De notulen van de openbare vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn moeten op de eerstvolgende gewone vergadering van de ocmw-raad worden goedgekeurd.
De notulen van de openbare vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 25 januari 2022 werden vanaf dinsdag 15 februari 2022 ter inzage gelegd van de leden van de raad.
Tijdens de duur van de openbare vergadering werden geen verdere opmerkingen geformuleerd.
Artikel 32 en 74 Decreet Lokaal Bestuur.
De notulen van de openbare vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van dinsdag 25/01/2022 goed te keuren.
Elke wijziging van het organogram dienst vastgesteld te worden door de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn. De laatste organogramwijziging dateert van 30 november 2021 (versie 2.0).
Het decreet lokaal bestuur bepaalt dat de algemeen directeur in overleg met het managementteam zorgt voor de opmaak van elk voorontwerp van het organogram.
Lerend uit het verleden, is de werkgroep O3 opgericht: 'Organogram Op Orde'. In deze werkgroep worden alle administratieve gevolgen in kaart gebracht (Plaza, Saphir, Active directory, mappenstructuur, rechtentoekenning,...). Deze werkgroep bewaakt ook de uniciteit. In die zin dat absoluut vermeden wordt dat er verschillende versies van organogrammen of deelorganogrammen zouden circuleren. Alsook de consistentie in de structuur. Waarbij elke wijziging impact kan hebben op de genoemde administratieve gevolgen en vice versa.
Het managementteam wenst op aangeven van deze werkgroep O3 een aantal voorstellen tot wijziging van het organogram voor te leggen aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 22 februari 2022.
Op 1 februari 2022 gaf het managementteam haar goedkeuring om volgende voor te leggen aan de raad voor maatschappelijk welzijn en de gemeenteraad:
Samenvattend betreffen de wijzigingen ten opzichte van het organogram van de raden van 30 november 2021:
Alsook wordt de vraag voorgelegd of de raadsleden zich akkoord kunnen verklaren dat naamswijzigingen louter om technische redenen al kunnen doorgevoerd worden zonder de vereiste goedkeuring. Indien het om technische redenen gaat, heeft de wijziging geen impact op hiërarchie, dienstverlening en processen. Maar in het kader van een strakke orkestrering is afgesproken dat administratieve gevolgen pas kunnen na validering. Hier stellen we het managementteam voor. Met rapportering aan de leden van de raden.
1. De dienst Financiën wordt uitgebreid van 3 naar 5 teams (thema Dienstverlening)
De dienst Financiën:
De bedoelde tekst moest zijn:
De dienst Financiën:
De dienst zal uit 5 teams bestaan: team Overheidsopdrachten, team Aanrekenen & boekhouding, team Debiteurenbeheer, team Belastingen en team Budget.
Team belastingen zal werken als zelforganiserend team en het team budget staat in staf bij het diensthoofd waardoor de leidinggevende structuur bij deze dienst uit één diensthoofd en drie teamverantwoordelijken bestaat.
Er wijzigt dus niets aan het aantal leidinggevenden.
2. Naamswijzigingen
3. Organogram tot op teamniveau
Het voorgelegde organogram van de stad in 2013 was uitgewerkt tot op dienstniveau. Het eerste geïntegreerde organogram 1.0 van stad en ocmw (2017) was uitgewerkt tot op teamniveau. Het organogram versie 2.0 is bedoeld om ook te zijn uitgewerkt tot op teamniveau. Op sommige plaatsen werd dus te ver opgedeeld. Er is noodzaak aan consistentie.
Er worden geen afzonderlijke groepen meer getoond in het organogram. Het organogram van de raad van november 2021 bevatte nog de groepen 'De Brug' en 'De Gendarmerie'. De motivering hiervoor is dat enerzijds deze groepen geen onderdeel uitmaken van de hiërarchische structuur. Anderzijds zijn er vele tientallen van deze afzonderlijke groepen binnen de organisatie gedefinieerd en ze zijn qua benaming en samenstelling ook sterk onderhevig aan veranderingen. Dit is niet in een organogram te vatten.
4. Efficiënte doorstroming voor technische wijzigingen
Dankzij de diepgaande analyse en strakke orkestrering van de werkgroep O3 met het oog op een coherentie unisone en consistente administratieve uitvoering van de genomen beslissingen inzake het organogram, stellen we vast dat kleine bijschavingen nodig zijn. Het betreft in bijzonder naamswijzigingen louter om technische redenen. Indien het om technische redenen gaat, heeft de wijziging geen impact op hiërarchie, dienstverlening en processen. Voorbeelden worden bij dit punt mee gegeven.
