Bij mail van 19 november 2021 gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad diende raadslid Andreas Verleysen het voorstel in om kennis te nemen van zijn ontslag als raadslid in de gemeenteraad.
Het ontslag van het gemeenteraadslid houdt ook van rechtswege het ontslag in van de uitoefening van het mandaat als lid van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Akte te nemen van het ontslag van raadslid Andreas Verleysen als raadslid in de gemeenteraad.
Artikel 32, 277 §1 en 278 §1 van het decreet lokaal bestuur en artikel 5 van het reglement van orde van de gemeenteraad
De notulen van de openbare vergadering van de gemeenteraad van 26 oktober 2021 werden vanaf dinsdag 23 november 2021 ter inzage gelegd van de leden van de raad.
Er werden geen verdere opmerkingen geformuleerd.
De notulen van de openbare vergadering van de gemeenteraad van 26 oktober 2021 goed te keuren.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
Overwegende dat het, ten einde te anticiperen op de schaarste van operationele kandidaten, aangewezen is erin te voorzien dat de functies van calltaker voortaan ook kunnen worden ingevuld door personeelsleden van het administratief en logistiek kader van het niveau C;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Onthaal/Meldkamer is aangewezen drie betrekkingen van calltaker vacant te verklaren, in casu voor inspecteur van politie via het systeem van de mobiliteit en/of voor personeelsleden van het administratief en logistiek kader van het niveau C, in chronologische volgorde, via het systeem van de mobiliteit, de wettelijk voorziene externe statutaire aanwerving of, in voorkomend geval, dringende contractuele werving van bepaalde duur van maximaal 12 maanden;
Overwegende het advies van de korpschef om overeenkomstig artikel VI.II.61 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten als tweede lid van de selectiecommissie een personeelslid van operationeel kader van het eigen korps aan te wijzen;
in de personeelsformatie van de Lokale Politie Aalst drie betrekkingen van calltaker vacant te verklaren, in casu voor inspecteur van politie via het systeem van de mobiliteit en/of voor personeelsleden van het administratief en logistiek kader van het niveau C, in chronologische volgorde, via het systeem van de mobiliteit, de wettelijk voorziene externe statutaire aanwerving of, in voorkomend geval, dringende contractuele werving van bepaalde duur van maximaal 12 maanden;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, :
samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
Overwegende dat een hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, via het systeem van de mobiliteit intern de Lokale Politie Aalst zal verschuiven naar de dienst Recherche en dit m.i.v. 01 januari 2022;
Overwegende dat daardoor een betrekking van hoofdinspecteur van politie binnen de dienst Interventie niet meer zal zijn ingevuld;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Interventie is aangewezen een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
Overwegende dat een hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Onthaal/Frontoffice-Backoffice, via het systeem van de NAVAP de Lokale Politie Aalst zal verlaten;
Overwegende dat daardoor een betrekking van hoofdinspecteur van politie binnen de dienst Onthaal/Frontoffice-Backoffice niet meer zal zijn ingevuld;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Onthaal/Frontoffice-Backoffice is aangewezen een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Onthaal/Frontoffice-Backoffice, vacant te verklaren;
Overwegende dat voor de goede organisatie van de dienst Onthaal/Frontoffice-Backoffice het is aangewezen een teamchef aan te stellen binnen deze dienst;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van hoofdinspecteur van politie-teamchef, directie Basispolitiezorg, dienst Onthaal/Frontoffice-Backoffice, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
Overwegende dat een hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, via het systeem van de mobiliteit intern de Lokale Politie Aalst zal verschuiven naar de dienst Recherche en dit m.i.v. 01 januari 2022;
Overwegende dat daardoor een betrekking van hoofdinspecteur van politie binnen de dienst Interventie niet meer zal zijn ingevuld;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Interventie is aangewezen een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
Overwegende dat een inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, via het systeem van de mobiliteit de Lokale Politie Aalst zal verlaten en dit m.i.v. 01 januari 2022;
Overwegende dat daardoor een betrekking van inspecteur van politie binnen de dienst Interventie niet meer zal zijn ingevuld;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Interventie is aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
met betrekking tot de vacature in het bijzonder te vermelden:- dat onder de wettelijke voorwaarden aan de betrekking de functietoelage ‘Nabijheidspolitie’ gekoppeld is;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
Overwegende dat er binnen de Lokale Politie Aalst een hoofdinspecteur van politie, dienst recherche, voldoet aan de voorwaarden om in non-activiteit voorafgaand aan het pensioen te gaan;
Overwegende dat door de mogelijke NAVAP een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorgdienst, dienst Recherche, niet meer zal zijn ingevuld;
Overwegende de continuïteit van de dienst recherche te verzekeren;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Recherche is aangewezen een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Recherche, vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende het advies van de korpschef om overeenkomstig artikel VI.II.61 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten als tweede lid van de selectiecommissie een personeelslid van operationeel kader van het eigen korps aan te wijzen;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Recherche, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
met betrekking tot de vacature in het bijzonder te vermelden dat kandidaten die niet over het vereiste brevet beschikken ook mee kunnen postuleren voor de betrekking, maar de wettelijk voorziene voorrang dienen te verlenen aan eventuele geschikt bevonden brevethouders;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
Overwegende dat twee inspecteurs van politie, dienst L.I.K.A. (Lokaal informatiekruispunt Aalst), geschikt werden bevonden voor een interne verschuiving respectievelijk naar de dienst Verkeer en de dienst Milieu en Wapens, directie Basispolitiezorg;
Overwegende dat daardoor twee betrekkingen van inspecteur van politie binnen de dienst L.I.K.A. niet meer zullen zijn ingevuld;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst L.I.K.A. is aangewezen twee betrekkingen van inspecteur van politie, dienst L.I.K.A., vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst twee betrekkingen van inspecteur van politie, dienst L.I.K.A. (Lokaal informatiekruispunt Aalst), vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
Overwegende dat een inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, via het systeem van de mobiliteit de Lokale Politie Aalst zal verlaten en dit m.i.v. 01 januari 2022;
Overwegende dat daardoor een betrekking van inspecteur van politie binnen de dienst Interventie niet meer zal zijn ingevuld;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Interventie is aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
met betrekking tot de vacature in het bijzonder te vermelden:- dat onder de wettelijke voorwaarden aan de betrekking de functietoelage ‘Nabijheidspolitie’ gekoppeld is;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
Overwegende dat er binnen de Lokale Politie Aalst een hoofdinspecteur van politie, dienst recherche, voldoet aan de voorwaarden om in non-activiteit voorafgaand aan het pensioen te gaan;
Overwegende dat door de mogelijke NAVAP een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorgdienst, dienst Recherche, niet meer zal zijn ingevuld;
Overwegende de continuïteit van de dienst recherche te verzekeren;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Recherche is aangewezen een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Recherche, vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende het advies van de korpschef om overeenkomstig artikel VI.II.61 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten als tweede lid van de selectiecommissie een personeelslid van operationeel kader van het eigen korps aan te wijzen;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Recherche, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
met betrekking tot de vacature in het bijzonder te vermelden dat kandidaten die niet over het vereiste brevet beschikken ook mee kunnen postuleren voor de betrekking, maar de wettelijk voorziene voorrang dienen te verlenen aan eventuele geschikt bevonden brevethouders;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
Overwegende dat een inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, via het systeem van de mobiliteit de Lokale Politie Aalst heeft verlaten en dit m.i.v. 01 juli 2021;
Overwegende dat daardoor een betrekking van inspecteur van politie binnen de dienst Interventie niet meer is ingevuld;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Interventie is aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
met betrekking tot de vacature in het bijzonder te vermelden:- dat onder de wettelijke voorwaarden aan de betrekking de functietoelage ‘Nabijheidspolitie’ gekoppeld is;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
De vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 26 oktober 2017, houdende de wijziging van het organiek kader van de Lokale Politie Aalst waarbij de personeelsformatie werd uitgebreid met drie personeelsleden;
Overwegende deze personeelsuitbreiding en dat voor 2021 wordt voorzien in een uitbreiding van het personeelsbestand met 3 personeelsleden of voltijdse equivalenten en dat binnen de goedgekeurde meerjarenplanning van de politiebegroting voor 2021-2025 de nodige financiële middelen hiervoor zijn voorzien;
Overwegende dat binnen die uitbreiding met 3 personeelsleden een betrekking is voorzien voor
een hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst secretariaat Basispolitiezorg, team PACOS;
Twee CALog C, assistent, directie Basispolitiezorg, secretariaat Basispolitiezorg; team PACOS;
Overwegende dat het hier dus een aantal betrekkingen betreft die voorheen niet bestonden en nu pas voor het eerst vacant wordt verklaard in het kader van de uitbreiding van de personeelsformatie;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit operationele kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende dat één personeelslid van het administratief en logistiek kader van het niveau C kan aangetrokken worden , in chronologische volgorde, via het systeem van de mobiliteit, de wettelijk voorziene externe statutaire aanwerving of, in voorkomend geval, dringende contractuele werving van bepaalde duur van maximaal 12 maanden;
Overwegende dat één personeelslid CALog C van het team PACOS via dringende externe werving kan aangeworven worden;
Overwegende dat dit noodzakelijk is gelet op de nieuw op te richten cel PACOS voor het registreren van in beslag genomen voorwerpen;
Overwegende dat het werven van een nieuw personeelslid via de gebruikelijke weg lang zal aanslepen, en minstens tussen de zes en negen maanden zal duren;
Overwegende de motivering van de korpschef van de Lokale Politie Aalst om zo snel mogelijk over te gaan tot de werving van bedoeld nieuw personeelslid en houdende zijn vraag om in casu beroep te doen op de wettelijk voorziene procedure van dringende externe werving voor één personeelslid CALog C;
Overwegende dat een dringende externe werving ten behoeve van de geïntegreerde politie dient te worden gepubliceerd via de website www.jobpol.be, en dat eventuele kandidaten langs die weg dienen te solliciteren;
Overwegende dat een dringende externe werving aanleiding geeft tot een contractuele tewerkstelling van bepaalde duur van maximaal 12 maanden;
Overwegende dat een vacature die via een dringende externe werving wordt ingevuld moet worden gepubliceerd in de eerstvolgende mobiliteitscyclus na indiensttreding van de geselecteerde kandidaat;
Overwegende dat, in voorkomend geval, bij ontstentenis van een (geschikte) kandida(a)t(e) via het systeem van de dringende externe werving ook de gebruikelijke wervingssystemen zoals, in chronologische volgorde, de mobiliteit, de wettelijk voorziene externe statutaire werving of de contractuele werving van bepaalde duur van maximum 12 maanden, zullen worden aangewend;
Overwegende het advies van de korpschef om overeenkomstig artikel VI.II.61 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten als tweede lid van de selectiecommissie een personeelslid van operationeel kader van het eigen korps aan te wijzen;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst de betrekkingen :
vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
in de personeelsformatie van de Lokale Politie Aalst
de kandidaten voor de in artikel 1 en artikel 2 vermelde vacatures voor de Directie Basispolitiezorg te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
De vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 26 oktober 2017, houdende de wijziging van het organiek kader van de Lokale Politie Aalst waarbij de personeelsformatie werd uitgebreid met drie personeelsleden;
Overwegende deze personeelsuitbreiding en dat voor 2021 wordt voorzien in een uitbreiding van het personeelsbestand met 3 personeelsleden of voltijdse equivalenten en dat binnen de goedgekeurde meerjarenplanning van de politiebegroting voor 2021-2025 de nodige financiële middelen hiervoor zijn voorzien;
Overwegende dat binnen die uitbreiding met 3 personeelsleden een betrekking is voorzien voor
een hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst secretariaat Basispolitiezorg, team PACOS;
Twee CALog C, assistent, directie Basispolitiezorg, secretariaat Basispolitiezorg; team PACOS;
Overwegende dat het hier dus een aantal betrekkingen betreft die voorheen niet bestonden en nu pas voor het eerst vacant wordt verklaard in het kader van de uitbreiding van de personeelsformatie;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit operationele kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende dat één personeelslid van het administratief en logistiek kader van het niveau C kan aangetrokken worden , in chronologische volgorde, via het systeem van de mobiliteit, de wettelijk voorziene externe statutaire aanwerving of, in voorkomend geval, dringende contractuele werving van bepaalde duur van maximaal 12 maanden;
Overwegende dat één personeelslid CALog C van het team PACOS via dringende externe werving kan aangeworven worden;
Overwegende dat dit noodzakelijk is gelet op de nieuw op te richten cel PACOS voor het registreren van in beslag genomen voorwerpen;
Overwegende dat het werven van een nieuw personeelslid via de gebruikelijke weg lang zal aanslepen, en minstens tussen de zes en negen maanden zal duren;
Overwegende de motivering van de korpschef van de Lokale Politie Aalst om zo snel mogelijk over te gaan tot de werving van bedoeld nieuw personeelslid en houdende zijn vraag om in casu beroep te doen op de wettelijk voorziene procedure van dringende externe werving voor één personeelslid CALog C;
Overwegende dat een dringende externe werving ten behoeve van de geïntegreerde politie dient te worden gepubliceerd via de website www.jobpol.be, en dat eventuele kandidaten langs die weg dienen te solliciteren;
Overwegende dat een dringende externe werving aanleiding geeft tot een contractuele tewerkstelling van bepaalde duur van maximaal 12 maanden;
Overwegende dat een vacature die via een dringende externe werving wordt ingevuld moet worden gepubliceerd in de eerstvolgende mobiliteitscyclus na indiensttreding van de geselecteerde kandidaat;
Overwegende dat, in voorkomend geval, bij ontstentenis van een (geschikte) kandida(a)t(e) via het systeem van de dringende externe werving ook de gebruikelijke wervingssystemen zoals, in chronologische volgorde, de mobiliteit, de wettelijk voorziene externe statutaire werving of de contractuele werving van bepaalde duur van maximum 12 maanden, zullen worden aangewend;
Overwegende het advies van de korpschef om overeenkomstig artikel VI.II.61 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten als tweede lid van de selectiecommissie een personeelslid van operationeel kader van het eigen korps aan te wijzen;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst de betrekkingen :
vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
in de personeelsformatie van de Lokale Politie Aalst
de kandidaten voor de in artikel 1 en artikel 2 vermelde vacatures voor de Directie Basispolitiezorg te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, in het bijzonder de artikelen 38, 44, 47 en 248;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, inzonderheid deel II, het personeel, titel III, het administratief en logistiek kader, hoofdstuk II, de loonschalen;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 23 maart 2007 tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;
Gelet op het ministerieel besluit van 5 juni 2007 betreffende de weging van de functies van het niveau A van het administratief en logistiek kader van de politiediensten;
Gelet op de omzendbrief GPI 60 van 5 juni 2007 betreffende de weging van de functies van het niveau A van het administratief en logistiek kader van de politiediensten;
Gelet op zijn besluit de dato 27 juni 2017 tot goedkeuring van de wijziging van het organogram en het organiek kader van de Politie Aalst.
Overwegende dat, conform het statuut voor de personeelsleden van het CALog kader de loonklasse voor een functie van niveau A dient vastgesteld te worden. Dat de functies van het A-niveau in vijf klassen worden onderverdeeld, genummerd van A1 tot A5 met daaraan een verschillende loonschaal verbonden. De functies worden ingedeeld na een weging op basis van een matrix met twee assen die de volgende criteria omvatten:
Overwegende dat op 29 oktober 2021 het voorstel van de weging van de functie van adviseur/diensthoofd, srt Basispolitiezorg, directie Basispolitiezorg in een klasse A1 werd overgemaakt aan de federale politie, conform de richtlijnen van de omzendbrief GPI 60;
Overwegende dat het voorstel tot weging werd voorgelegd aan de vakorganisaties op 16 november 2021;
Overwegende dat de korpschef het advies van de wegingscommissie ontving.
Akkoord te gaan met de weging van de functie adviseur/diensthoofd, srt Basispolitiezorg, directie Basispolitiezorg, in een klasse A1.
