonder artikel 85 en 86 (B.S. 5 januari 1999).
De omzendbrief BA/2001/13 van 7 september 2001 – Nieuwe Lokale Politie – eengemeentezones en meergemeentezones – administratief toezicht – specifiek toezicht en gewoon toezicht.
Het schrijven van 18 oktober 2001 vanwege de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen inzake het toezicht op politiemateries.
De Politiezone Aalst 5440 wenst via federaal raamcontract een anoniem voertuig aan te kopen ter vervanging van een afgeschreven voertuig. Vanuit ecologisch standpunt wordt geopteerd voor een 100% elektrisch voertuig.
De voorwaarden van de opdracht “Politiezone Aalst 5440. Aankoop van een anoniem voertuig aan te kopen via federaal raamcontract” worden vastgesteld. De kostprijs bedraagt 46 447,16 EUR incl. btw.
Bovengenoemde opdracht wordt geplaatst via federaal raamcontract 2019/HFB/OP/62017 – perceel 4.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van de Politiezone Aalst 5440 onder budgetlijn 33000/743-98 – MJP000112.
De Politiezone Aalst 5440 stelt voor kogelwerende vesten aan te kopen via de raamovereenkomst PZA/2020/384 van de Politiezone Antwerpen.
De kostprijs voor deze aankoop bedraagt 40 278,48 EUR incl. btw.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten meer bepaald artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale en artikel 43.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, in het bijzonder artikel 85 en 86 (B.S. 5 januari 1999).
De omzendbrief BA/2001/13 van 7 september 2001 – Nieuwe Lokale Politie – eengemeentezones en meergemeentezones – administratief toezicht – specifiek toezicht en gewoon toezicht.
Het schrijven van 18 oktober 2001 vanwege de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen inzake het toezicht op politiemateries.
De Politiezone Aalst 5440 wenst kogelwerende vesten aan te kopen via de raamovereenkomst van de Politiezone Antwerpen. Deze aankoop kadert in het aanpassen aan de nieuwe norm van discreet gedragen kogelwerende vesten (omzendbrief GPI95). Daarnaast worden ook een reeks afgeschreven zichtbaar gedragen kogelwerende vesten vervangen. Deze nieuwe vesten voldoen aan de normen qua kleur en zijn beter uitgerust voor het bevestigen van bodycams.
De voorwaarden van de opdracht “Politiezone Aalst 5440. Aankoop van kogelwerende vesten via raamovereenkomst Politie Antwerpen” worden vastgesteld. De kostprijs bedraagt 40 278,48 EUR incl. btw.
Bovengenoemde opdracht wordt geplaatst via de raamovereenkomst PZA/2020/384 van de Politiezone Antwerpen.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van de Politiezone Aalst 5440 onder budgetlijn 33000/744-51, MJP000113.
Op het CBS van 26 april 2021 werd de overheidsopdracht van de Politie Aalst voor de huur van bureelcontainers voor een periode van vijf jaar met mogelijkheid tot verlenging goedgekeurd.
Op het CBS van 8 november 2021 werd beslist om de omgevingsvergunning voor dit dossier te verlenen.
Ter voorbereiding van het plaatsen en het aansluiten op de nutsvoorzieningen van de bureelcontainers dienen er op de parking van de Politie Aalst een aantal werken uitgevoerd te worden. Het gaat voornamelijk om het steken van regenwaterputten en het graven van sleuven voor vuilwaterafvoer en aanvoer van nutsleidingen. ("DWA + RWA + 3 HWP's voor bureelcontainers op parking politie + kabelsleuf van gebouw naar containers")
Deze werken zullen door de stad uitgevoerd worden en de reële uitgaven van deze opdracht zullen gefactureerd worden door de Stad Aalst naar de Politie Aalst. De noodzakelijk budgetten zullen vastgelegd worden bij de politie op budget 2021 en meegenomen worden naar 2022.
De gemeenteraad verleende in zitting van 15 december 2020 goedkeuring om de plaatsingsprocedure te starten voor de herhalingsopdracht van de 2e herhaling met als voorwerp “Uitvoeren van kleine wegherstellingen, aanpassingen aan het openbaar domein en de riolering” en te gunnen aan nv Ondernemingen ir. De Jonge & Zoon, Brusselse Steenweg 2a te 9300 Aalst, tegen de eenheidsprijzen vermeld in de offerte van deze inschrijver en beperkt tot het voorzien krediet van 2 000 000 EUR voor de periode van 1 jaar. De werken kunnen dus via de stad Aalst uitgevoerd worden door nv Ondernemingen ir. De Jonge & Zoon.
De kostprijs van de werken wordt geraamd op 58 152,22 EUR exclusief btw of 70 364,19 EUR inclusief btw.
Akkoord te gaan met de vastlegging van een budget van 70 364,19 EUR op budgetartikel 33000/723-56 - MJP000105. Er is voldoende krediet beschikbaar op dit artikel in de begroting van 2021. De vastlegging zal gebeuren op budget 2021 en meegenomen worden naar budget 2022 via formulier T.
Akkoord te gaan met het feit dat de werken uitgevoerd worden door de stad via de opdracht “Uitvoeren van kleine wegherstellingen, aanpassingen aan het openbaar domein en de riolering” gegund aan nv Ondernemingen ir. De Jonge & Zoon. De uitgave zal bij de stad geboekt worden op MJP000584 die deze zal doorfactureren aan de Politie. De opbrengsten zullen aan de stadszijde verwerkt worden op MJP000670.
De vigerende regelgeving stelt dat het vacant verklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoren.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
Overwegende dat een inspecteur van politie, dienst Interventie, intern de Lokale Politie Aalst verschuift naar de dienst Openbare Orde;
Overwegende dat door deze interne verschuiving naar een andere dienst binnen de politiezone een betrekking van inspecteur bij de dienst Interventie niet meer zal zijn ingevuld;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Interventie is aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, dienst Interventie, vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende het advies van de korpschef om overeenkomstig artikel VI.II.61 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten als tweede lid van de selectiecommissie een personeelslid van operationeel kader van het eigen korps aan te wijzen;
- in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
- Bij niet invulling van deze vacature wordt deze vacant verklaard binnen de aspirantenmobiliteit.
met betrekking tot de vacature in het bijzonder te vermelden:
- dat onder de wettelijke voorwaarden aan de betrekking de functietoelage ‘Nabijheidspolitie’ gekoppeld is;
De kandidaten te onderwerpen aan een selectieprocedure en te selecteren op basis van het advies een selectiecommissie ad hoc samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
De vigerende regelgeving stelt dat het vacant verklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
Overwegende dat een hoofdinspecteur Lokaal Informatie Kruispunt Aalst (LIKA) met non-activiteit voorafgaand aan het pensioen (NAVAP) kan gaan;
Overwegende dat er door deze NAVAP binnen de Lokale Politie Aalst een betrekking voor een hoofdinspecteur van politie, directie Netwerken, dienst LIKA, niet meer is ingevuld;
Overwegende dat met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst het is aangewezen een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Netwerken, dienst LIKA, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende het advies van de korpschef om overeenkomstig artikel VI.II.61 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten als tweede lid van de selectiecommissie een personeelslid van operationeel kader van het eigen korps aan te wijzen;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Netwerken, dienst LIKA, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
Overwegende dat een commissaris van politie (aangesteld via het 'systeem van de rode loper', directie Basispolitiezorg, dienst Wijk, de Lokale Politie Aalst zal verlaten wegens pensioen en dit m.i.v. 01 maart 2023;
Overwegende dat daardoor een betrekking van hoofdinspecteur van politie binnen de dienst Wijk niet meer zal zijn ingevuld;
Overwegende de continuïteit van de dienst en het kunnen voorzien in een inloop- / overdrachtsperiode voor de aan te werven medewerker;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Wijk is aangewezen een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Wijk, vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Wijk, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
Overwegende dat een commissaris van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Onthaal, de Lokale Politie Aalst zal verlaten wegens pensioen en dit m.i.v. 01 maart 2022;
Overwegende dat daardoor een betrekking van commissaris van politie binnen de dienst Onthaal niet meer zal zijn ingevuld;
Overwegende de continuïteit van de dienst;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Onthaal is aangewezen een betrekking van commissaris van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Onthaal, vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van commissaris van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Onthaal, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
De vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 26 oktober 2017, houdende de wijziging van het organiek kader van de Lokale Politie Aalst waarbij de personeelsformatie werd uitgebreid met drie personeelsleden;
Overwegende deze personeelsuitbreiding en dat voor 2021 wordt voorzien in een uitbreiding van het personeelsbestand met 5 personeelsleden of voltijdse equivalenten en dat binnen de goedgekeurde meerjarenplanning van de politiebegroting voor 2021-2025 de nodige financiële middelen hiervoor zijn voorzien;
Overwegende dat in het gemeenteraadsbesluit van 30 november 2021 betreffende de vacantverklaring van deze 5 plaatsen een verkeerde inhoud werd gekoppeld;
de intrekking van het besluit 2021 GR 00568 dd. 30 november 2021 om reden van ambtelijke misslag goed te keuren.
De vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 26 oktober 2017, houdende de wijziging van het organiek kader van de Lokale Politie Aalst waarbij de personeelsformatie werd uitgebreid met vijf personeelsleden;
Gelet op het besluit van oktober 2021, houdende de wijziging van het organiek kader van de Lokale Politie Aalst waarbij de personeelsformatie werd uitgebreid met vijf personeelsleden ten behoeve van de directie Mens en Organisatie;
Overwegende deze personeelsuitbreiding en dat voor 2021 wordt voorzien in een uitbreiding van het personeelsbestand met 5 personeelsleden of voltijdse equivalenten en dat binnen de goedgekeurde meerjarenplanning van de politiebegroting voor 2021-2025 de nodige financiële middelen hiervoor zijn voorzien;
Overwegende dat binnen die uitbreiding met 5 personeelsleden een betrekking is voorzien voor
Drie CALog B, consulent, directie Mens en Organisatie, dienst Personeel;
Twee CALog C, assistent, directie Mens en Organisatie, dienst Personeel;
Overwegende dat het hier dus een aantal betrekkingen betreft die voorheen niet bestonden en nu pas voor het eerst vacant wordt verklaard in het kader van de uitbreiding van de personeelsformatie;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende dat 3 personeelsleden van het administratief en logistiek kader van het niveau B (2 plaatsen) en C (1 plaats) kunnen aangetrokken worden, in chronologische volgorde, via het systeem van de mobiliteit, de wettelijk voorziene externe statutaire aanwerving of, in voorkomend geval, dringende contractuele werving van bepaalde duur van maximaal 12 maanden;
Overwegende dat één personeelslid CALog B en één personeelslid CALog C via dringende externe werving kunnen aangeworven worden;
Overwegende dat dit noodzakelijk is gelet op de nieuw op te richten cel Selectie en rekrutering binnen de dienst Personeel;
Overwegende dat het werven van deze nieuwe personeelsleden via de gebruikelijke weg lang zal aanslepen, en minstens tussen de zes en negen maanden zal duren;
Overwegende de motivering van de korpschef van de Lokale Politie Aalst om zo snel mogelijk over te gaan tot de werving van bedoelde nieuwe personeelsleden en houdende zijn vraag om in casu beroep te doen op de wettelijk voorziene procedure van dringende externe werving voor één personeelslid CALog B en één personeelslid CALog C;
Overwegende dat een dringende externe werving ten behoeve van de geïntegreerde politie dient te worden gepubliceerd via de website www.jobpol.be, en dat eventuele kandidaten langs die weg dienen te solliciteren;
Overwegende dat een dringende externe werving aanleiding geeft tot een contractuele tewerkstelling van bepaalde duur van maximaal 12 maanden;
Overwegende dat een vacature die via een dringende externe werving wordt ingevuld moet worden gepubliceerd in de eerstvolgende mobiliteitscyclus na indiensttreding van de geselecteerde kandidaat;
Overwegende dat, in voorkomend geval, bij ontstentenis van een (geschikte) kandida(a)t(e) via het systeem van de dringende externe werving ook de gebruikelijke wervingssystemen zoals, in chronologische volgorde, de mobiliteit, de wettelijk voorziene externe statutaire werving of de contractuele werving van bepaalde duur van maximum 12 maanden, zullen worden aangewend;
Overwegende het advies van de korpschef om overeenkomstig artikel VI.II.61 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten als tweede lid van de selectiecommissie een personeelslid van operationeel kader van het eigen korps aan te wijzen;
in de personeelsformatie van de Lokale Politie Aalst
de kandidaten voor de in artikel 1 en artikel 2 vermelde vacatures voor de Directie Basispolitiezorg te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Lander Wantens.
Recent lazen we dat de NMBS de Stad in gebreke stelt omdat ze de plannen voor de bouw van een fiets-, en voetgangersbrurg en de nieuwe Tragelweg niet uitvoert. Als de Stad niets doet zal de NMBS alle voorgeschoten bedragen terugvorderen zo klinkt het. Na beroep tegen te vergunning voor het huidige traject van de brug had de Stad de plannen opgeborgen omdat het verkrijgen van de subsidies niet meer mogelijk werd geacht. Maar uit een recent artikel blijkt dat als de Stad een nieuwe aanvraag zou indienen er alsnog de mogelijkheid is om subsidies te ontvangen en de brug in 2026 te realiseren.
Reeds geruime tijd zijn we vragen de partij om een nieuwe fiets-, en voetgangersbrug te bouwen want er is nood aan een veilige fiets en voetgangersoversteek die beide oevers verbind. Daarbij vragen we wel om het Groene plein aan de Oude vismijn maximaal te behouden als parkje voor de omwonenden. Ook vragen we om bij de opmaak van een nieuw plan de omwonenden, de belangenverenigingen (fietsersbond, critical mass, …) en de gemeenteraad maximaal te betrekken in de opmaak van een plan om zo tot een gedragen ontwerp te komen.
Daarnaast vragen we ook duidelijkheid over de bouw van de nieuwe Tragelweg. Is er hiervoor reeds zicht op een termijn waarom de werken opnieuw kunnen aangevat worden. Want de tijdelijke ontsluiting die nu gemaakt is, ontsluit de pendelparking wel maar is verre van ideaal.
Hierbij hebben wij vanuit onze fractie de volgende vragen:
over de interpellatie van raadslid Lander Wantens aangaande 'Komt er nog een fiets en voetgangersbrug in Aalst'.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaites
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Iwein De Koninck.
In de pers vernamen we dat de spoorwegmaatschappij NMBS de stad in gebreke stelt omdat ze de plannen met betrekking tot de nieuwe voetgangers- en fietsersbrug niet uitvoert. Ook eist NMBS dat de Nieuwe Tragelweg er komt. Als de stad niets doet, zal NMBS alle voorgeschoten bedragen terugvorderen.
