Raadslid Fatma Yildiz richtte het verzoek aan gemeenteraadsvoorzitter David Coppens om akte te willen laten nemen door de gemeenteraad van haar verhindering wegens verlof voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek familielid beginnende op 1 november 2022, voor een periode van minimaal twaalf weken.
art. 13, art. 14, art. 70 en art. 71 Decreet lokaal bestuur
akte te nemen van de verhindering van raadslid Fatma Yildiz wegens verlof voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek familielid beginnende op 1 november 2022 voor een periode van minimaal twaalf weken. De tijdelijke verhindering voor de uitoefening van het mandaat van gemeenteraadslid houdt van rechtswege ook de tijdelijke verhindering in van de uitoefening van het mandaat van lid van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Raadslid Fatma Yildiz liet weten verhinderd te zijn door de verzorging/bijstand van een zwaar ziek familielid, deze verhindering zal ingaan op 1 november 2022 en minimaal geldig zijn voor een periode van twaalf weken. Zij richt daarvoor aan de voorzitter van de gemeenteraad een schriftelijk verzoek, waarbij een verklaring op erewoord gevoegd is waarin het raadslid zich bereid verklaart om bijstand of verzorging te verlenen.
De eerstvolgende opvolger op de lijst van Groen die in aanmerking komt om het mandaat op te nemen is Maxine Mc Kenzie. De geloofsbrieven van Maxine Mc Kenzie werden tijdig ingediend en liggen ter inzage conform de decretale bepalingen.
Uit het onderzoek van de geloofsbrieven blijkt dat Maxine Mc Kenzie voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden en er zich ook in geen situatie van onverenigbaarheid zou bevinden.
Maxine Mc Kenzie heeft volgende eed afgelegd in handen van de voorzitter: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen."
De installatie van het gemeenteraadslid houdt ook de installatie in van de uitoefening van het mandaat als lid van de raad voor maatschappelijk welzijn.
de geloofsbrieven van mevrouw Maxine Mc Kenzie goed te keuren;
akte te nemen van eedaflegging in handen van de voorzitter door mevrouw Maxine Mc Kenzie, zoals gevoegd als bijlage.
Ingevolge de verhindering van mevrouw Fatma Yildiz en de installatie als raadslid van Maxine Mc Kenzie met ingang van 1 november 2022 wijzigt de rangorde van de raadsleden.
De rangorde wordt opgemaakt op basis van anciënniteit. Bij gelijke anciënniteit krijgt het gemeenteraadslid met het hoogst aantal naamstemmen de voorkeur. Bij gelijk aantal naamstemmen krijgt het gemeenteraadslid van wie de lijst bij de gemeenteraadsverkiezingen de meeste stemmen behaalde de voorkeur.
akte te nemen van de rangorde die zal gelden vanaf 1 november 2022, zoals gevoegd in bijlage.
De notulen van de openbare vergadering van de gemeenteraad van 20 september 2022 werden vanaf dinsdag 18 oktober 2022 ter inzage gelegd van de leden van de raad.
Er werden geen verdere opmerkingen geformuleerd.
Artikel 32, 277 §1 en 278 §1 van het decreet lokaal bestuur en artikel 5 van het reglement van orde van de gemeenteraad
De notulen van de openbare vergadering van de gemeenteraad van 20 september 2022 goed te keuren.
Overwegende dat een inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, sociale promotie zal maken naar het middenkader en hiervoor gestart is aan de opleiding;
Overwegende dat daardoor een betrekking van inspecteur van politie binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Interventie niet meer zal ingevuld zijn;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Interventie is aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren;
Overwegende dat het belangrijk is de continuïteit van onze diensten te kunnen verzekeren;
Gelet op de lange doorlooptijd van de mobiliteitsprocedure:
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende dat bij ontstentenis aan kandidaten de vacature zal gepubliceerd worden via externe werving;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
bij niet invulling van deze vacature kunnen kandidaten via externe weg worden aangetrokken;
met betrekking tot deze vacature in het bijzonder te vermelden dat, onder de wettelijke voorwaarden, aan de betrekking de functietoelage ‘Nabijheidspolitie’ gekoppeld is;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat een inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, sociale promotie zal maken naar het middenkader en hiervoor gestart is aan de opleiding;
Overwegende dat daardoor een betrekking van inspecteur van politie binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Interventie niet meer zal ingevuld zijn;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Interventie is aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren;
Overwegende dat het belangrijk is de continuïteit van onze diensten te kunnen verzekeren;
Gelet op de lange doorlooptijd van de mobiliteitsprocedure:
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende dat bij ontstentenis aan kandidaten de vacature zal gepubliceerd worden via externe werving;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
bij niet invulling van deze vacature kunnen kandidaten via externe weg worden aangetrokken;
met betrekking tot deze vacature in het bijzonder te vermelden dat, onder de wettelijke voorwaarden, aan de betrekking de functietoelage ‘Nabijheidspolitie’ gekoppeld is;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat een inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst secretariaat, sociale promotie zal maken naar het middenkader en hiervoor gestart is aan de opleiding;
Overwegende dat daardoor een betrekking van inspecteur van politie binnen de directie Basispolitiezorg, dienst secretariaat niet meer zal ingevuld zijn;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de directie Basispolitiezorg, dienst secretariaat is aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst secretariaat , vacant te verklaren;
Overwegende dat het belangrijk is de continuïteit van onze diensten te kunnen verzekeren;
Gelet op de lange doorlooptijd van de mobiliteitsprocedure:
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende dat bij ontstentenis aan kandidaten de vacature zal gepubliceerd worden via externe werving;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst secretariaat vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
bij niet invulling van deze vacature kunnen kandidaten via externe weg worden aangetrokken;
met betrekking tot deze vacature in het bijzonder te vermelden dat, onder de wettelijke voorwaarden, aan de betrekking de functietoelage ‘Nabijheidspolitie’ gekoppeld is;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat een inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, sociale promotie zal maken naar het middenkader en hiervoor gestart is aan de opleiding;
Overwegende dat daardoor een betrekking van inspecteur van politie binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Interventie niet meer zal ingevuld zijn;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Interventie is aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren;
Overwegende dat het belangrijk is de continuïteit van onze diensten te kunnen verzekeren;
Gelet op de lange doorlooptijd van de mobiliteitsprocedure:
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende dat bij ontstentenis aan kandidaten de vacature zal gepubliceerd worden via externe werving;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
bij niet invulling van deze vacature kunnen kandidaten via externe weg worden aangetrokken;
met betrekking tot deze vacature in het bijzonder te vermelden dat, onder de wettelijke voorwaarden, aan de betrekking de functietoelage ‘Nabijheidspolitie’ gekoppeld is;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat een inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, Recherche, via het systeem van de mobiliteit zal verschuiven naar de dienst Recherche in een andere zone.;
Overwegende dat daardoor een betrekking van inspecteur van politie binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Recherche niet meer zal ingevuld zijn;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Recherche is aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Recherche, vacant te verklaren;
Overwegende dat het belangrijk is de continuïteit van onze diensten te kunnen verzekeren;
Gelet op de lange doorlooptijd van de mobiliteitsprocedure:
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende dat bij ontstentenis aan kandidaten de vacature zal gepubliceerd worden via externe werving;
Overwegende het advies van de korpschef om overeenkomstig artikel VI.II.61 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten als tweede lid van de selectiecommissie een personeelslid van operationeel kader van het eigen korps aan te wijzen;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Recherche, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
bij niet invulling van deze vacature kunnen kandidaten via externe weg worden aangetrokken;
met betrekking tot de vacature in het bijzonder te vermelden dat kandidaten die niet over het vereiste brevet beschikken ook mee kunnen postuleren voor de betrekking, maar de wettelijk voorziene voorrang dienen te verlenen aan eventuele geschikt bevonden brevethouders;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPoL.
Overwegende dat een hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, via het systeem van de mobiliteit intern de Lokale Politie Aalst zal verschuiven naar de dienst Verkeer en dit m.i.v. 01 november 2022;
Overwegende dat daardoor een betrekking van hoofdinspecteur van politie binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Interventie niet meer zal zijn ingevuld;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Interventie is aangewezen een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat een inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, Recherche, sociale promotie zal maken naar het middenkader en hiervoor gestart is aan de opleiding;
Overwegende dat daardoor een betrekking van inspecteur van politie binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Recherche niet meer zal ingevuld zijn;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Recherche is aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Recherche, vacant te verklaren;
Overwegende dat het belangrijk is de continuïteit van onze diensten te kunnen verzekeren;
Gelet op de lange doorlooptijd van de mobiliteitsprocedure:
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende dat bij ontstentenis aan kandidaten de vacature zal gepubliceerd worden via externe werving;
Overwegende het advies van de korpschef om overeenkomstig artikel VI.II.61 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten als tweede lid van de selectiecommissie een personeelslid van operationeel kader van het eigen korps aan te wijzen;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Recherche, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
bij niet invulling van deze vacature kunnen kandidaten via externe weg worden aangetrokken;
met betrekking tot de vacature in het bijzonder te vermelden dat kandidaten die niet over het vereiste brevet beschikken ook mee kunnen postuleren voor de betrekking, maar de wettelijk voorziene voorrang dienen te verlenen aan eventuele geschikt bevonden brevethouders;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPoL.
Overwegende dat een commissaris van politie, directie Basispolitiezorg, dienst wijk, met ingang van 1 maart 2023 de Lokale Politie zal verlaten ingevolge pensionering;
Overwegende dat betrokken personeelslid op 01 april 2007 op basis van de Vesaliuswetgeving van rechtswege wed benoemd in de graad van commissaris van politie (de zogenaamde procedure ‘Rode Loper’ van hoofdinspecteur naar commissaris) maar na die benoeming zijn betrekking voor een hoofdinspecteur van politie bleef uitoefenen;
Overwegende dat door het vertrek van betrokken personeelslid een betrekking van hoofdinspecteur van politie binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Wijk niet meer zal zijn ingevuld;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Wijk is aangewezen een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Wijk, vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Wijk vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat een inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Meldkamer, intern zal verschuiven naar de dienst Interventie;
Overwegende dat daardoor een betrekking van inspecteur van politie binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Meldkamer niet meer zal ingevuld zijn;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Meldkamer is aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Meldkamer, vacant te verklaren;
Overwegende dat het belangrijk is de continuïteit van onze diensten te kunnen verzekeren;
Gelet op de lange doorlooptijd van de mobiliteitsprocedure:
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende dat bij ontstentenis aan kandidaten de vacature zal gepubliceerd worden via externe werving;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Meldkamer, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
bij niet invulling van deze vacature kunnen kandidaten via externe weg worden aangetrokken;
met betrekking tot deze vacature in het bijzonder te vermelden dat, onder de wettelijke voorwaarden, aan de betrekking de functietoelage ‘Nabijheidspolitie’ gekoppeld is;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
De Politiezone Aalst 5440 wenst 150 helmen openbare orde aan te kopen (incl. draagtas) ter vervanging van de beschermingsstukken gebruikt door de personeelsleden van de Politiezone Aalst met een HYCAP B Profiel. Deze helmen worden individueel ter beschikking gesteld. Antwerpen, Gent, Leuven, Brussel Noord, Lier, en andere korpsen zijn reeds overgeschakeld op dit type helm.
De Politiezone Aalst 5440 stelt voor de helmen openbare orde aan te kopen via de raamovereenkomst LPA/2018/3015 van de Politiezone Antwerpen.
De kostprijs voor deze aankoop bedraagt 88 332,42 EUR incl. btw.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten meer bepaald artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale en artikel 43.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, in het bijzonder artikel 85 en 86 (B.S. 5 januari 1999).
De omzendbrief BA/2001/13 van 7 september 2001 – Nieuwe Lokale Politie – eengemeentezones en meergemeentezones – administratief toezicht – specifiek toezicht en gewoon toezicht.
Het schrijven van 18 oktober 2001 vanwege de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen inzake het toezicht op politiemateries.
De voorwaarden van de opdracht “Politiezone Aalst 5440. Aankoop van helmen openbare orde via raamovereenkomst Politiezone Antwerpen” vast te stellen. De kostprijs bedraagt 88 332,42EUR incl. btw.
Bovengenoemde opdracht te plaatsen via de raamovereenkomst LPA/2018/3015 van de Politiezone Antwerpen.
De uitgave voor deze opdracht te voorzien met het investeringsbudget van de Politiezone Aalst 5440 onder budgetlijn 33000/744-51.
