Door de sterke stijging van de inflatie is het noodzakelijk om de tarieven van deze retributie aan te passen.
De tarieven van deze retributie werden aangepast in 2014 en 2020 of ingevoerd in 2020.
Een aanpassing van de tarieven aan de levensduurte dringt zich op. De stad kan onmogelijk oneindig in de tijd de stijgende loonkost van het stadspersoneel en de jaarlijkse aanpassing van de prijzen aan de inflatie, door dienstverleners en leveranciers, blijven opvangen zonder de retributietarieven op te trekken.
In de periode 2012-2022 is het inflatiepeil met 22,75 % gestegen.
Volgende formule wordt toegepast om de tarieven aan te passen aan de levensduurte:
Tarief 2023 = | Tarief | X | GNI 2022 |
GBI 2012 | |||
GBI 2012 = gemiddelde basisindex 2012 (=index die gebruikt werd bij aanpassing in 2014).
GNI 2022 = gemiddelde nieuwe index van 2022 (gezien de index van december 2022 pas gekend is in januari 2023 wordt een gemiddelde berekend van de eerste 3 kwartalen van 2022).
De GBI 2012 (basis 2004) bedraagt: 121,05
De GNI 2022 (basis 2004) van de eerste 3 kwartalen bedraagt: 148,59
In de periode 2019-2022 is het inflatiepeil met 11,60 % gestegen.
Volgende formule wordt toegepast om de tarieven aan te passen aan de levensduurte:
Tarief 2023 = | Tarief | X | GNI 2022 |
GBI 2019 | |||
GBI 2019 = gemiddelde basisindex 2019 (=index die gebruikt werd bij de aanpassing in 2020).
GNI 2022 = gemiddelde nieuwe index van 2022 (gezien de index van december 2022 pas gekend is in januari 2023 wordt een gemiddelde berekend van de eerste 3 kwartalen van 2022).
De GBI 2019 (basis 2004) bedraagt: 133,15
De GNI 2022 (basis 2004) van de eerste 3 kwartalen bedraagt: 148,59
In de periode 2020-2022 is het inflatiepeil met 10,78 % gestegen.
Volgende formule wordt toegepast om de tarieven aan te passen aan de levensduurte:
Tarief 2023 = | Tarief | X | GNI 2022 |
GBI 2020 | |||
GBI 2020 = gemiddelde basisindex 2020 (=jaar waarin de tarieven werden ingevoerd).
GNI 2022 = gemiddelde nieuwe index van 2022 (gezien de index van december 2022 pas gekend is in januari 2023 wordt een gemiddelde berekend van de eerste 3 kwartalen van 2022).
De GBI 2020 (basis 2004) bedraagt: 134,13
De GNI 2022 (basis 2004) van de eerste 3 kwartalen bedraagt: 148,59
Het is aangewezen om bij de berekening van de indexering afrondingsregels toe te passen om tot werkbare tarieven te komen:
| Tarief ingevoerd/gewijzigd | Op basis index | GNI2022 | Basisindex | Huidig tarief | Tarief geïndexeerd | Afgerond tarief 2023 |
| 2014 | 2012 | 148,59 | 121,05 | 0,20 EUR | 0,25 EUR | 0,25 EUR |
| 2014 | 2012 | 148,59 | 121,05 | 1,50 EUR | 1,84 EUR | 1,80 EUR |
| 2014 | 2012 | 148,59 | 121,05 | 2,50 EUR | 3,07 EUR | 3,10 EUR |
| 2020 | 2019 | 148,59 | 133,15 | 0,35 EUR | 0,39 EUR | 0,40 EUR |
| 2020 | 2019 | 148,59 | 133,15 | 0,45 EUR | 0,50 EUR | 0,50 EUR |
| 2020 | 2019 | 148,59 | 133,15 | 0,55 EUR | 0,61 EUR | 0,60 EUR |
| 2020 | 2019 | 148,59 | 133,15 | 0,75 EUR | 0,84 EUR | 0,85 EUR |
| 2020 | 2019 | 148,59 | 133,15 | 7,50 EUR | 8,37 EUR | 8,50 EUR |
| 2020 | 2019 | 148,59 | 133,15 | 8,00 EUR | 8,93 EUR | 9,00 EUR |
| 2020 | 2019 | 148,59 | 133,15 | 41,00 EUR | 45,76 EUR | 46,00 EUR |
| 2020 | 2019 | 148,59 | 133,15 | 56,50 EUR | 63,05 EUR | 63,00 EUR |
| 2020 | 2019 | 148,59 | 133,15 | 60,00 EUR | 66,96 EUR | 67,00 EUR |
| 2020 | 2019 | 148,59 | 133,15 | 84,00 EUR | 93,74 EUR | 93,50 EUR |
| 2020 | 2020 | 148,59 | 134,13 | 0,45 EUR | 0,50 EUR | 0,50 EUR |
Artikel 173 van de Grondwet.