Het project voetgangers- en fietsersbrug over de Dender was een van de zeventien deelprojecten in de raamovereenkomst tussen de stad Aalst, De Lijn en NMBS als onderdeel van het masterplan Aalsterse stationsomgeving van wijlen architect Christian Kieckens.
Ook werd aan het stadsvernieuwingsproject "Stationsomgeving" door de Vlaamse Overheid op 5 december 2008 een subsidie toegekend van 3.000.000,- EUR op voorwaarde dat alle componenten in het project gerealiseerd worden, zijnde:
Ook hier merken we dat een aantal van de projecten niet gerealiseerd werden, inzonderheid opnieuw de nieuwe tragelweg en de nieuwe voetgangersbrug. Naast de NMBS zijn ook de engagementen naar de Vlaamse overheid dus nog niet nagekomen.
Daar bovenop komt ook nog eens welbekende “Sterkmakingsovereenkomst” die door de GR werd aangenomen. Ook in deze overeenkomst engageert de Stad Aalst zich t.o.v. de NMBS en de private projectontwikkelaar op de pendelparking nl. NV Denderoever o.a. tot de aanleg van de Nieuwe Tragelweg. Dus ook ten overstaan van deze projectontwikkelaar ging de stad een sterk engagement aan. Enige tijd geleden hoorden we ook vanuit deze projectontwikkelaar al klachten omtrent de moeilijke bereikbaarheid van de Pendelparking. En je merkt ook dat deze parking al sinds de opening amper gebruikt wordt door pendelaars.
Daarom volgende vragen:
over de interpellatie van raadslid Iwein De Koninck aangaande 'Fietsersbrug - Stand van zaken'.
De geformuleerde voorstellen kwamen tot stand vanuit een stadsbrede samenwerking tussen de dienst Samenleving en integrale veiligheid, team Jeugd, dienst Gezin, dienst Onderwijs en de dienst Sociale Zaken.
De dienst Samenleving en integrale veiligheid geeft positief advies. De aanvullende acties vormen een versterking van het lokaal sociaal beleidsplan 2020-2025 en de bijhorende ambities en doelstellingen.
De dienst Onderwijs geeft positief advies. onderwijs: De bevragingen bij de Aalsterse jongeren, gekoppeld aan de bevindingen van diverse lokale actoren, drukten ons met de neus op de feiten dat er werk moet gemaakt worden van een jeugdwelzijnsbeleid. We willen hier vanuit de dienst Onderwijs graag mee de schouders onderzetten en zien een samenwerking met het onderwijsveld als een essentieel onderdeel hierin. De vooropgestelde acties, zoals opgenomen in het voorliggende punt, komen grotendeels tegemoet aan de acute noden. Met name de actie rond de inzet van schoolopbouwwerkers in het secundair onderwijs zal een antwoord bieden op tal van problemen waar scholen momenteel mee worstelen en zal een belangrijke structurele ondersteuning zijn voor de betrokken scholen. Als dienst Onderwijs adviseren wij dan ook positief voor de uitrol van de bijkomende acties rond het jeugdwelzijnsbeleid en engageren wij ons om deze mee uit te werken, op te volgen en te verspreiden.
De dienst Gezin geeft positief advies. Investeren in jongeren is investeren in de toekomst. Vaak hebben kleine interventies een grote impact, op korte, middellange en lange termijn. De kost van preventief werken, verdient zich dubbel en dik terug voor de samenleving. Huis van het Kind geeft positief advies om de acties uit het actieplan te ondersteunen en mee uit te rollen vanuit zijn decretale opdracht: preventieve gezondheidszorg, preventieve opvoedingsondersteuning en acties die de sociale cohesie en ontmoeting bevorderen.
Team Jeugd adviseert positief om dit jeugdwelzijnsactieplan uit te voeren. Jeugdraad VONK signaleerde heel wat noden van Aalsterse jongeren die voor een groot stuk opgevangen worden door in te zetten op de acties geformuleerd in dit actieplan. Team Jeugd zal zich ook actief inzetten om de beoogde doelstellingen mee te realiseren.
dienst Sociale Zaken geeft positief advies om als kernpartner deel uit te maken van het jeugdactieplan. Vanuit de reguliere werking van de sociale dienst is er reeds een aanbod voor jongeren om tegemoet te komen aan de noden die we ervaren rond zelfbeeld, leefwereld, netwerk, opleiding en werk. Desalniettemin is een verruiming van dit aanbod noodzakelijk om een integrale aanpak op diverse levensdomeinen voor de jongere te generen. Dit actieplan is een opportuniteit om samen met diverse interne en externe partners een ‘breed verhaal voor de jongere te schrijven’.
Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind 20 november 1989 aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en goedgekeurd bij het decreet van 15 mei 1991.
Het meerjarenplan van de stad Aalst en de doelstelling "realiseren van een duurzame kind-en jongerenvriendelijke stad".
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 25 november 2019 waarbij de samenwerkingsovereenkomsten lokaal sociaal beleid (in en uit de oproep) werden goedgekeurd.
De gemeenteraad d.d. 17 december 2019 waarbij de samenwerkingsovereenkomsten lokaal sociaal beleid (in en uit de oproep) werden goedgekeurd.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 28 september 2020 waarbij het lokaal sociaal beleidsplan 2020-2025 werd goedgekeurd.
De gemeenteraad d.d. 27 oktober 2020 waarbij het lokaal sociaal beleidsplan 2020-2025 werd goedgekeurd.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 21 december 2020 waarbij besloten werd een werkgroep op te richten voor de opmaak van een beleidsnota jeugdwelzijn met aanbevelingen op korte en op lange termijn voor te bereiden, gekoppeld aan een actieplan als onderdeel van het lokaal sociaal beleidsplan.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 28 juni 2021 waarbij akkoord werd gegaan met een Aalsters vrijetijdsinitiatief 'INGANG'.
De gemeenteraadsbeslissing d.d. 29 juni 2021 waarbij de samenwerkingsovereenkomsten i.f.v. de realisatie van een OverKophuis in Aalst werden goedgekeurd.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 27 september 2021 waarbij het Actieplan COPE – Countering Peer to peer violence, project voorkomen en bestrijden van jongerengeweld in Aalst - werd goedgekeurd.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 22 november 2021 waarbij de aanvullende acties jeugdwelzijn i.k.v. het lokaal sociaal beleidsplan 2020-2025 principieel werden goedgekeurd.
Op 21 december 2020 ging het college van burgemeester en schepenen akkoord om te onderzoeken hoe we het jeugdwelzijnsbeleid in onze stad kunnen versterken. De dienst Samenleving en integrale veiligheid, team Jeugd, dienst Gezin, dienst Onderwijs en de dienst Sociale Zaken sloegen de handen in mekaar om lokale noden en opportuniteiten op vlak van jeugdwelzijnsbeleid verder te exploreren. Op 26 februari 2021 organiseerde de stad een 'denkdag jeugdwelzijnsbeleid' waarbij in dialoog gegaan werd met lokale actoren, scholen en jeugdraad VONK. In samenwerking met jeugdraad VONK werd bovendien een brede jongerenbevraging gedaan met aandacht voor de noden die jongeren in alle facetten van hun leefwereld ervaren.
Voorstel aanvullende acties jeugdwelzijn:
In navolging hiervan wordt voorgesteld enkele aanvullende acties jeugdwelzijn op te nemen in het lokaal sociaal beleidsplan 2020-2025, meer bepaald:
Dit alles werd vertaald in bijgevoegde nota 'jeugdwelzijnsbeleid Aalst 2021-2025' waarbij stilgestaan wordt bij de resultaten van de nodenverkenning, de doelgroep en levensdomeinen. We geven tevens een overzicht van de acties die we momenteel reeds doen en gaan dieper in op de voorgestelde aanvullende acties zoals hierboven omschreven.
We stellen voor om de voorgestelde aanvullende acties in te schuiven in het bestaande lokaal sociaal beleidsplan (zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 27/10/2020). Op deze manier blijven we stadsbreed streven naar een integrale en geïntegreerde werking. Ook de opvolging en evaluatie kan aldus uniform verlopen: Jaarlijks zal de dienst Samenleving en integrale veiligheid een jaarverslag opmaken – in samenwerking met de stadsdiensten die één of meerdere acties uit het beleidsplan trekken - m.b.t. voorgaand kalenderjaar dat rapporteert over de voortgang van de geformuleerde doelstellingen en acties. In geval wordt overgegaan tot samenwerking met een lokale actor voor de realisatie van een bepaalde actie wordt dezelfde uniformiteit en transparantie nagestreefd als bij de andere samenwerkingsovereenkomsten in het kader van het lokaal sociaal beleid.
Voorstel lancering oproep jeugdwelzijn:
Zoals hierboven omschreven stellen we voor om een oproep te lanceren voor lokale actoren voor de uitvoering van volgende opdrachten:
Bedoeling is deze oproep te lanceren op 4 januari 2022. Deadline voor indiening van een aanvraagdossiers is 14 maart 2021 om 12 uur ('s middags). Ontvankelijke aanvraagdossiers zullen vervolgens worden beoordeeld door een multidisciplinaire jury op basis van de omschreven selectiecriteria (met ook een mondelinge toelichting op 21 maart 2021) waarna een voorstel van laureaat zal worden voorgelegd aan de gemeenteraad. Met elke laureaat zal vervolgens een samenwerkingsovereenkomst worden opgemaakt zodat de projecten kunnen starten op 1 september 2022. Projecten lopen ten laatste af op 30 juni 2026 (naar analogie met alle andere lopende samenwerkingsovereenkomsten lokaal sociaal beleid).
Het oproepreglement en aanvraagformulier zijn terug te vinden als bijlage.
bijgevoegde nota jeugdwelzijnsbeleid Aalst 2021-2025 goed te keuren en de de voorgestelde aanvullende acties jeugdwelzijn op te nemen in het lokaal sociaal beleidsplan 2020-2025, zoals gevoegd als bijlage.
akkoord te gaan met de lancering van de oproep 'voor opdrachten ter uitvoering van lokaal sociaal beleid 2020-2025 betreffende jeugdwelzijn', zoals gevoegd als bijlage, op 4 januari 2022.
Door in te zetten op het versterken van digitale vaardigheden van ouders wordt de ouderbetrokkenheid verhoogd. Het geeft de ouders de mogelijkheid om op de hoogte te blijven van de schoolloopbaan van hun kind. De meerwaarde van dit project is dat er zeer maatgericht gewerkt wordt en dat de ouders vertrouwd geraken met de specifieke digitale schoolomgeving van hun kinderen. Vanuit de dienst Onderwijs zijn we dan ook grote voorstander om dit project te verankeren in het flankerend onderwijsbeleid en adviseren we om deze samenwerkingsovereenkomst voor te leggen aan de gemeenteraad.
Team Inburgering adviseert positief: met de organisatie van digitale inloopmomenten wordt tegemoet gekomen aan de grotere vraag vanuit de scholen. Dit aanbod ondersteunt en versterkt (anderstalige) ouders om inzichten te verwerven in het digitale schoolleven en hoe zij digitale contacten met de school kunnen leggen. Op die manier zijn ouders actief betrokken en zijn de kinderen beter ondersteund.
De dienst Samenleving en integrale veiligheid geeft positief advies. Het ondersteunen van ouders bij digitale vaardigheden is een grote meerwaarde voor het versterken van de ouderbetrokkenheid op school. Bovendien sluit het project aan bij het lokaal sociaal beleidsplan, meer bepaald: “doelstelling 8.4.: De Stad zet in op het verhogen van ouderbetrokkenheid en een goede ouder-schoolsamenwerking.”
Tijdens het schooljaar 2020-2021 vormde Ligo (voordien Leerpunt) de vormingen van 'Ken je School' om tot digitale inloopmomenten op scholen om ouders te versterken in hun digitale vaardigheden. Deze ommezwaai gebeurde omwille van twee redenen:
Samen met Ligo, team Inburgering en de dienst Onderwijs van de Stad werd in schooljaar 2020-2021 een project uitgewerkt waarop de Aalsterse scholen konden intekenen. Tijdens dit project werd er op de school een maatgericht traject opgestart om ouders wegwijs te maken in het digitale schoolleven van hun kind(eren). In de loop van het schooljaar stelden 8 scholen zich kandidaat om dit op hun school te organiseren. In 5 scholen werden alle sessies al gegeven en werden in totaal 80 ouders/gezinnen bereikt. Door corona werd het op 3 scholen uitgesteld, maar zij organiseerden de sessies tijdens de eerste maanden van dit schooljaar. Door een bijkomende samenwerkingsovereenkomst werd er ook in de periode oktober-december 2021 nog aan 3 extra scholen een traject van digitale inloopmomenten aangeboden.
Door de positieve feedback van zowel de scholen, ouders als Ligo, willen we dit aanbod verankeren in het lokaal flankerend onderwijsbeleid van de Stad. Hiervoor werd een aanpassing gevraagd aan het meerjarenplan van 6 000 EUR op jaarbasis, waardoor er jaarlijks 6 scholen een traject op maat kunnen organiseren met Ligo. Om dit te formaliseren werd een samenwerkingsovereenkomst opgemaakt met Ligo (zie bijlage), die zal voorgelegd worden aan de gemeenteraad.
Na goedkeuring zal vanuit de dienst Onderwijs zal een communicatie naar de scholen gaan om dit aanbod bekend te maken en hen de mogelijkheid te geven hierop in te tekenen. Wanneer de interesse groter is dan wat kan aangeboden worden, zal er een keuze gemaakt worden op basis van kansarmoede-indicatoren van de aanvragende scholen. De andere scholen zullen op een wachtlijst gezet worden en krijgen de kans van zodra er nieuw budget beschikbaar is.
akkoord te gaan om de bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst met Ligo goed te keuren en te ondertekenen.
De toegekende subsidies en het advies vanwege de bedrijfsrevisor maken deze budgetwijziging en aanpassing meerjarenplanning noodzakelijk.
Goedkeuring van de budgetwijziging en aanpassing meerjarenplanning door de Raad van Bestuur van Energiehuis BEA in zitting van 28 oktober 2021.
Energiehuis BEA gaat over tot een budgetwijziging voor de periode 2021 - 2025. Hiermee wil Energiehuis BEA de toegekende subsidies voor de aanstelling van de renovatiecoach verankeren alsook de verstrekte energieleningen op een andere manier vermelden binnen het budget (op advies van de bedrijfsrevisor). Beide wijzigingen worden zowel op inkomstenzijde als op uitgavenzijde ingeschreven, waardoor ze budgetneutraal zijn (zie bijlage). Energiehuis BEA dient deze wijzigingen voor te leggen aan de Gemeenteraad.