Overwegende dat de politiebegroting 2022 van de politiezone Aalst werd vastgesteld op de gemeenteraad van 30 november 2021;
Overwegende dat bepaalde begrotingsposten dienen te worden gewijzigd;
Overwegende dat de nieuwe uitkomst van de politiebegroting dient vastgesteld te worden;
Overwegende het advies van de begrotingscommissie van 3 oktober 2022, ingesteld bij artikel 11 van het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het Algemeen Reglement op de Boekhouding van de Lokale Politie en door de gemeenteraad
Overwegende dat het punt op de agenda van de gemeenteraad van 25 oktober 2022 wordt geplaatst.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet, inzonderheid artikel 96, en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, inzonderheid artikel 33 en 34;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 5 september 2001, houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de lokale politie;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 30 november 2021, houdende de vaststelling van de politiebegroting 2022 van de politiezone Aalst.
De politiebegroting 2022 van de politiezone Aalst te wijzigen overeenkomstig de bijlagen en de nieuwe uitkomst van de begroting vast te stellen.
Elke dag krijgen we te maken met een “ontspoorde indexatie”. Door de gasbeperkingen die energieprijzen laten uit de pan swingen, heeft de gemiddelde Belg het behoorlijk moeilijk. De nationale regering doet pogingen om de schade te beperken voor individuen en voor bedrijven. Van Vlaanderen verwachten we binnenkort ook de nodige maatregelen om beiden bij te staan.
Na een warm voorjaar en een hete zomer zijn we aanbeland bij de herziening van de energiefactuur die mensen doet verstijven, een bijna lege winkelkar die handenvol geld kost. 10% is de theoretische stijging, een verdubbeling is het gevoel. Het valt niet te ontkennen dat er tijdens corona een stijging is geweest van het aantal dossiers bij het OCMW en dat deze stijging zich vlotjes verderzet nu de mensen met gezonde reserves ook in moeilijkheden komen. En dan komen we bij de logische vraag: “wat gaat de stad doen?”.
Het nieuwe schooljaar is gestart. Het zal een jaar worden die uiterst moeilijk is voor de scholen op ons grondgebied. Ook zij voelen de stijging van allerhande kosten. En aan wie gaan ze deze factuur moeten voorleggen? De studenten hebben net betaald voor nieuwe cursussen, misschien een laptop of materiaal voor de praktijklessen. Als de factuur nog niet hoog genoeg is, lopen ze het risico om te moeten instaan voor allerhande extra’s die de scholen niet meer kunnen dragen.
Onze stad heeft aan het begin van deze legislatuur een beleid geschreven die zoekt naar “lokaal sociale actoren”. Één van die actoren zou zich bezig houden met een beleid rond onbetaalde schoolfacturen. We moeten durven toegeven dat deze partner het de komende maanden enorm druk zal krijgen en gezien de huidige situatie vragen we of het aanbod voldoende is. Aalsterse ouders staan voor moeilijke tijden. Als stad moeten we ingrijpen voor dit ontspoort. Als stad moeten we durven kiezen voor extra steun, helpende handen en de bijpassende middelen om de sociale actor te ondersteunen. In Vlaanderen hebben we een gelauwerde partner, SOS Schulden op school, die zijn roots heeft en hun ervaring opbouwde in onze stad.
Er is geen flankerende steun voor onderwijs op Vlaams niveau. De bal ligt in het kamp van steden en gemeenten. Kies er in Aalst voor om ouders en scholen bij te staan. Vandaag kunnen we een keuze maken die het voor ouders betaalbaar maakt. Denk aan professionelen die klaar staat om te helpen. Geef ze een kans om de huidige lokaal sociale actoren bij te staan en met de scholen te werken aan structurele verandering in de schoolfactuur en deze te verankeren in het beleid. Vlaanderen is niet meer bevoegd voor een flankerend onderwijsbeleid. Dus het is hoog tijd dat Aalst dit doet.
Vandaar onze vraag:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Ann Van de Steen aangaande 'Schoolfactuur'.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Els Van Puyvelde.
Al verscheidene keren heb ik de problematiek van een zaal te Erembodegem aangekaart in de gemeenteraad en was ik vragende partij om de parochiezaalproblematiek ook eens op een commissie op de agenda te laten zetten en te bespreken met de kerkfabriek. Dat is ondertussen gebeurt. Zelf kon ik niet aanwezig zijn maar heb nadien wel de streams bekeken en veel heb ik niet gemist. Er zijn weinig concrete antwoorden gegeven en er zijn ook geen voorstellen of oplossingen aangeboden.
Het is hier wel vijf voor 12 voor de parochiezaal te Erembodegem. Deze afgeleefde zaal waar ongeveer 15 verenigingen actief zijn, zowel voor de vergaderzaal als voor het podium en de feestzaal, moet binnen de kortste keren onderworpen worden aan een inspectie. Verschillende verenigingen hadden de erbarmelijke staat van de zaal al aangekaart waardoor de noodzaak er is om deze te laten keuren. Want dat de parochiezaal aan renovatie toe is dat staat als een paal boven water.
Deze keuring is op vraag van de parochiale werken en zal door de brandweer worden uitgevoerd. De kerkfabriek zal dit eind oktober normaal gezien aanvragen. De brandweer heeft dan 3 maanden de tijd om de keuring uit te voeren.
De brandweer zal zeker een negatief rapport voorleggen, dus de zaal wordt afgekeurd. Dit is natuurlijk een hele grote ramp voor de verschillende verenigingen die er actief zijn. Er is in Erembodegem geen alternatief. Dus zal Erembodegem zonder feest/evenementen/vergader/theaterzaal komen te zitten en dit voor een gemeente die zeer actief is, die leeft.
Heeft de stad een plan B, een alternatief om alsnog de verenigingen die in Erembodegem actief zijn, tegemoet te komen?
We moeten echt vermijden dat het verenigingsleven, het cultuurleven, alsook het sociale leven voor heel wat eenzame mensen die enkel nog deze momenten hebben, wegvallen. Bewoners die een bepaalde hobby hebben en met gelijkgestemden in de parochiezaal samenkomen om met hun passie bezig te zijn, hebben in hun gemeente geen andere zaal. Laat het niet gebeuren dat dit alles wegvalt met de sluiting van de parochiezaal en biedt deze verenigingen en bewoners een alternatief.
Hierbij mijn vragen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Els Van Puyvelde aangaande 'Heeft Erembodegem nog een parochiezaal in 2023'.
Met het systeem van begeleid werken of AMA (arbeidsmatige activiteiten) worden mensen met een beperking of vermoeden van een beperking inclusief betrokken op een werkvloer met professionele begeleiding en ondersteuning. Dit zorgt ervoor dat we de maatschappelijke participatie van deze doelgroepen verhogen en tegelijkertijd inzetten op talentontwikkeling en versterking van hun zelfwaardering.
Deze doelgroep komt niet in aanmerking voor verloning, hoewel dit vaak wel wenselijk is. Als stimulans om in te stappen in het systeem van begeleid werk/AMA én als blijk van waardering voor hun betrokkenheid op deze werkvloeren wil de Stad Aalst, met dit reglement, voorzien in een inclusiepremie voor deze specifieke doelgroep.
In deze pilootfase richten we ons expliciet op begeleid werkers in het normaal economisch circuit omdat dit de werkvloeren zijn waarbij er (wettelijk) geen mogelijkheden zijn om vanuit de werkgever (vrijwilligers)vergoedingen te voorzien voor begeleid werken.
De premie:
Concreet is het voorstel om personen die ingeschakeld zijn binnen ‘begeleid werken’ een jaarlijkse vergoeding aan te bieden a rato van 50 EUR per begonnen maand binnen 'begeleid werken' (dus max. 600 EUR per jaar). De uitbetaling gebeurt rechtstreeks aan de rechthebbende of diens gemandateerde.
Voor het aanleveren van de jaarlijkse gegevens doen we beroep op de erkende voorzieningen voor begeleid werken.
Doelgroep:
Om in aanmerking te komen voor een inclusiepremie moet men voldoen aan volgende criteria:
Team Lokaal sociaal beleid geeft positief advies. Deze inclusiepremie laat ons toe i.k.v. het lokaal sociaal beleid de acties ter ondersteuning en inclusie van mensen met een beperking verder te versterken. Het reglement kwam tot stand in dialoog met enkele erkende voorzieningen voor begeleiding van mensen met een (vermoeden van) beperking, o.a. Werkburo Vlaanderen, Wonozo vzw, Schoonderhage vzw, pegode vzw, Zonnehoeve vzw, ...
Het opgemaakte voorstel van reglement werd eveneens afgestemd met team Juridische zaken.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 12/09/2022 waarbij het reglement 'inclusiepremie voor personen die ingeschakeld zijn binnen begeleid werken' principieel werd goedgekeurd.
Het reglement inclusiepremie voor personen die ingeschakeld zijn binnen 'begeleid werken', zoals gevoegd als bijlage, goed te keuren.
Op 23 mei 2022 werd de overheidsopdracht om te werken met een circulaire luierservice door het college van burgemeester en schepenen gegund aan de firma Woosh. Op de gemeenteraad van 28 juni 2022 werd beslist dat de stedelijke kinderopvang gefaseerd zou starten met het gebruik van deze luierservice. Sinds 1 september 2022 werken de stedelijke kinderdagverblijven met deze luierservice. Dit betekent dat de kinderdagverblijven sinds 1 september 2022 zelf luiers aanbieden en de ouders geen luiers meer hoeven mee te brengen naar de opvang. Hiervoor betalen ze een forfaitaire hogere vergoeding voor luiers, verzorgingsproducten en afvalverwerking.
Vanaf 1 januari 2023 willen we deze service uitbreiden naar de ouders die gebruik makan van opvang bij de stedelijke dienst voor Onthaalouders Kind met een kroontje.
Deze nieuwe werkwijze vraagt - naar analogie met de aanpassing in de kinderdagverblijven - een aanpassing van het huishoudelijk reglement omwille van de veranderende tarieven voor ouders en impliceert het afsluiten van een nieuwe schriftelijke overeenkomst met de ouders. Ouders maken via de inlichtingenfiche van hun kind kenbaar of ze gebruik zullen maken van de aangeboden luierservice of van herbruikbare luiers.
Huidige situatie
De ouders betalen nu een forfaitaire bijdrage (bepaald door Opgroeien, jaarlijks geïndexeerd) voor verzorgingsproducten en afvalverwerking:
Gewenste situatie vanaf 1 januari 2023
Wanneer er overgeschakeld wordt naar een luierservice betalen de ouders een forfaitair bedrag (bepaald door Opgroeien, jaarlijks geïndexeerd) voor luiers, verzorgingsproducten en afvalverwerking:
Het werken met de luierservice verhoogt de maandelijkse factuur van de ouders met ongeveer 26 EUR (+/- 20 dagen X 1,28 EUR).
Aangezien er in de stedelijke kinderopvang een grote groep kinderen opgevangen wordt uit financieel kwetsbare gezinnen (23 %) werd bekeken om aan een bepaalde groep ouders een sociaal tarief toe te kennen in plaats van het forfaitair tarief, nl.:
Dit sociaal tarief wordt bepaald aan de hand van de 70/30 regel. Als 70% van de ouders het normale tarief van 1,60/0,96 EUR betalen, dan kan het sociaal tarief van 0,60/0,36 EUR toegekend worden aan maximum 30% van de ouders zonder negatieve financiële impact voor de stad. In het kader van de implementatie in eerste fase binnen de kinderdagverblijven werd beslist om dit sociaal tarief enkel toe te passen voor ouders die een (individueel) verminderd inkomenstarief betalen (5,47 EUR en minder). De dienst Ontwikkeling adviseert deze werkwijze door te trekken bij het gebruik van de luierservice in de gezinsopvang vanaf 1 januari 2023. Dit uit financiële noodzaak voor deze groep en om te vermijden dat de onbetaalde facturen en de vraag naar tussenkomst van het OCMW zal toenemen door deze financiële wijziging.
Het opstarten van de luierservice voor de gezinsopvang vanaf 1 januari 2023 en de toekenning van een sociaal tarief houdt in dat volgende aanpassingen moeten gedaan worden in het huishoudelijk reglement en de schriftelijke overeenkomst:
Tekstuele aanpassing van het Huishoudelijk reglement in 'Beleid' 2.5.2 Afspraken over verzorging
De huidige tekst in bestaande huishoudelijk reglement wordt vervangen door:
Waar zorgen wij voor?
Wij zorgen voor luiers en verzorgingsproducten. Je hoeft dus geen luiers van thuis mee te brengen.
Wat breng je zelf mee en is niet inbegrepen in de prijs?