Het vacant verklaren van betrekkingen voorzien binnen het organiek kader van de Lokale Politie Aalst behoort tot de discretionaire bevoegdheid van de gemeenteraad van de stad Aalst.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
Overwegende het gemeenteraadsbesluit van 27 juni 2017 dat voorziet in de uitbreiding van het organiek kader van de Lokale Politie Aalst met een betrekking in het administratief en logistiek kader van het niveau B, algemene graad consulent, bij de directie Basispolitiezorg, secretariaat Basispolitiezorg en dat deze betrekking voorheen niet bestond;
Overwegende dat deze functie vacant werd verklaard op de gemeenteraad van januari 2021 maar tot op heden nog niet werd ingevuld;
Overwegende de goedkeuring van de weging van deze functie op huidige gemeenteraad;
Overwegende dat de dienst secretariaat Basispolitiezorg een aantal nieuwe, complexe taken kreeg toegewezen tijdens het afgelopen jaar;
Overwegende het stijgende aantal personeelsleden dat deel uitmaakt van deze dienst;
Overwegende dat het aangewezen is de functie van CALog B te heroriënteren naar een functie CALog A, en dat dit personeelslid het team PACOS en het team secretariaat Basispolitiezorg dient aan te sturen en te begeleiden;
Overwegende dat dit personeelslid de leiding en organisatie van de dienst efficiënt en effectief dient te laten verlopen;
Overwegende dat het werven van een nieuw personeelslid via de gebruikelijke weg lang zal aanslepen en minstens tussen de zes en negen maanden zal duren;
Overwegende de motivering van de korpschef van de Lokale politie Aalst om zo snel mogelijk over te gaan tot de werving van bedoeld nieuw personeelslid en houdende zijn vraag om in casu beroep te doen op de wettelijk voorziene procedure van dringende externe werving;
Overwegende dat een dringende externe werving ten behoeve van de geïntegreerde politie dient gepubliceerd te worden via de website www.jobpol.be, en dat eventuele kandidaten langs die weg dienen te solliciteren;
Overwegende dat een dringende externe werving aanleiding geeft tot een contractuele tewerkstelling van bepaalde duur van maximaal 12 maanden;
Overwegende het advies van de korpschef om overeenkomstig artikel VI.II.61 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten als tweede lid van de selectiecommissie een personeelslid van operationeel kader van het eigen korps aan te wijzen;
een betrekking van adviseur CALog A, secretariaat Basispolitiezorg, vacant te verklaren, voor personeelsleden van het administratief en logistiek kader van het niveau B, via het systeem van dringende externe werving;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Het vacant verklaren van betrekkingen voorzien binnen het organiek kader van de Lokale Politie Aalst behoort tot de discretionaire bevoegdheid van de gemeenteraad van de stad Aalst.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
Overwegende dat een personeelslid van de directie Basispolitiezorg, dienst secretariaat Basispolitiezorg, intern de Lokale Politie verschoven wordt naar de directie Mens & Organisatie, dienst Personeel;
Overwegende dat gelet op deze interne verschuiving een betrekking van CALog B, consulent niet meer zal ingevuld zijn;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst secretariaat Basispolitiezorg aangewezen is een betrekking van CALog B, consulent, dienst secretariaat Basispolitiezorg, vacant te verklaren;
CALog medewerkers kunnen aangetrokken worden, in chronologische volgorde, via het systeem van de mobiliteit, de wettelijk voorziene externe statutaire aanwerving of, in voorkomend geval, dringende contractuele werving van bepaalde duur van maximaal 12 maanden;
Overwegende het advies van de korpschef om overeenkomstig artikel VI.II.61 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten als tweede lid van de selectiecommissie een personeelslid van operationeel kader van het eigen korps aan te wijzen;
een betrekking van consulent CALog B, secretariaat Basispolitiezorg, vacant te verklaren, voor personeelsleden van het administratief en logistiek kader van het niveau B, in chronologische volgorde, via het systeem van de mobiliteit, de wettelijk voorziene externe statutaire aanwerving of, in voorkomend geval, dringende contractuele werving van bepaalde duur van maximaal 12 maanden;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
De vigerende wetgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoren.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst waarbij de personeelsformatie o.a. werd uitgebreid;
Overwegende dat een personeelslid van de directie Netwerken, dienst Functioneel Beheer, met pensioen gaat;
Overwegende dat een personeelslid CALog C, assistent, van het secretariaat BPZ intern verschuift naar het secretariaat Netwerken;Overwegende dat hierdoor een betrekking vrijkomt voorzien voor een personeelslid van het administratief en logistiek kader (CALog-kader), niveau C, gemene graad Assistent, directie Basispolitiezorg, dienst Secretariaat;
Overwegende dat het werven van een nieuw personeelslid via de gebruikelijke weg lang zal aanslepen, en minstens tussen de zes en de negen maanden zal duren;
Overwegende de motivering van de korpschef van de Lokale Politie Aalst om zo snel mogelijk over te gaan tot de werving van bedoeld nieuw personeelslid en houdende zijn vraag om in casu beroep te doen op de wettelijk voorziene procedure van dringende externe werving;
Overwegende dat een dringende externe werving ten behoeve van de geïntegreerde politie dient te worden gepubliceerd via de website www.jobpol.be, en dat eventuele kandidaten langs die weg dienen te solliciteren;
Overwegende dat een dringende externe werving aanleiding geeft tot een contractuele tewerkstelling van bepaalde duur van maximaal 12 maanden;
Overwegende dat een vacature die via een dringende externe werving wordt ingevuld moet worden gepubliceerd in de eerstvolgende mobiliteitscyclus na indiensttreding van de geselecteerde kandidaat;
Overwegende dat, in voorkomend geval, bij ontstentenis van een (geschikte) kandida(a)t(e) via het systeem van de dringende externe werving ook de gebruikelijke wervingssystemen zoals, in chronologische volgorde, de mobiliteit, de wettelijk voorziene externe statutaire werving of de contractuele werving van bepaalde duur van maximum 12 maanden, zullen worden aangewend;
in de formatie van het administratief en logistiek kader van de Lokale Politie Aalst een betrekking van het niveau C, gemene graad Assistent, directie Basispolitiezorg, dienst Secretariaat BPZ, vacant te verklaren, via het systeem van de dringende externe aanwerving;
bij ontstentenis van een (geschikte) kandida(a)t(e) via het systeem van de dringende externe werving de beschreven betrekking vacant te verklaren via, in chronologische volgorde, via het systeem van de mobiliteit, de wettelijk voorziene externe statutaire aanwerving of, in voorkomend geval, contractuele werving van bepaalde duur van maximaal 12 maanden;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
In het kader van de opdracht “Politiezone Aalst 5440. Vervangen van de storage servers” werd een prijsvraag met nr. 21/PZI-99 opgesteld.
De kostprijs voor deze opdracht bedraagt 81 653,23 EUR exclusief btw of 98 800,41 EUR inclusief 21% btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° d) ii) (de opdracht kan slechts door één bepaalde ondernemer worden uitgevoerd om redenen van: mededinging ontbreekt om technische redenen).
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, in het bijzonder artikel 85 en 86 (B.S. 5 januari 1999).
De omzendbrief BA/2001/13 van 7 september 2001 – Nieuwe Lokale Politie – eengemeentezones en meergemeentezones – administratief toezicht – specifiek toezicht en gewoon toezicht.
Het schrijven van 18 oktober 2001 vanwege de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen inzake het toezicht op politiemateries.
De Corona-pandemie en het daaruit gevloeide versneld en massaal overstappen naar module werken heeft een groot pijnpunt in onze virtuele omgeving blootgelegd. De storage is niet performant meer genoeg en ook de capaciteit moet dringend opgetrokken worden. Gezien deze onderdelen compatibel moeten zijn met de huidige virtuele omgeving van Lebon IT en deze firma ook de complexiteit kent van het Hilde-netwerk (Federale Politie) kan enkel deze firma deze opdracht uitvoeren.
De voorwaarden en kostprijs voor de opdracht “Politiezone Aalst 5440. Vervangen van de storage servers”, worden vastgesteld. De kostprijs bedraagt 81 653,23 EUR exclusief btw of 98 800,41 EUR inclusief 21% btw.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget 2021 van de Politiezone Aalst 5440 onder budgetlijn 33000/742-53.
De Politiezone Aalst 5440 stelt voor de radiocommunicatieapparatuur aan te kopen via het raamcontract van ASTRID voor het leveren van eindapparatuur (CD-MP-OO-60 – Perceel 2).
De kostprijs voor deze aankoop bedraagt 109 868 EUR incl. btw.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald bepaald artikels 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale en artikel 43.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, in het bijzonder artikel 85 en 86 (B.S. 5 januari 1999).
De omzendbrief BA/2001/13 van 7 september 2001 – Nieuwe Lokale Politie – eengemeentezones en meergemeentezones – administratief toezicht – specifiek toezicht en gewoon toezicht.
Het schrijven van 18 oktober 2001 vanwege de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen inzake het toezicht op politiemateries.
Deze aankoop betreft de verderzetting van de geleidelijke en noodzakelijke vernieuwing van de radiocommunicatiemiddelen binnen de Politie Aalst. Met deze aankoop wil men de dienst Interventie uitrusten met nieuwe radio’s en de nodige accessoires. De Politiezone Aalst wenst deze radiocommunicatiemiddelen en -accessoires aan te kopen via het raamcontract van ASTRID.
De naamloze vennootschap van publiek recht ASTRID werd opgericht in 1998 op initiatief van de federale en lokale overheden om een gezamenlijk communicatienetwerk voor alle hulp- en veiligheidsdiensten uit te bouwen. ASTRID is een operator die politie, brandweer en andere hulpdiensten in staat stelt om efficiënt te communiceren, om zo het goede verloop van de operaties op het terrein en de veiligheid van de burger te verzekeren.
De voorwaarden van de opdracht “Politiezone Aalst 5440. Aankoop van radiocommunicatiemiddelen en -accessoires via raamcontract ASTRID” worden vastgesteld. De kostprijs bedraagt 109 868 EUR incl. btw.
Bovengenoemde opdracht wordt geplaatst via het raamcontract van ASTRID voor het leveren van eindapparatuur (CD-MP-OO-60 – Perceel 2).
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget 2021 van de Politiezone Aalst 5440 onder budgetlijn 33000/744-51 (MJP000113).
De Politiezone Aalst 5440 stelt voor om een elektrisch voertuig type “elektrische van” aan te kopen via de raamovereenkomst van de Lokale Politie Antwerpen.
De kostprijs voor deze aankoop bedraagt 77 303,70 EUR exclusief btw of 93 537,48 EUR inclusief 21% btw.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten meer bepaald artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale en artikel 43.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, in het bijzonder artikel 85 en 86 (B.S. 5 januari 1999).
De omzendbrief BA/2001/13 van 7 september 2001 – Nieuwe Lokale Politie – eengemeentezones en meergemeentezones – administratief toezicht – specifiek toezicht en gewoon toezicht.
Het schrijven van 18 oktober 2001 vanwege de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen inzake het toezicht op politiemateries.
De Politiezone Aalst 5440 wenst een elektrisch voertuig type “elektrische van” aan te kopen via de raamovereenkomst van de Lokale Politie Antwerpen. Dit voertuig is voor gemengd gebruik, enerzijds als dienstvoertuig voor de korpschef, anderzijds als transportmiddel voor het vervoer van meerdere personen.
Terberg Specials Belgium NV is als "Integrator" initieel in haar rol aangesteld voor de Politiezone Antwerpen. Ten tijde van deze aanstelling is gesteld dat alle zones van Politie in België gebruik mogen maken van de diensten van Integrator. Hierdoor wordt aan alle zones van Politie de mogelijkheid geboden om beroep te doen op dit raamcontract om te voorzien in de aanschaf, de ombouw, het onderhoud en aanvullende mobiliteitsdiensten op het gebied van mobiliteit.
De voorwaarden van de opdracht “Politiezone Aalst 5440. Aankoop van een elektrisch voertuig type "elektrische van" via raamcontract politiezone Antwerpen”, worden vastgesteld. De kostprijs voor deze aankoop bedraagt 77 303,70 EUR exclusief btw of 93 537,48 EUR inclusief 21% btw.
Bovengenoemde opdracht wordt geplaatst via de raamovereenkomst van de Lokale Politie Antwerpen.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget 2021 van de Politiezone Aalst 5440 onder budgetlijn 33000/743-98.
De Politiezone Aalst 5440 stelt voor om vijf elektrische voertuigen aan te kopen via de raamovereenkomst van de Lokale Politie Antwerpen.
De kostprijs voor deze aankoop bedraagt 214 376,18 EUR exclusief btw of 259 395,18 EUR inclusief 21% btw.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° d) iii) (de opdracht kan slechts door één bepaalde ondernemer worden uitgevoerd om redenen van: bescherming van exclusieve rechten) en artikel 43.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, in het bijzonder artikel 85 en 86 (B.S. 5 januari 1999).
De omzendbrief BA/2001/13 van 7 september 2001 – Nieuwe Lokale Politie – eengemeentezones en meergemeentezones – administratief toezicht – specifiek toezicht en gewoon toezicht.
Het schrijven van 18 oktober 2001 vanwege de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen inzake het toezicht op politiemateries.
De Politiezone Aalst 5440 wenst vijf elektrische voertuigen aan te kopen via de raamovereenkomst van de Lokale Politie Antwerpen. Deze vijf voertuigen worden aangekocht in het kader van de goedgekeurde vernieuwde wijkwerking.
Terberg Specials Belgium NV is als "Integrator" initieel in haar rol aangesteld voor de Politiezone Antwerpen. Ten tijde van deze aanstelling is gesteld dat alle zones van Politie in België gebruik mogen maken van de diensten van Integrator. Hierdoor wordt aan alle zones van Politie de mogelijkheid geboden om beroep te doen op dit raamcontract om te voorzien in de aanschaf, de ombouw, het onderhoud en aanvullende mobiliteitsdiensten op het gebied van mobiliteit.
De voorwaarden van de opdracht “Politiezone Aalst 5440. Aankoop van vijf elektrische wijkvoertuigen via raamcontract politiezone Antwerpen”, worden vastgesteld. De kostprijs voor deze aankoop bedraagt 214 376,18 EUR exclusief btw of 259 395,18 EUR inclusief 21% btw.
Bovengenoemde opdracht wordt geplaatst via de raamovereenkomst van de Lokale Politie Antwerpen.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget 2021 van de Politiezone Aalst 5440 onder budgetlijn 33000/743-98 – MJP000112.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet, inzonderheid artikel 96, en het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
Gelet op de bepalingen van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, inzonderheid artikel 33 en 34;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 5 september 2001, houdende algemeen reglement op de boekhouding van de lokale politie.
Gelet op het ontwerp van begroting voor het dienstjaar 2022 en de voorgeschreven bijlagen;
Gelet op het advies van de begrotingscommissie van 8 november 2021, ingesteld bij artikel 11 van het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het Algemeen Reglement op de Boekhouding van de Lokale Politie en door de gemeenteraad;
Overwegende dat de toelage van de stad Aalst aan de Lokale Politie Aalst moet passen in een sluitende stadsbegroting 2022.
de begroting van de Lokale Politie Aalst voor het dienstjaar 2022, zoals gevoegd als bijlage bij het gemeenteraadsbesluit, vast te stellen.
| Gewone dienst | Buitengewone dienst | |
| Ontvangsten | 32.172.928,73 | 3.768.000,00 |
| uitgaven | 32.172.928,73 | 3.768.000,00 |
| Geraamd Resultaat van het Dienstjaar | 0,00 | 0,00 |
| Geraamd begrotingsresultaat van het vorig jaar | 0,00 | 0,00 |
| Geraamd algemeen begrotingsresultaat | 0,00 | 0,00 |
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Ann Van de Steen.
In een krantenartikel lazen we deze week dat ons land vandaag 3 speciale zorgcentra herbergt.