De budgetwijziging periode 2021 - 2025 en aanpassing van de meerjarenplanning van Energiehuis BEA, zoals gevoegd als bijlage, goed te keuren.
Team Vergunningen & handhaving adviseert gunstig voor de samenwerking met SOLVA. De externe ondersteuning die de afgelopen jaren door de stad werd gezocht en gevonden, kwam vanuit verschillende bedrijven. Twee private ondernemingen en ook SOLVA boden al ondersteuning. Uit de analyse van die ervaringen blijkt dat SOLVA steeds het meest kwalitatieve werk opleverde. De opgeleverde dossiers vergden weinig intern werk om te kunnen voorleggen aan het college. Dat was bij de andere ondersteuningen vaak meer werk. Een ander voordeel van een samenwerking met SOLVA is dat op hun tarieven geen BTW van toepassing is. De uurtarieven liggen in lijn met die uit de private sector maar bij de private sector komt daar nog 21% BTW bovenop met als gevolg dat we bij SOLVA +/- 17% meer uren aan ondersteuning krijgen voor hetzelfde budget.
Het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014 en wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en wijzigingen.
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en wijzigingen.
De druk op het tijdig en kwalitatief behandelen van aanvragen tot omgevingsvergunning neemt verder toe. De afgelopen jaren was hierdoor voor team Vergunningen & handhaving RO geregeld externe ondersteuning vereist om alle aanvragen tijdig en kwalitatief te kunnen blijven behandelen in combinatie met alle andere bijhorende taken zoals het organiseren van voorbesprekingen voor het indienen van een aanvraag, het beantwoorden van vragen van externen via mail, telefoon en balie... In eerste instantie ging het om het opvangen van verlofperiodes met lagere bezetting of tijdelijke ondersteuning wanneer één of meerdere collega's langdurig uitvielen wegens ziekte.
Dit jaar is de ondersteuning evenwel veel utigebreider nodig geweest, het wordt een structurele nood om externe ondersteuning te hebben om alles te behandelen. De toegenomen complexiteit, het toegenomen aantal dossiers en enkele ontwikkelingen binnen het team maken dit noodzakelijk. Om het team beter te wapenen tegen de hogere druk, wordt de capaciteit al verder uitgebreid door lopende aanwervingen van een teamverantwoordelijke en het aanwerven van een bijkomende medewerker die het gezamenlijke ouderschapsverlof (4 personen elk 1/5 VTE) op zal vangen. Toch zal dit niet volstaan en wordt ook externe ondersteuning gezocht in 2022.
Het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst met SOLVA in functie van vergunningverlening, zoals gevoegd als bijlage, goed te keuren.
Positief advies dienst Economie: wijk-werken is een waardevol instrument om werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt de nodige werkervaring te laten opdoen. Geschikte werkvloeren waar er ook gewerkt kan worden aan arbeidsattitudes en competenties zijn hiervoor essentieel. Met deze prijswijziging komt de projectvereniging tegemoet aan de gebruikers en kan ze ook extra gebruikers aantrekken.
De projectvereniging Wijk-werken Aalst-Lede bestaat sinds 1 januari 2018 en is de opvolger van het PWA-systeem. Er zijn verschillende soorten gebruikers van het wijk-werken en zij betalen voor de prestaties van de wijk-werker met Wijk-werkcheques. Deze cheques kunnen een waarde hebben van 7,45 EUR, 6,95 EUR, 6,45 EUR of 5,95 EUR. Bij opstart werd er beslist om te werken met de hoogste chequeprijs, namelijk 7,45 EUR, omdat er nog geen duidelijk zicht was op de inkomsten en uitgaven verbonden aan de organisatie van het wijk-werken. Ondertussen is het organisatorische en financiële aspect van Wijk-werken Aalst-Lede wel duidelijk. Daarom wenst de projectvereniging de prijs van de Wijk-werkcheque te wijzigen. De raad van bestuur van de projectvereniging Wijk-werken Aalst-Lede besliste op 24 november 2021 om een prijswijziging door te voeren.
De belangrijkste redenen hiervoor zijn:
De projectvereniging Wijk-werken Aalst-Lede wenst de prijs van de wijk-werkcheque te wijzigen van 7,45 EUR naar 6,45 EUR en deze prijswijziging in te laten gaan vanaf 01/04/2022 teneinde voldoende tijd te hebben om hier vanaf 01/01/2022 over te kunnen communiceren naar alle gebruikers.
De projectvereniging Wijk-werken Aalst-Lede wenst de wijk-werkcheques t.w.v. 7,45 EUR die nog niet opgebruikt zijn op 01/04/2022 te compenseren door 1 EUR per niet opgebruikte cheque terug te betalen aan de gebruikers.
De prijs van de Wijk-werkcheque van de projectvereniging Wijk-werken Aalst-Lede te wijzigen van 7,45 EUR naar 6,45 EUR vanaf 1 april 2022.
Positieve advies dienst Economie: dankzij dit arbeidszorgproject krijgen mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt de kans om mee te draaien in een professionele organisatie en tegelijkertijd zijn de taken op maat van de medewerkers. Hoewel doorstroom bij arbeidszorg niet de prioriteit is, slagen soms ook medewerkers erin om door te groeien.
Positieve advies dienst Onderhoud openbaar domein - team Stadsreiniging: het werk van de medewerkers van Zorgzame buurt wordt ten zeerste gewaardeerd en sluit goed aan op de reguliere werking van het team Stadsreiniging.
Positieve adviesdienst Milieu en natuur: Zorgzame buurt is een waardevol project in de strijd tegen zwerfvuil. De samenwerking met De Loods verloopt zeer goed.
Zorgzame buurt is een project van Sociale Werkplaats De Loods waarbij arbeidszorgmedewerkers ingeschakeld worden om het zwerfvuil te ruimen in Groot-Aalst. De straten en routes worden vastgelegd i.s.m. de dienst Milieu en natuur en team Stadsreiniging van de stad Aalst. Deze samenwerking tussen de stad Aalst en SWP De Loods loopt al sinds 2009.
Na een positieve evaluatie op 20 september 2021 waarbij er vertegenwoordigers van SWP De Loods en de dienst Economie, dienst Milieu en natuur en team Stadsreiniging betrokken waren, wordt er daarom voorgesteld om de samenwerking te verlengen middels een nieuwe samenwerkingsovereenkomst.
De belangrijkste wijzigingen in de nieuwe samenwerkingsovereenkomst zijn:
De nieuwe samenwerkingsovereenkomst zal lopen vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2025.
De samenwerkingsovereenkomst met SWP De Loods voor het arbeidszorgproject 'Zorgzame buurt' voor de periode 2022-2025, zoals gevoed als bijlage, goed te keuren.
Duidelijke hiërarchie
Door het invoeren van het erfstatuut wordt een duidelijke hiërarchie tussen weggebruikers ingevoerd. Voetgangers zijn ten allen tijde prioritair op bestuurders van fietsen en wagens.
Schoolomgeving
Het erfstatuut is gepast in schoolomgevingen omdat het specifiek aandacht voor kinderen vraagt en de snelheid beperkt is tot 20 km/u
Handhaving
Gezien het erfstatuut duidelijke bepalingen bevat over het snelheidsregime en het parkeren in de straat, wordt handhaven van deze zaken makkelijker en kan de straat ook in deze zin worden ingericht.
Advies politie (verkeer)
Wij wensen de wegbeheerder er op te wijzen dat wij vrezen dat de dichtheid van het autoverkeer tijdens de piekuren te hoog zal zijn om te voldoen aan de voorafgaande voorwaarden zoals bedoeld in de MOB (Ministeriële Omzendbrief van 23/07/1978 betreffende de woonerven (BS 28/06/1978) (zie punt 2.a.2 van advies in bijlage). De oorzaak hiervan is ons inziens terug te vinden in het dubbel houden van de rijrichting op het Werfplein tussen Vaartstraat en Burchtstraat bij het invoeren van het circulatieplan op 16 augustus 2021.
Principieel is de dienst Verkeersadvies het voorstel tot het bestendigen van het erfstatuut in de Molenstraat gunstig genegen.
Advies dienst Onderwijs
De dienst Onderwijs adviseert positief voor het definitief toekennen van het erfstatuut voor de centrumstraten. We zien dit als een belangrijke stap in het proces naar de verkeersveilige schoolomgevingen. We blijven de nodige aandacht vragen om de betrokken scholen voldoende te informeren en met hen in overleg te gaan.
Advies dienst Economie
De dienst Economie ziet een positief effect van het erfstatuut op de beleving in de Molenstraat. Het ontwerp met maximaal behoud van parkeerplaatsen werd eerder besproken en goedgekeurd. Het toekennen van het erfstatuut aan de Molenstraat geeft voetgangers voorrang op auto’s. Het blijft evenwel belangrijk dat doorgaand autoverkeer op een veilige manier mogelijk blijft voor de ganse Molenstraat.
Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968
Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg
Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald
Uitvoeringsbesluit van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
Omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009
Bij de heraanleg van de Molenstraat werd ervoor gekozen om gemotoriseerd verkeer onbeperkt toegang te geven tot de Molenstraat. Toch wordt er gestreefd om de bezoekers van winkels en horeca maximaal de ruimte te geven om de vernieuwde straat op een positieve manier te beleven. Dit is mogelijk door het toekennen van het erfstatuut aan de Molenstraat. Een statuut dat wordt ingezet op plaatsen waar veel voetgangers van de straat gebruik maken.
Na corona werd, in het kader van de exitstrategie voor duurzame modi op gemeentewegen, eerder al ruimte gecreëerd voor voetgangers in de winkelstraten door het invoeren van een erfstatuut in de Molenstraat.
Deze maatregel kent volgende effecten:
De Molenstraat het erfstatuut toe te kennen zoals beschreven in de wegcode onder artikel 22bis van het koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg.
Het aanvullend reglement van de politie op het wegverkeer dat als bijlage werd toegevoegd, goed te keuren.
Dit reglement ter kennisgeving over te maken aan het departement MOW.
Team Mobiliteit stelt voor om de arcering te verwijderen en de ruimte om te vormen tot een parkeerstrook van 4 parkeerplaatsen. Dit sluit beter aan bij de parkeernoden van de huisartsenwachtpost. De arcering kan weg, aangezien die gekoppeld was aan zichtbaarheid voor aan- en afrijroutes van de toenmalige carwash.
Door de hogere nood aan parkeerplaatsen zowel in het weekend als recent ook tijdens de week en om optimaal patiënten te kunnen laten parkeren/circuleren aan de huisartsenwachtpost stelt team Mobiliteit voor om kortparkeren 'max 1u met parkeerschijf 9-19u' in te richten op de bovengenoemde parkeerstrook van 4 parkeerplaatsen. Dit kan ingaan vanaf januari 2022 wanneer ook de rest van Rechteroever betalend wordt. Op die manier zijn controles door de parkeerbeheerder op een frequente manier mogelijk.
Het kortparkeren is ten behoeve van de omgeving, namelijk de huisartsenwachtpost, het advocatenkantoor en andere omliggende zaken.
De andere parkeerplaatsen nabij deze strook blijven onbeperkt in parkeerduur.
Adviezen
Gunstig advies verkregen van AWV district Aalst.
Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968
Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg
Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald
Uitvoeringsbesluit van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
Omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009
Vandaag is er op de Leopoldlaan, net voor de huisartsenwachtpost, een gearceerde strook (foto's zie bijlage). Vóór de coronapandemie was de HWP enkel in het weekend operationeel. Vanwege een uitbreiding van het wachtgebied en bijgevolg van patiënten uit naburige gemeenten en omdat er sinds de coronacrisis ook in de week wordt gewerkt is er een verhoogde nood aan parkeerplaatsen.
De gearceerde strook om te zetten in een parkeerstrook voor 4 parkeerplaatsen THV Leopoldlaan 44.
Kortparkeren 'max 1u met parkeerschijf 9-19u' in te voeren op de bovengenoemde parkeerstrook. (Omdat er geen specifiek uurvenster wordt vermeld op de borden is de standaardregeling van toepassing: van maandag tot en met zaterdag, van 9u tot 18u.)
Dit aanvullend reglement wordt voor goedkeuring overgemaakt aan de Afdeling Vlaams Huis voor de Verkeersveiligheid.
Overwegende dat de bewoner van de woning met huisnummer 14 in de Schietbaan een aanvraag indiende tot het instellen van een parkeerplaats voorbehouden voor personen met een beperking. Overwegende dat de aanvraag tot het instellen van een voorbehouden plaats in de nabijheid van de woning van de aanvrager, gunstig geadviseerd wordt.
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988;
Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005;
Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
Gelet op het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;
Gelet op het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op de omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009;
Gelet op het beleidsplan Mobiliteit, definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 19 september 2017.
Er zijn geen voorbehouden parkeerplaatsen de dag van vandaag en er wordt een aanvraag gedaan voor een voorbehouden plaats.
In de volgende straat wordt een parkeerplaats voorbehouden voor personen met een beperking ingesteld: Schietbaan 14 Aalst.
Deze parkeerplaats wordt aangeduid met het verkeersbord Fig. E9a en het onderbord met daarop het pictogram van een rolstoel en een blauwe omranding van de parkeerplaats.
Dit aanvullend reglement wordt voor kennisneming overgemaakt aan de Afdeling Vlaams Huis voor de Verkeersveiligheid.
Het doel van de signalisatie 'betalende zoneborden' is om het volledige netwerk van straten af te dekken en dit op een duidelijke wijze zodat de bestuurder steeds goed kan zien dat men dient te voldoen aan het betalend regime. Op basis van deze doelstelling wordt er gekozen om regelmatig herhalingsborden te voorzien. Deze zijn niet verplicht maar zijn extra ondersteunend om de zichtbaarheid van het regime te verhogen.
Zie bijlage voor het aanvullend reglement en een begeleidend plannetje om dit visueel te ondersteunen.
De Nieuwe Gemeentewet 24 juni 1988, artikel 119;
Het Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens, artikel 4, § 1, 2de lid en artikel 5, §1, 2de lid;
De beslissing wordt genomen op grond van:
In juni werd een nieuw parkeerbeleid goedgekeurd met onder andere invoering van betalend parkeren op Rechteroever binnen de ring. Conform de wegcode dienen deze betalende zones gesignaleerd worden met zonale verkeersborden.
Akkoord te gaan met aanvullend reglement in bijlage.
Dit aanvullend reglement voor kennisneming aan de Afdeling Vlaams Huis voor de Verkeersveiligheid over te maken.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Fatma Yildiz.