Tekstuele aanpassing van het Huishoudelijk reglement in 'Prijs' 3.5 Kosten die te maken hebben met de opvang
De huidige tekst in bestaande huishoudelijk reglement wordt vervangen door:
Als ouder betaal je in onze opvang:
Het bedrag voor verzorgingsproducten en afvalverwerking wordt aangepast aan de gezondheidsindex.
Ingevolge een principiële beslissing van het CBS en een gunning van de overheidsopdracht aan de firma Woosh om te werken met een circulaire luierservice dient het huishoudelijk reglement te worden aangepast.
Gunstig advies juridische dienst.
Decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby’s en peuters.
Besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby’s en peuters.
Besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 houdende de subsidies en de eraan gekoppelde voorwaarden voor de realisatie van specifieke dienstverlening door gezinsopvang en groepsopvang van baby’s en peuters.
Beslissing van de gemeenteraad van 17 september 2019 m.b.t. de goedkeuring van het huishoudelijk reglement en schriftelijke overeenkomst van de gezins - en groepsopvang.
Beslissing van de gemeenteraad van 18 mei 2021 m.b.t. de goedkeuring van de aanpassingen van het huishoudelijk regelement en schriftelijke overeenkomst van de gezins - en groepsopvang.
Principebeslissing van het college van burgemeester en schepenen van 17 januari 2022 voor het uitschrijven van een overheidsopdracht ihkv een circulaire luierservice voor de stedelijke groeps- en gezinsopvang
Beslissing van het CBS van 23 mei 2022 m.b.t. de goedkeuring van de gunning aan de firma Woosh om te werken met een circulaire luierservice.
Beslissing van het CBS van 30 mei 2022 m.b.t. de aanpassing van het huishoudelijk reglement voor de stedelijke groepsopvang.
Beslissing van de GR van 28 juni 2022 m.b.t. de aanpassing van het huishoudelijk reglement voor de stedelijke groepsopvang.
Beslissing van het CBS van 3 oktober 2022 m.b.t. de aanpassing huishoudelijk reglement gezinsopvang n.a.v. opstart ecologische luierservice.
Akkoord te gaan met de voorgestelde aanpassingen van het huishoudelijk reglement kinderopvang Stad Aalst voor gezinsopvang, zoals gevoegd als bijlage.
De raad van bestuur van SportAG keurde op 25 april 2022 het de aanpassing 'algemeen reglement sportcentra' goed en op 26 september 2022 het voorliggende reglement principieel goed. In navolging van de beheersovereenkomst tussen de stad en het sportAG worden alle tariefwijzigingen die een significante wijziging betekenen, voorgelegd aan de gemeenteraad.
In 2015 werden de tarieven voor het gebruik van de Aalsterse sportcentra een laatste keer vastgesteld in zitting van 27 oktober door de gemeenteraad. Het uitbaten van stedelijke vrijetijdsinfrastructuur wordt net als alle andere sectoren geconfronteerd met de gevolgen van de stijgende inflatie. Om die reden is het passend om de tarieven voor het gebruik van de sportinfrastructuur te indexeren. Dit betekent een vermenigvuldiging met factor 1,17.
Er werd als indexbasis gekozen voor het indexcijfer van april 2022. Volgens de bepalingen van artikel 16 van het nieuwe reglement worden de tarieven jaarlijks in geïndexeerd. De berekening gebeurde door het A-tarief te indexeren, het B tarief betekent een korting van 50% t.o.v. het A-tarief. Het C-tarief betekent een korting van 25% t.o.v. het B-tarief. De dan bekomen bedragen worden afgerond naar het dichtstbijzijnde veelvoud van 0,50 EUR. Voor Aquatopia wordt gewerkt met een tarief Aalst en niet Aalst en worden alle andere categorieën apart weergegeven.
Het uitgewerkt tarief reglement bevat naast de tarieven ook alle bepalingen die voorheen tot het huishoudelijk reglement behoorden. Deze bepalingen regelen zowel de wijze van reserveren als de openingsuren of de rechten en plichten van de sporter die één van de sportcentra betreedt. Daarnaast werd ook een aantal bepalingen met betrekking tot het parkeerbeleid van Aquatopia en sportcentrum Schotte toegevoegd.
Het reglement bevat een totaal overzicht bieden van zowel tarieven als de voorwaarden voor het gebruik van de sportinfrastructuur.
Om de stijgende kosten van het beheer van de sportcentra op te vangen is een indexering van de tarieven noodzakelijk. Daarnaast is het wenselijk om alle bepalingen met betrekking tot het gebruik en kostprijs van de centra te bundelen in één geheel.
Advies dienst mobiliteit inzake betalend parkeren Schotte en Aquatopia
Het invoeren van betalend parkeren op parkings van de stad, heeft nooit louter als doel om inkomsten te genereren, maar is bedoeld om sturend op te treden in situaties waar dat nodig is om parkeertekorten te vermijden (of files te verminderen). Dit dient steeds voor een gehele omgeving bekeken te worden.
Voor Aquatopia is betalend parkeren logisch: de parking die vergund werd is wellicht te klein bij piekmomenten – ook overdag - zodat er triggers in te bouwen zijn om mensen meer met de fiets of de bus naar het zwembad te laten komen. Ook is de Albrechtlaan al overbelast. Deze parking ligt net buiten een betalende zone, wat maakt dat het aanvaardbaar is om die betalende zone wat uit te breiden.
Aan Schotte zijn er weinig redenen om nu naar betalend parkeren over te gaan, tenzij:
Het invoeren van betalend parkeren zou ook vergen dat betalend parkeren wordt ingevoerd in diverse omliggende straten, waar er eigenlijk geen parkeerprobleem is. Dit zal door bewoners en bezoekers als zeer negatief ervaren worden (‘geldklopperij’) omdat het duidelijk is dat het financiële ook de enige reden is waarom dit gebeurt.
We adviseren om in Schotte voorlopig géén betalend parkeren in te voeren.
Het reglement op de door het sportAG uitgebate sportinfrastructuur, zoals gevoegd als bijlage, goed te keuren.
Bij de verkorte procedure voor de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen wordt er uiterlijk 4 maanden na de kennisgeving van de ontvankelijkheid verwacht dat het representatief orgaan, de financierende overheid en in voorkomend geval de adviserende gemeente een advies formuleren over de erkenning aan de minister. Het behoort tot de autonomie van de gemeente-of provincieraad om zelf een advies te geven of deze adviesbevoegdheid uitdrukkelijk te delegeren aan het college of de deputatie. Zonder regeling hierover behoort de adviesbevoegdheid tot de volheid van bevoegdheid van de gemeente- of provincieraad. Zowel het college van burgemeester en schepenen als de deputatie hebben enkel toegewezen bevoegdheden.
De minister beslist ten laatste 60 dagen na het einde van de wachtperiode over de erkenning. Binnen dezelfde termijn brengt ABB het voorlopig bestuursorgaan, het representatief orgaan, de federale overheid, de financierende overheid en in voorkomend geval de adviserende gemeente op de hoogte van de beslissing.
In het kader van de verkorte procedure tot aanvraag erkenning van de geloofsgemeenschap El Muslimeen te Aalst, dient er voor 15/11/2022 een advies gegeven te worden. Omdat deze tijdspanne zo kort is, vragen wij het akkoord aan de gemeenteraad tot delegatie van de bevoegdheid tot adviesverlening aan de gemeenteraad over te dragen naar het college van burgemeester en schepenen. Op die manier is er meer tijd voor vooronderzoek in samenwerking met politie, brandweer, dienst ruimtelijke ordening en de expert deradicalisering. Het door het lokaal bestuur af te leveren advies vereist onder meer een voorafgaand onderzoek naar de juridische structuur; naar de transparantie van de financiële verrichtingen; naar financiering of ondersteuning vanuit het buitenland; naar contacten met terroristische, extremistische of clandestiene organisaties; naar de maatschappelijke relevantie van de lokale geloofsgemeenschap; naar de toestand van de eredienstgebouwen; naar de contacten met de lokale overheid en de buurt; naar eventuele handelingen die strijdig zijn met de wetgeving, in het bijzonder de Grondwet en het EVRM; naar de identiteit van de bestuurders; naar het voldoen aan de inburgeringsplicht door de bedienaars van de eredienst en naar de bezoldiging van die bedienaars. Verder verkleint de delegatie het risico om laattijdig een advies in te dienen waardoor aan de adviesvereiste voorbij wordt gegaan.
Het door het lokaal bestuur af te leveren advies vereist onder meer een voorafgaand onderzoek naar de juridische structuur; naar de transparantie van de financiële verrichtingen; naar financiering of ondersteuning vanuit het buitenland; naar contacten met terroristische, extremistische of clandestiene organisaties; naar de maatschappelijke relevantie van de lokale geloofsgemeenschap; naar de toestand van de eredienstgebouwen; naar de contacten met de lokale overheid en de buurt; naar eventuele handelingen die strijdig zijn met de wetgeving, in het bijzonder de Grondwet en het EVRM; naar de identiteit van de bestuurders; naar het voldoen aan de inburgeringsplicht door de bedienaars van de eredienst en naar de bezoldiging van die bedienaars.
Aangezien het advies voor 15 november e.k. moet worden uitgebracht, is het aangewezen om de bevoegdheid tot adviesverlening van de gemeenteraad over te dragen naar het college van burgemeester en schepenen.
Decreet van 22 oktober 2021 tot regeling van de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen, de verplichtingen van de besturen van de eredienst en het toezicht daarop en tot wijziging van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten: Lokale geloofsgemeenschappen die een erkenningsaanvraag bij het representatief orgaan hebben ingediend voor 01 juli 2019, kunnen erkend worden via een verkorte procedure.
Artikel 67, § 4 met betrekking tot de adviesverlening binnen de verkorte erkenningsprocedure: Uiterlijk vier maanden na de kennisgeving, vermeld in paragraaf 3, bezorgen het representatief orgaan, de financierende overheid en in voorkomend geval de adviserende gemeente een advies aan de Vlaamse Regering waarin wordt geadviseerd of de lokale geloofsgemeenschap voldoet aan de verplichtingen, vermeld in artikel 7, met uitzondering van punt 10° en 11°.
Als een van de instanties, vermeld in het eerste lid, het advies niet op tijd bezorgt, kan aan de adviesvereiste voorbij worden gegaan.
Akkoord tot delegatie op basis van artikel 40 en 41 van het Decreet Lokaal bestuur aan het college van burgemeester en schepenen van de adviesbevoegdheid bij deze erkenningsaanvraag binnen de verkorte erkenningsprocedure van lokale geloofsgemeenschappen overeenkomstig artikel 67 van het Erkenningsdecreet Lokale Geloofsgemeenschappen over te dragen aan het college van burgemeester en schepenen.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Silke Van Vaerenbergh.
Uit een studie blijkt dat Erembodegem ‘een dorp is met stedelijke trekjes’. Er werd onderzocht hoe Erembodegem hiervan haar kracht kan maken met speciale aandacht voor de ‘kleine genoegens van het leven’. Voor de zomervakantie kondigde schepen Blommaert aan snel werk te willen maken van een RUP Leefbaar Erembodegem, om – zoals de naam het zegt – de leefbaarheid in ons dorp op te krikken. Nu we over de zomervakantie heen zijn, wil ik vragen naar de stand van zaken m.b.t. deze ambitie, maar ook naar de korte termijnplanning van het Masterplan Erembodegem.
Een van de vijf ambities uit het Masterplan Erembodegem waar prioritair werk van gemaakt zal worden, is ‘wandelen en spelen in de buurtvelden’, waardoor deze groene parels bruikbaar worden voor de omwonenden. Mijn vraag hierbij:
➔ Hoever staat het project groene parels in Erembodegem? Wat is de timing? Staat hier een budget tegenover, zo ja, welk?
In aanvulling is er ook het RUP Leefbaar Erembodegem. Er is sprake van een ontwikkeling in het binnengebied aan de Kromme Elleboogstraat.
➔ Maar hoe zit het met het blokkeren van andere gronden voor ontwikkelaars, zodat er geen extra open ruimte meer aangesneden kan worden?
De pastorietuin (althans een deel daarvan), eigenlijk een grote centrale groene parel in Erembodegem, wordt momenteel grondig aangepakt en ingericht als rustgevende ontmoetingsplaats. Daarbij worden ook de nodige speelse kunstelementen geïmplementeerd voor kinderen. De muur werd reeds opengebroken en voorzien van een prachtig smeedkunstwerk als poort. Mijn vraag hierbij:
➔ Ligt er al een datum vast waarop de pastorietuin zal opengesteld worden? Want we hoorden eerder over een timing eind dit jaar (2022). Of zou het eerder een ideaal moment zijn voor een gezellige nieuwjaarsdrink onder Erembodegemnaren, begin 2023?