Naast Gent, Brussel en Luik worden nu nieuwe centra gepland in Antwerpen, Leuven en Charleroi. Wordt er nagedacht over een zorgcentrum in Aalst of laten we deze boot aan ons voorbij varen?
Sinds het heropstarten van ons dagelijkse leven na de lockdowns stijgen de aanmeldingen in de verschillende centra aanzienlijk. Ook de hulplijn 1712 meld een sterke stijging van oproepen kaderend binnen het intrafamiliaal en seksueel geweld.
Het idee van deze zorgcentra is nog zeer recent, maar bewijst vandaag reeds de doeltreffendheid. Slachtoffers worden er onmiddellijk na de feiten al ontvangen om sporen, zoals van sperma te laten vaststellen. Ze kunnen er ook een klacht indienen bij de politie en worden er onmiddellijk opgevangen door psychologen. De samenwerking met de politie is sinds het opstarten van de huizen versterkt. Oorspronkelijk was er een directe lijn met de politiezone Gent, ondertussen is die er reeds met alle zones in Oost-Vlaanderen.
Het is de ambitie van de huidige federale regering om het netwerk van zorgcentra sterk uit te breiden. Tegen 2023 worden 10 dergelijke centra voorzien in ons land.
Daarom vragen wij:
over de interpellatie van raadslid Ann Van de Steen aangaande 'Krijgt Aalst ook een speciaal zorgcentrum voor slachtoffers van seksueel geweld?'.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Andreas Verleysen.
Sedert de invoering van éénrichtingsverkeer in de Binnenstraat verplaatste het verkeer zich naar de omgevende straten. Op het kruispunt Petrus Van Nuffelstraat – Arendsveld - Sint Ursmaarstraat is er een zeer grote stijging van verkeersongevallen. Deze woonstraten zijn verkeersaders geworden, waarbij voorrangsregels vaak worden genegeerd. Tevens is er vaak ook sprake van onaangepaste snelheid. Helaas is in een deel van deze woonwijk nog steeds geen ZONE 30 regime van toepassing, alhoewel gevraagd sedert meer dan 30 jaar geleden. Uiteraard zal een verkeersbord alleen het probleem niet oplossen, zal deze levensreddende snelheidsbeperking ook afgedwongen moeten worden door aangepaste straatinrichting én beter toezicht. Want ook daar knelt het schoentje: de nieuwe SUV en andere terreinwagens worden niet meer voldoende afgeremd door de reeds aanwezige plateau’s. Zowel uit eigen ervaring, maar ook zwart op wit uit de registratie van telraam blijken de werkelijke snelheden vaak ver boven de toegelaten 30km.
Het veilige gevoel als (bak)fietser in mijn eigen woonomgeving ben ik kwijt, de spelende kinderen in de getroffen woonstraten zijn verleden tijd.
Onze vragen
over de interpellatie van raadslid Andreas Verleysen aangaande 'Verkeersonveiligheid in de Arendwijk'.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Andreas Verleysen.
U heeft het uiteraard zelf ook ondervonden en zeker talloze e-mails over ontvangen.
We brachten reeds eerder deze problematiek ter sprake.
We meenden begrepen te hebben dat er aan een verordening zou gewerkt worden.
Nu ook een tweede soort deelfietsen onze straten ‘siert’ – het zijn echt hippe dingen - wordt de strijd om het fiets- en voetpad steeds prangender.
De achtergelaten deelsteps en deelfietsen versperren her en der een normale doorgang van voetgangers en fietsers. De doelstelling de verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid te verhogen door meer duurzame alternatieven aan te bieden, dreigt hierdoor deels verloren te gaan.
Onze vragen:
over de interpellatie van raadslid Andreas Verleysen aangaande 'Overlast deelsteps'.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpallaties
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Ann Van de Steen.
Op de Vlaamse wegen zijn vorig jaar 206 ongevallen geteld met elektrische steps, met 2 doden tot gevolg. Ook in Aalst wordt de ergernis van dit gevaarte door de burger blijvend aangekaart via verschillende mediakanalen. Steps die voetgangers bruusk de pas afsnijden, in een voetgangerszone aan hoge snelheid slalommen door de menigte of zelfs door de terrassen sjezen.
Ook het asociaal parkeren in de zogenaamde ‘free floating zone’ zorgt voor terechte ergernis bij de Aalstenaar. Steps die letterlijk in het midden van een voetpad of voor de deur van een rijhuis gestationeerd worden. Foto’s genoeg op de sociale media moest u hierbij vragen hebben.
Maar het is natuurlijk niet allemaal kommer en kwel. Mits er goede afspraken en richtlijnen opgesteld worden kan dit een win win worden voor onze stad.
De steps worden reeds binnen het centrum beperkt in de voetgangerszone, maar waarom niet in Erembodegem op het dorp? Of aan scholen, waar stepracers vandaag nog aan hoge snelheden op het voetpad voorbijrazen. Als het in het centrum kan voor de veiligheid moet het toch zeker ook aan de scholen kunnen?
Met Vooruit Aalst hebben we ook al vaker gepleit voor dropzones, niet alleen aan het station, maar overal. Kunnen we als stad het niet aangenamer maken voor iedereen door stepzones aan te duiden bij alle voorname plaatsen doorheen de stad? Zo denken we aan de verschillende pleinen tot bibliotheken, parken en sportclubs. Als je tot aanvaardbare afstand van je locatie met de step kunt rijden zou dit als een mooi compromis tussen de voor- en tegenstander kunnen gelden.
Als laatste vragen wij ook om te bekijken hoe we een helmverplichting kunnen bekrachtigen voor de gebruikers van de deelsteps. Hier denken wij dat het vooral de veiligheid van de gebruiker ten goede zou komen moest dit gerealiseerd worden. Kan er met de deelstepbedrijven aan tafel gezeten worden om dit te bekijken. Eventueel een mogelijkheid op de app voorzien waar de gebruiker zelf aangeeft een helm te dragen waardoor de gebruikte step sneller kan rijden?
Wij vragen hier vandaag zeker niet dat dit systeem uit onze straten verdwijnt. Meer nog zijn we voorstander van verschillende en gebruiksvriendelijke vervoersmodi, maar dan wel op een goed georganiseerde en veilige manier voor iedereen.
Daarom vragen wij:
over de interpellatie van raadslid Ann Van de Steen aangaande 'Veilig steppen in Aalst?'.
De gemeenteraad keurde op 25 mei 2021 de zwembadtarieven voor Aquatopia goed.
De raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf SportAG gaf op 25 oktober 2021 goedkeuring aan het intern reglement, de tarieven voor verkoop Speedo verkoopsartikelen en de tarieven voor de verhuur van de triatlonruimte in Aquatopia. In het kader van de huidige beheersovereenkomst tussen stad en SportAG dienen aanvullend het intern reglement, de tarieven voor verkoop Speedo verkoopsartikelen en de tarieven voor gebruik van de triatlonruimte voorgelegd te worden aan de gemeenteraad ter goedkeuring.
het intern reglement Aquatopia, zoals gevoegd in bijlage, goed te keuren.
de tarieven voor verkoop van Speedo verkoopsartikelen, zoals gevoegd in bijlage, goed te keuren
de onderstaande tarieven voor gebruik van de triatlonruimte in Aquatopia goed te keuren:
individuele huur van 1 set (loopband+fiets): 5 euro inwoners Aalst / 7,5 euro niet-inwoners Aalst
huur van de totale ruimte (5 sets): 18 euro (A-tarief) / 9 euro (B-tarief) / 4,5 euro (C-tarief)
Brieven van de VTC (advies ref. VTC/O/2019/01 en ref. VTC/O/2019/07) waarin deze werkwijze met een vereenvoudigde procedure voor de totstandkoming van algemene protocollen en bijbehorende mandatering aan OVSG wordt bevestigd.
Mail d.d. 26 juni 2020 aan de algemeen directeur vanwege e-Gov Oost-Vlaanderen waarbij zij adviseren dat het bestuur aan OVSG het mandaat verleent om algemene protocollen af te sluiten ten behoeve van het schoolbestuur.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40.
Decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer, artikel 8.
Elke elektronische mededeling van persoonsgegevens door een instantie naar een andere instantie of naar een externe overheid vereist een protocol, afgesloten tussen de betreffende instanties.
Het schoolbestuur en zijn onderwijsinstellingen doen veelvuldig dergelijke mededelingen naar instanties zoals het Ministerie van Onderwijs en Vorming (bv. AGODI), onderwijsinspectie, Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB), ondersteuningsnetwerk, scholengemeenschap, Lokaal Overlegplatform (LOP), De Lijn… en vice versa.
Deze mededelingen vloeien hoofdzakelijk voort uit reglementaire bepalingen en hebben een wettelijke grondslag.
Het Ministerie van Onderwijs en Vorming, de onderwijskoepels en het GO! hebben in samenwerking met de Vlaamse toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens (VTC), omwille van administratieve vereenvoudiging en planlastvermindering, algemene protocollen ontwikkeld die voor alle onderwijsinstellingen gelden.
Om dezelfde redenen wordt voorzien in een vereenvoudigde procedure waarbij de onderwijskoepels kunnen worden gemandateerd om na de onderhandelingen zowel hun Data Protection Officer (DPO) het advies te laten verlenen als het algemeen protocol te ondertekenen, in naam en voor rekening van de schoolbesturen.
De algemene protocollen worden na de ondertekening door de (gemandateerde) partijen gepubliceerd op de website van de vzw Onderwijsvereniging Steden en Gemeenten (OVSG).
Het schoolbestuur heeft na de ondertekening door de (gemandateerde) partijen drie maanden de tijd om alsnog het algemeen protocol te verwerpen (opt-out) na een negatief advies van de eigen Data Protection Officer.
De werkwijze werd goedgekeurd in de Werkgroep Informatieveiligheid VVSG van 25 november 2019.
Het schoolbestuur blijft als verwerkingsverantwoordelijke van de onderwijsinstelling gebonden door de bepalingen opgenomen in het protocol, inclusief de beveiligingsmaatregelen.
Het schoolbestuur heeft een functionaris voor gegevensbescherming (DPO) aangemeld bij de VTC en beschikt over een goedgekeurd informatieveiligheidsplan (zie de verklaring op eer in de bijlage).
Het vermelde advies VTC ref. VTC/O/2019/07 wijst erop dat de betreffende gegevensuitwisseling expliciet opgenomen moet worden in het register van verwerkingsactiviteiten, met verwijzing naar de maatregelen die worden voorzien in het algemeen protocol.
Het schoolbestuur dient de gemeenteraadsbeslissing betreffende de machtiging en een verklaring op eer (bijlage) aan OVSG te bezorgen.
zich akkoord te verklaren met de verklaring op eer als in bijlage;
OVSG te mandateren om te onderhandelen over het algemeen protocol voor de elektronische doorgifte van persoonsgegevens tussen instanties;
de Data Protection Officer van OVSG, de Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten, te machtigen om het verplicht advies te verlenen;
de algemeen directeur van OVSG, de Onderwijskoepel van Steden en Gemeenten, te machtigen om het protocol voor de elektronische doorgifte van persoonsgegevens tussen instanties in naam en voor rekening van het schoolbestuur te ondertekenen;
het college van burgemeester en schepenen met de beslissing te belasten over het al dan niet goedkeuren van het algemene protocol voor de elektronische doorgifte van persoonsgegevens tussen instanties en de verdere uitvoering in functie van een mogelijke opt-put na een negatief advies van de eigen Data Protection Officer.
De erkenning van stedelijke overlegstructuren is de bevoegdheid van de gemeenteraad, dit is zo bepaald in het decreet lokaal bestuur (artikel 41.13°). Bij de actualisatie van de statuten is het dan ook aangewezen om deze ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
Het decreet d.d. 30 november 2007 dat het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau regelt.
De beslissing van de gemeenteraad d.d. 30 september 2008 met betrekking tot de goedkeuring van de statuten van de Onderwijsraad.
De Onderwijsraad werd opgericht in 2008 naar aanleiding van het decreet lokaal flankerend onderwijsbeleid (LFOB). De statuten geven vorm aan de samenstelling en werking van de Onderwijsraad en werden vastgesteld door de gemeenteraad van 30 september 2008.
In de loop der jaren kwam de Onderwijsraad op geregelde tijdstippen samen om onderwijsgerelateerde onderwerpen te bespreken. Doordat vanuit de Stad sinds enkele jaren extra wordt ingezet op het lokaal flankerend onderwijsbeleid (onder meer door het aanwerven van een coördinator LFOB) drong de noodzaak zich op om deze statuten te herbekijken en te actualiseren.
Hiertoe werd in februari 2020 de stuurgroep van de Onderwijsraad samengeroepen. De stuurgroep bestaat uit een afvaardiging van alle onderwijsinstellingen op het grondgebied, de schepen van Onderwijs en de betrokken ambtenaren. Tijdens deze stuurgroep werden de statuten besproken en herwerkt. De algemene vergadering van 2020 werd omwille van corona uitgesteld en is nu op 26 oktober 2021 samengekomen. Voorafgaand aan deze algemene vergadering werden de statuten nogmaals behandeld op de stuurgroep. De geactualiseerde versie is toegevoegd in bijlage.
De statuten bevatten volgende onderdelen:
de statuten van de Onderwijsraad, zoals toegevoegd als bijlage, goed te keuren.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Andreas Verleysen.
Jammer genoeg heeft de Vlaamse Regering geen uniforme beslissing genomen i.v.m. de covid safe maatregelen voor de intramurale zorg: elk ziekenhuis, elk woonzorgcentrum ‘mag’ zelf beslissen hoe streng zij maatregelen nemen in de eigen instelling.
Dat is zéér contraproductief en veroorzaakt heel veel stress en geruzie op de verschillende werkvloeren: wat mag op plaats A en niet op plaats B… bezoekers begrijpen het niet. Het personeelslid kan het dan maar opvangen en vaak de verwijten en/of bedreigingen incasseren. Alle onnodige bijkomende moeilijkheden doen de moed steeds verder in de schoenen zakken.
De lokale overheid kan een uniforme aanpak uitwerken voor alle ziekenhuizen en woonzorgcentra op zijn grondgebied: het zou hen een pak onnodige stress besparen in de vierde en volgende golven van de pandemie.
Onze vraag:
over de interpellatie van raadslid Andreas Verleysen aangaande 'Het Aalsters ouderenoverleg: nood aan eenvormige covidaanpak'.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Andreas Verleysen.
Tijdens mijn recente fietstochten werd ik geconfronteerd met soms volledig bedolven fietspaden. Vooral het kruisen van tegenliggers op smalle tubes is keer op keer een gevaarlijk moment: gladheid, verborgen takken, onzichtbare zijkanten. Uiteraard is het vallen van het blad en onverwachte sneeuwval een hele opdracht voor de onderhoudsdiensten.
Toch komt het ons voor dat we net iets te vaak achter de feiten aanhollen en gevaarlijke toestanden voor de fietsers te lang blijven bestaan.
Onze vragen
over de interpellatie van raadslid Andreas Verleysen aangaande 'Herfst- en winteronderhoud fietspaden'.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Pieter Cassiman.
Op het cbs van 13 september 2021 werd aan het team Natuur en duurzaamheid opdracht gegeven om een aanvraag op te stellen voor een omgevingsvergunning voor het rooien van bomen op de Frans Blanckaertdreef.
In de dreef dienen 26 paardenkastanjes gerooid te worden. Uit het dossier blijkt dat sommige bomen ziek zijn of aftakelen. De bomen werden ondertussen al gemerkt. Dat heb ik zelf kunnen vaststellen. Het merendeel van de te rooien bomen bevinden zich achteraan, maar ook doorheen de dreef zullen er hier en daar bomen verdwijnen.
Zo’n serieuze kap zal het uitzicht van de dreef toch grondig veranderen, vandaar mijn vragen:
over de interpellatie van raadslid Pieter Cassiman aangaande 'Rooien bomen Frans Blanckaertdreef'.