Sociaal-economisch zwakkere leerlingen worden onevenredig hard getroffen door de coronamaatregelen. Er wordt door sommige scholen opnieuw overgeschakeld naar gedeeltelijk afstandsonderwijs, met digitale lessen en opdrachten. Niet alle gezinnen hebben middelen om die overgang optimaal te kunnen maken. Gezinnen met lage socio-economische status hebben vaak minder leefruimte, geen eigen studeerruimte en/of toegang tot digitale leermiddelen (laptop, tablet).
Zo was er na de (nochtans succesvolle) actie Digitaalst nog steeds geen laptop voor elke Aalsterse leerling voorzien. Een eigen digitaal toestel is nochtans onontbeerlijk voor het volgen van live-lessen, het maken van taken en het raadplegen van allerhande documenten via Smartschool.
Vorig schooljaar werden reeds enkele trajecten rond het versterken van digitale vaardigheden georganiseerd op diverse scholen. Deze werden als zeer waardevol ervaren. Ouders krijgen op maat van hun behoeften vorming over de gebruikte toepassingen van de school van hun kinderen en blijven zo digitaal betrokken bij de schoolloopbaan van hun kind(eren). Tijdens de eerste maanden van het schooljaar 2021-2022 wil de Stad in samenwerking met Ligo opnieuw vormingstrajecten voor ouders organiseren op 3 scholen.
Vragen
over de interpellatie van raadslid Fatma Yildiz aangaande 'Leermogelijkheden voor de Aalsterse jeugd in tijden van Covid-19'.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Steve Herman.
Op maandag 6 december ll. vernamen we het faillissement van de Vlaamse Energieleverancier uit Aalst. Dit is de firma waarmee de vzw BEA heeft samengewerkt bij de laatste groepsaankoop voor elektriciteit en aardgas.
De Vlaamse Energieleverancier kwam met haar lage energietarieven als grote winnaar uit de bus. Anderhalf jaar na datum gooit deze stuntaanbieder echter de handdoek in de ring. Veel van de klanten kregen eerst nog een veel hogere voorschotfactuur of zelfs een eindafrekening zonder opname van de teller. Omdat klanten bij een faillissement geen bevoorrechte schuldeisers zijn, zijn ze door het verplicht gebruik van de domiciliering hun geld waarschijnlijk kwijt.
Hoeveel Aalsterse gezinnen namen deel aan deze groepsaankoop?
Zal de stad Aalst hen steunen zodat zij een nieuwe leverancier vinden of welke ondersteuning verleent de stad aan klanten die door het faillissement getroffen zijn?
Wat gebeurt er met de mensen die nog een tegoed hebben na hun recente jaarlijkse afrekening, alsook de voorschotten die reeds werden betaald?
De meest agressieve en (tijdelijk) goedkope speler op de markt blijkt niet altijd de veiligste optie. Zou het niet beter zijn om in de toekomst met gevestigde bedrijven in zee te gaan en zal bij een nieuwe groepsaankoop ook de solvabiliteit van de deelnemende bedrijven aan een onderzoek worden onderworpen?
Welke maatregelen zal de stad nemen om bij toekomstige groepsaankopen de financiële risico's te beperken ?
Zijn er eventueel nog toegewezen dubieuze leveranciers waarvan de stad kennis heeft of verwacht dat zij bij georganiseerde groepsaankopen de handdoek in de ring zouden gooien?
over de interpellatie van raadslid Steve Herman aangaande 'Faillissement Vlaamse Energieleverancier'.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De gemeenteraad wordt verzocht akte te nemen van het schrijven van 29 november 2021 van de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen inzake de goedkeuring van de jaarrekening over het financiële boekjaar 2020 van de stad Aalst.
Deze jaarrekening werd goedgekeurd door de gouverneur. Het nazicht van dit beleidsrapport heeft niet geleid tot formele opmerking.
Akte te nemen van het schrijven van 29 november 2021 van de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen inzake de goedkeuring van de jaarrekening over het financiële boekjaar 2020 van de stad Aalst.
Het Decreet lokaal bestuur, artikel 41;
De wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, artikel 68 en 134;
Het koninklijk besluit van 2 februari 2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de hulpverleningszones, artikel 8, 6°;
Het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de hulpverleningszones;
Het besluit van de zoneraad van 26 november 2021 houdende goedkeuring van de begroting 2022 van de Hulpverleningszone Zuid-Oost.
De zoneraad heeft voor begrotingsjaar 2022 het budget van de Hulpverleningszone en de bijdragen van de stad Aalst als volgt vastgesteld:
|
Budget HVZ Zuid-Oost |
Dotatie Aalst | |
|
Gewone dienst |
22 278 387,36 EUR |
6 442 161,- EUR |
|
Buitengewone dienst |
5 610 817,66 EUR |
1 760 060,93 EUR |
zijn akkoord te verlenen met de vastgestelde dotaties ten voordele van de Hulpverleningszone Zuid-Oost voor exploitatie en investeringen:
- Dotatie gewone dienst 6 442 161,- EUR
- Dotatie buitengewone dienst 1 760 060,93 EUR
Een afschrift van dit besluit zal doorgestuurd worden aan de Federale dienst gouverneur, t.a.v. mevrouw Ina Focke, Kalandeberg 1, 9000 Gent en de Voorzitter van de hulpverleningszone Zuid-Oost, mevrouw Tania De Jonge, Centrumlaan 100, 9400 Ninove.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De omzendbrief 2019/4 van 03 mei 2019 betreft de opmaak van een nieuw meerjarenplan 2020 - 2025.
De omzendbrief 2020/3 van 18 september betreft de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
De aanpassing meerjarenplan 4 / 2020 - 2025 deel OCMW goed te keuren, zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn en overeenkomstig de bijlagen. De kredieten voor 2022 worden eveneens vastgesteld.
Afschrift van onderhavige beslissing wordt aan de provinciegouverneur bezorgd via het loket lokaal bestuur.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De omzendbrief 2019/4 van 03 mei 2019 betreft de opmaak van een nieuw meerjarenplan 2020 - 2025.
De omzendbrief 2020/3 van 18 september betreft de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
De aanpassing meerjarenplan 4 / 2020 - 2025 vast te stellen, overeenkomstig de bijlagen. De kredieten voor 2022 worden eveneens vastgesteld.
Afschrift van onderhavige beslissing wordt aan de provinciegouverneur bezorgd via het loket lokaal bestuur.
In het Decreet Lokaal Bestuur is voorzien dat de bevoegdheid tot het vaststellen van subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies toekomt aan de raad. De raad moet dus een besluit nemen voor de nominatieve toekenning van elke subsidie. Het overzicht per boekjaar van de toegestane werkings- en investeringssubsidies die in de documentatie bij het meerjarenplan was toegevoegd is onvoldoende. Het Decreet Lokaal bestuur heeft de toekenning van nominatieve subsidies losgekoppeld van de beleidsrapporten.
De nominatieve subsidies zoals opgenomen in bijlage bij dit besluit werden voorzien in het meerjarenplan 2020-2025.
Artikel 41 2de lid , 23° van het DLB bepaalt dat de raad haar bevoegdheid voor het vaststellen van subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies niet kan delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen.
De nominatieve toelagen zijn toelagen die niet worden toegekend op basis van een toelagereglement maar waarvoor de bedragen en begunstigden expliciet worden vastgelegd in dit besluit.
Als nominatieve toelagen worden beschouwd :
1° De toelagen die volgens een wet of decreet als verplichting worden opgelegd aan de stad zoals deze voor de politiezone, hulpverleningszone, erediensten en verzelfstandigde agentschappen.
2° tussenkomsten in de werking of in de kosten van samenwerkingsverbanden, verenigingen, organisaties , burgers,… die niet kostendekkend zijn en die geen rechtstreekse dienstverlening aan de stad leveren.
Onder niet nominatieve toelagen worden verstaan.:
1° Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (interlokale vereniging, projectvereniging, dienstverlenende vereniging, opdrachthoudende vereniging) , verenigingen , organisaties, … waarvan de stad dienstverlening afneemt en waarvoor een gelijkwaardige economische waarde betaald wordt (rubriek goederen en diensten).
2° Lidgelden : deze bevatten meestal ook een deel ondersteuning (dienstverlening) aan de stad.
3° Ad hoc schenkingen aan een goed doel op basis van een georganiseerd evenement of iets dergelijks.
De toegekende subsidie zal door de begunstigde uitsluitend gebruikt worden ten bate van de vereniging of organisatie.
Voor de uitbetaling van de toelage dient de begunstigde jaarlijks een aanvraag te doen.
De begunstigde moet ook aantonen dat deze subsidie wordt aangewend als tussenkomst in de werking of in de kosten.
De begunstigde is gehouden tot het terugbetalen van de subsidie indien niet wordt voldaan aan de algemene principes en voorwaarden van dit besluit.
De nominatieve subsidies opgenomen als bijlage in dit besluit worden goedgekeurd.
Het is van het grootste belang dat de tekst van een retributie duidelijk is zonder interpretatiemogelijkheden. Vandaar dienen nog een aantal zaken verduidelijkt te worden.
Artikel 173 van de Grondwet.
Wet van 22 februari 1965 waarbij aan de gemeenten wordt toegestaan parkeergeld op motorrijtuigen in te voeren.
Artikel 67bis van de wet betreffende de politie over het wegverkeer van 16 maart 1968.
Artikel 37 van de wet van 7 februari 2003 houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid.
Wet van 20 juli 2005 tot wijziging van de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer.
Wet van 20 maart 2007 tot wijziging van de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer en van de wet van 22 februari 1965 waarbij aan de gemeenten wordt toegestaan parkeergeld op motorrijtuigen in te voeren.
Decreet van 9 juli 2010 houdende de invordering van parkeerheffingen door parkeerbedrijven.
KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (wegcode).
MB van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap.
MB van 9 januari 2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart.
Op 29 juni 2021 werd door de gemeenteraad een nieuw parkeerbeleid goedgekeurd met onder andere invoering van betalend parkeren op Rechteroever binnen de ring.
Als gevolg werd een nieuw retributiereglement goedgekeurd.
Dit retributiereglement heeft nood aan enkele aanpassingen.
Het gemeenteraadsbesluit van 29 juni 2021, houdende de vestiging van een retributie op het parkeren vanaf 10 januari 2022, wordt aangepast als volgt:
In artikel 3 worden volgende aanpassingen doorgevoerd:
De tekst van alinea 3.4. wordt volledig vervangen door: "Betalende zone 1 (Rood): Straten of pleinen met betalend parkeerregime met een maximum parkeerduur van 2 uur. Tot deze zone behoren: Albert Liénartstraat, Alfred Nichelstraat, Anna Snelstraat, Appelstraat, Arbeidstraat (deel tussen Nieuwbeekstraat en Keizersplein), Bauwensplein, Begijnhof, Bert Van Hoorickstraat, Burchtstraat, Cumontstraat, Denderstraat, Esplanadeplein, Esplanadestraat, Fabriekstraat, Gentsestraat, Geraardsbergsestraat (tussen Keizersplein en Hugo Lefèvrestraat), Graanmarkt, Houtmarkt, Kanunnik Colinetstraat, Keizersplein, Majoor Charles Claserstraat, Molenstraat, Nestor de Tièrestraat, Pontstraat, Sint Jozefstraat, Stationsstraat, Van Wambekekaai, Veldstraat, Vlaanderenstraat, Vooruitgangstraat, Vredeplein, Vrijheidstraat, Werf, Windmolenstraat, Withuisstraat, Zonnestraat, Zwarte Zusterstraat en Sterherenstraat.";
De tekst van alinea 3.5. wordt volledig vervangen door: "Betalende zone 2 (Bruin): : Straten of pleinen met betalend parkeerregime en een maximum parkeerduur van 3 uur. Tot deze zone behoren: Houtmarkt, Molendries, Hoveniersstraat, Varkensmarkt, Moorselbaan, Onze Lieve Vrouwplein, Appelstraat, Bleekveld (gedeeltelijk), Bergemeersenstraat, Laborstraat, Doolhofstraat, Pastoor Lauwereysstraat, Sint Vincentiusstraat, Groenstraat, Slotstraat, Binnenstraat (deel tussen Moorselbaan en Leopoldlaan), Rapestraat, Twee Hagenstraat, Bolleweg, Polydoor de Paepestraat, Pieter Daensstraat, Sinte Gudulastraat, Jan de Windstraat, , Dokter de Moorstraat, Violettestraat, Borluutstraat, Korte Moutstraat, Moutstraat, Josse Ringoirkaai, Houtkaai, Pierre Corneliskaai (deel tussen Josse Ringoirkaai en Nieuwbrugstraat), Treinstraat, Walstraat, Hoge Vesten, Frits De Wolfkaai, Leo Gheeraerdtslaan (deel tussen Walstraat en Treinstraat), Zegepraalstraat, Schutterstraat, Liefdadigheidstraat, Tramstraat, Nieuwbrugstraat, Verbrandhofstraat, Hertshage, Weverijstraat, Brouwerijstraat, Drie Sleutelsstraat, Bredestraat (deel tussen Leopoldlaan en Jan blijstraat), Jasmijnstraat, Tulpestraat, Jan Blijstraat, Dokter de Moorstraat, Frans Breckpotwijk, Lazaretstraat, Hospitaalstraat, Gasthuisstraat, Bedrijvingsstraat, Politieke Gevangenenstraat, Parking Klein Begijnhof en Pieter Daensstraat.";
Alinea 3.7. wordt volledig geschrapt;
Alinea 3.8. wordt volledig geschrapt;
Alinea 3.9. wordt 3.7. en de begrippen "zone 1" & "zone 2" worden respectievelijk vervangen door "betalende zone 1 (Rood)" & "betalende zone 2 (Bruin)";
Alinea 3.10. wordt volledig geschrapt aangezien dit reeds beschreven staat onder artikel 12.4.;
Alinea 3.11. wordt "3.8. Blauwe zone";
Alinea 3.12. wordt "3.9.Shop & go";
Alinea 3.13. wordt "3.10. Bewonerszone";
Alinea 3.14. wordt "3.11. Buurtparkings";
Alinea 3.15. wordt "3.12. Verkeersreglement".
In artikel 6 wordt volgende aanpassing doorgevoerd:
In alinea 6.1.6. wordt paragraaf 1 vervangen door "In zone 1 en 2 kan er gedurende een half uur gratis geparkeerd worden. Dit gratis half uur wordt geactiveerd hetzij via de parkeerautomaat, hetzij digitaal op basis van een sms of parkeer-app. Per nummerplaat kan maximum 1 gratis half uur geactiveerd worden per dag op het hele grondgebied." .