Net omwille van de strakke orkestrering, gaat geen enkele wijziging in uitvoering tot zolang er niet over beslist is door het bevoegde orgaan. Voor dergelijke technische wijzigingen is dit evenwel buiten proportie qua beoogde doelstelling.
Daarom wordt gevraagd aan de raden of zij zich kunnen akkoord verklaren dat dergelijke technische wijzigingen al mogen doorgevoerd worden, na formeel besluit van het managementteam en kennisgeving aan de leden van de raden.
Artikel 161 van het decreet lokaal bestuur: De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stellen het gezamenlijk organogram van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vast. Het organogram geeft de organisatiestructuur van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn weer, duidt de gezagsverhoudingen en de functies aan waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden.
Artikel 171 § 4 van het decreet lokaal bestuur: De algemeen directeur zorgt in overleg met het managementteam voor de opmaak van: 1° het voorontwerp van het organogram; (...)
het organogram vast te stellen zoals gevoegd in bijlage bij dit besluit.
goedkeuring te verlenen aan het feit dat naamswijzigingen louter om technische redenen of om redenen van verduidelijking ambtelijk kunnen worden doorgevoerd, na formeel besluit vanwege het managementteam en kennisgeving aan de leden van de raad.
de wijzigingen van dit organogram te laten ingaan op 1 maart 2022.
De huidige gunning loopt af op 18 mei 2022, er dient daarom een nieuwe procedure opgestart te worden. Het betreft een dossier op afroep voor een periode van maximaal 6 jaar zodat de WZC’s bestellingen kunnen plaatsen al naargelang hun behoeften.
In het kader van de opdracht “Thema Zorg. Aankoop van alternerende matrassen op afroep voor een periode van maximum 6 jaar” werd een bestek met nr. 22/MJI-8/22-28V opgesteld
De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 82.242,19 incl. btw op jaarbasis of € 493.453,14 incl. 21% btw voor 6 jaar (voor alle WZC's samen).
De opdracht zal worden afgesloten voor een duur van 12 maanden en kan 5 keer verlengd worden mits uitdrukkelijke beslissing.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.
Het bestuur beschikte bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet over de exact benodigde hoeveelheden.
Deze raming overschrijdt de limieten van de Europese bekendmaking.Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 84, betreffende de bevoegdheden van het vast bureau.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36 en artikel 57 en artikel 43.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
Het bijzonder bestek met nr. 22/MJI-8/22-28V en de raming voor de opdracht “Thema Zorg. Aankoop van alternerende matrassen op afroep voor een periode van maximum 6 jaar”, vast te stellen. De lastvoorwaarden vast te stellen zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 82.242,19 incl. btw op jaarbasis of € 493.453,14 incl. 21% btw voor 6 jaar (voor alle WZC's samen).
Bovengenoemde opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure met Europese bekendmaking.
De betaling te laten uitvoeren met budget voorzien in het investeringsbudget van het meerjarenplan 2020-2025 onder budgetlijn:
* MJP000374 – AC000231 – 0953-55/2450000 voor WZC De Faluintjes;
* MJP001705 – AC000231 – 0953-56/2450000 voor WZC De Hopperank;
* MJP000365 – AC000231 – 0953-58/2450000 voor WZC Sint-Job;
* MJP004333 – AC000231 – 0953-57/2450000 voor WZC Mijlbeke.
Het OCMW Aalst stelde op grond van de raadsbeslissing van 15 januari 2013 een Coördinerend Raadgevend Arts (CRA) aan. Omdat deze overeenkomst ten einde loopt op 31 maart 2022 dient er een nieuw dossier opgestart te worden.
Gelet op de Vlaamse regelgeving zijn woonzorgcentra verplicht een overeenkomst te hebben met een CRA.
Het doel van deze functie is, conform de wettelijke richtlijnen en de missie van het OCMW Aalst, het totale welzijn van de residenten in de instelling behartigen, dit vanuit een onafhankelijke positie als arts en in samenspraak en overleg met de bewoner, de huisarts en het team en directie van de instelling.
Het vast bureau keurde in zitting van 7 februari 2022 de stopzetting van de opdracht "Thema Zorg. Aanstellen van een Coördinerend en Raadgevende Arts voor de woonzorgcentra" overeenkomstig dossier 21/E-109 goed, omwille van het ontbreken van de beoordelingscriteria.