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Silke Van Vaerenbergh aangaande 'Leefbaarheid Erembodegem, zitten we op een keerpunt?'.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Cathy Grysolle.
Zowel vorig jaar als dit voorjaar stelde ik in deze gemeenteraad de vraag om met Batopin dringend in overleg te gaan om geldautomaten te voorzien in de deelgemeenten waar momenteel geen cash geld meer verkregen kan worden.
Telkens werd er op mijn vraag positief geantwoord, maar helaas tot op heden zonder resultaat.
Vorige week konden we via de media vernemen dat Aalst de eerste centrumstad wordt waar enkel nog bankneutrale automaten aanwezig zullen zijn.
Tot dan was er nog een sprankeltje hoop op een spreidingsplan, zodat er automaten zouden geplaatst worden in gebieden waar er momenteel geen meer beschikbaar zijn.
Nu blijkt dat enkel de bestaande automaten in het centrum van de stad vervangen gaan worden door deze ‘duurdere’ varianten, lijkt dit zijn doel volledig te missen.
Gezien de recente berichtgeving zou ik toch nog eens een oproep willen doen aan dit stadsbestuur. Daarom volgende vragen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Cathy Grysolle aangaande 'Komen er nog bankautomaten in de deelgemeenten?'.
De politie en de dienst integrale veiligheid van onze stad stelt vast dat er een parkeerproblematiek is in de wijk Lazaret. De parkeerproblematiek heeft als risico dat hulpdiensten niet vlot de woningen kunnen bereiken. Deze parkeerproblematiek blijkt op dit moment moeilijk met handhaving op te lossen.
De politie en de dienst integrale veiligheid van de stad is ter plaatse geweest om de situatie te bestuderen en heeft op basis van hun studie het advies geformuleerd om het statuut woonerf in te voeren in het betreffende gebied. Het betreft de straten: Frans Breckpotwijk, Lazaretstraat, Hipoliet Meertwijk, Hospitaalstraat en Gasthuisstraat.
Het advies van de politie is in bijlage meegegeven.
De dienst mobiliteit heeft de situatie en het advies van de politie bestudeerd en stelt voor om het statuut woonerf snel in te voeren in het betreffende gebied.
Team Mobiliteit gaat akkoord met het advies van de politie om het statuut van woonerf in te voeren in het woongebied tussen de bovengenoemde straten: Frans Breckpotwijk, Lazaretstraat, Hippoliet Meertwijk, Hospitaalstraat en Gasthuisstraat
Het statuut woonerf impliceert volgende reglementering:
Team Mobiliteit acht de regels van dit statuut geschikt voor het gebied waarvan sprake. Dit omdat het een gebied betreft met een uitgesproken woonkarakter. Er is enkel bestemmingsverkeer en het verkeer is er gemengd. De maximumsnelheid van 20 km/u is veilig en komt overeen met het wegbeeld.
Het parkeerregime laat toe om te handhaven op geparkeerde voertuigen die niet geparkeerd zijn op de aangeduide parkeerplaatsen. Dit was voorheen niet evident voor de vaststellers.
Hiertoe dienen er 3 borden F12a (woonerf) en F12b (einde woonerf) bij de drie toegangswegen tot het woongebied geplaats te worden, dit in de Lazaretstraat, de Frans Breckpotwijk en de Gasthuisstraat zoals aangegeven op het signalisatieplan in bijlage. Op de parkeerstroken moeten borden geplaats worden bij het begin en einde van de parkeerstrook in de Gasthuisstraat en de Lazaretstraat. Alle parkeerplaatsen die niet met belijning aangeduid zijn dienen ook met een de letter P aangeduid te worden. Dit betreft echter een kleine minderheid van de parkeerplaatsen.
Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968
Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg
Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald
Uitvoeringsbesluit van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
Omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009
Het aanvullend reglement van de politie op het wegverkeer tot invoeren van het statuut woonerf in het woongebied "Lazaretwijk", betreffende de straten: Frans Breckpotwijk, Lazaretstraat, Hippoliet Meertwijk, Hospitaalstraat en Gasthuisstraat, zoals gevoegd als bijlage, goed te keuren.
Dit reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan het departement Mobiliteit en Openbare werken.
Tijdens de COVID19-pandemie werd ervoor gekozen om meer ruimte voor actieve weggebruikers te creëren in de Pontstraat, het Sint Martensplein, Priester Daensplein en de Voldersstraat. Na corona werd, in het kader van de exit strategie voor duurzame modi op gemeentewegen, eerder al ruimte gecreëerd voor voetgangers in de winkelstraten door het invoeren van een erfstatuut.
Deze maatregel kent volgende effecten:
Horecazaken kunnen terrassen zetten waarbij veilige passage van voetgangers en voertuigen zo veel mogelijk wordt gegarandeerd door een snelheidsbeperking van 20 km/u
Auto- en fietsverkeer blijft mogelijk, maar voetgangers zijn duidelijk prioritair.
Snelheidsbeperking van 20 km/u is ook een positieve ingreep voor de schoolomgeving.
Er kunnen parkeerplaatsen worden behouden waar voldoende ruimte is in deze straten, aangezien parkeren geregeld is in het erfstatuut.
Laden en lossen blijft mogelijk.
Volgende bepalingen gelden volgens de wegcode:
Voetgangers mogen de ganse breedte van de openbare weg gebruiken.
Bestuurders mogen de voetgangers niet in gevaar brengen en ze niet hinderen; zo nodig moeten zij stoppen. Zij moeten bovendien dubbel voorzichtig zijn ten aanzien van kinderen. De voetgangers mogen het verkeer niet nodeloos belemmeren.
De snelheid is beperkt tot 20 km per uur;
Geparkeerde of stilstaande voertuigen mogen rechts of links ten opzichte van hun rijrichting opgesteld worden.
Parkeren is mogelijk:
op de plaatsen die afgebakend zijn door wegmarkeringen of door een wegbedekking in een andere kleur en waar de letter P aangebracht is;
op plaatsen waar een verkeersbord het toelaat.
Duidelijke hiërarchie
Door het invoeren van het erfstatuut wordt een duidelijke hiërarchie tussen weggebruikers ingevoerd. Voetgangers zijn ten allen tijde prioritair op bestuurders van fietsen en wagens.
Schoolomgeving
Het erfstatuut is gepast in schoolomgevingen omdat het specifiek aandacht voor kinderen vraagt en de snelheid beperkt is tot 20 km/u
Handhaving
Gezien het erfstatuut duidelijke bepalingen bevat over het snelheidsregime en het parkeren in de straat, wordt handhaven van deze zaken makkelijker en kan de straat ook in deze zin worden ingericht. In overleg met Politie Aalst en de dienst Samenleving team Veiligheid (GAS) werd specifiek gewerkt naar deze oplossing om verschillende uitdagingen het hoofd te bieden (verkeersveiligheid, leefbaarheid, veiligheid (uitgaansleven), verbaliserend optreden foutparkeren),....
Gecoördineerd advies Politie Aalst (dienst Verkeersadvies), dienst Samenleving team Veiligheid (GAS) en dienst Omgevingsbeleid team Mobiliteit.
Gunstig. De voorgestelde maatregel is overeenkomstig voorafgaandelijk overleg tussen Politie Aalst (dienst Verkeersadvies), dienst Samenleving team Veiligheid (GAS) en dienst Omgevingsbeleid team Mobiliteit waarbij een oplossing wordt geboden aan de verschillende uitdagingen (verkeersveiligheid, leefbaarheid, veiligheid (uitgaansleven), verbaliserend optreden foutparkeren),....
Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968
Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg
Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald
Uitvoeringsbesluit van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
Omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009
Het aanvullend reglement van de politie op het wegverkeer tot definitief toekennen van het 'erfstatuut' aan Pontstraat, Priester Daensplein, Sint Martensplein en Volderstraat, gemeentewegen, in Aalst, zoals gevoegd als bijlage, goed te keuren.
Dit reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan het departement Mobiliteit en Openbare werken.
Zowel de politie als de hulpdiensten van de stad maken regelmatig melding van geparkeerde voertuigen die de doorgang tot de woningen blokkeren in de woonzone Ten Rozen. Hierdoor is het al verschillende keren voorgekomen dat hulpdiensten de woningen moeilijk kunnen bereiken.
De politie is ter plaatse geweest om de situatie te bestuderen en heeft op basis van hun studie het advies geformuleerd om het statuut woonerf in te voeren in het betreffende gebied.
De politiediensten willen het parkeren in deze zone beter handhaven. Om effectieve handhaving mogelijk te maken stelt de politie voor om het statuut woonerf toe te passen op het woongebied tussen de Rozendreef, de Oscar Debunnestraat en de Zesbunderstraat. Deze vraag dateert al van ruim 2 jaar geleden.
Team Mobiliteit heeft de situatie en het advies van de politie bestudeerd en stelt voor om het statuut woonerf nu snel in te voeren in het betreffende gebied.
Team Mobiliteit gaat akkoord met het advies van de politie om het statuut van woonerf in te voeren in het woongebied tussen de bovengenoemde straten.
Het statuut woonerf impliceert volgende reglementering:
Voetgangers mogen de hele breedte van de openbare weg gebruiken.
Bestuurders mogen de voetgangers niet in gevaar brengen en ze niet hinderen; zo nodig moeten zij stoppen. Zij moeten bovendien dubbel voorzichtig zijn ten aanzien van kinderen. De voetgangers mogen het verkeer niet nodeloos belemmeren.
De snelheid is voor alle voertuigen beperkt tot 20 km/u.
Parkeren in de straat is verboden behalve:
Op de plaatsen die afgebakend zijn door wegmarkeringen of door een wegbedekking in een andere kleur en waar de letter P aangebracht is.
Op plaatsen waar een verkeersbord het toelaat.
Stilstaande of geparkeerde voertuigen mogen rechts of links ten opzichte van hun rijrichting opgesteld worden.
De dienst mobiliteit acht de regels van dit statuut geschikt voor het gebied waarvan sprake. Dit omdat het een gebied betreft met een uitgesproken woonkarakter. Er is enkel bestemmingsverkeer en het verkeer is er gemengd. De maximumsnelheid van 20 km/u is veilig en komt overeen met het wegbeeld.
Het parkeerregime laat toe om te handhaven op geparkeerde voertuigen die niet geparkeerd zijn op de aangeduide parkeerplaatsen. Dit was voorheen niet evident voor de vaststellers.
De meeste parkeerplaatsen zijn nu al aangeduid met belijning. Er dienen hierdoor nauwelijks nog borden bij geplaats te worden die de parkeerplaatsen aanduiden. Enkel de aanduiding van de letter P in de parkeervakken is nog nodig.
Wel dienen er zes borden F12a (woonerf) bij de zes toegangswegen tot het woongebied geplaats te worden. Twee borden in de Zesbunderstraat en vier borden in de Oscar Debunnestraat. Op dezelfde toegangswegen dienen ook zes borden F12b (einde woonerf) geplaats te worden bij het uitrijden van het gebied.
Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968
Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg
Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald
Uitvoeringsbesluit van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
Omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009
Het aanvullend reglement van de politie op het wegverkeer tot invoeren van het statuut woonerf voor de wijk Ten Rozen: woongebied tussen de Rozendreef, de Oscar De Bunnestraat en de Zesbunderstraat, zoals gevoegd als bijlage, goed te keuren.
Dit reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan het departement Mobiliteit en Openbare werken.
De analoge federale parkeerkaart voor personen met een handicap (Europees model) vormt momenteel nog een obstakel voor een effectieve, efficiënte en faire digitale handhaving op foutief en betalend parkeren. Het is voor vele gemeenten in Vlaanderen (en bij uitbreiding in het ganse land) nog het enige niet gedigitaliseerde parkeerrecht. Dit heeft als gevolg dat alle systemen voor digitale handhaving op betalend en foutief parkeren(via pda of scanwagen) die in meer en meer gemeenten de intrede doen, een groot deel van hun functionaliteit en capaciteit verliezen omdat elke waarneming (nummerplaat scan) waarvoor geen digitaal recht wordt gevonden nog visueel door een handhaver gecontroleerd moet worden.
In projectoproep 1 van Gemeente zonder Gemeentehuis onderzochten we de juridische, functionele en technische haalbaarheid van een systeem/proces om de houder van een federale parkeerkaart van personen met een handicap te koppelen aan de nummerplaat van het voertuig waarmee deze zicht verplaatst (of laat verplaatsen) en parkeert.