De stad ontvangt op regelmatige basis aanvragen tot inname van standplaatsen voor ambulante handel op het openbaar domein, maar ontbreekt momenteel aan specifieke regels ifv toekenningen voor dagplaatsen en vaste standplaatsen in en rond het kernwinkelgebied. Deze beiden worden op vandaag niet gelimiteerd, waardoor lange inname op openbaar domein mogelijk is. Bovendien is het niet wenselijk om op bepaalde locaties in de binnenstad ambulante handel toe te staan. In functie van een gezonde mix en doorstroom van ambulante handelaars enerzijds, en ter bescherming van de horeca in het kernwinkelgebied anderzijds, worden nu meerdere plaatsen aangeduid waar de inname van dagplaatsen en vaste standplaatsen mogelijk is onder voorwaarden.
De wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten;
De wet van 4 juli 2005 tot wijziging van de wet van 25 juni 1993;
Het KB van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten;
Het besluit van de gemeenteraad, in vergadering van 4 september 2007, tot goedkeuring van het reglement van orde op de wekelijkse markten, en wijzigingen op dit reglement goedgekeurd op de gemeenteraad van 25 februari 2014, 21 oktober 2014, 20 september 2016 en 10 december 2016;
Het besluit van de gemeenteraad, in vergadering van 6 november 2007, tot goedkeuring van het reglement voor ambulante handel op het grondgebied van de stad Aalst.
De toekenning tot het voeren van ambulante handel is onderhevig aan de modaliteiten zoals bepaald in het gemeentelijk reglement voor ambulante handel op het grondgebied van de stad Aalst. Het is wenselijk om aan dit reglement nog een aantal bijkomende aanpassingen te doen om een vlotte en correcte toekenning van ambulante handel te verzekeren.
Er wordt eveneens voorgesteld enkele artikels te schrappen die specifiek van toepassing zijn op het voeren van ambulante handel tijdens wekelijkse markten. De geschrapte artikels staan reeds opgenomen in het reglement van orde op de wekelijkse markt en hoeven bijgevolg niet behouden worden in het reglement voor ambulante handel. Volgende artikels worden geschrapt: artikel 3, 4, 5, 7, 8, 9, 10, 12, 14 en 15.
akkoord te gaan met de wijzigingen aan het reglement voor ambulante handel op het grondgebied van de stad Aalst, zoals gevoegd als bijlage.
Positief advies dienst Economie: de samenwerking voor deze mobiele opleiding 'lassen' beoogt een dubbel doel. Enerzijds is er de economische meerwaarde, namelijk het invullen van maximum 10 knelpuntjobs bij een Aalsters bedrijf. Anderzijds krijgen 10 werkzoekenden de kans om kosteloos een opleiding te volgen die - bij voltooiing ervan - een garantie is op een duurzame tewerkstelling bij een bedrijf uit de eigen regio.
Deze samenwerking kadert binnen een subsidieovereenkomst tussen de Provincie Oost-Vlaanderen en de stad Aalst die optreedt als beherende gemeente binnen de interlokale vereniging HANDEL Samen & sociaal (zie bijlage). Deze subsidieovereenkomst heeft betrekking op de periode 1 oktober 2020 - 31 december 2021 (verlengd tot 30 juni 2022) en betreft een eenmalige subsidie van 20.000 EUR. Met deze subsidie worden er in de regio HANDEL (Haaltert, Herzele, Aalst, Ninove, Denderleeuw, Erpe-Mere, Lede en Sint-Lievens-Houtem) in totaal 5 acties opgezet gericht op de creatie en behoud van tewerkstelling (van kansengroepen) en de doorstroom naar het normaal economisch circuit.
Eén van deze acties is het organiseren van mobiele opleidingen i.s.m. VDAB afgestemd op lokale behoeften. Het beroep van lasser is een knelpuntberoep en specifiek in onze regio staan er heel wat vacatures open (97 vacatures voor lasser binnen een straal van 10 km). Ook het bedrijf VDL Belgium NV uit Erembodegem, dat samenwerkt met Synergie voor rekrutering, is op zoek naar lassers en verbindt zich er toe de geschikte kandidaten na het voltooien van de opleiding een duurzame tewerkstelling te bezorgen aan maximum 10 werkzoekenden.
De stad Aalst verbindt zich ertoe om de kosten te dragen van de huur en nutsvoorzieningen van de opleidingsinfrastructuur, met aandachtspunt dat de werkzoekenden uit het werkingsgebied van de stad Aalst komen. De stad helpt ook mee aan het rekruteren van geschikte werkzoekende kandidaten via de verschillende gemeenten in het intergemeentelijk samenwerkingsverband HANDEL Samen & sociaal en via andere netwerken rond activering en tewerkstelling.
De opleiding zal 13 weken duren met als startdatum 29 november 2021 en einddatum 04 februari 2022.
In totaal is er 4.000 EUR voorzien voor de actie 'organiseren van mobiele opleidingen i.s.m. VDAB' binnen de subsidieovereenkomst met de Provincie Oost-Vlaanderen. De kosten voor deze opleiding worden geschat op 44 lesdagen maal 54 EUR = 2.376 EUR.
Een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten met VDAB, vzw Scheppers-Wetteren, Synergie Belgium, VDAL Belgium NV en mtech+ OVL voor het organiseren van een mobiele opleiding lassen van 29 november 2021 tot en met 4 februari 2022.
Voor de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan voor de stadhuis- en Pupillensite wordt vanuit het projectbureau geadviseerd om Solva aan te stellen omwille van de kwalitatieve output bij eerdere samenwerkingen én van de strakke timing die dient nageleefd te worden voor de opmaak van het RUP ifv de vermarkting . Aangezien het een meerjarige samenwerking betreft en het budget de grens van 30.000 euro overschrijdt werd een samenwerkingsovereenkomst opgemaakt die ter goedkeuring dient te worden voorgelegd aan de gemeenteraad. (Zie bijlage)
Stad Aalst is deelnemend bestuur van het intergemeentelijk samenwerkingsverband SOLVA. SOLVA kan gekwalificeerd worden als een gezamenlijk inhouse constructie in de zin van artikel 30§3 Wet overheidsopdrachten 2016. Dat betekent dat de deelnemende besturen vrij overeenkomsten kunnen sluiten met betrekking tot dienstverlening, zonder toepassing van de wetgeving overheidsopdrachten. In house samenwerking is uitgesloten van het toepassingsgebied van de wetgeving overheidsopdrachten.
Het betreft een samenwerkingsovereenkomst in regie: in dit geval wordt een samenwerkingswerkingsovereenkomst opgesteld zonder raming. De werkelijk gepresteerde uren worden via het uurregistratiesysteem bijgehouden en afgerekend, hetzij periodiek (per kwartaal), hetzij bij afronding van een bepaalde fase. In het verleden leverde Solva op deze manier al stedenbouwkundige ondersteuning aan de stad. Hierbij wordt gewerkt met bestelbonnen met een contingent aan uren die na prestatie worden afgerekend en waarop dan een volgende bestelbon volgt. Het maximale budget werd vastgesteld op 120.000 euro (in overeenstemming met de budgetten opgenomen in de meerjarenplanning). Dit budget kan enkel mits schriftelijke goedkeuring van de opdrachtgever overschreden worden. Er wordt voorgesteld om de betaling via rekening courant te laten verlopen.
De opdracht voor Solva werd als volgt beschreven in de samenwerkingsovereenkomst:
Advies overheidsopdrachten:
Gunstig advies vanuit overheidsopdrachten. Er wordt verwezen naar de inhouse-overeenkomst waardoor de opdracht vrijgesteld is van een andere procedure.
Advies Financiën:
Gunstig advies op voorwaarde dat:
- met betrekking betaling via rekening courant ook in de besluitvorming wordt opgenomen.
- het maximale budget voor deze opdracht opgenomen wordt in de samenwerkingsovereenkomst.
Aan beide voorwaarden werd voldaan.
Advies AGSA: gunstig advies
Beslissing van de gemeenteraad van 28 mei 2013 m.b.t. de aankoop van de Pupillensite
Beslissing van de gemeenteraad van 22 oktober 2013 m.b.t. de convenant NAC tussen de stad Aalst en AGSA
Beslissing van de gemeenteraad van 17 december 2019 m.b.t. de goedkeuring van het meerjarenplan van de stad Aalst.
Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 10 februari 2020 m.b.t. de convenant ‘Pupillen’.
Beslissing van de gemeenteraad van 27 oktober 2020 tot de opmaak van een integrale toekomstvisie voor het stadshart van Aalst. Bestek 20:I-93. Vaststellen voorwaarden en wijze van gunnen. Beslissing.
Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 4 januari 2021 m.b.t. de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan Pupillensite.
Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 26 april 2021 m.b.t. het vastleggen van de krachtlijnen voor de herontwikkeling van het Stadhuis en Pupillensite.
Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 4 oktober 2021 m.b.t. de aanvulling van de krachtlijnen Stadhuis en Pupillensite na marktbevraging.
Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 8 november 2021 m.b.t. de aanstelling van Solva voor de opmaak van het RUP.
Op 22 oktober 2013 keurde de gemeenteraad de convenant 'NAC/Pupillen' goed om de site te herontwikkelen. Utopia werd reeds gerealiseerd op een deel van de site.
In 2015 werd een open oproep gedaan via Vlaams Bouwmeester voor de opmaak van een masterplan en de bijhorende financieel-economische haalbaarheid voor de Pupillensite te Aalst.
In 2016 verhuisden de stedelijke administratieve diensten, die gehuisvest waren in het voormalige stadhuis, en de rechtbank en dienst belastingen, die gehuisvest waren in het voormalige Pupillencomplex, naar het nieuw administratief centrum (NAC) aan de Werf. Hierdoor kwamen de historische gebouwen aan de Zwarte Zussterstraat en de Pupillensite nagenoeg volledig leeg te staan.
De stad besliste in 2019, op basis van de resultaten van de ontwerpwedstrijd, om op de site ondermeer een belevingscentrum in te richten, gecombineerd met wonen en werken.
Op 10 Februari 2020 werd de convenant Stadhuis/Pupillen tussen de stad Aalst en AGSA goedgekeurd door het college van Burgemeester en Schepenen en op 18 Februari 2020 door de Gemeenteraad. Het projectbureau kreeg de opdracht tot herontwikkeling van de site tot een gemengd binnenstedelijk project met minstens één publieke functie op de site.
Na grondig onderzoek bleek de invulling als belevingscentrum praktisch niet haalbaar omwille van onder andere beperkingen door bestemming, randvoorwaarden opgelegd door erfgoed en financiële aspecten.
Een nieuwe invulling dient te worden bepaald en de bestemmingsvoorschriften dienen herbekeken te worden om een hedendaagse kwaliteitsvolle invulling op de site mogelijk te maken. Een Ruimtelijk Uitvoeringsplan is bijgevolg noodzakelijk voor de site. Belangrijke principes zoals de relatie en mogelijke linken met de omgeving, minimale groenruimte, de doorwaadbaarheid van de site, gewenste bouwvoorschriften voor hoge beeldkwaliteit,... kunnen zo ook juridisch worden vastgelegd.
De aanzet voor dit RUP wordt nader onderzocht in de opdracht ‘integrale toekomstvisie voor het stadshart’, waar specifiek ontwerpend onderzoek voorzien wordt voor de Pupillensite zodat de haalbaarheid van een nieuwe gewenste invulling kan worden nagegaan qua programma, aantal m2, bouwvolume, doorwaadbaarheid, parkeren en mobiliteit, groen en kwaliteitsvolle buitenruimte, … naast de opmaak van een beeldkwaliteitsplan voor het stadshart. De resultaten van deze studie zullen worden verwerkt in de startnota van het RUP Pupillensite.
Akkoord te gaan met de samenwerkingsovereenkomst zoals toegevoegd in bijlage.
De gemeenteraad is bevoegd op basis van de bepalingen van decreet van 03-05-2019 houdende de gemeentewegen, in het bijzonder Hoofdstuk 3: “Aanleg, wijziging, verplaatsing en opheffing van gemeentewegen” betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25-04-2014 (en latere wijzigingen). In het bijzonder artikel 31 welke stelt :p
§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
Het besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 25-04-2014 betreffende de omgevingsvergunning (hieronder ‘omgevingsvergunningsbesluit’). In het bijzonder artikel 47 welke stelt “Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is”.
Op 05-07-2021 werd door de stad Aalst een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het uitvoeren van wegenwerken thv Tragel, Bergweg en Doorsteeklaan, rooien van bomen en aansluiting RWA-leidingen op Torensbeek en Molenbeek te 9300 Aalst (openbaar domein, Tragel vanaf Kunstzijdestraat tot Bergweg, Bergweg vanaf Tragel tot Doorsteeklaan, Doorsteeklaan vanaf Bergweg tot Dender).
De aangevraagde stedenbouwkundige handelingen hebben betrekking op het heraanleggen van de Tragel (vanaf Kunstzijdestraat), Bergweg en deel Doorsteeklaan tussen Bergweg en Dender.
De bestaande ontsluiting en wegeninfrastructuur is matig tot zwaar verouderd en veilige fietspaden ontbreken.
Samen met de wegenis wordt ook de riolering heraangelegd waarbij RWA en DWA worden gescheiden (niet vergunningsplichtig).
Tijdens het project worden ook maximaal 38 bomen gerooid in functie van de aanleg van het fietspad langsheen de Dender.
De uit te voeren werken omvatten bijgevolg:
-Wegeniswerken deel Tragel :
De rijbaan wordt 6,40 m breed uitgevoerd (excl. Goten en boordstenen) in cementbetonverharding. Er wordt een vrij-liggend dubbelrichtingsfietspad aangelegd in bitumeuze verharding tussen de rijweg en de Dender. Dit krijgt een breedte van 3 m. Tussen de rijweg en de bebouwing wordt een voetpad van minimaal 1,5 m breedte voorzien in grijze betonstraatstenen.
Om de bus te kunnen laten halteren op de rijbaan wordt de infrastructuur van de haltes volledig conform de richtlijnen van De Lijn ingericht; dit betekent dat er aanrijboordstenen voorzien worden. Het parkeren wordt niet meer toegelaten op de rijweg.
Firma Jan De Nul voorziet op eigen terrein een parking om de verdwenen plaatsen van de parkeerstroken op de rijbaan op te vangen. Deze firma voorziet in zijn toekomstige nieuwbouw een grote ondergrondse parking voor het personeel. Ook de andere firma’s zullen het parkeren van personeel en bezoekers op eigen terrein moeten voorzien.
Tussen de rijweg en het vrij-liggend fietspad is er een groenstrook als buffer voorzien voor de veiligheid van de fietser. Deze zone geldt tevens als infiltratiestrook voor het regenwater dat op het wegdek terecht komt.
Aan de inritten en de kruispunten zal de rijweg plaatselijk verbreed worden naar 7,55 meter om het inrijden met opleggers te vergemakkelijken. Aan het kruispunt met de Kunstzijdestraat wordt een bochtverbreding toegepast zodat het kruisend verkeer mogelijk blijft.
Het nieuw aan te leggen fietspad langsheen de Dender is gelegen op het BFF en sluit aan op het jaagpad ter hoogte van het kruispunt Bergweg- Hendrik Consciencestraat.
-Wegeniswerken deel Bergweg:
De rijbaan is 6,40 meter breed (excl. goten en boordstenen) uitgevoerd in cementbetonverharding. Naast de rijbaan worden aanliggende fietspaden voorzien met een breedte van 1,75 meter, uitgevoerd in rode asfalt. De trottoirband wordt aangelegd met een breedte van 0,50 meter waardoor deze functioneert als een schrikstrook tussen rijweg en fietspad. Tussen het fietspad en de perceelsgrens langs de woningen wordt een voetpad van minimaal 1,5 m breedte voorzien in betonstraatstenen. -Wegeniswerken deel Doorsteeklaan:
Het huidige wegdek wordt niet vernieuwd. Enkel het kruispunt met Bergweg en N41.