In artikel 8 wordt volgende aanpassing doorgevoerd:
Artikel 8 Parkeren in een bewonerszone: De tekst in paragraaf 2 van alinea 8.1. "Ook houders van een (digitale) gemeentelijke parkeerkaart 'zorgverstrekkers' mogen parkeren op een bewonersplaats." wordt vervangen door: "Ook houders van een (digitale) gemeentelijke parkeerkaart 'zorgverstrekkers' & voor voertuigen die gebruikt worden door een door de stad Aalst erkende autodeelorganisatie mogen parkeren op een bewonersplaats.".
In artikel 9 wordt volgende aanpassing doorgevoerd:
Alinea 9.1. De tekst "De parkeerplaatsen voorbehouden voor het opladen van elektrische voertuigen worden uitgerust met een oplaadpunt en mogen enkel worden ingenomen door elektrische voertuigen voor zover het voertuig effectief opgeladen wordt. Het opladen zal blijken uit het al dan niet aangesloten zijn van het voertuig op het oplaadpunt door middel van de stekker." wordt aangevuld met: "en waarbij een duidelijke indicatie op het voertuig aangeeft dat er geladen wordt".
Deze aanpassingen zullen overeenkomstig de decretale bepalingen bekendgemaakt worden op de website van de stad Aalst.
In het kader van de opdracht “Cluster Facility. Aankoop van een kantoorcontainer voor kinderdagverblijf Molenwiekje” werd een bestek met nr. 21/I-127 opgesteld. (bijlage)
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 35 670 EUR exclusief btw of 43 160,70 EUR inclusief 21% btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 139 000 EUR niet).
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
De opdracht betreft de aankoop van een kantoorcontainer. De werken omvatten het leveren en plaatsen van een bureaucontainer bestaande uit aaneengeschakelde geprefabriceerde modules met functie: gespreksruimte, bureauruimte en sas.
Het prefabgebouw wordt aangekocht en zal er ca. 6 jaar staan (maximaal 18 jaar) als vrijstaand kantoortje bij kinderdagverblijf Molenwiekje (wat ook een modulaire constructie is).
Het bijzonder bestek met nr. 21/I-127 en de raming voor de opdracht “Cluster Facility. Aankoop van een kantoorcontainer voor kinderdagverblijf Molenwiekje”, worden vastgesteld. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 35 670 EUR exclusief btw of 43 160,70 EUR inclusief 21% btw.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van het meerjarenplan 2020-2025 onder budgetlijn MJP000311-AC000239 – 0945-08/2210007.
In het kader van de opdracht “Cluster Facility. Restauratie Sint Martinuskerk fase IX” werd door de ontwerper, Perspectiv architecten, een bestek met nr. 21/I-71 (P278F9) opgesteld.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 4 272 272,40 EUR. excl. btw of 5 169 449,60 EUR incl. btw (btw verlegd) (deels gesubsidieerd door Onroerend Erfgoed)
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure met Europese bekendmaking.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 18 november 2013 om de opdracht “Aanstelling van een ontwerper voor de restauratie van de Sint-Martinuskerk, Priester Daensplein te Aalst. Bestek 13/I-324.” te gunnen aan bvba Architectenbureau Karel Breda (Perspectiv architecten), Kerkplein 4 te 1930 Zaventem tegen een vast ereloonpercentage van 10%. De ontwerper werd aangesteld voor de volledige begeleiding van het restauratiedossier.
Het beleids- en ontsluitingsplan voor de restauratie van de Sint Martinuskerk werd ingediend (07/2015) bij de Vlaamse Overheid in kader van de meerjarenovereenkomst.
De negende fase van de restauratiewerken aan de Sint-Martinuskerk te Aalst betreft het interieur van het transept met inbegrip van de omgevende zijbeuken alsook de viering en meer bepaald:
- restauratie interieur deel transept + viering: wanden en opgaande structuren, vloeren, gewelven
- restauratie aangrenzende glasramen die nog geen deel uitmaakten van de restauratiewerken fase 5
- conservatie/restauratie van de monumentale altaren met inbegrip van conservatie/restauratie een set altaarkleden per altaar
- conservatie/restauratie altaarschilderijen overige schilderijen in deze zone van de kerk
- conservatie/restauratie van vast houten meubilair in deze zone
De uitvoeringsperiode van deze werken is voorzien van 01/09/2023 tot en met 31/08/2025.
Het bijzonder bestek met nr. 21/I-71 (P278F9) en de raming voor de opdracht “Cluster Facility. Restauratie Sint Martinuskerk fase IX”, opgesteld door de ontwerper, Perspectiv architecten, Kerkplein 4 te 1930 Zaventem worden vastgesteld. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 4 272 272,40 EUR. excl. btw of 5 169 449,60 EUR incl. btw (btw verlegd).
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure met Europese bekendmaking.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 onder budgetlijn MJP000204 – AC000249 – 0790-08/2210007.
In het kader van de opdracht “Cluster Vrije tijd. Raamovereenkomst voor het leveren en plaatsen van speeltoestellen voor een periode van maximum vier jaar” werd een bestek met nr. 21/MJI-100/22-26V opgesteld. (bijlage)
De opdracht zal worden afgesloten voor een duur van een jaar, daarna is de opdracht nog driemaal stilzwijgend verlengbaar met een periode van een jaar. De maximale looptijd bedraagt altdus vier jaar.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 80 000 EUR incl. btw per jaar of 320 000 EUR voor de maximale periode van vier jaar.
Deze raming overschrijdt de limieten van de Europese bekendmaking.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36 en artikel 57 en artikel 43.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Team Jeugd stelt voor om voor het leveren en plaatsen van speeltoestellen over te gaan tot de opmaak van een raamovereenkomst voor een periode van één jaar die stilzwijgend kan verlengd worden tot 4 jaar. Er zou gebruik gemaakt worden van minicompetities per terrein. Alle stadsdiensten kunnen hiervan gebruik maken volgens noodzaak.
Elke deelopdracht met mini-competitie zal voorgelegd worden aan het college van burgemeester en schepenen.
Het bijzonder bestek met nr. 21/MJI-100/22-26V en de raming voor de opdracht “Cluster Vrije tijd. Raamovereenkomst voor het leveren en plaatsen van speeltoestellen voor een periode van maximum vier jaar”, worden vastgesteld. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 80 000 EUR incl. btw per jaar of 320 000 EUR voor de maximale periode van vier jaar.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van het meerjarenplan onder budgetlijnen MJP000577.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Ann Van de Steen.
Ons mooie volksfeest lonkt om de hoek, maar donkere wolken overschaduwen nu reeds voor een tweede jaar de feestvreugde. We hebben er allemaal nood aan om de remmen los te laten. Jammer genoeg moeten we dit idee nog even in de kast bewaren, daar het virus nog steeds de bovenhand heeft in onze samenleving. Onzekerheid splits de Aalstenaar in twee kampen. Sommigen laten het liever los en dromen al van de popverbranding op de grote markt. Anderen verafschuwen het idee en verkiezen zekerheid en veiligheid.
Is het in deze tijden nog verantwoord dat er door dit stadsbestuur getalmd wordt? Eén van de meerderheidspartners geeft al klare wijn geschonken en kiest resoluut voor het schrappen van carnaval 2022.
Er was best wel wat commotie omtrent de uitspraken van Open Vld in de kranten. De grote aantallen vragen en opmerkingen van de burgers tonen dat er dringend nood is aan duidelijkheid, maar tussen al deze meningen lazen we, ook wel eigen aan Aalstenaars, interessante ideeën.
In het verleden hebben we reeds meerdere keren gevraagd om een tegemoetkoming aangaande de huur van de carnavalshallen en de privéhuur voor andere groepen te bekijken. Is dit reeds gebeurd? Kunnen we vanuit de stad geen extra moeite doen om de AKV’s een hart onder de riem te steken? Voor vele groepen staat het water reeds boven de lippen.
Daarom vragen wij:
over de interpellatie van raadslid Ann Van de Steen aangaande 'Duidelijkheid omtrent Carnaval aan de orde'.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Els Van Puyvelde.
Gezien de huidige coronaregels die eind dit jaar weer aangepast gaan worden en afhankelijk van de huidige cijfers op dat moment van coronabesmettingen en het aantal opgenomen covidpatienten in de ziekenhuizen, ziet het er wel naar uit dat onze winterfoor zou kunnen doorgaan mits het hanteren van naar alle waarschijnlijkheid een aantal maatregelen. Maar is dit ook zo?
Blijkbaar heeft de stad een oproep gelanceerd om kermisattracties aan te trekken om onze pleinen te bezetten met carnaval. Dit vind ik al een zeer raar gegeven. De meeste foornijveraars hebben een vast contract van 5 j dat stilzwijgend wordt verlengd. En zij snakken om te kunnen uitrijden en hun attractie te mogen en kunnen opzetten op de eerste grote foor van het jaar. Toch krijgt men de verschillende foorpleinen niet vol!?
Nu blijkt dat op alle grote pleinen blauwe zones voorzien zijn zodoende dat elk jaar op meerdere pleinen een andere nieuwe attractie kan komen te staan. Dit zou zo genoteerd worden om de foorpleinen aantrekkelijker te maken. Zo wordt er elk jaar een concessie uitgeschreven voor het volgende jaar. Dus het komt erop neer dat ze niet altijd zeker zijn dat ze het volgende jaar mogen terugkomen en dat het ook niet zeker is dat ze op hun zelfde plaats mogen staan! Voor grote attracties lijkt me dat moeilijker vandaar dat die meestal wel op hun zelfde plaats staan maar voor kleine kramen is dit anders. Nochtans dacht ik te weten dat zij een vaste plaats krijgen die ook vastgelegd is in het contract! Of dit moet de laatste 10 j toch veranderd zijn.
Maar concreet blijkt er nu dus veel minder interesse te zijn van de foornijveraars voor onze Winterfoor. Zou dit dan niet kunnen komen door het feit dat er nog teveel onzekerheid is over het wel al dan niet doorgaan van ons carnavalsfeest?
Ik vind het dan nu echt wel hoog tijd dat de stad eens duidelijke taal spreekt over het al dan niet doorgaan van zowel carnaval als de winterfoor.
Vandaar de volgende vragen:
over de interpellatie van raadslid Els Van Puyvelde aangaande 'Wat met de Winterfoor 2022'.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Sarah De Bruecker.
Op 3 december lazen we dat de werf alle voorstellingen annuleerde. Dit na de aankondiging tijdens het overlegcomité waardoor maar 200 aanwezigen zijn toegelaten bij voorstellingen. Waarom heeft de stad niet overwogen om de Werf open te houden, zij het met een mindere bezetting en meer gespreide voorstellingen? Zo zijn er steden waar artiesten voorstellingen 2 maal organiseren om het publiek te spreiden en alsnog open te blijven. Bezoekers die een ticket hadden aangeschaft krijgen deze terugverdiend. Maar wat met de artiesten, krijgen deze een vergoeding uitbetaald of wordt er gebruik gemaakt van een COVID clausule waardoor bij geannuleerde voorstellingen door COVID de artiesten slechts een deel of geen vergoeding betaald krijgen ?
Ook zou een digitaal aanbod een mooie aanvulling kunnen vormen in deze COVID tijden. De laatste tijd is het hier echter zeer stil rond. Na de communicatie hierover in het voorjaar hebben we hierover weinig nieuws gehoord. De stad ontving hiervoor nochtans Vlaamse middelen om in te investeren.
Hierbij hebben wij vanuit onze fractie de volgende vragen:
over de interpellatie van raadslid Sarah De Bruecker aangaande 'Cultuuraanbod in COVID tijden'.
De bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur.
Voor de bouw van een windturbine te Erembodegem, Waterkeringstraat, bedrijventerrein Zuid IV, sloot Solva een contract af met Electrabel nv.
Electrabel nv droeg deze overeenkomst over aan Wind4Flanders Projects Alfa.
Dit contract dient omgezet in een notariële akte, waarin de opstalrechten met erfdienstbaarheden geregeld worden voor een periode van 25 jaar.
Aangezien de stad, als wegbeheerder, in de toekomst eigenaar wordt van het openbaar domein van de Waterkeringstraat te Erembodegem, dient zij reeds op de hoogte te zijn van de afgesloten voorwaarden recht van opstal en vestiging erfdienstbaarheden omdat bepaalde van die erfdienstbaarheden ook het openbaar domein gaan bezwaren.
De ontwerpakte recht van opstal en erfdienstbaarheden voor windturbine te Aalst-Erembodegem werd opgemaakt door notaris Xavier Desmet, notaris te Antwerpen, houder der minuut, met tussenkomst per video-conferentie van notaris Nicolas Moyersoen, te Aalst, aangaande de percelen te Aalst-Erembodegem, 12°afdeling, sectie B, nummers 1641 L2 P0000, 1641 Z P0000 en 1641 P2 P0000 en omvat:
clausules opstal:
deze percelen zijn en blijven in eigendom van Solva.
clausules erfdienstbaarheden, voor de duur van het opstalrecht:
Exclusiviteit
Voor wat betreft het perceel 1641 P2 P0000 verbindt de eigenaar zich ertoe om aan derden op het goed geen rechten te verlenen, met betrekking tot de realisatie van een windturbineproject of enig ander project dat de veiligheid en/of de efficiënte exploitatie van een toekomstig windturbinepark op of in de omgeving van het goed in gevaar zou brengen, binnen een straal van 70m ten opzichte van de mast van de windturbine.
Voorgaande clausules hebben betrekking op de stad in het kader van de latere overname van de wegenis van de Waterkeringstraat, met name het perceel 1641 P2 P0000.
De gevestigde erfdienstbaarheid non aedificandi , het recht van overhang van de wieken van de windturbine en het exclusiviteitsbeding worden bij overname van de wegenis mee overgenomen naar de stad.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 6 december 2021 kennis te nemen van de clausules erfdienstbaarheid non aedificandi , het recht van overhang van de wieken van de windturbine en exclusiviteit, vermeld in de akte "Rechten van opstal en erfdienstbaarheden voor windturbine te Aalst-Erembodegem", die betrekking hebben op de later over te nemen percelen door de stad om op te nemen in het openbaar domein, op basis van de ontwerpakte tussen Solva en Wind4Flanders Projects 4, opgemaakt door notaris Xavier Desmet, notaris te Antwerpen, houder der minuut, met tussenkomst per video-conferentie van notaris Nicolas Moyersoen, te Aalst.
In zelfde zitting werd beslist voormelde akte ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 21 december 2021 en gelet dat het openbaar domein mettertijd bezwaard wordt met erfdienstbaarheden van overhang wieken over openbaar domein, een vergoedingsregeling na te streven lastens exploitant Wind4Flanders dan wel opstalgever Solva.