Heel het voortraject en de analyse leidde tot een voorstel om een applicatie te ontwikkelen waarbij de hierboven vernoemde koppeling kan gemaakt worden. Het voorgestelde proces geeft ook de mogelijkheid om het recht flexibel een eenvoudig over te zetten op een andere nummerplaat waarbij er wel steeds maar één nummerplaat tegelijk het actieve recht kan hebben. We besteden uiteraard ook zeer veel aandacht aan de gebruiksvriendelijkheid en toegankelijkheid van de applicatie(s) om zeker maximaal inclusief te zijn.
De kanalen om dit proces te betreden werden zo toegankelijk mogelijk uitgetekend:
Het gecreëerde digitale parkeerrecht op basis van de nummerplaat wordt opgeslagen in een centrale database (eveneens in scope van dit project) die door alle Belgische lokale besturen (of gecontracteerde handhaafpartners) via API bevraagd kan worden.
Een ander obstakel probleem in functie van effectiviteit in handhaving op foutparkeren stelt zich in het grote aantal analoge kaarten met fraudeleus karakter (niet teruggestuurd, kopieën, duplicaten…) of dat oneigenlijk wordt gebruikt. Hierdoor ondervindt de doelgroep dagelijks de nadelen van wanneer voorbehouden plekken worden ingenomen door voertuigen die er niet mogen staan.
Bij het betreden van het proces bevragen we meteen of de aanvrager wel degelijk rechthebbende is van een federale parkeerkaart voor personen met een handicap om zo de wijd verspreide fraude tegengaan.
Concreet willen met projectoproep 7 de verschillende bouwblokken ontwikkelen die nodig zijn om het registratieproces live te kunnen aanbieden. Deze zijn:
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om deel te nemen aan deze projectoproep. Hiervoor werd een samenwerkingsovereenkomst opgesteld dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de gemeenteraad. In deze samenwerkingsovereenkomst verklaren wij dat we als stad een engagement willen opnemen in de digitalisering van parkeerrechten voor personen met een handicap. Namelijk onze medewerking bieden voor het uitrollen van bovenstaande bouwblokken. Financiële engagementen worden nog niet gevraagd. (Zie 'financiële info' voor verdere informatie). De overeenkomst in werking treedt op 1 januari 2023 en loopt tot en met 31 december 2023.
Vanuit de dienst omgevingsbeleid onderschrijven we de meerwaarde van een gedigitaliseerde oplossing mbt de parkeerrechten voor personen met een handicap. In de (nabije) toekomst zal meer en meer ingezet worden op bv. handhaving via scanwagens of camera's. Door het koppelen van een parkeerrecht (voor personen met een handicap) aan een nummerplaat kan de handhaving in de toekomst ook efficiënter gebeuren.
De samenwerkingsovereenkomst in bijlage goed te keuren.
Overeenkomstig de goedkeuring in zitting van 7 februari 2022 van de omgevingsvergunning OMV_2021165298 - 2021/945 voor oprichten van een elektriciteitscabine en 8 laadpalen op het openbaar domein in de Terbekenstraat 23, 9320 Nieuwerkerken (met kadastrale omschrijving Nieuwerkerken, 13de afdeling, sectie A, nummers 621G, 620V, 619Y, 620K, 620H, 619C2), zijn een deel van de voorziene laadpunten toegankelijk voor gebruik vanaf het openbaar domein. Hiertoe worden 3 langsparkeerplaatsen ingericht en voorzien van de wettelijke verticale verkeerssignalisatie en wegmarkeringen overeenkomstig artikel 77.5 van de wegcode tot afbakening van de parkeerplaatsen.
Voorgesteld wordt het bijgevoegd aanvullend reglement van de politie op het wegverkeer tot inrichten van 3 parkeerplaatsen voor elektrisch laden van elektrische voertuigen in de Terbekenstraat 23, Nieuwerkerken, ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad van 25 oktober 2022.
De nieuwe gemeentewet, artikel 130bis;
Wet betreffende de politie over het wegverkeer van 16 maart 1968;
Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;
Bepalingen van het Gemeentedecreet, de uitvoeringsbesluiten en de ministeriële omzendbrieven ter zake.
Het aanvullend reglement van de politie op het wegverkeer tot inrichten van 3 parkeerplaatsen voor het elektrisch laden van elektrische voertuigen, Terbekenstraat 23, Nieuwerkerken, zoals gevoegd als bijlage, wordt goedgekeurd.
Dit reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan het departement Mobiliteit en Openbare werken.
De stad Aalst wil in het kader van haar klimaatdoelstellingen en voor het stroomlijnen en onderbouwen van haar adviezen voor toekomstige omgevingsvergunningsaanvragen voor windturbineprojecten een duidelijk kader uitwerken rond windenergie. Hierin wordt aangegeven waar turbines al dan niet mogelijk zijn.
Om in kaart te brengen waar windenergie in Aalst technisch mogelijk is, werd studiebureau Encon aangesteld voor een grondige analyse van het grondgebied. Hierin zijn op basis van een eerste high-level screening 5 zones geïdentificeerd waar de plaatsing van windturbines technisch mogelijk is. Deze inschatting is opgemaakt door gebruik te maken van een zeefmethode waarbij aan gebieden die in aanmerking komen voor windturbines een score werd toegekend op basis van bijkomende aandachtspunten en aanknopingspunten die op macroschaal aanwezig zijn. Zo zorgt bijvoorbeeld de aanwezigheid van woongebieden op een afstand dichter dan 350m tot het gebied voor negatieve punten en de aanwezigheid van een snelweg voor positieve punten. Gebieden die negatief scoorden werden uitgesloten. De resterende gebieden (5 zones) werden vervolgens op microschaal onderzocht. Kansen en beperkingen voor plaatsing van windturbines in deze gebieden werden in kaart gebracht en een optimale inplanting van windturbines onderzocht.
Het onderzoek naar de technische haalbaarheid voor windturbines geeft aan waar er mogelijkheden zijn voor windturbines, zowel op korte termijn (binnen huidig wettelijk kader) als op (middel)lange termijn (aanpassingen van het wettelijk kader nodig). De studie doet echter geen uitspraak over de ruimtelijke geschiktheid van de verschillende locaties. De provincie werd tijdens de opmaak van het windplan herhaaldelijk geconsulteerd.
De hele studie heeft geleid tot volgend resultaat (locaties waar windturbines technisch mogelijk zijn):
1. Zone E40
In de zone rond de E40 werd een potentieel van zes windturbines op het eigen grondgebied gedetecteerd. Hiervan zijn er drie gelegen binnen een cluster op bedrijventerrein Aalst-Zuid, waarvan één turbine gerealiseerd is en één turbine vergund.
Naast deze cluster zijn er technisch nog enkele mogelijkheden:
Gebundeld aan de E40 zijn er twee locaties met potentieel, maar van deze twee zal slechts 1 turbine realiseerbaar zijn door de reducties in brongeluid die nodig zijn om in de omliggende woonzones aan de geldende sectorale VLAREM-normen voor geluid te kunnen voldoen. Deze locatie bevindt zich binnen het beleidskader van de provincie, maar buiten de door de provincie afgebakende clusters. Afstemming op de andere clusters langs de E40 is dus nodig.
Gebundeld aan spoorlijn 89 zijn er eveneens twee locaties met potentieel die zich bevinden in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De aanvrager dient via een landschapsstudie aan te tonen dat de inplanting van windturbines past in de visie voorzien voor dit landschap. Verwacht wordt dat in de toekomst hernieuwbare energieproductie, die inpasbaar is in het landschap, binnen alle bestemmingsgronden toegelaten zal worden. Deze locatie bevindt zich binnen het beleidskader van de provincie, maar buiten de door de provincie afgebakende clusters.
2. Zone Moorsel
In de zone Moorsel werd een potentieel van vijf windturbines gedetecteerd, verdeeld over 2 deelzones:
De drie windturbines in het zuidwesten van het centrum van Moorsel liggen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De aanvrager dient via een landschapsstudie aan te tonen dat de inplanting van windturbines past in de visie voorzien voor dit landschap. Verwacht wordt dat in de toekomst hernieuwbare energieproductie, die inpasbaar is in het landschap, binnen alle bestemmingsgronden toegelaten zal worden. Bovendien voldoen deze locaties niet aan het bundelingsprincipe. Om deze te realiseren is een wijziging aan het wetgevend kader noodzakelijk.
De twee windturbines in het noordoosten van het centrum van Moorsel liggen in agrarisch gebied. Zij voldoen niet aan het bundelingsprincipe (inplanting nabij snelwegen, gewestwegen, spoorlijnen, vergunde turbines, …) waardoor zij pas realiseerbaar zijn op lange termijn gezien er een wijziging aan het wetgevend kader nodig is.
De vijf windturbines werden opgenomen in de studie van het Energielandschap Denderland.
3. Zone Baardegem
In de zone Baardegem werd een potentieel van drie windturbines gedetecteerd. Hiervan ligt één windturbine op de grens met Opwijk waardoor dialoog op termijn noodzakelijk is. De drie locaties voldoen niet aan het bundelingsprincipe waardoor zij pas realiseerbaar zijn op lange termijn na een wijziging aan het wetgevend kader.
De drie windturbines werden opgenomen in de studie van het Energielandschap Denderland. Indien deze studie in wetgeving wordt omgezet, via het Beleidsplan Ruimte voor Oost-Vlaanderen (in opmaak), kunnen deze drie inplantingen in aanmerking komen.
4. Zone Gijzegem
In de zone Gijzegem werd een potentieel van vijf windturbines gedetecteerd. De vijf windturbines bevinden zich in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De aanvrager dient via een landschapsstudie aan te tonen dat de inplanting van windturbines past in de visie voorzien voor dit landschap. Verwacht wordt dat in de toekomst hernieuwbare energieproductie die inpasbaar is in het landschap, binnen alle bestemmingsgronden toegelaten zal worden. Deze locaties voldoen niet aan het bundelingsprincipe waardoor zij pas realiseerbaar zijn op lange termijn, gezien er een wijziging aan het wetgevend kader nodig is.
5. Zone Siesegem
In de zone Siesegem werd een potentieel van vier windturbines gedetecteerd wanneer gewerkt wordt met windturbines met rotordiameter 120m of een potentieel van drie windturbines wanneer gewerkt wordt met windturbines met rotordiameter 136m. De inplanting van windturbines werd niet opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften van het GRUP. Van deze voorschriften zou afgeweken kunnen worden door middel van een projectvergadering indien het project van algemeen belang is en een beperkte ruimtelijke impact heeft. Deze locatie bevindt zich binnen het beleidskader van de provincie, maar buiten de door de provincie afgebakende clusters. Afstemming op de andere clusters langs de E40 is dus nodig.
Op 18 maart 2019 keurde het CBS de opstart van het project zonering windenergie goed.
de resultaten van het onderzoek naar de locaties op grondgebied Aalst waar windturbines technisch mogelijk zijn.
De stad Aalst wil in het kader van haar klimaatdoelstellingen en voor het stroomlijnen en onderbouwen van haar adviezen voor toekomstige omgevingsvergunningsaanvragen voor windturbineprojecten een duidelijk kader uitwerken rond windenergie. Hierin wordt aangegeven waar turbines al dan niet mogelijk zijn, en worden een aantal elementen opgenomen die middels participatie (in de brede zin) voor draagvlakcreatie kunnen zorgen.
Om in kaart te brengen waar windenergie in Aalst technisch mogelijk is, werd studiebureau Encon aangesteld voor een grondige analyse van het grondgebied. Hierin zijn op basis van een eerste high-level screening 5 zones geïdentificeerd waar de plaatsing van windturbines technisch mogelijk is. Deze inschatting is opgemaakt door gebruik te maken van een zeefmethode waarbij aan gebieden die in aanmerking komen voor windturbines een score werd toegekend op basis van bijkomende aandachtspunten en aanknopingspunten die op macroschaal aanwezig zijn. Zo zorgt bijvoorbeeld de aanwezigheid van woongebieden op een afstand dichter dan 350m tot het gebied voor negatieve punten en de aanwezigheid van een snelweg voor positieve punten. Gebieden die negatief scoorden werden uitgesloten. De resterende gebieden (5 zones) werden vervolgens op microschaal onderzocht. Kansen en beperkingen voor plaatsing van windturbines in deze gebieden werden in kaart gebracht en een optimale inplanting van windturbines onderzocht.