-Rooien van bomen:
Bij de aanleg van het fietspad zal ter plaatse bekeken worden welke bomen al dan niet kunnen behouden blijven, afhankelijk van de aanwezige boomwortels.
Er worden maximaal 38 bomen gerooid. Ter hoogte van de Tragel gaat het om 28 bomen ( Knotwilgen, Haagbeuk, Plataan, Abeel), ter hoogte van de Bergweg gaat het om 8 bomen (Haagbeuk, Plataan) en langs de Bergweg gaat het om 2 Zomereiken.
In samenspraak met de Vlaamse Waterweg en de stedelijke groendienst zal bepaald worden welke boomsoort zal worden aangeplant.
In de onverharde infiltratiestrook (tussen rijweg en fietspad) zal enkel een haag aangeplant worden.
De werken zijn noodzakelijk voor de verbetering van de verkeersveiligheid en -leefbaarheid en het bieden van een veilige verkeersinfrastructuur voor de zwakke weggebruikers.
De aanleg van het fietspad tussen de rijweg en kaaimuur heeft tot doel om een veilige en vlotte verbinding langsheen de Dender verder uit te breiden.
De bewuste aanvraag werd volledig en ontvankelijk verklaard op 04-08-2021.
De voorliggende aanvraag werd van 17-08-2021 tot en met 15-09-2021 aan een openbaar onderzoek onderworpen. Gedurende deze periode werden er geen bezwaarschriften ingediend.
Het college van burgemeester en schepenen besliste op 25-10-2021 om akkoord te gaan met het ontwerp verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar waarin wordt voorgesteld om - mits voorwaarden - een omgevingsvergunning te verlenen in het kader van de voorliggende aanvraag.
Er kan worden geconcludeerd dat de voorliggende aanvraag voor een omgevingsvergunning, in toepassing van artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, voor wat betreft de zaak van de wegen kan worden goedgekeurd. Deze goedkeuring blijft uiteraard beperkt tot het deel van de aanvraag waarvoor de gemeenteraad bevoegd is.
De voorliggende aanvraag voor een omgevingsvergunning (ref. OMV_2021113896) ingediend door de stad Aalst, Werf 9, 9300 Aalst voor het uitvoeren van wegenwerken thv Tragel, Bergweg en Doorsteeklaan gelegen te 9300 Aalst (openbaar domein, Tragel vanaf Kunstzijdestraat tot Bergweg, Bergweg vanaf Tragel tot Doorsteeklaan, Doorsteeklaan vanaf Bergweg tot Dender) goed te keuren voor wat betreft de zaak van de wegen. Dit in toepassing van artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning.
De dienst Mobiliteit en openbare werken stelt voor dit dossier te herhalen met uitgaven beperkt tot het beschikbaar krediet van 184 500 EUR voor de periode van 1 jaar.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 2° (nieuwe werken/diensten, bestaande uit de herhaling van soortgelijke werken/diensten) en artikel 43.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.De werken omvatten onder andere:
- het aanbrengen van bitumineuze verhardingen;
- het aanleggen van funderingen onder bitumineuze verhardingen;
- de aanleg van riolering onder bitumineuze verhardingen;
- allerhande herstellingswerken aan bestaande bitumineuze verhardingen.
De gemeenteraad verleende in zitting van 25 juni 2019 goedkeuring aan het bestek met nr. 19/HI-71/19-23 van de oorspronkelijke opdracht “Uitvoeren van herstellingen aan bitumineuze wegen”, gegund via openbare procedure.
Volgens de oorspronkelijke bestekbepalingen kan deze opdracht bij onderhandelingsprocedure herhaald worden binnen een periode van 3 jaar na het sluiten van de oorspronkelijke opdracht.
Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 11 oktober 2019 de oorspronkelijke opdracht gegund aan Norré-Behaegel nv, Koninklijke Baan 196 te 8434 Westende.
Goedkeuring wordt verleend aan het opstarten van de plaatsingsprocedure voor de herhalingsopdracht “Cluster Mobiliteit en openbaar domein. Uitvoeren van herstellingen aan bitumineuze wegen”, zoals voorzien in het oorspronkelijke bestek met nr. 19/HI-71/19-23.
De werken zullen gegund worden ingevolge onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking volgens artikel 42 § 1, 2° van de wet van 17 juni 2016 op de overheidsopdrachten aan de aannemer gelast met de uitvoering van de oorspronkelijke opdracht, zijnde Norré-Behaegel nv, Koninklijke Baan 196 te 8434 Westende tegen de eenheidsprijzen voorzien in hun oorspronkelijke offerte en beperkt tot het voorzien krediet van 184 500 EUR.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van het meerjarenplan 2020-2025 onder budgetlijnen MJP000428 – AC000194 (164 500 EUR) en MJP000429 – AC000194 (20 000 EUR) van de stad Aalst.
Met e-mail van 8 november 2021 bevestigt Audebo nv, Bedrijvenlaan 4 te 9080 Lochristi de prijzen van de oorspronkelijke offerte te handhaven voor het volgend dienstjaar.
De dienst Mobiliteit en openbare werken stelt voor dit dossier te herhalen met uitgaven beperkt tot het beschikbaar krediet van 180 000 EUR voor de periode van 1 jaar.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 2° (nieuwe werken/diensten, bestaande uit de herhaling van soortgelijke werken/diensten) en artikel 43.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.De gemeenteraad verleende in zitting van 17 september 2019 goedkeuring aan het bestek met nr. 19/HI-88/20-24 van de oorspronkelijke opdracht “Raamovereenkomst voor uitvoeren van infrastructuur- en herstellingswerken aan waterlopen”, gegund via openbare procedure.
Volgens de oorspronkelijke bestekbepalingen kan deze opdracht bij onderhandelingsprocedure herhaald worden binnen een periode van 3 jaar na het sluiten van de oorspronkelijke opdracht.
Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 25 november 2019 de oorspronkelijke opdracht gegund aan Audebo nv, Bedrijvenlaan 4 te 9080 Lochristi, tegen de eenheidsprijzen vermeld in de offerte van deze inschrijver en beperkt tot het voorzien krediet.Goedkeuring wordt verleend aan het opstarten van de plaatsingsprocedure voor de herhalingsopdracht “Cluster Mobiliteit en openbaar domein. Raamovereenkomst voor uitvoeren van infrastructuur- en herstellingswerken aan waterlopen”, zoals voorzien in het oorspronkelijke bestek met nr. 19/HI-88/20-24.
De werken zullen gegund worden ingevolge onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking volgens artikel 42 § 1, 2° van de wet van 17 juni 2016 op de overheidsopdrachten aan de aannemer gelast met de uitvoering van de oorspronkelijke opdracht, zijnde Audebo nv, Bedrijvenlaan 4 te 9080 Lochristi tegen de eenheidsprijzen voorzien in hun oorspronkelijke offerte en beperkt tot het voorzien krediet van 180 000 EUR inclusief btw voor de periode van 1 jaar.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van het meerjarenplan 2020-2025 onder budgetlijn MJP000610 – AC000194 – 70 2260007 van de stad Aalst.
Met e-mail van 6 november 2021 bevestigt nv Ondernemingen ir. De Jonge & Zoon zijn prijzen te handhaven voor het volgende dienstjaar.
De dienst Mobiliteit en openbare werken stelt voor dit dossier te herhalen met uitgaven beperkt tot het beschikbaar krediet van 2 000 000 EUR voor de periode van 1 jaar.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 2° (nieuwe werken/diensten, bestaande uit de herhaling van soortgelijke werken/diensten) en artikel 43.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
De werken omvatten allerhande kleine aanpassingen, herstellingen en vernieuwingen op het openbaar domein. Het betreft zowel riolering, wegdek als straatmeubilair en toebehoren.
De gemeenteraad verleende in zitting van 26 juni 2018 goedkeuring aan het bestek met nr. 18/HI-26/19-23bis van de oorspronkelijke opdracht “Uitvoeren van kleine wegherstellingen, aanpassingen aan het openbaar domein en de riolering”, gegund via openbare procedure.
Volgens artikel 42, § 1, 2° van de wet van 17 juni 2016, kan het opdrachtgevend bestuur, mits akkoord van de aannemer, de opdracht herhalen gedurende een periode van 3 jaar na de sluiting van de oorspronkelijke opdracht
Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 12 november 2018 de oorspronkelijke opdracht gegund aan nv Ondernemingen ir. De Jonge & Zoon, Brusselse Steenweg 2a te 9300 Aalst.Goedkeuring wordt verleend aan het opstarten van de plaatsingsprocedure voor de herhalingsopdracht “Cluster Mobiliteit en openbaar domein. Uitvoeren van kleine wegherstellingen, aanpassingen aan het openbaar domein en de riolering”, zoals voorzien in het oorspronkelijke bestek met nr. 18/HI-26/19-23bis.
De werken zullen gegund worden ingevolge onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking volgens artikel 42 § 1, 2° van de wet van 17 juni 2016 op de overheidsopdrachten aan de aannemer gelast met de uitvoering van de oorspronkelijke opdracht, zijnde nv Ondernemingen ir. De Jonge & Zoon, Brusselse Steenweg 2a te 9300 Aalst tegen de eenheidsprijzen voorzien in hun oorspronkelijke offerte en beperkt tot het voorzien krediet van 2 000 000 EUR inclusief btw.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van het meerjarenplan 2020-2025 onder budgetlijnen MJP000423 – AC000194 (940 000 EUR) en MJP000424 – AC000194 (940 000 EUR) van de stad Aalst. Voor 2022 is er een kredietverschuiving van 2 x 60 000 EUR in aanvraag.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Lander Wantens.
De voorbije weeken en maanden lazen we in de pers meerdere communicaties over Tereos.
Zo bleek uit cijfers van actiegroep Terexit dat er grote hoeveelheden ethanol tot 2160 ton worden opgeslaan op de site. Ethanol is een ontvlambaar product, dit vormt dus een groot risico centraal gelegen in de stad. Daarnaast bleek dat het bedrijf in september ook een nieuwe bijkomende vergunning heeft aangevraagd waarbij de opslag van gevaarlijke stoffen met 12,5 % zou toenemen en ook de CO2 uitstoot sterk zou verhogen. Het verlenen van deze vergunning behoort tot de bevoegdheid van de Provincie, maar de stad kan hier wel een advies in afleveren. Ondanks signalen uit de meerderheid waarbij gezegd word dat de fabriek niet ideaal gelegen is of een fabriek in het stadscentrum niet meer van deze tijd is werd deze vergunningsanavraag die het bedrijf verder bestendigd voorwaardelijk positief geadviseerd door het college van burgemeester en schepenen.
Vanuit onze fractie stellen wij de vraag wat de toekomst van het bedrijf is in onze stad. Reeds jaar en dag wordt gezegd dat het bedrijf niet ideaal gelegen is in onze stad, maar er worden geen concrete stappen ondernomen om een toekomst visie te ontwikkelen voor het bedrijf. Telkenmale het bedrijf vergunningen aanvraagd worden deze positief geadviseerd en wordt de site ondanks nadelige effecten voor de stad op vlak van mobiliteit, geurhinder, negatief beeld van de stad en gemiste kansen voor stadsontwikkeling verder bestendigd.
Nu we in de media lezen dat schepen de Gucht pleit voor een exitstrategie en burgemeester D’Haese aanhaalt dat het bedrijf nog een vergunnng heeft tot 2030 gaan er concrete stappen komen om een toekomst voor de site te ontwikkelen tegen 2030? Zo zou een aparte commissie kunnen opgericht worden waarin tal van cijfers en feiten kunnen besproken worden. Zoals werkgelegenheid, effecten van het bedrijf op de leefomgeving en de stad, belastingsinkomsten voor de stad van het bedrijf, mogelijke toekomstige ontwikkelingen,... Zo kunnen de voor-, en nadelen van het bedrijf, en de feiten hierrond besproken worden en kan er vanuit de Stad gedragen over meerderheid en oppositie heen een toekomstvisie voor het bedrijf en de site ontwikkeld worden. In deze commissie zouden we ook expers kunnen horen die de cijfers toelichten. Daarnaast zou er een adviesraad kunnen opgericht worden waar burgers, omwonenden, deskundigen, maar ook mensen van Tereos betrokken kunnen worden om te spreken over de toekomst van het bedrijf en de site.
Hierbij hebben wij vanuit onze fractie de volgende vragen:
over de interpellatie van raadslid Lander Wantens aangaande 'De toekomst van Tereos'.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Filip Van De Winkel.
Al vele jaren is er sprake van de oprichting van een Forensisch Psychiatrisch Centrum in Aalst.
De federale overheid heeft de Regie der gebouwen opdracht gegeven om voor de oprichting van een
Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) een centrale locatie in Vlaanderen te zoeken. Ons land is immers al veroordeeld door het Europees Hof van de Rechten van de Mens omdat het geen aangepaste voorzieningen heeft voor geïnterneerden.
In overleg met alle betrokken bestuursniveaus werd geopteerd voor een locatie op het grondgebied van Aalst. Alleen is er daarvoor een grote ruimte – men spreekt van minstens 4 ha - van openbaar nut nodig. En dergelijke geschikte locaties liggen niet voor de hand. De realisatie van een FPC te Aalst vereist dan ook een grondig locatie-onderzoek en zeer waarschijnlijk ook de opmaak van een gewestelijk RUP.
Het departement Omgeving van de Vlaamse overheid zet op dit ogenblik stappen om het planproces voor een FPC te Aalst op korte termijn op te starten. Uit briefwisseling van het stadsbestuur en van de Vlaamse minister van Omgeving blijkt dat een beslissing midden december kan worden verwacht.
Vragen:
over de interpellatie van raadslid Filip Van De Winkel aangaande 'Forensisch Psychiatrisch Centrum te Aalst'.
Decreet over het lokaal bestuur.
Decreet gemeentewegen van 03 mei 2019
Tussen de stad Aalst, het Vlaamse Gewest en de VMM De Lijn werd op 16 oktober 1997 een mobiliteitsconvenant afgesloten voor de herinrichting van de gewestweg N411 voor het vak Aalst - Moorsel.
De in het kader van die convenant opgestelde koepelmodule 41002/3, met modules 4a, 13b en 13c beoogt de aanleg van nieuwe verbindende tweerichtingsfietspaden langs de gewestweg N411 te Aalst, tussen het kruispunt van de R41 (Onze Lieve Vrouwplein Aalst) en de bebouwde kom van Moorsel.
Tijdens deze werken wordt de Kaalbergstraat te Moorsel heraangelegd en wordt de rooilijn vastgelegd.
Het college van burgemeester en schepenen ging in zitting van 15 juni 2020 principieel akkoord om in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken en de realisatie van het rooilijnplan, Moorselbaan N411, deel Moorsel Kaalbergstraat, over te gaan tot de kosteloze verwerving van de benodigde percelen.
In zelfde zitting werd beslist de afdeling Vastgoedtransacties aan te stellen om over te gaan tot het voeren van de onderhandelingen, de opmaak van de ontwerpakten en het vertegenwoordigen van de stad bij het verlijden van de notariële akten en deze ontwerpakten ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
De Kaalbergstraat beschikt tot op heden niet over een goedgekeurd rooilijnplan.
Er zijn geen grondverwervingen nodig, maar de wegenis van de Kaalbergstraat behoort niet officieel tot het openbaar domein, dit wordt nu geregulariseerd via kosteloze grondafstanden.
Een rooilijnplan dient te worden opgemaakt om de grenzen tussen het openbaar en privé-eigendom vast te leggen.
Artikel 8 van het decreet gemeentewegen stelt dat niemand een gemeenteweg kan aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad.
Dit betekent dat de gemeenteraad de voorlopige vaststelling van het rooilijnplan moet goedkeuren en na afweging van de resultaten die voortvloeien uit het openbaar onderzoek, het rooilijnplan definitief dient vast te stellen alvorens de nieuwe rooilijn van kracht is.
