Door de sterke stijging van de inflatie is het noodzakelijk om de tarieven van deze retributie aan te passen.
De tarieven van deze retributie werden ingevoerd vanaf 2020.
In de periode 2020-2022 is het inflatiepeil met 10,78 % gestegen.
Een aanpassing van de tarieven aan de levensduurte dringt zich op. De stad kan onmogelijk oneindig in de tijd de stijgende loonkost van het stadspersoneel en de jaarlijkse aanpassing van de prijzen aan de inflatie, door dienstverleners en leveranciers, blijven opvangen zonder de retributietarieven op te trekken.
Volgende formule wordt toegepast om de tarieven aan te passen aan de levensduurte:
Tarief 2023 = | Tarief | X | GNI 2022 |
GBI 2020 | |||
GBI 2020 = gemiddelde basisindex 2020 (=jaar waarin de tarieven werden ingevoerd).
GNI 2022 = gemiddelde nieuwe index van 2022 (gezien de index van december 2022 pas gekend is in januari 2023 wordt een gemiddelde berekend van de eerste 3 kwartalen van 2022).
De GBI 2020 (basis 2004) bedraagt: 134,13
De GNI 2022 (basis 2004) van de eerste 3 kwartalen bedraagt: 148,59
Het is aangewezen om bij de berekening van de indexering afrondingsregels toe te passen om tot werkbare tarieven te komen:
| Tarief ingevoerd/gewijzigd | Op basis index | GNI2022 | Basisindex | Huidig tarief | Tarief geïndexeerd | Afgerond tarief 2023 |
| 2020 | 2020 | 148,59 | 134,13 | 20,00 EUR | 22,16 EUR | 22,00 EUR |
| 2020 | 2020 | 148,59 | 134,13 | 30,00 EUR | 33,23 EUR | 33,00 EUR |
| 2020 | 2020 | 148,59 | 134,13 | 50,00 EUR | 55,39 EUR | 55,50 EUR |
| 2020 | 2020 | 148,59 | 134,13 | 1 000,00 EUR | 1 107,78 EUR | 1 108,00 EUR |
| 2020 | 2020 | 148,59 | 134,13 | 1 250,00 EUR | 1 384,72 EUR | 1 385,00 EUR |
| 2020 | 2020 | 148,59 | 134,13 | 1 500,00 EUR | 1 661,67 EUR | 1 662,00 EUR |
| 2020 | 2020 | 148,59 | 134,13 | 1 750,00 EUR | 1 938,61 EUR | 1 939,00 EUR |
| 2020 | 2020 | 148,59 | 134,13 | 2 000,00 EUR | 2 215,56 EUR | 2 216,00 EUR |
Artikel 173 van de Grondwet.
De tarieven in het gemeenteraadsbesluit van 17 december 2019, houdende een retributie inzake verhaal van inningskosten van niet-fiscale vorderingen 2020-2025, worden vanaf 1 januari 2023 aangepast als volgt:
| Artikel 4 |
1e aanmaning |
Gratis |
|
2e aanmaning |
22,00 EUR | |
|
3e aanmaning |
22,00 EUR | |
|
Aanmaning bij niet-naleven afbetalingsplan |
22,00 EUR | |
| Artikel 5 |
Grensoverschrijdende invordering |
55,50 EUR |
| Artikel 6.1. |
Opmaak fiscaal dwangschrift |
33,00 EUR |
| Artikel 6.2.1. |
Fiscaal derdenbeslag |
55,50 EUR |
| Artikel 6.2.2. |
Nemen hypothecaire inschrijving |
55,50 EUR |
| Artikel 6.2.3. §1 |
Uitvoerend beslag op onroerend goed: betekening-bevel |
1 939,00 EUR |
| Artikel 6.2.3. §2 |
Uitvoerend beslag op onroerend goed: notaris |
1 385,00 EUR |
| Artikel 6.2.4. |
Uit onverdeeldheid treden in combinatie met uitvoerend onroerend beslag |
2 216,00 EUR |
| Artikel 6.2.5. |
Aanstelling curator onbeheerde nalatenschap |
1 662,00 EUR |
| Artikel 6.2.6. |
Indeplaatsstelling uitvoerend onroerend beslag (per onroerend goed) |
1 108,00 EUR |
Deze aanpassing zal, overeenkomstig de bepalingen van het invorderingsdecreet, op de stedelijke website gepubliceerd worden, samen met een gecoördineerde versie van het gemeenteraadsbesluit.