In het dossier wordt de ontwerpakte tussen Solva en Winf4Flanders Projects 4 en het inplantingsplan toegevoegd.
akkoord te gaan met de clausules erfdienstbaarheid non aedificandi , het recht van overhang van de wieken van de windturbine en exclusiviteit, vermeld in de akte "Rechten van opstal en erfdienstbaarheden voor windturbine te Aalst-Erembodegem", die betrekking hebben op de later over te nemen percelen door de stad om op te nemen in het openbaar domein, op basis van de ontwerpakte tussen Solva en Wind4Flanders Projects 4, opgemaakt door notaris Xavier Desmet, notaris te Antwerpen, houder der minuut, met tussenkomst per video-conferentie van notaris Nicolas Moyersoen, te Aalst.
gelet dat het openbaar domein mettertijd bezwaard wordt met erfdienstbaarheden van overhang wieken over openbaar domein, een vergoedingsregeling na te streven lastens exploitant Wind4Flanders dan wel opstalgever Solva
De bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur.
Tussen de stad Aalst, het Vlaamse Gewest en de VMM De Lijn werd op 16 oktober 1997 een mobiliteitsconvenant afgesloten voor de herinrichting van de gewestweg N411 voor het vak Aalst - Moorsel.
De in het kader van die convenant opgestelde koepelmodule 41002/3, met modules 4a, 13b en 13c beoogt de aanleg van nieuwe verbindende tweerichtingsfietspaden langs de gewestweg N411 te Aalst, tussen het kruispunt van de R41 (Onze Lieve Vrouwplein Aalst) en de bebouwde kom van Moorsel.
Tijdens deze werken wordt de Kaalbergstraat te Moorsel heraangelegd en wordt de rooilijn vastgelegd.
Aangezien er geen bijkomende grondverwervingen nodig zijn, maar de wegenis van de Kaalbergstraat niet officieel behoort tot het openbaar domein, wordt dit nu geregulariseerd via kosteloze grondafstanden.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 15 juni 2020 principieel akkoord te gaan om in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken en de realisatie van het rooilijnplan, Moorselbaan N411, deel Moorsel Kaalbergstraat, over te gaan tot de kosteloze verwerving van de benodigde percelen.
In zelfde zitting werd beslist de afdeling Vastgoedtransacties aan te stellen om over te gaan tot het voeren van de onderhandelingen, de opmaak van de ontwerpakten en het vertegenwoordigen van de stad bij het verlijden van de notariële akten en voormelde ontwerpakten ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
Afdeling Vastgoedtransacties stuurde ons de akten door voor administratieve afhandeling van de gratis grondafstand van
- 76,00 m² in het perceel te Aalst-Moorsel, Dorp, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, nummer 668 02 G P0000, gekend als inname 429
- 85,00 m² in het perceel te Aalst-Moorsel, Kaalbergstraat, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, nummer 687 M P0000, gekend als inname 435
- 69,00 m² in het perceel te Aalst-Moorsel, Kaalbergstraat, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, nummer 687 H P0000, gekend als inname 436
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 6 december 2021 kennis te nemen van de gratis grondafstand in voordeel van de stad van 76,00 m² in het perceel te Aalst-Moorsel, Dorp, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, nummer 668 02 G P0000, gekend als inname 429, 85,00 m² in het perceel te Aalst-Moorsel, Kaalbergstraat, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, nummer 687 M P0000, gekend als inname 435 en 69,00 m² in het perceel te Aalst-Moorsel, Kaalbergstraat, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, nummer 687 H P0000, gekend als inname 436, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken en de realisatie van het rooilijnplan, Moorselbaan N411, deel Moorsel Kaalbergstraat, op basis van de voorwaarden vermeld in de akten opgemaakt door de afdeling Vastgoedtransacties en besliste voormelde akten ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
In het dossier worden de ontwerpakten en het grondinnameplan toegevoegd.
om reden van openbaar nut, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken en de realisatie van het rooilijnplan, Moorselbaan N411, deel Moorsel Kaalbergstraat, akkoord te gaan met de gratis grondafstand in voordeel van de stad van 76,00 m² in het perceel te Aalst-Moorsel, Dorp, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, nummer 668 02 G P0000, gekend als inname 429, 85,00 m² in het perceel te Aalst-Moorsel, Kaalbergstraat, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, nummer 687 M P0000, gekend als inname 435 en 69,00 m² in het perceel te Aalst-Moorsel, Kaalbergstraat, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, nummer 687 H P0000, gekend als inname 436, op basis van de voorwaarden vermeld in de akten opgemaakt door de afdeling Vastgoedtransacties.
De bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur.
In het kader van module 4 (grondverwervingen rioleringsdossiers) van de dienstverleningsovereenkomst betreffende de uitbouw en het beheer van een gemeentelijke afvalwaterzuiveringsinfrastructuur tussen de stad Aalst en Aquafin nv, heeft deze laatste ons een raming overgemaakt voor de te verwerven terreinen in het kader van project AST3004 (project 20.000) “Grondverwerving Tinnenhoek – Terhagen” te Moorsel
Voor het stadsaandeel in dit project dienen 51 van de 57 geplande innemingen te worden verwezenlijkt (inneming 11, 12, 21, 22, 30, 31 vervallen)
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 1 juli 2013 een krediet vrij te maken van 139.315,92 EUR voor dit project, zijnde 133.427,24 EUR voor de grondverwervingen en 5.888,68 EUR voor schadevergoedingen voor tijdelijke werkzones in het budget 2013 van het gemeentebedrijf voor grond- en bouwbeleid onder artikelnummer 930 122-01 (studiekosten en erelonen) en artikelnummer 930 124-03 (grondverwervingen voor rekening van de stad)
In zelfde beslissing werd notaris Alexandre Peers, te Erembodegem, aangesteld voor het verlijden van de authentieke akten in dit dossier.
De gemeenteraad ging in zitting van 24 juni 2014 akkoord om, om reden van openbaar nut, namelijk voor de uitvoering van het stadsaandeel in het Aquafinproject AST3004 (project 20.000) "Grondverwerving Tinnenhoek - Terhagen" te Moorsel over te gaan tot de verwerving door de stad van 50 bovengrondse grondinnames (inneming 1, 2, 3, 4, 5, 6,7, 8, 9, 10, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 23, 24, 25, 26, 27 , 28, 29, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48,49, 50, 51, 52,53, 54, 55, 56 en 57 van het plan), en hiervoor de verkoopbeloften, de verkoopbelofte met vestiging van erfdienstbaarheid, de terreinbeschrijvingen en de afstanden van pacht goed te keuren
Notaris Alexandre Peers werd aangesteld als instrumenterend notaris op 3 juli 2014.
Echter door het aanslepen van de afhandeling van de dossiers, wijzigden enkele innames van eigenaar, waardoor deze innames opnieuw dienden te worden onderhandeld.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 4 juni 2018 de aanstelling van notaris Alexandre Peers stop te zetten en het kantoor van notaris Pascale Van den Bossche, met standplaats te Aalst, aan te stellen als instrumenterend notaris voor de stad voor de aanlevering van de nodige ontwerpakten.
Notariskantoor Van den Bossche bezorgde ons de ontwerpakte voor de verwerving met pachtbeëindiging van een perceel te Aalst-Moorsel, Gevergemveldbaan, 8°afdeling, sectie E, nummer 26 A P0000, oppervlakte 68,00 m², zijnde inname 36 van het plan, mits een totale vergoeding van 447,46 EUR.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 6 december 2021 kennis te nemen van de grondverwerving in het kader van de uitvoering van het Aquafinproject AST3004, “Grondverwerving Tinnenhoek - Terhagen”, te Moorsel, Aalst, 8°afdeling, sectie E, nummer 26 A P0000, oppervlakte 68,00 m², zijnde inname 36 van het plan, mits een totale vergoeding van 447,46 EUR, op basis van de voorwaarden vermeld in de ontwerpakte opgemaakt door notaris Pascale Van den Bossche, met standplaats te Aalst.
In zelfde zitting werd beslist voormelde ontwerpakte ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad en de heer David Coppens, voorzitter gemeenteraad, samen met de heer Wim Leerman, algemeen directeur of hun vervangers, aan te stellen als verschijners namens de stad bij het verlijden van voormelde akte.
In het budget 2021 wordt hiervoor budget voorzien, MJP 000134 - AC 000285 - 0200_04_2200000, MJP 004267 - AC000293 - 6100000, MJP004268 - AC000293 - 6430000.
In het dossier wordt de ontwerpakte, het schattingsverslag en het grondverwervingsplan toegevoegd.
om reden van openbaar nut, in het kader van de uitvoering van het Aquafinproject AST3004, “Grondverwerving Tinnenhoek - Terhagen”, over te gaan tot de grondverwerving met pachtbeëindiging van een perceel te Aalst-Moorsel, Gevergemveldbaan, 8°afdeling, sectie E, nummer 26 A P0000, oppervlakte 68,00 m², zijnde inname 36 van het plan, mits een totale vergoeding van 447,46 EUR , op basis van de voorwaarden vermeld in de ontwerpakte opgemaakt door notaris Pascale Van den Bossche, met standplaats te Aalst.
de uitgave te dekken door middel van krediet voorzien in het budget 2021, MJP 000134 - AC 000285 - 0200_04_2200000, MJP 004267 - AC000293 - 6100000, MJP004268 - AC000293 - 6430000
De bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur.
Ten zuidoosten van de stad Aalst, grenzend aan de stadskern van Aalst en de dorpskernen van Erembodegem, Hekelgem en Denderleeuw, ligt een openruimtegebied van circa 800 ha. Dit openruimtegebied vormt de Groenpool Aalst en bestaat uit een aaneenschakeling van natuurgebieden, stadsrandbos, park- en recreatiegebieden, landbouwgebied en woongebied. Door de Groenpool Aalst als een samenhangend geheel te profileren en verder te ontwikkelen, kan er een volwaardige groenpool van 800ha ontstaan met een grote ecologische en recreatieve waarde.
Eén van de grote uitdagingen binnen de groenpool is de versnippering van het landschap tegengaan en wegwerken. Een belangrijke barrière in de verbinding tussen de Dendervallei en het Kluizenbos (dat via Somergembos in verbinding staat met Osbroek-Gerstjens) is de drukke Brusselbaan (gewestweg N9). Voor fauna en flora is het niet eenvoudig deze weg te overbruggen. Daarom zou de stad, al wat vooruitlopend op de Groenpool, een ecokoker voorzien onder de Brusselbaan bij de heraanleg eind 2020 - begin 2021.
Het college van burgemeester en schepenen ging in zitting van 20 april 2020 akkoord om de ecokoker mee op te nemen in het dossier voor de heraanleg van de Brusselbaan tussen Hogeweg en Affligem.
De gemeenteraad besliste in zitting van 26 mei 2020 het bijzonder bestek 20/I-24 en de raming van de opdracht "N9. Aanleg gescheiden riolering, voet- en fietspaden langs de Brusselsbaan. Fase 2: van Hogeweg Erembodegem tot grens Affligem. (VMM 0214026D)." vast te leggen. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 7.194.479,05 EUR inclusief BTW.
De kosten voor aanleg van de ecokoker werden hierin opgenomen.
Om de aanleg mogelijk te maken dienen grondverwervingen te worden uitgevoerd.
Het college van burgemeester en schepenen ging in zitting van 7 december 2020 principieel akkoord met de grondverwervingen in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken langs de N9 Brusselbaan, fase 2: Hogeweg Erembodegem tot grens Affligem, aanleg ecokoker Brusselbaan.
In zelfde zitting werd beslist de afdeling Vastgoedtransacties aan te stellen om over te gaan tot de schatting van de benodigde percelen, het voeren van de onderhandelingen, de opmaak van de ontwerpakten en het vertegenwoordigen van de stad bij het verlijden van de notariële akten.
Afdeling Vastgoedtransacties waardeerde de percelen voor een totale aankoopwaarde, inclusief werkzones van 4.200,00 EUR.
De gemeenteraad besliste in zitting van 29 juni 2021 akkoord te gaan met de grondverwervingen in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken langs de N9 Brusselbaan, fase 2: Hogeweg Erembodegem tot grens Affligem, aanleg ecokoker Brusselbaan, op de percelen te Erembodegem, 11°afdeling, sectie A, deel nummers 971K, 971D en 1954B, met een gemeten oppervlakte van 538,00 m², voor de geschatte waarde van 4.200,00 EUR
In zelfde zitting werd beslist de afdeling Vastgoedtransacties aan te stellen om over te gaan tot het voeren van de onderhandelingen, de opmaak van de ontwerpakten en het vertegenwoordigen van de stad bij het verlijden van de notariële akten.
Afdeling Vastgoedtransacties stuurde de akten door voor administratieve afhandeling voor:
- de verwerving van 63,00 m² in het perceel te Aalst-Erembodegem, Hoge Voshollen, kadastraal gekend 11°afdeling, sectie A, nummer 971 L P0000, gekend als inname 1, voor de prijs van 500,00 EUR;
- de pachtbeëindiging van 63,00 m² in het perceel te Aalst-Erembodegem, Hoge Voshollen, kadastraal gekend 11°afdeling, sectie A, nummer 971 L P0000, gekend als inname 1, voor de prijs van 40,00 EUR;
- de toelating tijdelijke ingebruikneming van 94,00 m² in het perceel te Aalst-Erembodegem, Hoge Voshollen, kadastraal gekend 11°afdeling, sectie A, nummer 971 L P0000, gekend als inname 1, voor de prijs van 20,00 EUR;
- de verwerving van 162,00 m² in het perceel te Aalst-Erembodegem, Hoge Voshollen, kadastraal gekend 11°afdeling, sectie A, nummer 971 M P0000, gekend als inname 2, voor de prijs van 1.300,00 EUR;
- de pachtbeëindiging van 162,00 m² in het perceel te Aalst-Erembodegem, Hoge Voshollen, kadastraal gekend 11°afdeling, sectie A, nummer 971 M P0000, gekend als inname 2, voor de prijs van 110,00 EUR;
- de toelating tijdelijke ingebruikneming van 152,00 m² in het perceel te Aalst-Erembodegem, Hoge Voshollen, kadastraal gekend 11°afdeling, sectie A, nummer 971 M P0000, gekend als inname 2, voor de prijs van 30,00 EUR.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 6 december 2021 kennis te nemen van de grondverwervingen, pachtbeëindigingen en tijdelijke werkzones, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken langs de N9 Brusselbaan, fase 2: Hogeweg Erembodegem tot grens Affligem, aanleg ecokoker Brusselbaan, op de percelen te Erembodegem, 11°afdeling, sectie A, nummers 971 L P0000 en 971 M P0000, zijnde innames 1 en 2 van het plan, voor de prijs van 2.000,00 EUR, op basis van de voorwaarden vermeld in de akten opgemaakt door de afdeling Vastgoedtransactie en besliste voormelde akten ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
In het budget 2021 wordt hiervoor krediet voorzien, MJP 000134 - AC 000285 - 0200_04_2200000 en MJP 004267 - AC000293 - 6100000 - MJP004268 - AC000293 - 6430000.