Het rooilijnplan werd opgemaakt door Sweco.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 25 oktober 2021 kennis te nemen van het rooilijnplan voor de Kaalbergstraat te Moorsel, welk plan zal worden voorgelegd aan de gemeenteraad voor voorlopige vaststelling.
In het dossier wordt het rooilijnplan toegevoegd.
het rooilijnplan voor de Kaalbergstraat te Moorsel voorlopig goed te keuren
het college van burgemeester en schepenen te gelasten met het voeren van een openbaar onderzoek zoals beschreven in het decreet gemeentewegen van 3 mei 2019.
Decreet over het lokaal bestuur.
Decreet gemeentewegen van 03 mei 2019
In het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken langs de Asterstraat te Erembodegem zijn grondinnames noodzakelijk en wordt de rooilijn vastgelegd.
Het college van burgemeester en schepenen ging in zitting van 25 oktober 2021 om reden van openbaar nut, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken en de realisatie van het rooilijnplan te Erembodegem, Asterstraat, principieel akkoord met de kosteloze grondverwervingen van 18 innames.
De Asterstraat beschikt tot op heden niet over een goedgekeurd rooilijnplan.
Een rooilijnplan dient te worden opgemaakt om de grenzen tussen het openbaar en privé-eigendom vast te leggen.
Artikel 8 van het decreet gemeentewegen stelt dat niemand een gemeenteweg kan aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad.
Dit betekent dat de gemeenteraad de voorlopige vaststelling van het rooilijnplan moet goedkeuren en na afweging van de resultaten die voortvloeien uit het openbaar onderzoek, het rooilijnplan definitief dient vast te stellen alvorens de nieuwe rooilijn van kracht is.
Het rooilijnplan werd opgemaakt door landmeter-expert Lieven Hutsebaut.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 25 oktober 2021 kennis te nemen van het rooilijnplan voor de Asterstraat te Erembodegem, welk plan zal worden voorgelegd aan de gemeenteraad voor voorlopige vaststelling.
In het dossier wordt het rooilijnplan toegevoegd.
het rooilijnplan voor de Asterstraat te Erembodegem voorlopig goed te keuren
het college van burgemeester en schepenen te gelasten met het voeren van een openbaar onderzoek zoals beschreven in het decreet gemeentewegen van 3 mei 2019
Bij gemeenteraadsbeslissing van 29 november 2016 werd de principebeslissing van de cluster Mobiliteit en openbaar domein, goedgekeurd voor de heraanleg van de Grote Baan te Herdersem-Aalst.
De riolerings- en wegeniswerken situeren zich langs de Alfons De Cockstraat en de Grote Baan (enerzijds tussen Wijngaardveld en Kapelleommegang en anderzijds tussen Middenweg en grens met Wieze). De werken tussen Baatmeers en de grens met Wieze beperken zich tot het opbreken van de bestaande voetpadverhardingen en het heraanleggen van fiets- en voetpaden.
In het kader van module 4 (grondverwervingen rioleringsdossiers) van de dienstverleningsovereenkomst betreffende de uitbouw en het beheer van gemeentelijke afvalwaterzuiveringsinfrastructuur tussen de stad Aalst en de Aquafin nv maakt Aquafin nv ons de raming over voor de te verwerven terreinen in het kader van project AST3008 “Grondverwerving Grote Baan te Herdersem”.
Voor dit project dienen 200 innemingen te worden gerealiseerd.
In zitting van 1 september 2017 ging het college van burgemeester en schepenen principieel akkoord te gaan om in het kader van het Aquafin project AST3008 “Grondverwerving Grote Baan te Herdersem”, over te gaan tot de verwerving van 200 innames en hiervoor een budget vrij te maken van 350.000,00 EUR op basis van de ramingen opgemaakt door Aquafin nv.
In zelfde zitting werd beslist notarissen Pascale Van den Bossche, Frederic Caudron, Danièle Breckpot en notariskantoor Van Maele en Couck aan te stellen als instrumenterende notarissen voor de stad om de ontwerpakten voor te bereiden die aan de gemeenteraad zullen worden voorgelegd, om na goedkeuring van de verwervingen door de gemeenteraad, de authentieke akten te verlijden.
De onderhandse koopovereenkomst voor het perceel te Herdersem, 7°afdeling, sectie A, nummer 491 E2 P0000, met een oppervlakte van 34,00 m², gekend als inname 146, voor een vergoeding van 8.466,00 EUR werd ons overgemaakt.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 18 oktober 2021 kennis te nemen van de door de eigenaars ondertekende overeenkomst voor de inname 146 in het kader van het Aquafin project AST3008 "Grondverwerving Grote Baan te Herdersem".
In zelfde zitting werd beslist voormelde overeenkomst ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad en de heer David Coppens, voorzitter gemeenteraad en de heer Wim Leerman, algemeen directeur, aan te stellen als verschijners namens de stad om voormelde overeenkomst te ondertekenen na goedkeuring door de gemeenteraad.
In het budget 2022 wordt hiervoor krediet voorzien, MJP 000134 - AC 000285 - 0200_04_2200000 en MJP 004267 - AC000293 - 6100000 - MJP004268 - AC000293 - 6430000.
In het dossier worden het grondinnameplan, de schatting en de onderhandse overeenkomst toegevoegd.
om reden van openbaar nut, namelijk in het kader van de uitvoering van het Aquafinproject AST3008, “Grondverwerving Grote Baan te Herdersem”, over te gaan tot de verwerving van een perceel te Herdersem, Grote Baan, 7°afdeling, sectie A, nummer 491 E2 P0000, met een oppervlakte van 34,00 m², zijnde inname 146 van het plan, mits een vergoeding van 8.466,00 EUR, wederbeleggingsvergoeding inbegrepen, en hiervoor de onderhandse overeenkomst goed te keuren
de uitgave te dekken door middel van krediet voorzien in het budget 2022, MJP 000134 - AC 000285 - 0200_04_2200000, MJP 004267 - AC000293 - 6100000 en MJP004268 - AC000293 - 6430000.
De bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur
In het kader van de herinrichting van de bedrijventerreinen Denderomgeving Noord en de heraanleg van de Tragel vanaf de nieuwe bypass aan de viaduct tot en met de Bergweg wordt een fietspad langs de Dender aangelegd.
De gemeenteraad besliste in zitting van 29 juni 2021 akkoord te gaan met het aangepaste bestek met nr. 18/I-4 en de raming voor de opdracht “Herinrichting bedrijventerreinen Denderomgeving Noord. Rioleringswerken met aansluitend wegenwerken in de Tragel te Aalst en Bergweg en Doorsteeklaan te Hofstade-Aalst”, opgesteld door de dienst Mobiliteit en openbare werken worden vastgesteld. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 2 910 093,45 EUR exclusief btw of 3 135 270,13 EUR inclusief btw.
De Vlaamse Waterweg nv is eigenaar van de gronden en stelt de gronden kosteloos ter beschikking van de stad.
Alle inrichtingswerken zijn ten laste van de stad, evenals alle kosten voor onderhoud en herstellingswerken aan het fietspad.
Dit betreft een perceel vanaf de ringviaduct R41 tot aan de Kammenstraat te Hofstade (geschatte lengte 590m), het gedeelte openbare weg Bergweg vanaf de Kammenstraat tot ongeveer 50m afwaarts de Hendrik Consciencestraat te Hofstade (geschatte lengte 150m), met een geschatte totaaloppervlakte van 12.410 m².
Het college van burgemeester en schepenen ging in zitting van 8 november 2021 principieel akkoord met het kosteloze gebruik van de percelen in eigendom van de Vlaamse Waterweg nv voor de aanleg van een fietspad langs de Dender tussen de Tragel vanaf het ringviaduct tot en met de Bergweg te Hofstade op basis van een gebruiksovereenkomst.
In zelfde zitting werd beslist de overeenkomst ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad en de heer David Coppens, voorzitter gemeenteraad en de heer Wim Leerman, algemeen directeur, aan te stellen als verschijners namens de stad om voormelde overeenkomst te ondertekenen na goedkeuring door de gemeenteraad.
In het dossier worden de overeenkomst en de plannen toegevoegd.
de voorwaarden zoals opgenomen in de ontwerpovereenkomst goed te keuren, voor het kosteloze gebruik van een perceel vanaf de ringviaduct R41 tot aan de Kammenstraat te Hofstade (geschatte lengte 590m) en het gedeelte openbare weg Bergweg vanaf de Kammenstraat tot ongeveer 50m afwaarts de Hendrik Consciencestraat te Hofstade (geschatte lengte 150m), met een geschatte totaaloppervlakte van 12.410 m², in eigendom van de Vlaamse Waterweg nv, voor de aanleg van een fietspad.
De bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 28 september 2020 principieel akkoord te gaan met de aanpassing van het ontwerp zodat over het hele traject Gudstraat, Koning Albertstraat, Kattenbroekstraat, Rijgerstraat en Beugemstraat fietspaden worden voorzien tussen Herdersem (Pontweg) en de Leirekensroute in de Beugemstraat.
In zelfde zitting werd principieel beslist akkoord te gaan met de opstart van de grondinnames, nodig om de fietspaden te realiseren, door de dienst Juridische zaken - patrimonium en het werk voor schattingen en onderhandelingen uit te besteden aan de grondverwervingsdiensten van Aquafin.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 14 december 2020 In het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken van de dienst Mobiliteit en openbare werken akkoord te gaan om de schattingen en onderhandelingen uit te besteden aan de diensten van Aquafin voor de dossiers Herdersem Gudstraat - Kattenbroekstraat (85 innames), Aalst Hoezekouterdreef (35 innames), Erembodegem Welleweg - Asterstraat (18 innames), Moorsel Gevergemveldbaan (15 innames), Nieuwerkerken Bremtstraat (80 innames), Gijzegem Pachthofstraat (45 innames).
In zelfde zitting werd beslist de nodige budgetten te voorzien onder het exploitatiebudget Mobiliteit en openbare werken, onder MJP000437 – AC000194 – artikelnummer 0310‑70/6131100 (Aquafin (Riototaal): afkoppelingsstudies, onderhoud pompstations, advisering, modelberekeningen, onderhandelingen voor grondinnames voor rioleringsprojecten - Erelonen en vergoedingen consultancy).
In het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken te Herdersem-Moorsel, Gudstraat, Kattenbroekstraat, Koning Albertstraat, Biesebroekweg, Baaikensveldweg, Bloemenveldstraat, deel Rijgerstraat en deel Avouestraat, zijn 73 grondverwervingen noodzakelijk.
Aquafin waardeerde de benodigde percelen voor een totale aankoopwaarde, inclusief werkzones, pachtafstanden, uitwinnings- en schadevergoedingen voor 491.711,52 EUR.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 25 oktober 2021 om reden van openbaar nut, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken te Herdersem-Moorsel, Gudstraat, Kattenbroekstraat, Koning Albertstraat, Biesebroekweg, Baaikensveldweg, Bloemenveldstraat, deel Rijgerstraat en deel Avouestraat, principieel akkoord te gaan met de grondverwervingen voor de geschatte waarde van 491.711,52 EUR.
In zelfde zitting werd beslist voormeld dossier ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
Team Juridische zaken - patrimonium stelt voor notariskantoor Caudron, Herzeel en Breckpot, met standplaats te Aalst en Erembodegem, aan te stellen voor de afhandeling van de notariële akten.
In het dossier wordt het schattingsverslag en opmetingsplan toegevoegd.
om reden van openbaar nut, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken te Herdersem-Moorsel, Gudstraat, Kattenbroekstraat, Koning Albertstraat, Biesebroekweg, Baaikensveldweg, Bloemenveldstraat, deel Rijgerstraat en deel Avouestraat, akkoord te gaan met de grondverwervingen voor de geschatte waarde van 491.711,52 EUR.
notariskantoor Caudron, Herzeel en Breckpot, met standplaats te Aalst en Erembodegem, aan te stellen als instrumenterend notaris voor de stad om de ontwerpakten voor te bereiden die aan de gemeenteraad zullen worden voorgelegd en na goedkeuring de authentieke akten te verlijden
De bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur.
In het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken langs de Hoezekouterdreef te Aalst, wordt een voet- en fietsweg gerealiseerd volgens het RUP Aalst West, met daaronder een verbindingsriolering tussen de Hoezekouterdreef en de aquafincollector aan de Frans Roucelstraat.
Aan de Hoezekouterdreef wordt een bufferbekken aangelegd.
Dit ontwerp zorgt voor afkoppeling van vuil water van de Hoezebeek door aanleg van een DWA-verbindingsriolering. RWA wordt aangesloten via het bufferbekken op de Hoezebeek.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 14 december 2020 In het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken van de dienst Mobiliteit en openbare werken akkoord te gaan om de schattingen en onderhandelingen uit te besteden aan de diensten van Aquafin voor de dossiers Herdersem Gudstraat - Kattenbroekstraat (85 innames), Aalst Hoezekouterdreef (35 innames), Erembodegem Welleweg - Asterstraat (18 innames), Moorsel Gevergemveldbaan (15 innames), Nieuwerkerken Bremtstraat (80 innames), Gijzegem Pachthofstraat (45 innames).
In zelfde zitting werd beslist de nodige budgetten te voorzien onder het exploitatiebudget Mobiliteit en openbare werken, onder MJP000437 – AC000194 – artikelnummer 0310‑70/6131100 (Aquafin (Riototaal): afkoppelingsstudies, onderhoud pompstations, advisering, modelberekeningen, onderhandelingen voor grondinnames voor rioleringsprojecten - Erelonen en vergoedingen consultancy).
De gemeenteraad besliste in zitting van 27 april 2021 het bijzonder bestek met nr. 21/I-39 en de raming voor de opdracht “Cluster Mobiliteit en openbaar domein. Saneren van een lozingspunt aan de Hoezekouterdreef”, opgesteld door de dienst Mobiliteit en openbare werken vast te stellen. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 778 597,26 EUR exclusief btw waarvan 418 622 EUR subsidieerbaar door VMM.
De kosten voor aanleg van de geplande riolerings- en wegenwerken werden hierin opgenomen.
Om de aanleg mogelijk te maken dienen 32 grondverwervingen te worden uitgevoerd.
Aquafin waardeerde de benodigde percelen voor een totale aankoopwaarde, inclusief werkzones, pachtafstanden, uitwinnnings- en schadevergoedingen voor 363.740,90 EUR.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 18 oktober 2021 om reden van openbaar nut, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken te Aalst, Hoezekouterdreef, principieel akkoord te gaan met de grondverwervingen voor de geschatte waarde van 363.740,90 EUR.
In zelfde zitting werd beslist voormeld dossier ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad
Team Juridische zaken - patrimonium stelt voor notariskantoor Pascale Van den Bossche, met standplaats te Aalst, aan te stellen voor de afhandeling van de notariële akten.
In het dossier wordt het schattingsverslag en opmetingsplan toegevoegd.
om reden van openbaar nut, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken te Aalst, Hoezekouterdreef, akkoord te gaan met de grondverwervingen voor de geschatte waarde van 363.740,90 EUR
notariskantoor Pascale Van den Bossche, met standplaats te Aalst, aan te stellen als instrumenterend notaris voor de stad om de ontwerpakten voor te bereiden die aan de gemeenteraad zullen worden voorgelegd en na goedkeuring de authentieke akten te verlijden
De bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur.
In het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken langs de Asterstraat te Erembodegem zijn grondinnames noodzakelijk en wordt de rooilijn vastgelegd.
Aangezien de benodigde percelen al in openbaar gebruik zijn en deel uitmaken van een voetweg worden deze verworven via een kosteloze grondafstand.
In totaal zijn 18 grondinnames nodig.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 14 december 2020 In het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken van de dienst Mobiliteit en openbare werken akkoord te gaan om de schattingen en onderhandelingen uit te besteden aan de diensten van Aquafin voor de dossiers Herdersem Gudstraat - Kattenbroekstraat (85 innames), Aalst Hoezekouterdreef (35 innames), Erembodegem Welleweg - Asterstraat (18 innames), Moorsel Gevergemveldbaan (15 innames), Nieuwerkerken Bremtstraat (80 innames), Gijzegem Pachthofstraat (45 innames).