De procedure voor het aanstellen van een CRA houdt in dat de lokale huisartsenkring hiervoor zal worden aangeschreven, waarna zij op hun beurt kandidaten mogen voorstellen. De initiatiefnemer behoudt het recht om binnen de voorgedragen kandidaten autonoom een keuze te maken.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 99.882,25 incl. btw op jaarbasis waarvan:
€ 20.166,25 incl. btw/jaar voor WZC De Faluintjes;
€ 22.776,00 incl. btw/jaar voor WZC De Hopperank;
€ 28.944,50 incl. btw/jaar voor WZC Mijlbeke;
€ 27.995,50 incl. btw/jaar voor WZC Sint-Job.
De financiering zit geïntegreerd in de berekening van deel F van de basistegemoetkoming voor zorg.
Via dit deel wordt er een financiering/tegemoetkoming per dag ontvangen voor elke bewoner die in het woonzorgcentrum verblijft. Deze financiering is bestemd voor de vergoeding van de CRA.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 77 en 78, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Goedkeuring te verlenen voor de opstart van de procedure voor het aanstellen van een CRA voor de woonzorgcentra.
De beoordelingscriteria voor de opdracht "Thema Zorg. Aanstellen Coördinerend en Raadgevende Arts voor de woonzorgcentra" vast te stellen.
De ontwerpovereenkomst voor de opdracht "Thema Zorg. Aanstellen Coördinerend en Raadgevende Arts voor de woonzorgcentra" vast te stellen.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Huguette Van Medegael.
Sinds enkele maanden staat het thema ‘Betaalbaar wonen’ volop in de aandacht. In de sector van de sociale huisvesting staan er 170.000 gezinnen op de wachtlijsten.
Er is een groot tekort aan sociale huurwoningen en de wachttijden liggen gemiddeld rond de vijf jaar. Door de reorganisatie van de sector zal er volgens de minister de komende jaren zelfs nog een vertraging zijn in de aangroei van sociale huurwoningen.
Op de private markt stijgen de prijzen van de woningen snel en de huurprijzen evenzeer.
De huurprijs van een appartement of woning van voldoende kwaliteit ligt al vlug rond de 600€-700€.
Voor alleenstaanden met kinderen of koppels met een laag inkomen uit arbeid zijn de uitgaven voor wonen ruim meer dan een derde van het inkomen. Dat weegt te veel op het gezinsbudget, dit creëert een onzekerheid en is een belangrijke en structurele oorzaak van kinderarmoede met alle gevolgen van dien.
Wie op de wachtlijst voor een sociale woning staat, krijgt pas na 4 jaar een huurpremie als men voldoet aan de voorwaarden.
In verschillende steden worden op lokaal niveau initiatieven genomen om de gezinnen te ondersteunen om betaalbaar te kunnen wonen. Recent nog werd in Leuven de toekenning van een huurpremie mogelijk gemaakt voor wie pas één jaar op de wachtlijst staat.
Ik weet dat het OCMW Aalst reeds een huurtoelage geeft als bijkomende steun , mits er voldaan is aan enkele voorwaarden en dit voor een aantal mensen bij wie de maandelijkse huur (te) zwaar weegt op het gezinsbudget.
Ik vind die regeling een goede basis om actief meer mensen te ondersteunen. De inkomensvoorwaarden van de sociale huisvesting kunnen gebruikt worden om de doelgroep af te lijnen.
Het uitgangspunt van de huidige regeling, een bijkomende ondersteuning voor het gedeelte huishuur dat 1/3° van het budget overschrijdt en begrensd tot 125 euro vind ik goed. De beperking in de tijd vind ik niet wenselijk zolang de financiële en huisvestingssituatie van het gezin onzeker is. Deze vorm van ondersteuning heeft weinig of geen invloed op de zogenaamde werkloosheidsval en het is een individuele beslissing van het BCSD.
Mijn vragen in het kader van de actuele woonnoden:
Huishoudelijk reglement raad voor maatschappelijk welzijn: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Huguette Van Medegael aangaande 'Huurpremie'.
Het huidig middelenbeleid is verouderd en het toepassingsgebied beperkt zich tot alcohol.
Er was nood aan opfrissing en uitbreiding van het toepassingsgebied
met drugs en medicijnen.
Tijdens de GRC van 15 november 2021 was het voor de leden van de commissie niet duidelijk dat de leidinggevende bevoegd is om vast te stellen of een medewerker werkonbekwaam is. Deze vraag werd overgemaakt aan onze externe preventiedienst Idewe. Het antwoord van de preventieadviseur psychosociale aspecten Kelly De Clercq, is toegevoegd als bijlage.
De dienst Personeel en organisatie maakte een ontwerp van Beleidsplan middelenbeleid op.