In het dossier worden de akten, het grondinnameplan en het schattingsverslag toegevoegd.
om reden van openbaar nut, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken langs de N9 Brusselbaan, fase 2: Hogeweg Erembodegem tot grens Affligem, aanleg ecokoker Brusselbaan, over te gaan tot de grondverwervingen, pachtbeëindigingen en tijdelijke werkzones op de percelen te Erembodegem, 11°afdeling, sectie A, nummers 971 L P0000 en 971 M P0000, zijnde innames 1 en 2 van het plan, voor de prijs van 2.000,00 EUR, op basis van de voorwaarden vermeld in de akten opgemaakt door de afdeling Vastgoedtransacties.
de uitgave te dekken door middel van krediet voorzien in het budget 2021, MJP 000134 - AC 000285 - 0200_04_2200000, MJP 004267 - AC000293 - 6100000 en MJP004268 - AC000293 - 6430000.
Conform Artikel 242 van het decreet lokaal bestuur stelde de raad van bestuur van AGSA (Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Aalst) een aanpassing van het het meerjarenplan 2020 - 2025 vast, en dit op 8 december 2021. Deze aanpassing wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. Tevens worden de kredieten van het boekjaar 2022 vastgelegd.
De vierde aanpassing van het meerjarenplan 2020 – 2025 en de vastlegging van de kredieten voor 2022 van het AGSA, zoals vastgesteld door haar raad van bestuur op 8 december 2021, goed te keuren.
Artikels 241, 242 en 243 van het decreet Lokaal bestuur.
Artikel 39 van de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Aalst
De gemeenteraad besliste in zitting van 27 april 2010 een Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Aalst (AGSA) op te richten waarbij de statuten werden vastgesteld, zoals later gewijzigd.
De gemeenteraad heeft in zitting van 17 december 2013 de voorwaarden van de beheersovereenkomst heeft vastgesteld en goedgekeurd.
De raad van bestuur van AGSA heeft op 17 juni 2021 de jaarrekening 2020 vastgesteld.
Ingevolge het artikel 243 van het decreet voor het Lokaal bestuur geschiedt de externe controle op de autonome gemeentebedrijven vanaf 2014 uitsluitend door één of meer erkende bedrijfsrevisoren; de stad heeft inmiddels ingevolge een overheidsopdracht een bedrijfsrevisor aangesteld.
Het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Aalst (AGSA) bezorgde de Gouverneur de jaarrekening 2020, vastgesteld op 17 juni 2021. Conform artikel 235 §4, 3de lid van het decreet over het lokaal bestuur kan er pas kwijting verleend worden aan de bestuurders ná goedkeuring van de rekeningen door de gouverneur.
De jaarrekening 2020 van het autonoom gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Aalst (AGSA), vastgesteld op 17 juni 2021, werd goedgekeurd door de Gouverneur bij beslissing d.d. 11 oktober 2021.
Dit besluit moet worden ter kennis gebracht op de gemeenteraad, overeenkomstig artikel 332, §1, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur.
De gemeenteraad gaf op 29 juni 2021 zijn gunstig advies voor de jaarrekening van het autonoom gemeentebedrijf AGSA. Artikel 243 §2 van het decreet over het lokaal bestuur geeft de gemeenteraad geen goedkeuringsbevoegdheid meer, maar wel de mogelijkheid om een advies uit te brengen.
kennis te nemen van de brief en het besluit van de Gouverneur (ABB) d.d. 11 oktober 2021 betreffende de goedkeuring van de jaarrekening 2020 van het autonoom gemeentebedrijf AGSA.
kwijting te geven aan de bestuurders van het AGSA voor de jaarrekening 2020.
Het decreet Lokaal Bestuur, meer bepaald art. 12, art. 14, art.37, art. 70 en art. 71.
Het decreet Lokaal Bestuur art; 105 paragraaf 2
De benoeming van Andreas Verleysen op de gemeenteraad van 26 maart 2019 en latere wijziging op de gemeenteraad van 23 april 2019 als:
De aktename van het ontslag van Andreas Verleysen op de gemeenteraad van 30 november 2021.
Ten gevolge van het ontslag van de heer Andreas Verleysen als lid van de gemeenteraad, kan hij niet meer zetelen als lid in gemeenteraadscommissies. Hij geeft bijgevolg zijn ontslag in onderstaande commissies als:
Er dienen nieuwe benoemingen te gebeuren voor deze mandaten vanuit de Groen fractie.
Raadslid Sarah De Bruecker te benoemen als effectief lid in de commissie ruimtelijke ordening, planning, omgevingsvergunning en ruimtelijke en stedelijke ontwikkeling.
Raadslid Lander Wantens te benoemen als effectief lid in de commissie personeel en organisatie, mobiliteit en openbare werken.
Raadslid Sarah De Bruecker te benoemen als effectief lid in de commissie sociale zaken, wonen, welzijn, ouderenzorg en samenleving.
Raadslid Lander Wantens te benoemen als plaatsvervanger in de commissie veiligheid (politie, hulpverleningszone, GAS, integrale veiligheid en noodplanning).
Raadslid Sarah De Bruecker te benoemen als plaatsvervanger in de commissie financiën en gebiedsgerichte werking.
Artikel 441. decreet lokaal bestuur: Een lid van de raad van bestuur of een door de raad van bestuur hiertoe gemandateerde brengt minstens tweemaal per jaar, tijdens een openbare vergadering van de gemeenteraad van elk van de deelnemende gemeenten, verslag uit over de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad, en verstrekt toelichting bij het beleid van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging.
Mevrouw Silke Van Vaerenbergh werd voorgedragen per gemeenteraadsbeslissing van 27 oktober 2020 als kandidaat-bestuurder van SOLVA en benoemd als bestuurder op de algemene vergadering van 16 december 2020.
het verslag van mevrouw Silke Van Vaerenbergh, afgevaardigde van de stad Aalst in de raad van bestuur van SOLVA, met betrekking tot de uitoefening van het mandaat door de bestuurders van de stad Aalst in deze dienstverlenende vereniging en met betrekking tot het beleid van deze vereniging.
Artikel 441. decreet lokaal bestuur: Een lid van de raad van bestuur of een door de raad van bestuur hiertoe gemandateerde brengt minstens tweemaal per jaar, tijdens een openbare vergadering van de gemeenteraad van elk van de deelnemende gemeenten, verslag uit over de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad, en verstrekt toelichting bij het beleid van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging.
De heer Bart Van den Neste werd voorgedragen per gemeenteraadsbeslissing van 29 januari 2019 als kandidaat-bestuurder van ILvA en werd verkozen als voorzitter de raad van bestuur op de algemene vergadering van 19 februari 2019.
het verslag van de heer Bart Van den Neste, afgevaardigde van de stad Aalst in de raad van bestuur van ILVA, met betrekking tot de uitoefening van het mandaat door de bestuurders van de stad Aalst in deze opdrachthoudende vereniging en met betrekking tot het beleid van deze vereniging.
Artikel 441. decreet lokaal bestuur: een lid van de raad van bestuur of een door de raad van bestuur hiertoe gemandateerde brengt minstens tweemaal per jaar, tijdens een openbare vergadering van de gemeenteraad van elk van de deelnemende gemeenten, verslag uit over de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad, en verstrekt toelichting bij het beleid van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging.
De heer David Coppens werd voorgedragen per gemeenteraadsbeslissing van 27 februari 2019 als kandidaat-bestuurder van Intergem en werd benoemd als bestuurder op de algemene vergadering van 21 maart 2019.
het verslag van de heer David Coppens, afgevaardigde van de stad Aalst in de raad van bestuur van Intergem, met betrekking tot de uitoefening van het mandaat door de bestuurders van de stad Aalst in deze opdrachthoudende vereniging en met betrekking tot het beleid van deze vereniging.
Artikel 441. decreet lokaal bestuur: Een lid van de raad van bestuur of een door de raad van bestuur hiertoe gemandateerde brengt minstens tweemaal per jaar, tijdens een openbare vergadering van de gemeenteraad van elk van de deelnemende gemeenten, verslag uit over de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad, en verstrekt toelichting bij het beleid van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging.
Mevrouw Silke Van Vaerenbergh werd voorgedragen per gemeenteraadsbeslissing van 27 oktober 2020 als kandidaat-bestuurder van TMVW en werd benoemd als bestuurder in de raad van bestuur op de algemene vergadering van 11 december 2020.
het verslag van mevrouw Silke Van Vaerenbergh, afgevaardigde van de stad Aalst in de raad van bestuur van TMVW, met betrekking tot de uitoefening van het mandaat door de bestuurders van de stad Aalst in deze opdrachthoudende vereniging en met betrekking tot het beleid van deze vereniging.
Artikel 441. decreet lokaal bestuur: Een lid van de raad van bestuur of een door de raad van bestuur hiertoe gemandateerde brengt minstens tweemaal per jaar, tijdens een openbare vergadering van de gemeenteraad van elk van de deelnemende gemeenten, verslag uit over de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad, en verstrekt toelichting bij het beleid van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging.
Mevrouw Caroline Verdoodt werd voorgedragen per gemeenteraadsbeslissing van 27 februari 2019 als kandidaat-bestuurder van IGS Westlede en werd verkozen in de raad van bestuur op de algemene vergadering van 19 maart 2019.
het verslag van mevrouw Caroline Verdoodt, afgevaardigde van de stad Aalst in de raad van bestuur van IGS Westlede, met betrekking tot de uitoefening van het mandaat door de bestuurders van de stad Aalst in deze dienstverlenende vereniging en met betrekking tot het beleid van deze vereniging.
Gunstig advies om in te gaan op de ingediende budgetten 2022, omdat deze passen binnen de bedragen die werden vastgesteld binnen de goedgekeurde meerjarenplanning.
Artikel 48 en 49 van het decreet van 7 mei 2004, gewijzigd 6 juli 2012, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten;
Artikel 39 - 44 van het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse Regering houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
De procedure loopt als volgt:
Het centraal kerkbestuur dient de budgetten (met advies bisdom) gecoördineerd in bij het gemeentebestuur tegen 15 oktober. Dit geldt ook voor de Protestantse Gemeenschap.
Dan zijn er twee scenario's mogelijk.
Zolang het budget past binnen het goedgekeurde meerjarenplan maakt dat budget het voorwerp uit van een hele lichte procedure.
Een budget past in het meerjarenplan zolang:
- de exploitatietoelage niet wordt verhoogd;
- het totaal van de uitgaven van één van de hoofdfuncties van de investeringen niet wordt vermeerderd;
- de financieringswijze van een investering niet definitief wordt gewijzigd;
- de afspraken van het meerjarenplan worden gerespecteerd.
Als aan al die voorwaarden is voldaan, dan moet de gemeenteraad binnen een termijn van vijftig akte nemen van het budget. Hij moet de kerkfabriek/kerkgemeente, het centraal kerkbestuur en de bisschoppelijke overheid in kennis stellen van die aktename.
Het is echter ook mogelijk dat het budget niet past in het meerjarenplan, omdat de exploitatietoelage die in het meerjarenplan was afgesproken niet meer volstaat, omdat er in de investeringen belangrijke wijzigingen noodzakelijk zijn of omdat de formele afspraken van het meerjarenplan niet (kunnen) worden gerespecteerd. Dat betekent dat minstens aan één van de hierboven opgesomde voorwaarden voor een budget dat past in het meerjarenplan niet voldaan is.
In dat geval heeft de gemeenteraad een ruimere bevoegdheid. Binnen een termijn van vijftig dagen kan hij ofwel het budget expliciet goedkeuren, ofwel het budget aanpassen aan het goedgekeurde meerjarenplan. Wel mag de gemeenteraad geen aanpassingen doen aan de kosten die betrekking hebben op de eredienst, wat betekent dat die aanpassingen nooit tot gevolg mogen hebben dat de eredienst echt in het gedrang komt.
De gemeenteraad moet het besluit over het budget binnen de termijn van vijftig dagen na ontvangst versturen naar de kerkfabriek/kerkgemeente, het centraal kerkbestuur, het bisdom en de provinciegouverneur. Als het besluit niet binnen die termijn werd verstuurd of het besluit niet naar alle partijen werd verstuurd, dan wordt dat door het decreet gelijkgesteld aan een goedkeuring van het budget.
Tegen een beslissing van de gemeenteraad is beroep mogelijk bij de provinciegouverneur.
Deze procedure geldt ook voor de budgetwijzingen.
Op 18 november en 8 december 2021 werden door het centraal kerkbestuur de budgetten 2022 gecoördineerd ingediend van volgende kerkfabrieken: Sint Jan Evangelist Aalst en Sint Martinus Moorsel
De analyse met opmerkingen vanuit de ambtelijke cel kerkfabrieken betreffende de budgetten 2022 kan men in bijlage vinden. Zie ook ongunstig advies bisdom voor Sint Jan Evangelist
Op basis van voorgaande analyse stelt de ambtelijke cel kerkfabrieken aan de gemeenteraad voor om:
- akte te nemen van volgende budgetten: Sint Jan Evangelist Aalst en Sint Martinus Moorsel.
- rekening houdend met het ongunstig advies van het bisdom betreffende het budget 2022 voor kerkfabriek Sint Jan Evangelist, akkoord te gaan om een delegatie van het CBS een overleg te laten organiseren met de kerkfabriek Sint Jan Evangelist en het centraal kerkbestuur.
akte te nemen van de budgetten 2022 voor volgende kerkfabrieken: Sint Jan Evangelist en Sint Martinus Moorsel.
rekening houdend met het ongunstig advies van het bisdom betreffende het budget 2022 voor kerkfabriek Sint Jan Evangelist, akkoord te gaan om een delegatie van het CBS een overleg te laten organiseren met de kerkfabriek Sint Jan Evangelist en het centraal kerkbestuur.
Gunstig advies om in te gaan op de vraag tot de budgetwijziging van de kerkfabriek Sint Martinus Moorsel , omdat deze passen binnen de bedragen vastgesteld in de meerjarenplanning.