Het onderzoek naar de technische haalbaarheid voor windturbines geeft aan waar er mogelijkheden zijn voor windturbines, zowel op korte termijn (binnen huidig wettelijk kader) als op (middel)lange termijn (aanpassingen van het wettelijk kader nodig). De studie doet echter geen uitspraak over de ruimtelijke geschiktheid van de verschillende locaties. De interne ‘werkgroep wind’ heeft daarom vervolgens de ruimtelijke geschiktheid van de verschillende (clusters van) turbines beoordeeld en ingeschat naar mogelijke termijn van realisatie. Bij deze inschatting werd rekening gehouden met de kenmerken van de verschillende locaties: wettelijke kader, de bestemming, eigendomssituatie en de ruimtelijke omgevingskenmerken. Deze beoordeling viel buiten de opdracht van Encon en wordt als bijlage bij dit punt gevoegd.
Wat betreft het wettelijk kader zijn er naast de bestemming van de gronden, twee provinciale kaders: het provinciaal beleidskader Wind en het ontwerp PRUP Windlandschap E40. Het provinciaal beleidskader werd in 2009 goedgekeurd en bakent een zone af langs de E40 in Oost-Vlaanderen waar windturbines mogelijk kunnen zijn. In functie van het PRUP Windlandschap E40 werden binnen deze zone later ‘clusters’ afgebakend waar turbines gegroepeerd ingeplant kunnen worden. Dit PRUP is niet goedgekeurd, maar de provincie Oost-Vlaanderen behoudt het principe van deze clusters bij vergunningsverlening.
Deze beoordeling van de ruimtelijke haalbaarheid leidt tot enkele zones waar inplanting van turbines mogelijk is of mogelijk zou kunnen worden, maar ook tot duidelijkheid over zones waar geen turbines wenselijk zijn. Op deze manier wordt een kader gecreëerd om een efficiënte inplanting mogelijk te maken en tegelijk versnippering van het landschap tegen te gaan.
De inschatting van mogelijke realisatietermijnen gebeurde als volgt:
Het hele traject heeft geleid tot volgend resultaat (zie bijhorende kaart in bijlage):
1. Zone E40
In de zone rond de E40 werd een potentieel van zes windturbines op het eigen grondgebied gedetecteerd. Hiervan zijn er drie gelegen binnen een cluster op bedrijventerrein Aalst-Zuid, waarvan één turbine gerealiseerd is en één turbine vergund.
Naast deze cluster zijn er technisch nog enkele mogelijkheden:
Gebundeld aan de E40 zijn er twee locaties met potentieel, maar van deze twee zal slechts 1 turbine realiseerbaar zijn door de reducties in brongeluid die nodig zijn om in de omliggende woonzones aan de geldende sectorale VLAREM-normen voor geluid te kunnen voldoen. Deze locatie bevindt zich binnen het beleidskader van de provincie, maar buiten de door de provincie afgebakende clusters. Afstemming op de andere clusters langs de E40 is dus nodig.
Gebundeld aan spoorlijn 89 zijn er eveneens twee locaties met potentieel die zich bevinden in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De aanvrager dient via een landschapsstudie aan te tonen dat de inplanting van windturbines past in de visie voorzien voor dit landschap. Verwacht wordt dat in de toekomst hernieuwbare energieproductie, die inpasbaar is in het landschap, binnen alle bestemmingsgronden toegelaten zal worden. Deze locatie bevindt zich binnen het beleidskader van de provincie, maar buiten de door de provincie afgebakende clusters.
De locaties langs de E40 en langs spoorlijn 89 vormen geen cluster en kunnen indien allemaal gerealiseerd een lijn van turbines langs de E40 vormen. Hierdoor zijn deze ruimtelijk niet wenselijk.
Ruimtelijke beoordeling:
Beoordeling: potentieel voor drie turbines op korte termijn (één reeds gerealiseerd, één vergund)
Beoordeling: potentieel voor één windturbine - ruimtelijk niet wenselijk (geen cluster)
Beoordeling: potentieel voor twee turbines - ruimtelijk niet wenselijk (geen cluster)
2. Zone Moorsel
In de zone Moorsel werd een potentieel van vijf windturbines gedetecteerd, verdeeld over 2 deelzones:
De drie windturbines in het zuidwesten van het centrum van Moorsel liggen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De aanvrager dient via een landschapsstudie aan te tonen dat de inplanting van windturbines past in de visie voorzien voor dit landschap. Verwacht wordt dat in de toekomst hernieuwbare energieproductie, die inpasbaar is in het landschap, binnen alle bestemmingsgronden toegelaten zal worden. Bovendien voldoen deze locaties niet aan het bundelingsprincipe. Om deze te realiseren is een wijziging aan het wetgevend kader noodzakelijk.
De twee windturbines in het noordoosten van het centrum van Moorsel liggen in agrarisch gebied. Zij voldoen niet aan het bundelingsprincipe (inplanting nabij snelwegen, gewestwegen, spoorlijnen, vergunde turbines, …) waardoor zij pas realiseerbaar zijn op lange termijn gezien er een wijziging aan het wetgevend kader nodig is.
De vijf windturbines werden opgenomen in de studie van het Energielandschap Denderland.
Turbines zijn technisch mogelijk, maar zijn eerder verspreid ingeplant in een zone waar ook heel wat woonkernen aanwezig zijn (Moorsel, Baardegem, wijken stadsrand). Realisatie van turbines binnen deze zone zou leiden tot een versnippering van het landschap en ‘omsingeling’ van bepaalde woonkernen door turbines en zijn daarom ruimtelijk niet wenselijk.
Ruimtelijke beoordeling:
Beoordeling: potentieel voor drie turbines - ruimtelijk niet wenselijk
Beoordeling: potentieel voor twee turbines - ruimtelijk niet wenselijk
3. Zone Baardegem
In de zone Baardegem werd een potentieel van drie windturbines gedetecteerd. Hiervan ligt één windturbine op de grens met Opwijk waardoor dialoog op termijn noodzakelijk is. De drie locaties voldoen niet aan het bundelingsprincipe waardoor zij pas realiseerbaar zijn op lange termijn na een wijziging aan het wetgevend kader.
De drie windturbines werden opgenomen in de studie van het Energielandschap Denderland. Indien deze studie in wetgeving wordt omgezet, via het Beleidsplan Ruimte voor Oost-Vlaanderen (in opmaak), komen kunnen deze drie inplantingen in aanmerking komen.
Ruimtelijke beoordeling:
Beoordeling: potentieel voor drie turbines – wenselijk (op middellange termijn: wijziging wetgevend kader nodig)
4. Zone Gijzegem
In de zone Gijzegem werd een potentieel van vijf windturbines gedetecteerd. De vijf windturbines bevinden zich in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De aanvrager dient via een landschapsstudie aan te tonen dat de inplanting van windturbines past in de visie voorzien voor dit landschap. Verwacht wordt dat in de toekomst hernieuwbare energieproductie die inpasbaar is in het landschap, binnen alle bestemmingsgronden toegelaten zal worden. Deze locaties voldoen niet aan het bundelingsprincipe waardoor zij pas realiseerbaar zijn op lange termijn, gezien er een wijziging aan het wetgevend kader nodig is.
Ruimtelijke beoordeling:
Beoordeling: potentieel voor vijf turbines – wenselijk (op lange termijn: wijziging wetgevend kader nodig, mogelijk effect op nabijgelegen natuurgebieden te onderzoeken)
5. Zone Siesegem
In de zone Siesegem werd een potentieel van vier windturbines gedetecteerd wanneer gewerkt wordt met windturbines met rotordiameter 120m of een potentieel van drie windturbines wanneer gewerkt wordt met windturbines met rotordiameter 136m. De inplanting van windturbines werd niet opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften van het GRUP. Van deze voorschriften zou afgeweken kunnen worden door middel van een projectvergadering indien het project van algemeen belang is en een beperkte ruimtelijke impact heeft. Deze locatie bevindt zich binnen het beleidskader van de provincie, maar buiten de door de provincie afgebakende clusters. Afstemming op de andere clusters langs de E40 is dus nodig.
Aangezien deze zone nog in te vullen is als bedrijventerrein en de bedrijven die zich zullen vestigen nog niet gekend zijn, is onmiddellijke invulling met windturbines niet wenselijk.
Ruimtelijke beoordeling:
Beoordeling: potentieel voor 3 of 4 turbines - invulling op korte termijn niet wenselijk.
Draagvlakversterking
Naast een goede ruimtelijke inplanting, is ook draagvlak bij de bevolking van groot belang. Voor de opbouw van lokaal draagvlak is het belangrijk dat betrokkenen zich verbonden, gehoord en gerespecteerd voelen. Dit kan door omwonenden (en andere Aalstenaars) financieel te laten participeren (in coöperatieve windturbines) en door de oprichting van een omgevingsfonds, waarbij middelen die ter beschikking gesteld worden door de ontwikkelaar gebruikt kunnen worden door buurtbewoners voor investeringen in de buurt. Een omgevingsfonds wordt opgericht op maat van de buurt en samen met de buurtbewoners door middel van een participatief proces. Door tijdig correcte informatie aan te bieden en ruimte te creëren voor interactie, vragen en bekommernissen, hebben mensen toegang tot correcte en onderbouwde informatie. Dat kan leiden tot een betere verankering van het windproject en kan zorgen voor meer gedragenheid bij de lokale bevolking.
Omwille van bovenstaande informatie, werden vanuit de interne werkgroep vier participatie-wensen samengesteld die projectontwikkelaars kunnen nemen om draagvlakversterking te creëren:
De provincie is tijdens de opmaak van het windplan herhaaldelijk geconsulteerd.
Om een correcte advisering voor vergunningsaanvragen voor windturbines te kunnen doen, is nood aan een duidelijk kader, een windplan. Daarnaast worden een aantal maatregelen voorgesteld die het draagvlak bij de lokale bevolking moet vergroten door middel van participatie.
Op 18 maart 2019 keurde het CBS de opstart van het project zonering windenergie goed.
de ruimtelijke visie over geschikte locaties voor windturbines binnen het grondgebied goed te keuren met uitzondering van 'zone 5 Siesegem' omwille van een conflict met eerder genomen beleidsbeslissingen.
akkoord te gaan met de vier participatiewensen die het draagvlak voor windturbineprojecten moeten versterken
In het kader van module 4 van de dienstverleningsovereenkomst betreffende de uitbouw en het beheer van gemeentelijke afvalwaterzuiveringsinfrastructuur tussen de stad Aalst en Aquafin nv werden grondverwervingen uitgevoerd in het kader van project AST3004 Grondverwerving Tinnenhoek-Terhagen te Moorsel.
Momenteel dienen nog enkele regularisaties van restpercelen te worden afgehandeld.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 14 december 2020 In het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken van de dienst Mobiliteit en openbare werken akkoord te gaan om de schattingen en onderhandelingen uit te besteden aan de diensten van Aquafin voor de dossiers Herdersem Gudstraat - Kattenbroekstraat (85 innames), Aalst Hoezekouterdreef (35 innames), Erembodegem Welleweg - Asterstraat (18 innames), Moorsel Gevergemveldbaan (15 innames), Nieuwerkerken Bremtstraat (80 innames), Gijzegem Pachthofstraat (45 innames).
In zelfde zitting werd beslist de nodige budgetten te voorzien onder het exploitatiebudget Mobiliteit en openbare werken, onder MJP000437 – AC000194 – artikelnummer 0310‑70/6131100 (Aquafin (Riototaal): afkoppelingsstudies, onderhoud pompstations, advisering, modelberekeningen, onderhandelingen voor grondinnames voor rioleringsprojecten - Erelonen en vergoedingen consultancy).
In het kader van de geplande regularisaties van de restpercelen Moorsel Gevergemveldbaan zijn 16 grondverwervingen noodzakelijk.
Pieterjan Verhavert, bestuurssecretaris - landmeter stad Aalst, waardeerde de benodigde percelen aan 15.310,00 EUR.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 16 mei 2022 om reden van openbaar nut, in het kader van regularisaties restpercelen riolerings- en wegenwerken te Moorsel, Gevergemveldbaan, principieel akkoord te gaan met de grondverwervingen voor de geschatte waarde van 15.310,00 EUR.
In zelfde zitting werd beslist voormeld dossier ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad besliste in zitting van 31 mei 2022 om reden van openbaar nut, in het kader van regularisaties restpercelen riolerings- en wegenwerken te Moorsel, Gevergemveldbaan, akkoord te gaan met de grondverwervingen voor de geschatte waarde van 15.310,00 EUR.
In zelfde zitting werd beslist notariskantoor Pascale Van den Bossche, met standplaats te Aalst, aan te stellen als instrumenterend notaris voor de stad, voor afhandeling van de notariële akten inzake.