In zelfde zitting werd beslist de nodige budgetten te voorzien onder het exploitatiebudget Mobiliteit en openbare werken, onder MJP000437 – AC000194 – artikelnummer 0310‑70/6131100 (Aquafin (Riototaal): afkoppelingsstudies, onderhoud pompstations, advisering, modelberekeningen, onderhandelingen voor grondinnames voor rioleringsprojecten - Erelonen en vergoedingen consultancy).
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 25 oktober 2021 om reden van openbaar nut, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken en de realisatie van het rooilijnplan te Erembodegem, Asterstraat, principieel akkoord te gaan met de kosteloze grondverwervingen van 18 innames.
In zelfde zitting werd beslist voormeld dossier ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
Team Juridische zaken - patrimonium stelt voor notariskantoor Van Maele en Couck, met standplaats te Aalst, aan te stellen voor de afhandeling van de notariële akten.
In het dossier wordt het opmetingsplan toegevoegd.
om reden van openbaar nut, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken en de realisatie van het rooilijnplan te Erembodegem, Asterstraat, akkoord te gaan met de kosteloze grondverwerving van 18 innames.
notariskantoor Van Maele en Couck, met standplaats te Aalst, aan te stellen als instrumenterend notaris voor de stad om de ontwerpakten voor te bereiden die aan de gemeenteraad zullen worden voorgelegd en na goedkeuring de authentieke akten te verlijden.
Decreet over het lokaal bestuur.
Artikel 161. De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stellen het gezamenlijk organogram van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vast.
Het organogram geeft de organisatiestructuur van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn weer, duidt de gezagsverhoudingen en de functies aan waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden.
Artikel 171. § 4. De algemeen directeur zorgt in overleg met het managementteam voor de opmaak van:
1° het voorontwerp van het organogram;
2° het voorontwerp van de rechtspositieregeling van het personeel;
3° het voorontwerp van de beleidsrapporten en de opvolgingsrapportering;
4° de inventaris.
Een organogram geeft de structuur van een organisatie weer. Het huidige officiële organogram kwam in 2017 tot stand na de reeds in de praktijk gebrachte integratie stad-OCMW. De principes dateren van de organogrammen 2013 en 2015.
De noodzaak tot herziening van de huidige organisatiestructuur is meervoudig en wordt in de bijgevoegde nota van dit besluit toegelicht. Het doel is om finaal te evolueren naar een moderne en wendbare organisatie. Een organisatie die, ongeacht wat op ons afkomt er steeds in slaagt om via een kwaliteitsvolle dienst- en hulpverlening een charmante, aantrekkelijke en sociaalvoelende stad op mensenmaat te zijn, waar iedereen graag leeft, woont, werkt en zich ontspant.
De bijgevoegde nota "Organogram Lokaal Overheidsbedrijf Aalst. Klaar voor de toekomst" bevat een uiteenzetting van de aanleiding, drijfveren, doelen, werkwijze en nieuw voorstel organogram met aandacht voor het aantal leidinggevenden, de budgettaire impact en de principes van de transitieplannen.
het organogram vast te stellen zoals gevoegd in de bijlagen bij dit besluit.
Het managementteam bestaat uit:
- algemeen directeur;
- financieel directeur;
- de verantwoordelijke leidinggevenden van de thema’s Strategie, Dienstverlening, Mens, Zorg en Ruimte;
- de burgemeester, met raadgevende stem;
- secretariaat (uit Strategie).
De datum van inwerkingtreding is 1 januari 2022.
De data van de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn voor het jaar 2022 werden voorgesteld vanuit de afdeling fractievoorzitters en -ondervoorzitters, en er werd akte genomen door het college van burgemeester en schepenen:
akte te nemen van de data van de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn voor het jaar 2022 :
Artikel 432 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 houdende de intergemeentelijke samenwerking bepaalt dat de deelnemende gemeenten hun vertegenwoordigers voor een algemene vergadering van een dienstverlenende vereniging bij gemeenteraadsbesluit dienen aan te wijzen uit de leden van de gemeenteraad en dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordigers dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering;
Artikel 30 van de statuten van TMVS dv;
Besluit van de gemeenteraad van 28 mei 2019 waarbij wordt toegetreden tot Farys-CREAT, aankoopcentrale;
Besluit van de waarbij raadslid Martine De Maght als vertegenwoordiger in de algemene vergadering aangeduid werd met als vervanger raadslid Vera Van der Borght.
Besluit van de gemeenteraad van 9 december 2019 waar Kristiaan Van Vaerenbergh en Lien Gees werden aangeduid als tweede en derde vertegenwoordiger in de algemene vergadering.
Aktename van het ontslag van Vera Van der Borght als gemeenteraadslid met ingang van 24 september 2021.
Aktename van het ontslag van Lien Gees als gemeenteraadslid met ingang van 24 september 2021.
De gemeenteraad van 28 mei 2019 besloot om toe te treden als A-vennoot bij TMVS-CREAT. TMVS-Creat biedt een aankoopdienst en dienstverlening aan voor lokale besturen.
Het OCMW is al langer lid in TMVS-Creat.
Bij beslissing van 17 september 2019 werd raadslid Martine De Maght als vertegenwoordiger in de algemene vergadering aangeduid met als vervanger raadslid Vera Van der Borght. TMVS liet daarna weten dat de stad recht had op 3 vertegenwoordigers. Op 9 december 2019 werden Kristiaan Van Vaerenbergh en Lien Gees aangeduid als tweede en derde vertegenwoordiger in de algemene vergadering.
Omwille van het ontslag vanaf 24 september 2021 van mevrouw Vera Van der Borght en mevrouw Lien Gees als gemeenteraadslid kunnen beide niet meer zetelen in de algemene vergadering van TMVS- CREAT Aankoopcentrale. Er moest dus een nieuwe vertegenwoordiger en een nieuwe plaatsvervanger gekozen worden.
Philippe Kiekens werd op 21 september 2021 plaatsvervanger in de algemene vergadering van TMVS-Creat, maar er werd nog geen derde effectieve vertegenwoordiger gekozen.
Er dient dus nog één effectieve vertegenwoordiger gekozen te worden.
Raadslid Théodomir Nsengimana wordt voorgedragen door de fractie CD&V.
Raadslid Théodomir Nsengimana aan te duiden als effectief lid in de algemene vergadering van TMVS - CREAT.
Artikel 445 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 houdende de intergemeentelijke samenwerking bepaalt dat de deelnemende gemeenten hun vertegenwoordigers voor een algemene vergadering van een opdrachthoudende vereniging bij gemeenteraadsbesluit dienen aan te wijzen uit de leden van de gemeenteraad en dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordigers dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering;
Gelet op de statuten van het intergemeentelijk samenwerkingsverband voor milieu ILvA;
In zitting van 27 februari 2019 werden de vertegenwoordigers aangesteld door de gemeenteraad, namelijk raadslid Silke Van Vaerenbergh met als plaatsvervanger schepen Katrien Beulens en raadslid Raf Sidorski met als plaatsvervanger raadslid Yasmine Deghels.
Per aangetekend schrijven van 20 oktober 2021, wordt de stad uitgenodigd op de buitengewone algemene vergadering van het intergemeentelijk samenwerkingsverband ILVA, op dinsdag 14 december 2021 om 19u, in de maatschappelijke zetel van de vereniging, Industriezone Zuid III, Industrielaan 18 te 9320 Erembodegem.
De gemeenteraad dient de agenda van de buitengewone algemene vergadering van 14 december 2021 goed te keuren met volgende agendapunten en het mandaat van zijn vertegenwoordigers te bepalen:
om na onderzoek van de ter beschikking gestelde documenten, de agenda van de buitengewone algemene vergadering van 14 december 2021 met volgende agendapunten goed te keuren:
haar vertegenwoordigers aangeduid door de gemeenteraad d.d. 27 februari 2019, raadslid Silke Van Vaerenbergh met als plaatsvervanger schepen Katrien Beulens en raadslid Raf Sidorski met als plaatsvervanger raadslid Yasmine Deghels, het mandaat te geven in te stemmen met deze agendapunten.
Artikel 445 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 houdende de intergemeentelijke samenwerking bepaalt dat de deelnemende gemeenten hun vertegenwoordigers voor een algemene vergadering van een opdrachthoudende vereniging bij gemeenteraadsbesluit dienen aan te wijzen uit de leden van de gemeenteraad en dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordigers dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering;
In zitting van 27 februari 2019, 17 september 2019, 26 mei 2020 en 15 december 2020 werden de vertegenwoordiger aangesteld door de gemeenteraad, raadslid Raf Sidorski en raadslid Martine De Maght met als plaatsvervanger Kristiaan Van Vaerenbergh.
Per mail van 13 oktober 2021, wordt de stad uitgenodigd op de buitengewone algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging TMVW, op vrijdag 17 december 2021 om 14.30 u die fysiek zal plaatsvinden in Flanders Expo te Gent (Maaltekouter 1).
Bij de aangetekende nazending van 16 november 2021, laat de opdrachthoudende vereniging TMVW weten dat de buitengewonde algemene vergadering digitaal zal doorgaat, gezien de sanitaire situatie inzake COVID-19.
De gemeenteraad dient de agenda van de buitengewone algemene vergadering van 17 december 2021 goed te keuren met volgende agendapunten en het mandaat van zijn vertegenwoordigers te bepalen:
2. Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge wijzigingen in deelnemers en/of kapitaal
3. Evaluatie 2021, te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2022 (cfr. DLB, artikel 432)
4. Begroting 2022 (cfr. artikel 432 DLB )
5. Samenwerkingsverband De Watergroep – FARYS (artikel 472 DLB)
6. Actualisering presentievergoeding ingevolge indexaanpassing
7. Statutaire benoemingen
Varia
na onderzoek van de ter beschikking gestelde documenten, de agenda van de buitengewone algemene vergadering van 17 december 2021 met volgende agendapunten goed te keuren:
2. Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge wijzigingen in deelnemers en/of kapitaal
3. Evaluatie 2021, te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2022 (cfr. DLB, artikel 432)
4. Begroting 2022 (cfr. artikel 432 DLB )
5. Samenwerkingsverband De Watergroep – FARYS (artikel 472 DLB)
6. Actualisering presentievergoeding ingevolge indexaanpassing
7. Statutaire benoemingen
Varia
om de aangeduide vertegenwoordiger(s)/plaatsvervangend vertegenwoordiger, zijnde Martine De Maght en Raf Sidorski met als plaatsvervanger Kristiaan Van Vaerenbergh op te dragen om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de buitengewone algemene vergadering van TMVW ov vastgesteld op 17 december 2021, te onderschrijven en haar/zijn (hun) stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de (gemeente)raad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde buitengewone algemene vergadering.
een afschrift van dit besluit over te maken aan TMVW (per post t.a.v. TMVW ov, Stropstraat 1 te 9000 Gent, of per elektronische post, 20211217BAVTMVW@farys.be).
Artikel 445 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 houdende de intergemeentelijke samenwerking bepaalt dat de deelnemende gemeenten hun vertegenwoordigers voor een algemene vergadering van een opdrachthoudende vereniging bij gemeenteraadsbesluit dienen aan te wijzen uit de leden van de gemeenteraad en dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordigers dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering;
In zitting van 27 februari 2019 werd de vertegenwoordiger aangesteld door de gemeenteraad, namelijk de heer Maarten Blommaert met als plaatsvervanger mevrouw Yasmine Deghels.
Bij aangetekend schrijven van 3 november 2021, wordt de stad uitgenodigd op de algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging SOLVA, op dinsdag 21 december 2021 om 19u stipt in het Cultuurhuis EMotia, Oudenaardsesteengweg 456 te 9420 Erpe-Mere.
De gemeenteraad moet de agenda goedkeuren met volgende agendapunten en het mandaat van zijn vertegenwoordigers bepalen.
om na onderzoek van de ter beschikking gestelde documenten, de agenda van de algemene vergadering van 21 december 2021 met volgende agendapunten goed te keuren:
haar vertegenwoordiger, aangesteld door de gemeenteraad d.d. 27 februari 2019, de heer Maarten Blommaert met als plaatsvervanger mevrouw Yasmine Deghels het mandaat te geven in te stemmen met deze agendapunten.
Gunstig advies om in te gaan op de ingediende budgetten 2022, omdat deze passen binnen de bedragen die werden vastgesteld binnen de goedgekeurde meerjarenplanning.
Artikel 48 en 49 van het decreet van 7 mei 2004, gewijzigd 6 juli 2012, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten;
Artikel 39 - 44 van het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse Regering houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
Op 14 november 2021 werden door het centraal kerkbestuur de budgetten 2022 gecoördineerd ingediend van volgende kerkfabrieken: OLV Bijstand Aalst, Sint-Anna Aalst, Sint-Antonius van Padua Aalst, Sint-Martinus Aalst, Sint-Paulus Aalst, Sint-Margaretha Baardegem, OLV Hemelvaart Erembodegem, Sint-Martinus Gijzegem, OLV Hemelvaart Herdersem, OLV Hemelvaart Hofstade, Sint-Walburga Meldert en OLV Hemelvaart Nieuwerkerken.
Ook de protestantse gemeenschap heeft haar budget 2022 ingediend.
De analyse met opmerkingen vanuit de ambtelijke cel kerkfabrieken betreffende de budgetten 2022 kan men in bijlage vinden.
Op basis van voorgaande analyse stelt de ambtelijke cel kerkfabrieken aan de gemeenteraad voor om:
- akte te nemen van volgende budgetten: OLV Bijstand Aalst, Sint-Anna Aalst, Sint-Antonius van Padua Aalst, Sint-Martinus Aalst, Sint-Paulus Aalst, Sint-Margaretha Baardegem, OLV Hemelvaart Erembodegem, Sint-Martinus Gijzegem, OLV Hemelvaart Herdersem, OLV Hemelvaart Hofstade, Sint-Walburga Meldert, OLV Hemelvaart Nieuwerkerken en de protestantse kerk.
akte te nemen van de budgetten 2022 voor volgende kerkfabrieken/kerkgemeente: OLV Bijstand Aalst, Sint-Anna Aalst, Sint-Antonius van Padua Aalst, Sint-Martinus Aalst, Sint-Paulus Aalst, Sint-Margaretha Baardegem, OLV Hemelvaart Erembodegem, Sint-Martinus Gijzegem, OLV Hemelvaart Herdersem, OLV Hemelvaart Hofstade, Sint-Walburga Meldert, OLV Hemelvaart Nieuwerkerken en de protestantse kerk.
Gunstig advies om in te gaan op de vraag tot de budgetwijziging van de kerkfabrieken: OLV Hemelvaart Herdersem en Sint-Walburga Meldert, omdat deze passen binnen de bedragen vastgesteld in de meerjarenplanning.
Artikel 50, 48 en 49 van het decreet van 7 mei 2004, gewijzigd 6 juli 2012, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten;
Artikel 39 - 44 van het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse Regering houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
Op 14 november 2021 werden door het centraal kerkbestuur de budgetwijzigingen 2021 -2 ingediend van volgende kerkfabrieken: OLV Hemelvaart Herdersem en Sint-Walburga Meldert.
De analyse met opmerkingen vanuit de ambtelijke cel kerkfabrieken betreffende de budgetwijzigingen 2021_2 kan men in bijlage vinden.
Op basis van voorgaande analyse stelt de ambtelijke cel kerkfabrieken aan de gemeenteraad voor om:
- akte te nemen van volgende budgetwijzingen: OLV Hemelvaart Herdersem en Sint-Walburga Meldert.
Akte te nemen van de budgetwijzingen 2021_ 2 voor volgende kerkfabrieken/kerkgemeente: OLV Hemelvaart Herdersem en Sint-Walburga Meldert.