De tarieven in het gemeenteraadsbesluit van 17 december 2019, aangepast in zitting van 21 september 2021, houdende een retributie op het afleveren van administratieve inlichtingen, documenten en gebruik van apparatuur 2020-2025, worden vanaf 1 januari 2023 aangepast als volgt:
| Artikel 3.1. | Afleveren administratieve inlichtingen | |
| 3.1.1. | Verstrekken lijsten uit de bevolkingsregisters en uit het vreemdelingenregister | |
| Per blad | 0,60 EUR | |
| Minimum | 46,00 EUR | |
| 3.1.2. | Genealogische opzoekingen in de bevolkingsregisters en in het vreemdelingenregister i.v.m. erfenissen | |
| Per 15 min. dat een personeelslid nodig heeft voor deze opzoekingen | 8,50 EUR | |
| 3.1.3. | Opzoekingen in de registers van de burgerlijke stand die minder dan 100 jaar oud zijn | |
| Per 15 min. dat een personeelslid nodig heeft voor deze opzoekingen | 8,50 EUR | |
| 3.1.4. | Ter beschikking stellen van informatie en documenten op digitale dragers | |
| Per digitale drager inclusief verzendingskosten | 8,50 EUR | |
| Artikel 3.2. | Afleveren vastgoed- en/of stedenbouwkundige informatie | |
| 3.2.1. | Vastgoedinformatie | |
| Per onroerend goed | 93,50 EUR | |
| 3.2.2. | Stedenbouwkundig uittreksel voor één of meerdere aaneengesloten percelen van dezelfde eigenaar (omvat een uittreksel uit het plannenregister en het vergunningenregister) | 63,00 EUR |
| Artikel 3.3. | Afleveren vergunning voor een standplaats ambulante handel op privaat domein of op commerciële parkingplaatsen | 67,00 EUR |
| Artikel 3.4. | Een abonnement op het maandblad 'In de Raad' | |
| Per jaar | 9,00 EUR | |
| Artikel 3.5. | Gebruik apparatuur in het stedelijk archief | |
| 3.5.1. | Gebruik faxtoestel | |
| Versturen en ontvangen (zowel zonaal als interzonaal, uitgezonderd naar het buitenland) | ||
| Eerste blad | 1,80 EUR | |
| Vanaf tweede blad/blad | 0,40 EUR | |
| Versturen van faxen naar het buitenland | kostprijs (min. 3,10 EUR) | |
| 3.5.2. | Gebruik microfilmapparatuur | |
| Reader per aangevat uur | 0,85 EUR | |
| Printer per aangevat uur | 1,80 EUR | |
| 3.5.3. | Gebruik fotokopiemachine | |
| Zonder studentenkaart | 0,50 EUR | |
| Met studentenkaart | 0,25 EUR | |
| 3.5.4. | Afleveren fotokopieën microfilm-printer in het stedelijk archief | |
| Tot 5 per aangevat uur | gratis | |
| Vanaf het 6e per aangevat uur | 0,50 EUR |
Deze aanpassing zal, overeenkomstig de bepalingen van het invorderingsdecreet, op de stedelijke website gepubliceerd worden, samen met een gecoördineerde versie van het gemeenteraadsbesluit.