Aquafin bezorgde ons de door de eigenaars ondertekende overeenkomsten.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 145,00 m² te Aalst-Moorsel, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie E, nummers 11 F, 11/02 F en 21H, voor de prijs van 722,10 EUR, zijnde inname 33A - 34A en 35A van het plan.
De eigenaars ondertekenden een onderhandse koopovereenkomst, waarin zij zich verbinden te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 27,00 m² te Aalst-Moorsel, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie E, deel van nummer 26, voor de prijs van 134,46 EUR, zijnde inname 36A van het plan.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 411,00 m² te Aalst-Moorsel, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie E, nummers 27 C, 53 X, 51 C, 50 D, 48 H, 48 L, voor de prijs van 2.046,78 EUR, zijnde inname 37A - 41A - 42A - 43A - 46A - 47A van het plan.
De eigenaars ondertekenden een onderhandse koopovereenkomst, waarin zij zich verbinden te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 26,00 m² te Aalst-Moorsel, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie E, deel van nummer 28 L, voor de prijs van 128,48 EUR, zijnde inname 38A van het plan.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 37,00 m² te Aalst-Moorsel, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie E, nummer 54 E, voor de prijs van 8.093,75 EUR, zijnde inname 39A van het plan.
De eigenaars ondertekenden een onderhandse koopovereenkomst, waarin zij zich verbinden te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 96,00 m² te Aalst-Moorsel, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie E, nummer 53T, voor de prijs van 478,08 EUR, zijnde inname 40A van het plan.
De eigenaars ondertekenden een onderhandse koopovereenkomst, waarin zij zich verbinden te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 72,00 m² te Aalst-Moorsel, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie E, nummer 49 E, voor de prijs van 358,56 EUR, zijnde inname 44A van het plan.
De eigenaars ondertekenden een onderhandse koopovereenkomst, waarin zij zich verbinden te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 193,00 m² te Aalst-Moorsel, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie E, nummer 49 02D, voor de prijs van 961,14 EUR, zijnde inname 45A van het plan.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 26 september 2022 kennis te nemen van de door de eigenaars ondertekende overeenkomsten, in het kader van regularisaties restpercelen riolerings- en wegenwerken te Moorsel, Gevergemveldbaan.
In zelfde zitting werd beslist voormelde overeenkomsten ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad en de heer David Coppens, voorzitter gemeenteraad en de heer Wim Leerman, algemeen directeur, aan te stellen als verschijners namens de stad om voormelde overeenkomsten te ondertekenen na goedkeuring door de gemeenteraad.
In het budget 2022 werd hiertoe budget voorzien onder MJP 000134 - AC 000285 - 0200_04_2200000, MJP 004267 - AC000293 - 6100000, MJP004268 - AC000293 - 6430000.
In het dossier worden de onderhandse overeenkomsten, het metingsplan en het schattingsverslag toegevoegd.
De bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur.
om reden van openbaar nut, in het kader van regularisaties restpercelen riolerings- en wegenwerken te Moorsel, Gevergemveldbaan, over te gaan tot verwerving van innames 33A - 34A - 35A - 36A - 37A - 38A - 39A - 40A - 41A - 42A - 43A - 44A - 45A - 46A - 47A, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie E, nummers 11F, 11 02F, 21H, deel 26, 27 C, 53 X, 51 C, 50 D, 48 H, 48 L, deel 28L, 54E, 53 T, 49E, 49 02D, voor een bedrag van 12.923,35 EUR en hiervoor de onderhandse koopovereenkomsten goed te keuren
Bij gemeenteraadsbeslissing van 20 september 2016 werden de gunningsvoorwaarden van de cluster Mobiliteit en openbaar domein goedgekeurd voor de aanleg van een optimaal gescheiden rioleringsstelsel in de Lievevrouwstraat, Spruithoekstraat, Varentweg, Heidebosstraat, Mevrouwenbosweq en Royenbosweg te Moorsel-Aalst, aansluiting Tinnenhoek -Terhagen - project B.
Aquafin nv maakte ons de raming over voor de te verwerven terreinen in het kader van project AST3007 “Grondverwerving Lievevrouw-/ Spruithoekstraat (Moorsel)”
Voor dit project te Moorsel en Baardegem dienden oorspronkelijke 48 innemingen te worden verwezenlijkt. De totale vergoeding voor het verwerven van deze gronden bedraagt 43 566,89 EUR, de voorziene schadevergoeding voor de tijdelijke werkzone bedraagt 2 467,84 EUR, te vermeerderen met de tuinexpertises voor 22 917,22 EUR, voor een totaalbedrag van 68 951,95 EUR.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 27 maart 2017 om principieel akkoord te gaan met de verwerving en het vestigen van tijdelijke werkzones op 48 innames, in het kader van de geplande rioleringswerken te Moorsel, Lievevrouwstraat - Spruithoekstraat, en hiervoor een budget vrij te maken van 68 951,95 EUR, op basis van de raming opgemaakt door Aquafin nv.
In zelfde zitting werd beslist notariskantoor Meert - Deconinck, te Erpe-Mere, Gentsesteenweg 6, aan te stellen als instrumenterende notaris voor de Stad om de ontwerpakten voor te bereiden die aan de gemeenteraad zullen worden voorgelegd, om na goedkeuring van de verwervingen door de gemeenteraad, de authentieke akten te verlijden
De gemeenteraad besliste in zitting van 23 oktober 2018 om reden van openbaar nut, in het kader van het Aquafin project AST3007 “Grondverwerving Lievevrouwstraat/Spruithoekstraat te Moorsel, over te gaan tot de verwerving van de innames 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 – 7 – 8 – 9 – 10 – 11 - 12 – 13 - 14 – 15 – 23 - 24 – 25 – 26 – 27 – 28 – 29 – 30 – 31 - 32 – 33 – 34 – 35 – 36 – 37 – 38 - 39 – 40 – 41 - 42 – 43 – 44 van het plan, en hiervoor de koopovereenkomsten, afstanden van pacht, terreinbeschrijvingen en overeenkomsten voor uitwinningsschade goed te keuren.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 10 oktober 2022 kennis te nemen van de grondverwervingen in het kader van de uitvoering van het Aquafinproject AST3007, “Grondverwerving Lievevrouwstraat/Spruithoekstraat”, te Aalst-Moorsel, 8°afdeling, sectie A, nummers 22 A P0000 - 21 A P0000 - 27 E P0000 en 27 F P0000, zijnde innames inname 29, 30 en 31 van het plan, mits een vergoeding van 19.032,12 EUR, op basis van de voorwaarden vermeld in de ontwerpakte opgemaakt door notariskantoor Meert - Deconinck, met standplaats te Erpe-Mere.
In zelfde zitting werd beslist voormelde ontwerpakte ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad en de heer David Coppens, voorzitter gemeenteraad, samen met de heer Wim Leerman, algemeen directeur of hun vervangers, aan te stellen als verschijners namens de stad bij het verlijden van voormelde akten.
In het budget 2022 wordt hiervoor krediet voorzien, MJP 000134 - AC 000285 - 0200_04_2200000 en MJP 004267 - AC000293 - 6100000 - MJP004268 - AC000293 - 6430000.
In het dossier worden het grondinnameplan, het schattingsverslag en de ontwerpakte toegevoegd.
om reden van openbaar nut, in het kader van de uitvoering van het Aquafinproject AST3007, “Grondverwerving Lievevrouwstraat/Spruithoekstraat”, over te gaan tot de grondverwervingen te Moorsel, 8°afdeling, sectie A, nummers 22 A P0000 - 21 A P0000 - 27 E P0000 en 27 F P0000, zijnde innames inname 29, 30 en 31 van het plan, mits een vergoeding van 19.032,12 EUR, op basis van de voorwaarden vermeld in de ontwerpakte opgemaakt door notariskantoor Meert - Deconinck, met standplaats te Erpe-Mere.
de uitgave te dekken door middel van krediet voorzien in het budget 2022, MJP 000134 - AC 000285 - 0200_04_2200000, MJP 004267 - AC000293 - 6100000 en MJP004268 - AC000293 - 6430000.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 28 september 2020 principieel akkoord te gaan met de aanpassing van het ontwerp zodat over het hele traject Gudstraat, Koning Albertstraat, Kattenbroekstraat, Rijgerstraat en Beugemstraat fietspaden worden voorzien tussen Herdersem (Pontweg) en de Leirekensroute in de Beugemstraat.
In zelfde zitting werd principieel beslist akkoord te gaan met de opstart van de grondinnames, nodig om de fietspaden te realiseren, door de dienst Juridische zaken - patrimonium en het werk voor schattingen en onderhandelingen uit te besteden aan de grondverwervingsdiensten van Aquafin.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 14 december 2020 In het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken van de dienst Mobiliteit en openbare werken akkoord te gaan om de schattingen en onderhandelingen uit te besteden aan de diensten van Aquafin voor de dossiers Herdersem Gudstraat - Kattenbroekstraat (85 innames), Aalst Hoezekouterdreef (35 innames), Erembodegem Welleweg - Asterstraat (18 innames), Moorsel Gevergemveldbaan (15 innames), Nieuwerkerken Bremtstraat (80 innames), Gijzegem Pachthofstraat (45 innames).
In zelfde zitting werd beslist de nodige budgetten te voorzien onder het exploitatiebudget Mobiliteit en openbare werken, onder MJP000437 – AC000194 – artikelnummer 0310‑70/6131100 (Aquafin (Riototaal): afkoppelingsstudies, onderhoud pompstations, advisering, modelberekeningen, onderhandelingen voor grondinnames voor rioleringsprojecten - Erelonen en vergoedingen consultancy).
In het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken te Herdersem-Moorsel, Gudstraat, Kattenbroekstraat, Koning Albertstraat, Biesebroekweg, Baaikensveldweg, Bloemenveldstraat, deel Rijgerstraat en deel Avouestraat, zijn 73 grondverwervingen noodzakelijk.
Aquafin waardeerde de benodigde percelen voor een totale aankoopwaarde, inclusief werkzones, pachtafstanden, uitwinnings- en schadevergoedingen voor 491.711,52 EUR.
De gemeenteraad besliste in zitting van 30 november 2021 om reden van openbaar nut, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken te Herdersem-Moorsel, Gudstraat, Kattenbroekstraat, Koning Albertstraat, Biesebroekweg, Baaikensveldweg, Bloemenveldstraat, deel Rijgerstraat en deel Avouestraat, akkoord te gaan met de grondverwervingen voor de geschatte waarde van 491.711,52 EUR.
In zelfde zitting werd beslist notariskantoor Caudron, Herzeel en Breckpot, met standplaats te Aalst en Erembodegem, aan te stellen voor de afhandeling van de notariële akten.
Na start van de onderhandelingen door Aquafin blijkt de waardebepaling van de landbouwgronden te laag te zijn. Voor de opmaak van het schattingsverslag werden vergelijkingspunten gebruikt van diverse jaren terug. Aangezien de prijzen de laatste tijd sterk stegen, is de gemiddelde eenheidsprijs van 3,46 EUR/m² te laag
In Oost-Vlaanderen was de gemiddelde prijs van landbouwgrond een jaar geleden meer dan 6 EUR/m².
7 EUR/m² kan vandaag worden weerhouden als waarde voor dergelijke percelen.
Met deze kennis werd een geactualiseerd schattingsverslag opgemaakt. Op basis hiervan dient een budgetverhoging van 70.000 EUR te worden voorzien.
De gemeenteraad besliste in zitting van 31 mei 2022 om reden van openbaar nut, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken te Herdersem-Moorsel, Gudstraat, Kattenbroekstraat, Koning Albertstraat, Biesebroekweg, Baaikensveldweg, Bloemenveldstraat, deel Rijgerstraat en deel Avouestraat, akkoord te gaan met een budgetverhoging van 70.000,00 EUR.
Aquafin bezorgde ons de door de eigenaars ondertekende overeenkomsten.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 984,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummers 380C, 380B, 387E en 382C, zijnde inname 1 - 2 -10 en 11 van het plan, voor de prijs van 281.477,64 EUR en een vergoeding voor uitwinningsschade van 816,72 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 3261,00 m² te Aalst-Moorsel, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, deel nummer 233A, zijnde inname 3 van het plan, voor de prijs van 29.569,12 EUR .
De pachter ondertekende een overeenkomst afstand van pacht voor een vergoeding van 2.706,63 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 4.300,00 m² te Aalst-Moorsel, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, deel nummers 514B, 513A en 512A, zijnde inname 4 - 5 en 6 van het plan, voor de prijs van 38.603,25 EUR en een overeenkomst tijdelijk gebruik van een privé-perceel voor het plaatsen van peilbuizen op de percelen.