Procedure :
Het ontwerp van Beleidsplan middelenbeleid werd door de algemeen directeur aan het gemeenschappelijk managementteam voorgelegd ter bespreking.
Het beleidsplan werd goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 20 november 2020.
Het beleidsplan werd op 9 februari 2021 en 15 juni 2021 besproken met de representatieve vakorganisaties in het hoog overlegcomité.
Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017
het Beleidsplan middelenbeleid zoals gevoegd als bijlage bij dit besluit goed te keuren.
Binnen het project De Gendarmerie zal ook een bestaand gebouw gerenoveerd worden tot een nieuwe kinderopvang. In dit nieuwe kinderdagverblijf zullen de twee buurtgerichte Lokale Diensten voor kinderopvang (LODI) De Pinnemuts en De Notendop worden samengebracht. Deze twee kinderdagverblijven zijn vandaag gehuisvest in verschillende gebouwen. Het nieuwe kinderdagverblijf zal plaats voorzien voor 36 kinderen. Ook hier zal de focus vooral op buurtgerichte opvang liggen. Er worden voorzieningen getroffen om ook flexibele opvangplaatsen aan te bieden voor OCMW cliënteel die tijdens de dag opleiding volgen of op sollicitatiegesprek moeten. Deze flexibele opvangplaatsen zullen enkel aangeboden worden indien er hiervoor voldoende werkingsmiddelen gevonden worden.
Om de financiële inbreng van stad Aalst en OCMW te optimaliseren zal er voor de bouw beroep gedaan worden op middelen van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA). Dit fonds kan tot 60% van de investeringskosten subsidiëren. De bouwkosten worden geraamd op 1 252 800,00 euro.
Stad Aalst zal als organisator de uitbating van kinderopvang op zich nemen. OCMW is de bouwheer van de kinderopvang en voorziet de financiële middelen. Voor VIPA moet de aanvrager van de subsidie echter de uitbater van de kinderopvang zijn en moet die uitbater in het gesubsidieerde gebouw minstens 25 jaar het recht hebben om een kinderopvang uit te baten. Stad Aalst haalde in het kader van de subsidie ‘investeringen in sociale infrastructuur’ van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur ook 350 000 euro binnen die onder andere gebruikt zal worden om de bouwkosten te financieren (zie Besluit Vlaamse Regering van 15 december 2017).
Doordat stad Aalst en OCMW nog steeds twee juridische entiteiten zijn, moet het OCMW een genotsrecht verlenen aan de stad Aalst. Deze kosteloze terbeschikkingstelling wordt geregeld via een samenwerkingsovereenkomst.
Het aanvraagdossier voor de investeringssubsidie kan niet volledig verklaard worden door VIPA zonder het bewijs van genotsrecht.
De raad voor maatschappelijk welzijn besliste in zitting van 26 maart 2019 de samenwerkingsovereenkomst tussen OCMW en stad Aalst voor de terbeschikkingstelling van een gebouw ingericht als kinderdagverblijf op De Gendarmerie goed te keuren.
Stad Aalst als uitbater van het kinderdagverblijf en aanvrager van de VIPA-subsidies krijgt een permanent genotsrecht op het kinderdagverblijf. Dit genotsrecht moet minimum 25 jaar duren volgens de VIPA-voorwaarden en zal worden vastgelegd via een recht van opstal.
Het vast bureau besliste in zitting van 7 februari 2022 principieel akkoord te gaan met de vestiging van een kosteloos opstalrecht tussen het OCMW en stad Aalst voor de uitbating van het kinderdagverblijf op de site De Gendarmerie, te Aalst, Denderstraat 22, voor een periode van 25 jaar.
In zelfde zitting werd beslist de vestiging van opstalrecht in artikel 1 ter goedkeuring voor te leggen aan de raad voor maatschappelijk welzijn en de afdeling Vastgoedtransacties aan te stellen voor de de opmaak van de ontwerpakte en het vertegenwoordigen van het OCMW bij het verlijden van de notariële akte.
In het dossier worden de samenwerkingsovereenkomst en het plan toegevoegd.
De raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd op basis van artikel 77-78 van het decreet lokaal bestuur.
akkoord te gaan met de vestiging van een kosteloos opstalrecht tussen het OCMW (opstalgever) en stad Aalst (opstalnemer) voor de uitbating van het kinderdagverblijf op de site De Gendarmerie, te Aalst, Denderstraat 22, voor een periode van 25 jaar
de afdeling Vastgoedtransacties aan te stellen voor de de opmaak van de ontwerpakte en het vertegenwoordigen van het OCMW bij het verlijden van de authentieke akte