Gunstig advies om in te gaan op de vraag tot de budgetwijziging van de kerkfabrieken: Sint-Martinus Aalst, Sint-Margaretha Baardegem, OLV Hemelvaart Erembodegem en Sint-Martinus Gijzegem.
Artikel 50, 48 en 49 van het decreet van 7 mei 2004, gewijzigd 6 juli 2012, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten;
Artikel 39 - 44 van het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse Regering houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
Op 14 november 2021 werden door het centraal kerkbestuur de budgetwijzigingen 2021 -2 ingediend van volgende kerkfabrieken: Sint-Martinus Aalst, Sint-Margaretha Baardegem, OLV Hemelvaart Erembodegem en Sint-Martinus Gijzegem.
De analyse met opmerkingen vanuit de ambtelijke cel kerkfabrieken betreffende de budgetwijzigingen 2021_2 kan men in bijlage vinden.
Op basis van voorgaande analyse stelt de ambtelijke cel kerkfabrieken aan de gemeenteraad voor om:
- Goedkeuring te verlenen aan de budgetwijzingen 2021_ 2 voor volgende kerkfabrieken/kerkgemeente: Sint-Martinus Aalst, Sint-Margaretha Baardegem, OLV Hemelvaart Erembodegem en Sint-Martinus Gijzegem. .
Goedkeuring te verlenen aan de budgetwijzingen 2020_ 2 voor volgende kerkfabrieken/kerkgemeente: Sint-Martinus Aalst, Sint-Margaretha Baardegem, OLV Hemelvaart Erembodegem en Sint-Martinus Gijzegem.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 15 november 2021 akkoord te gaan met het voorleggen van het dossier aan de gemeenteraad.
Het dossier werd ook toegelicht in vergadering van de gemeenteraadscommissie juridisch advies, strategische planning en bestuursondersteuning, evenementen, contracten, stadsmarketing en communicatie, preventie en bescherming, ict d.d. 22 november 2021.
Artikelen 40 en 41 Decreet Lokaal Bestuur
Per brief van 19.10.2021 wordt de stad geïnformeerd door notaris Vijncke i.v.m. een opstalrecht dat gedurende 15 jaar gevestigd gaat worden ten gunste van Sunfin in functie van plaatsing van zonnepanelen op daken van bedrijfsgebouwen Hedin Automotive Aalst, op de industriesite Nachtegaalstraat 6 te Erembodegem (naast E40).
Vermits de gemeente Erembodegem in 1964 en 1969 aan gunstige tarieven deze percelen verkocht aan bedrijven, zijn er nog steeds bepaalde rechten die de stad Aalst als rechtsopvolger Erembodegem heeft.
Uit akte 1964:
Artikel vier: - De kopende vennootschap ontzegt zicht het recht de bij deze verkochte grond of een deel ervan, aan derden te verkopen of te verhuren voor periodes langer dan negen jaar, zonder uitdrukkelijke en schriftelijke toelating van de verkopende Gemeente. De kopende vennootschap verbindt zich op de bij deze gekochte grond geen gebouwen op te richten die geen verband houden met het industrieel doel waarvoor deze grond werd gekocht.
Voor het geval de eerste paragraaf van dit artikel niet nageleefd wordt, behoudt de verkopende gemeente zich het recht voor de bij deze gekochte grond terug te kopen mits de prijs van vijf en veertig frank per vierkante meter.
Uit akte 1969:
Artikel drie: - De kopende vennootschap verbindt zich de grond in kwestie of een gedeelte ervan die zij gebeurlijk niet zelf zou gebruiken voor industriële doeleinden voor dewelke zij door de verkopende gemeente werd ter beschikking gesteld, niet aan derden te verkopen, noch te verhuren, zonder de uitdrukkelijke en geschreven toelating van de gemeente.
De kopende vennootschap verbindt zich tevens geen andere gebouwen op de bedoelde grond te bouwen die geen verband houden met de industriële doeleinden waarvoor de grond wordt verkocht.
Ingeval de eerste paragraaf van dit artikel niet geëerbiedigd wordt, behoudt de verkopende gemeente zich het recht voor de grond terug te kopen aan de prijs waarvoor hij gekocht werd, namelijk vijf en tachtig frank de vierkante meter.”
De notaris vraagt of de stad akkoord gaat met dit opstalrecht voor het vestigen van zonnepanelen.
Deze toestemming kan verleend worden.
in antwoord op de brief van 19 oktober 2021 van notaris Vijncke akkoord te gaan met geven van toestemming vestiging van een opstalrecht voor plaatsen zonnepanelen op dak bedrijfsgebouw Hedin Automotive Aalst, Nachtegaalstraat 6 te Erembodegem, ten gunste van bv Sunfin.
Deze politieverordening wordt ter kennis gebracht van het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad.
Wet van 14 augustus 2021 ( Pandemiewet) betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie, en meer bepaald artikel 4 §2. De lokale overheden zijn verplicht het bij de wet vastgestelde juridische kader in acht te nemen (artikel 4, §§ 2 en 3, artikel 5,§2 en artikel 6 (bestraffing overtredingen van maatregelen).
Artikel 25 van KB van 28 oktober 2021 houdende nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie te voorkomen en beperken.
Door de burgemeester werd op 8 november 2021 een dringende politieverordening uitgevaardigd tot het verplicht dragen van een mondmasker tijdens de jaarmarkt op 11 november 2021 op het grondgebied van de stad Aalst.
de politieverordening van 8 november 2021 tot het verplicht dragen van een mondmasker tijdens de jaarmarkt op 11 november 2021 op het grondgebied van van Aalst, zoals toegevoegd in bijlage, te bekrachtigen.
Deze politieverordening werd ter kennis gebracht van het college van burgemeester en schepenen en dient bekrachtigd te worden door de gemeenteraad.
Artikelen 134§1 en 135§2 van de Nieuwe Gemeentewet.
Artikel 4§2 en § en 3 en 5§2 van de wet van 14 augustus 2021- 'Pandemiewet'.
Door de burgemeester werd op 18 november 2021 een dringende politieverordening uitgevaardigd betreffende maatregelen met betrekking tot de zittingen van de gemeenteraadscommissies, de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijnen bijzonder comité sociale dient van Aalst.
de politieverordening van 18 november 2021 betreffende maatregelen met betrekking tot de zittingen van de gemeenteraadscommissies, de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn en bijzonder comité sociale dienst van Aalst, zoals toegevoegd in bijlage, te bekrachtigen.
Artikel 445 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 houdende de intergemeentelijke samenwerking;
De stad is als vennoot aangesloten bij de Tussengemeentelijke Maatschappij der Vlaanderen voor Services, Dienstverlenende verenigiging, afgekort TMVS dv.
In zittingen van 17 september 2019, 9 december 2019, 21 september 2021 en 30 november 2021 werden de vertegenwoordigers aangesteld door de gemeenteraad, namelijk raadsleden Martine De Maght, Kristiaan Van Vaerenbergh en Théodomir Nsengimana, met als plaatsvervanger raadslid Philippe Kiekens.
Bij aangetekend schrijven van 1 oktober 2021 wordt de stad Aalst uitgenodigd op de buitengewone algemene vergadering TMVS dv die werd vastgesteld op dinsdag 14 december 2021 om 14u30. De vergadering zal digitaal doorgaan.
De raad van bestuur heeft de agenda vastgesteld en de gemeenteraad dient de agenda van de algemene vergadering van 14 december 2021 goed te keuren met volgende agendapunten en het mandaat van zijn vertegenwoordigers te bepalen:
1. Toetreding van deelnemers
2. Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge toetredingen
3. Evaluatie 2021, te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2022 (cfr. DLB, artikel 432)
4. Begroting 2022 (cfr. artikel 432 DLB)
5. Actualisering presentievergoeding ingevolge indexaanpassing
6. Statutaire benoemingen
Varia
na onderzoek van de ter beschikking gestelde documenten, de agenda en alle afzonderlijke punten van de agenda van 14 december 2021 goed te keuren :
1. Toetreding van deelnemers
2. Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge toetredingen
3. Evaluatie 2021, te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2022 (cfr. DLB, artikel 432)
4. Begroting 2022 (cfr. artikel 432 DLB)
5. Actualisering presentievergoeding ingevolge indexaanpassing
6. Statutaire benoemingen
Varia
de aangeduide vertegenwoordigers, raadsleden Martine De Maght, Kristiaan Van Vaerenbergh en Théodomir Nsengimana met als plaatsvervanger raadslid Philippe Kiekens, op te dragen om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de algemene vergadering van TMVS dv vastgesteld op 14 december 2021, te onderschrijven en hun stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde algemene vergadering.
een afschrift van dit besluit te versturen, (per post t.a.v. TMVS dv, p/a TMVW, Stropstraat 1 te 9000 Gent, per elektronische post, 20211214BAVTMVS@farys.be).
Vermits er tot op vandaag nog geen uitbating is voor het buurtrestaurant in de Gendarmerie en de reeds verlengde gebruiksovereenkomst afloopt diende een nieuwe gebruiksovereenkomst te worden opgesteld die ter goedkeuring wordt voorgelegd.
Nieuwe Gemeentewet
De stad sloot in 2016 een nieuwe gebruiksovereenkomst t de Loods VZW voor de uitbating van het buurtrestaurant in ontmoetingshuis De Brug. Deze overeenkomst verliep op 31/12/2018 maar voorzag in de mogelijkheid om te verlengen met 2 jaar mits gunstige evaluatie.
Gelet op de plannen om de uitbating van het toekomstige sociaal buurtrestaurant in de te renoveren Gendarmerie uit te besteden, werd een nieuwe gebruiksovereenkomst afgesloten m.i.v. 1/01/ 2019 tem 31/12/2019 en de mogelijkheid voorzien om te verlengen met 2 jaar en de optie van 1 jaar extra teneinde de periode te overbruggen tot het nieuwe buurtrestaurant een uitbater had gevonden (in uitvoering van de beslissing CBS 3/12/12/2018).
Vermits er tot op vandaag nog geen uitbating is voor het buurtrestaurant in de Gendarmerie en de gebruiksovereenkomst afloopt op 31/12/2021 werd een nieuwe gebruiksovereenkomst opgesteld die ter goedkeuring wordt voorgelegd.
de nieuwe gebruiksovereenkomst met ingang van1 januari 2022 t.e.m. 31/12/2023 met mogelijkheid tot verlenging, tussen de stad Aalst en de Loods voor het buurtrestaurant in het ontmoetingshuis De Brug, gelegen te Hertshage, Aalst, goed te keuren .
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellatie
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Théodomir Nsengimana.
Sinds de invoering van het diftar systeem worden onthaalouders geconfronteerd met de kosten voor de ophaling van luiers die volgens hun berekening kunnen oplopen tot 600 euro per jaar.
De stad heeft beslist om een premie van 25 euro toe te kennen voor gezinnen met kinderen jonger dat 2 jaar oud per jaar en per kind. Een dergelijke premie werd echter niet voorzien voor onthaalouders.
Volgens het besluit van de gemeente Rumst die een financiële tegemoetkoming in de kosten van ophaling bij onthaalouders heeft voorzien staat dat het afval van gezinsopvanginitiatieven (onthaalouders) gecategoriseerd is als huishoudelijk afval conform het materialendecreet.
Kan het stadbestuur bevestigen dat dit het geval is?
Zonder een financiële tussenkomst moeten de onthaalouders opdraaien voor de kosten voor de ophaling van luiers van kinderen van de anderen. Dat is tegenstrijdig met het principe van diftar dat de vervuiler betaalt voor eigen afval. Daarom vragen de onthaalouders aan de stad om ook voor hen een financiële tussenkomst te voorzien.
Er is een groot tekort aan opvangplaatsen en niets doen zal leiden tot ontmoediging van niet alleen de mensen die nu het beroep uitoefenen, maar ook degenen die van plan zijn om dit beroep uit te oefen.
Welke initiatieven gaat het stadbestuur nemen om tegemoet te komen aan de vraag van de onthaalouders?over de interpellatie van raadslid Théodomir Nsengimana aangaande 'Financiële tussenkomst voor onthaalouders die baby’s jonger dan 2 jaar opvangen'.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Filip Van De Winkel.
Onze burgervader voorspelt, zich baserend op de evoluerende vaccinatiepercentages en verwachte derde prikken, dat carnaval zal kunnen plaatsvinden, een m.i. vrij boude uitspraak. In een glazen bol kijken is, dacht ik, enkel weggelegd voor madame Blanche of madame Soleil. Dezer dagen worden grote evenementen aan banden gelegd of afgelast door de federale regering en provinciegouverneur. Met het coronabeest volop heet ademend in hun nek beginnen de carnavalsgroepen toch te vrezen dat volgende carnaval alsnog niet zou kunnen plaatsvinden. Vooral voor groepen die hun stek hebben buiten de werkhallen is deze onzekerheid prangend, ook voor de overige groepen trouwens. Groepen kregen 250 EUR compensatie, maar hiermee nog een jaar overbruggen lijkt werkelijk onvoldoende. De toestand wordt precair. Er wordt in verscheidene groepen al aan de leden gevraagd om een maandelijks duitje in het zakje te doen, kwestie van te overleven. Ondertussen doen de carnavalsgroepen - onwetend wat de toekomst brengen zal - een poging om 'in het ijle' voort te werken aan hun wagens, die misschien nooit uit hun stal gaan komen.
Vragen:
over de interpellatie van raadslid Filip Van De Winkel aangaande 'Carnaval quid? Duidelijkheid graag'.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Iwein De Koninck.
We lazen begin deze maand een persartikel in verband met de verkeerssituatie in de Vereeckenstraat te Gijzegem. Het is niet de eerste keer dat bewoners uit deze straat het signaal geven dat de verkeerstoestand in deze smalle woonstraat onhoudbaar wordt. Ik kan er mij wel wat bij voorstellen dat de veiligheid van de bewoners daar onder druk staat door de aard van de weg in combinatie met de trafiek van en naar bedrijven in de omgeving. De Wiezebrug is de enige oversteek over de Dender over een lengte van een 10-tal kilometer en dus moet veel verkeer deze passage nemen.
Ik denk dat het zelfs aangewezen is heel de situatie in Gijzegem eens van naderbij te bekijken, en dit vooral ook vanuit het perspectief van het woon-schoolverkeer van de schoolgaande jeugd. Ik merk dagelijks de chaos in de buurt van de school in Gijzegem.
Ik denk dat daar bijna sprake moet zijn van een vicieuze cirkel. Door de ronduit gevaarlijke toestand op weg naar, én in de buurt van de school zullen tal van ouders ervoor kiezen hun kind met de auto af te zetten (eerder dan hun kind per fiets deze chaos te laten trotseren). Gevolg is dan nog meer auto’s, nog meer chaos, nog minder keuze voor de fiets enz. enz.
Ik nodig elkeen echt eens uit om ’s ochtend tussen 8 uur en 8.30 uur, op woensdagmiddag na 12 uur of elke dag tussen 15.30 uur en 16 uur de toestand te komen aanschouwen.
De Pachthofstraat is ter hoogte van de schoolingang zeer smal, en hetzelfde geldt voor de voetpaden.
Daarnaast laat de toestand van de fietspaden die naar de school leiden absoluut te wensen over. De situatie in de Vereeckenstraat werd al beschreven, maar komende vanuit Schoonaarde zijn de toegangswegen voor fietsers eveneens ronduit abominabel: een veel te smal dubbel-richting fietspad in een absoluut affreuze toestand.
Alsof dit nog niet erg genoeg is, komt daar nog de intensiteit aan zwaar vervoer van en naar de bedrijvenzone Noord 1 bovenop.
Deze hele toestand leidt tot een situatie die anno 2021 écht niet meer te verantwoorden is.
Daarom volgende vragen:
over de interpellatie van raadslid Iwein De Koninck aangaande 'Verkeersveiligheid in Gijzegem - stand van zaken'.