Artikel 50, 48 en 49 van het decreet van 7 mei 2004, gewijzigd 6 juli 2012, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten;
Artikel 39 - 44 van het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse Regering houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
De procedure loopt als volgt:
Het centraal kerkbestuur dient de budgetten (met advies bisdom) gecoördineerd in bij het gemeentebestuur tegen 15 oktober. Dit geldt ook voor de Protestantse Gemeenschap.
Dan zijn er twee scenario's mogelijk.
Zolang het budget past binnen het goedgekeurde meerjarenplan maakt dat budget het voorwerp uit van een hele lichte procedure.
Een budget past in het meerjarenplan zolang:
- de exploitatietoelage niet wordt verhoogd;
- het totaal van de uitgaven van één van de hoofdfuncties van de investeringen niet wordt vermeerderd;
- de financieringswijze van een investering niet definitief wordt gewijzigd;
- de afspraken van het meerjarenplan worden gerespecteerd.
Als aan al die voorwaarden is voldaan, dan moet de gemeenteraad binnen een termijn van vijftig akte nemen van het budget. Hij moet de kerkfabriek/kerkgemeente, het centraal kerkbestuur en de bisschoppelijke overheid in kennis stellen van die aktename.
Het is echter ook mogelijk dat het budget niet past in het meerjarenplan, omdat de exploitatietoelage die in het meerjarenplan was afgesproken niet meer volstaat, omdat er in de investeringen belangrijke wijzigingen noodzakelijk zijn of omdat de formele afspraken van het meerjarenplan niet (kunnen) worden gerespecteerd. Dat betekent dat minstens aan één van de hierboven opgesomde voorwaarden voor een budget dat past in het meerjarenplan niet voldaan is.
In dat geval heeft de gemeenteraad een ruimere bevoegdheid. Binnen een termijn van vijftig dagen kan hij ofwel het budget expliciet goedkeuren, ofwel het budget aanpassen aan het goedgekeurde meerjarenplan. Wel mag de gemeenteraad geen aanpassingen doen aan de kosten die betrekking hebben op de eredienst, wat betekent dat die aanpassingen nooit tot gevolg mogen hebben dat de eredienst echt in het gedrang komt.
De gemeenteraad moet het besluit over het budget binnen de termijn van vijftig dagen na ontvangst versturen naar de kerkfabriek/kerkgemeente, het centraal kerkbestuur, het bisdom en de provinciegouverneur. Als het besluit niet binnen die termijn werd verstuurd of het besluit niet naar alle partijen werd verstuurd, dan wordt dat door het decreet gelijkgesteld aan een goedkeuring van het budget.
Tegen een beslissing van de gemeenteraad is beroep mogelijk bij de provinciegouverneur.
Deze procedure geldt ook voor de budgetwijzingen.
Op 8 december 2021 werd door het centraal kerkbestuur de budgetwijzigingen 2021 -2 ingediend van volgende kerkfabriek: Sint Martinus Moorsel.
De analyse met opmerkingen vanuit de ambtelijke cel kerkfabrieken betreffende de budgetwijzigingen 2021_2 kan men in bijlage vinden.
Op basis van voorgaande analyse stelt de ambtelijke cel kerkfabrieken aan de gemeenteraad voor om:
- akte te nemen van volgende budgetwijzing: Sint Martinus Moorsel.
Akte te nemen van de budgetwijzingen 2021_ 2 voor volgende kerkfabriek: Sint Martinus Moorsel.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Johan Van Nieuwenhove.
Deze interpellatie wordt ingediend n.a.v. feiten in genoemd stadion d.d. zondag 12 dec 13.15 uur.
Toen viel de gehele elektriciteit uit in de totale infrastructuur van het PC stadion. Normaal gezien zou dit vlug opgelost kunnen worden was er niet een wirwar van losse bekabelingen in de elektriciteitscabine. Uren heeft men in de wir war van deze bekabelingen moeten zoeken om toch deze panne nog te kunnen oplossen.
Als men de foto van deze bekabelingen binnenkrijgt waan je je echt ergens bij FC Kinshasa maar toch niet in onze Weireldstad.
Wetende dat er tevens op verschillende plaatsen waterinsijpeling is, is er voor velen de “druppel teveel aan”.
Een medewerker, vrijwilliger met 27 jaar dienst, heeft hierdoor de medewerking met EA stopgezet.
Het bestuur meldt na hogergenoemde feiten “de infrastructuur is de verantwoordelijkheid van de Stad en daar steken ze hun kop in ‘t zand”
Hopelijk beseft men ook, dat indien deze panne op een zaterdagavond had plaatsgevonden, er een, volgens de KBVB statuten een automatisch forfait zou volgen. Oilsjt op zijn kop.
Vragen:
over de interpellatie van raadslid Johan Van Nieuwenhove aangaande 'De grote renovatie PC stadion?'.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Deniz Özkan.
Volle vuilbakken langs de weg en in de parken, het is jammer genoeg iets waar we allemaal wel eens voorbij wandelen. Openbare netheid is iets wat alle inwoners van onze stad aanbelangt. Om de netheid in de openbare ruimte te garanderen en een vinger aan de pols te houden is het belangrijk om het bestaand aanbod aan straatvuilbakken, kledingcontainers, en andere te monitoren, zowel naar vullingsgraad, mogelijk aantrekkingspool voor sluikstort, locatie, gebruiksgemak en netheid toe.
Onze kuisploeg en de ophaaldiensten werken hard om Aalst proper te houden, maar je kan natuurlijk niet overal op hetzelfde moment aanwezig zijn. Naar analogie van andere steden en gemeenten stellen wij voor om een systeem uit te rollen waarbij inwoners via het scannen van een QR-code op de bakken kunnen aangeven dat er nood is aan een lediging op deze plek. Op de sticker met de QR-code kunnen ook de contactgegevens vermeld worden voor wie geen smartphone heeft en liever een melding maakt via telefoon of mail. Daarnaast kunnen de diensten zelf via de QR code aangeven hoe vol de vuilbak was bij elke lediging zodat ze onder meer kunnen registreren wanneer de vuilnisbak werd leeggemaakt en wat er zoal in stak. Zo kan de stad bijvoorbeeld vuilnisbakken op het spoor komen waar inwoners hun huishoudelijk afval in proppen, wat eigenlijk niet mag.
In verschillende steden en gemeenten wordt ondertussen ook werk gemaakt van gescheiden vuilnisbakken waar inwoners en bezoekers van de stad hun afval ook netjes kunnen sorteren. Restafval, blikjes en plastic flessen zullen dan niet langer in één afvalbak belanden.
Vragen:
over de interpellatie van raadslid Deniz Özkan aangaande 'Properheid gaat ons allemaal aan'.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Steve Herman.
Het CST of Corona “Safe” Ticket is één van de meest gecontesteerde overheidsmaatregelen ‘om de corona-besmettingen tegen te gaan’.
Eén van de meest gecontesteerde maatregelen omdat zeer duidelijk gebleken is dat deze maatregel absoluut geen enkele impact heeft op het verloop van de besmettingscurve, wel integendeel, het gebruik ervan de - al moe getergde - horeca – en andere event organisatoren nog meer belast, het een uitsluitingspas betreft en door velen enkel beschouwd wordt als een controle-pas vanwege de overheid, die een schending van onze privacy is.
Gevaccineerde mensen kunnen bovendien elkaar – net zoals niet gevaccineerde mensen trouwens - nog steeds besmetten. Tevens zegt het CST absoluut niets over het feit of iemand positief is of niet, het geeft enkel aan dat iemand gevaccineerd is of niet.
Bart De Wever zei letterlijk: “Wellicht is het Covid Safe Ticket een brandversneller geweest. In oktober heerste overal de sfeer: ‘wij zijn toch gevaccineerd, hé.” Volgens De Wever is dat optimisme de reden waarom Vlaanderen de hardst getroffen regio van het land is. “Het is een middel om de druk te verhogen om te vaccineren, maar het geeft een vals gevoel van veiligheid’“ stelt hij nog.
Ook viroloog Emmanuel André is het hiermee eens en stelt in De Morgen onomwonden: “ het Covid Save Ticket leidde tot meer besmettingen”.
Viroloog Marc Van Ranst stelde openlijk op TV dat het woordje “Save” er beter van tussenuit gelaten was, en men beter gewoon over een coronapas zou spreken.
Ondertussen heeft een rechtbank het CST in Wallonië onwettig genoemd en zijn er nog rechtszaken lopende.
De vaccinatie is geen verplichting, maar mensen die het niet breed hebben en ervoor kiezen om zich niet te laten vaccineren, worden door de coronapas extra financieel getroffen door de betalende testen die ze moeten ondergaan ‘om toch maar een groen vinkje te krijgen’ om aan het normale sociale leven te kunnen deelnemen.
Ondertussen zijn er gevallen gekend van gevaccineerde mensen die zich ziek voelen, maar zich niet durven laten testen uit angst om ‘het groene vinkje’ te verliezen en dus niet naar hun geplande feest of ander uitje te kunnen gaan.
Tevens zijn er gevallen gekend van niet-gevaccineerde mensen die zich bewust willen laten besmetten om na de ziekte een herstelcertificaat te krijgen en op die manier het daarmee gepaard gaande “groene vinkje” te kunnen bemachtigen.
Ook kan men zich vanuit ethisch standpunt de vraag stellen of het in een democratie hoort, dat gewone burgers, andere burgers mogen en moeten controleren op hun medische status.
Het CST zorgt ook voor bedenkelijke toestanden. Zo mag een obese persoon nog steeds de McDonalds binnen met CST, maar een fitte persoon, die dit wil onderhouden, niet de fitness binnen zonder ‘groen vinkje’.
Ook de stad Aalst speelt mee in op het schijn-veiligheidsgevoel van de betrokken pas. Zo kan je vanaf 12 jaar geen enkele voorstelling in De Werf meer bijwonen zonder het tonen van het CST en je paspoort.
Ik begrijp dat de stad zich natuurlijk moet schikken naar de overheidsreglementering, maar de controle erop bepaalt de stad uiteraard zelf.
Vragen:
Wat is het standpunt van het stadsbestuur m.b.t. het CST?
Heeft de politie op Aalsters grondgebied al controles uitgevoerd i.v.m. het CST in Horeca en/of evenementen? Wat is de straf die een uitbater of gast eventueel boven het hoofd hangt indien deze weigeren het CST te gebruiken? Is de controle op het gebruik van het CST al dan niet een prioriteit van de politie?over de interpellatie van raadslid Steve Herman aangaande 'Controle op CST'.
Tijdens het schooljaar 2020-2021 vormde Ligo de vormingen van 'Ken je School' om tot digitale inloopmomenten op scholen om ouders te versterken in hun digitale vaardigheden. Het aspect digitale vaardigheden van ouders wordt dit jaar in een nieuwe overeenkomst opgenomen door Dienst onderwijs.
de als bijlage bij deze beslissing opgenomen overeenkomst goed te keuren voor de organisatie van vormingen ter bevordering van inburgering en voor te leggen aan de gementeeraad van 21 december 2021
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: toegevoegde punten van raadsleden
OMSCHRIJVING / VERKLARENDE NOTA
De fracties CD&V, Lijst A en Vooruit wensen de samenstelling van hun vertegenwoordigers in de adviesraad Feestcomité te wijzigen.
VOORSTEL VAN BESLISSING
Wijzigingen CD&V fractie
Wijzigingen Lijst A fractie, ondersteund door Vooruit fractie
De Raad,
Overwegende de bespreking tijdens de afdeling fractievoorzitters en ondervoorzitters van 24 november 2021, wensen de fracties CD&V, Lijst A en Vooruit de samenstelling van hun vertegenwoordigers in de adviesraad Feestcomité te wijzigen.
Beslist,
Het ontslag te aanvaarden van Etienne Baeyens, Julien Van den Spiegel en François De Backer.
De aanduiding te aanvaarden van Els Jans, Tim Van de Velde en Eddy Quintens
akte te nemen van het voorstel van raadsleden Ann Van de Steen, Iwein De Koninck en Sam Van de Putte om de samenstelling van hun vertegenwoordigers in de adviesraad Feestcomité te wijzigen.
akte te nemen van het ontslag van de heren Etienne Baeyens, Julien Van den Spiegel en François De Backer.
mevrouw Els Jans, Gentsestraat 80 bus 32, 9300 Aalst, te benoemen in de adviesraad Feestcomité.
de heer Tim Van de Velde, Welvaartstraat 114 bus 2, 9300 Aalst, te benoemen in de adviesraad Feestcomité.
de heer Eddy Quintens, Wijmenput 19, 9300 Aalst, te benoemen in de adviesraad Feestcomité.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: toegevoegde punten van raadsleden
Huishoudelijk reglement artikel 33 § 4 dat bepaalt 'van zodra een derde van de aanwezige gemeenteraadsleden dit vraagt, wordt er een mondelinge hoofdelijke stemming gehouden'
De Raad,
Merkt dat regenboogzebrapaden steeds meer opduiken in het straatbeeld en is van oordeel dat de kleurrijke oversteekplaatsen een duidelijk signaal geven dat iedereen welkom is in de stad of gemeente, ongeacht seksuele geaardheid of genderidentiteit. Ze moedigen inwoners aan om overal en altijd zichzelf te zijn.
Heeft kennis genomen van de oproep van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) om in iedere gemeente of stad in Vlaanderen één regenboogzebrapad aan te leggen en te onderhouden. Het regenboogzebrapad wordt aangelegd op de uitdrukkelijke vraag van het lokale bestuur, op een een gewestweg. AWV staat in voor de kosten van de aanleg en het onderhoud. Dit zou ook de uniformiteit van de regenboogzebrapaden ten goede moeten komen.
Vindt het heel belangrijk dat iedereen in onze gemeente zichzelf kan zijn. We moeten diversiteit vieren. Tot op vandaag heeft onze gemeente nog geen regenboogzebrapad aangelegd. Hoog tijd om daar verandering in te brengen en inwoners het signaal te geven dat ze in onze gemeente zichzelf kunnen zijn.
Beslist,
In te gaan op het aanbod van de Vlaamse overheid om één regenboogzebrapad aan te leggen en te onderhouden en daartoe aan de schepen van mobiliteit te vragen om hierin de nodige stappen te ondernemen.Raadslid Iwein De Koninck vraagt om de mondelinge hoofdelijke stemming.
de vraag van raadslid Iwein De Koninck om dit punt te stemmen via mondelinge hoofdelijke stemming, te aanvaarden.
het voorstel van raadslid Sam Van de Putte om in te gaan op het aanbod van de Vlaamse overheid om één regenboogzebrapad aan te leggen en te onderhouden en daartoe aan de schepen van mobiliteit te vragen om hierin de nodige stappen te ondernemen, te verwerpen.