De pachter ondertekende een overeenkomst afstand van pacht voor een vergoeding van 3.569,00 EUR en een overeenkomst van gratis precair gebruik voor de betrokken percelen.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 44,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 379A, zijnde inname 12 van het plan, voor de prijs van 17.154,19 EUR .
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 20,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummers 375L en 375G, zijnde inname 13 en 15 van het plan, voor de prijs van 6.334,56 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 22,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 375K, zijnde inname 14 van het plan, voor de prijs van 8.710,02 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 18,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 374A, zijnde inname 16 van het plan, voor de prijs van 7.126,38 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 18,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 373A, zijnde inname 17 van het plan, voor de prijs van 156,87 EUR.
De pachter ondertekende een overeenkomst afstand van pacht voor een vergoeding van 14,94 EUR
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 38,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 372A, zijnde inname 18 van het plan, voor de prijs van 8.752,35 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 13,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 371G, zijnde inname 19 van het plan, voor de prijs van 3.026,60 EUR en een vergoeding volgens tuinexpertise van 60,00 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 159,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummers 370A, 369A en 352E, zijnde inname 20 - 21 en 47 van het plan, voor de prijs van 4.523,09 EUR en een vergoeding voor uitwinningsschade van 120,35 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 32,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 368A, zijnde inname 22 van het plan, voor de prijs van 278,88 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 39,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 365B, zijnde inname 23 van het plan, voor de prijs van 339,89 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 46,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummers 364B en 363B, zijnde inname 25 en 26 van het plan, voor de prijs van 400,89 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 35,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 362A, zijnde inname 27 van het plan, voor de prijs van 305,02 EUR en een vergoeding voor uitwinningsschade van 29,05 EUR
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 12,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 361K, zijnde inname 28 van het plan, voor de prijs van 2.793,78 EUR
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 12,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 361L, zijnde inname 29 van het plan, voor de prijs van 2.793,78 EUR
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 12,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 361G, zijnde inname 30 van het plan, voor de prijs van 2.793,78 EUR
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 12,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 361H, zijnde inname 31 van het plan, voor de prijs van 2.793,78 EUR
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 20,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 360C, zijnde inname 32 van het plan, voor de prijs van 4.656,30 EUR en een vergoeding volgens tuinexpertise van 108,00 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 189,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummers 360 D en 354 M, zijnde inname 33 en 54 van het plan, voor de prijs van 1.647,14 EUR en een vergoeding voor uitwinningsschade van 14,94 EUR
De pachter van inname 54 ondertekende een overeenkomst afstand van pacht voor een vergoeding van 141,93 EUR, bijkomend ontvangt hij een éénmalige forfaitaire transportvergoeding van 100,00 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 74,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummers 358C en 357C, zijnde inname 35 en 36 van het plan, voor de prijs van 644,91 EUR
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 19,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 355C, zijnde inname 37 van het plan, voor de prijs van 4.423,49 EUR
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 14,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 355B, zijnde inname 38 van het plan, voor de prijs van 3.259,41 EUR en een vergoeding volgens tuinexpertise van 234,00 EUR
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 18,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 355A, zijnde inname 39 van het plan, voor de prijs van 4.190,67 EUR en een vergoeding volgens tuinexpertise van 79,00 EUR
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 41,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 453A, zijnde inname 40 van het plan, voor de prijs van 357,32 EUR en een vergoeding voor uitwinningsschade van 34,03 EUR
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 138,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 294F, zijnde inname 41 van het plan, voor de prijs van 1.202,67 EUR en een vergoeding voor uitwinningsschade van 114,54 EUR
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 195,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 294E, zijnde inname 42 van het plan, voor de prijs van 1.699,43 EUR, een vergoeding voor uitwinningsschade van 161,85 EUR en een vergoeding volgens tuinexpertise van 16.069,24 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 336,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 350F, zijnde inname 43 van het plan, voor de prijs van 2.928,24 EUR, een vergoeding voor uitwinningsschade van 278,88 EUR en een vergoeding volgens tuinexpertise van 3.700,84 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 146,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 351E, zijnde inname 44 van het plan, voor de prijs van 1.272,39 EUR en een vergoeding voor uitwinningsschade van 121,18 EUR
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 76,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 351F, zijnde inname 45 van het plan, voor de prijs van 662,34 EUR
De pachter ondertekende een overeenkomst afstand van pacht voor een vergoeding van 63,08 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 79,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 351G, zijnde inname 46 van het plan, voor de prijs van 688,49 EUR
De pachter ondertekende een overeenkomst afstand van pacht voor een vergoeding van 65,57 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 115,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 352G, zijnde inname 49 van het plan, voor de prijs van 1.002,23 EUR en een vergoeding volgens tuinexpertise van 1.309,30 EUR
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 86,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 352H, zijnde inname 50 van het plan, voor de prijs van 749,49 EUR
De pachter ondertekende een overeenkomst afstand van pacht voor een vergoeding van 71,38 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 118,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 353G, zijnde inname 52 van het plan, voor de prijs van 1.028,37 EUR en een vergoeding voor uitwinningsschade van 97,94 EUR
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 115,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 353H, zijnde inname 53 van het plan, voor de prijs van 1.002,23 EUR en een vergoeding voor uitwinningsschade van 95,45 EUR
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 210,00 m² te Aalst-Herdersem, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummers 354H en 354D, zijnde inname 56 en 57 van het plan, voor de prijs van 1.830,15 EUR
De pachter ondertekende een overeenkomst afstand van pacht voor een vergoeding van 80,51 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 4,00 m² te Aalst-Moorsel, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, deel nummer 336 A2, zijnde inname 58 van het plan, voor de prijs van 1.583,64 EUR
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 55,00 m² te Aalst-Moorsel, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, deel nummer 321 E, zijnde inname 59 van het plan, voor de prijs van 12.609,41 EUR
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 131,00 m² te Aalst-Moorsel, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, deel nummer 322G, zijnde inname 60 van het plan, voor de prijs van 1.141,67 EUR
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 10,00 m² te Aalst-Moorsel, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, deel nummer 273R4 en 273N4, zijnde inname 61 en 62 van het plan, voor de prijs van 3.959,10 EUR en een vergoeding volgens tuinexpertise van 60,00 EUR
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 686,00 m² te Aalst-Moorsel, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, deel nummer 714B, zijnde inname 64 van het plan, voor de prijs van 6.405,53 EUR
De pachter ondertekende een overeenkomst afstand van pacht voor een vergoeding van 569,38 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 103,00 m² te Aalst-Moorsel, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, deel nummers 745E en 745D, zijnde inname 65 en 66 van het plan, voor de prijs van 7.694,10 EUR
De pachter ondertekende een overeenkomst afstand van pacht voor een vergoeding van 85,49 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 574,00 m² te Aalst-Moorsel, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, deel nummers 746B, 749B en 750E, zijnde inname 67 – 70 en 71 van het plan, voor de prijs van 38.797,16 EUR en een vergoeding voor uitwinningsschade van 129,48 EUR
De pachter van inname 67 en 70 ondertekende een overeenkomst afstand van pacht voor een vergoeding van 244,02 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 105,00 m² te Aalst-Moorsel, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, deel nummer 747E, zijnde inname 68 van het plan, voor de prijs van 7.843,50 EUR
De pachter ondertekende een overeenkomst afstand van pacht voor een vergoeding van 87,15 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 70,00 m² te Aalst-Moorsel, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, deel nummer 748D, zijnde inname 69 van het plan, voor de prijs van 5.229,00 EUR
De pachter ondertekende een overeenkomst afstand van pacht voor een vergoeding van 58,10 EUR.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 3 oktober 2022 kennis te nemen van de afgesloten overeenkomsten voor inname 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 49 - 50 - 52 - 53 - 54 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken te Herdersem-Moorsel, Gudstraat, Kattenbroekstraat, Koning Albertstraat, Biesebroekweg, Baaikensveldweg, Bloemenveldstraat, deel Rijgerstraat en deel Avouestraat.
In zelfde zitting werd beslist voormelde overeenkomsten ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad en de heer David Coppens, voorzitter gemeenteraad en de heer Wim Leerman, algemeen directeur, aan te stellen als verschijners namens de stad om voormelde overeenkomsten te ondertekenen na goedkeuring door de gemeenteraad.
In het budget 2022 wordt hiervoor krediet voorzien, MJP 000134 - AC 000285 - 0200_04_2200000 en MJP 004267 - AC000293 - 6100000 - MJP004268 - AC000293 - 6430000.
In het dossier worden de onderhandse onvereenkomsten, het schattingsverslag en de metingsplannen toegevoegd.
De bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur.
om reden van openbaar nut, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken te Herdersem-Moorsel, Gudstraat, Kattenbroekstraat, Koning Albertstraat, Biesebroekweg, Baaikensveldweg, Bloemenveldstraat, deel Rijgerstraat en deel Avouestraat, over te gaan tot de verwerving van de inname 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 49 - 50 - 52 - 53 - 54 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 van het plan en hiervoor de onderhandse overeenkomsten goed te keuren.
de uitgave te dekken door middel van krediet voorzien in het budget 2022, MJP 000134 - AC 000285 - 0200_04_2200000, MJP 004267 - AC000293 - 6100000 en MJP004268 - AC000293 - 6430000.
Het decreet houdende de gemeentewegen (artikel 13) voorziet in de mogelijkheid om vanaf 1 september 2019 door een gemeenteraadsbeslissing wegenis op te nemen in het openbaar domein van de stad wanneer de stad al meer dan 30 jaar bezitsdaden stelt over de straat.
De wegzate van de Leeuwerikenlaan te Erembodegem is aangelegd in het kader van een vergunde verkaveling van 1970.
Deze straat wordt al gedurende meer dan 30 jaar publiek gebruikt.
De stad stelt al meer dan 30 jaar bezitshandelingen door (her)aanleg van de straat met duurzame wegverharding, het aanbrengen van openbare verlichting en riolering.
Aangezien de stad met betrekking tot de wegzate al dertig jaar bezitshandelingen heeft gesteld, waaruit de wil van de stad om eigenaar te worden van de wegbedding duidelijk tot uiting komt, is de gemeenteraad er toe gerechtigd om de grondstrook zonder financiële vergoeding op te nemen in het openbaar domein, zonder toepassing van artikel 28 (waardevermindering/vermeerdering).
De Leeuwerikenlaan werd aangelegd bij verkavelingsvergunning van 16 oktober 1970. Deze verkavelingsvergunning voorzag de kosteloze overdracht van de wegenis naar het openbaar domein van de stad, echter dit is nooit gebeurd.
Hierdoor is het grootste deel van de straat momenteel nog vervat in een kadastraal perceel, dat dient te worden overgedragen naar het openbaar domein via kosteloze grondafstand.
De wegzate van de Leeuwerikenlaan beschikt momenteel nog niet over een rooilijnplan.
Een rooilijnplan dient te worden opgemaakt om de grenzen tussen het openbaar en privé-eigendom vast te leggen.
In het kader van artikel 3 en 4 van het decreet gemeentewegen, worden er geen fundamentele wijzigingen aangebracht aan de Leeuwerikenlaan. Enkel de opname in het openbaar domein en de realisatie van de rooilijn (gebaseerd op de huidige toestand) worden aangepakt.
Artikel 8 van het decreet gemeentewegen stelt dat niemand een gemeenteweg kan aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad.
Dit betekent dat de gemeenteraad de voorlopige vaststelling van het rooilijnplan moet goedkeuren en na afweging van de resultaten die voortvloeien uit het openbaar onderzoek, het rooilijnplan definitief dient vast te stellen alvorens de nieuwe rooilijn van kracht is.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 16 mei 2022 kennis te nemen van het initiatief tot opmaak rooilijnplan, de vestiging van een publiek recht van doorgang en opname in het openbaar domein van de wegzate van de Leeuwerikenlaan te Erembodegem op basis van het 30-jarig publiek gebruik en 30 jaar bezitshandelingen door de stad en de verkavelingsvergunning van 16 oktober 1970.
De gemeenteraad besliste in zitting van 20 september 2022 om reden van openbaar nut, principieel akkoord te gaan met de vestiging van een publiek recht van doorgang en opname in het openbaar domein, van de wegzate van de Leeuwerikenlaan te Erembodegem op basis van het 30-jarig publiek gebruik en 30 jaar bezitshandelingen door de stad en de verkavelingsvergunning van 16 oktober 1970.
In zelfde zitting werd beslist het college van burgemeester en schepenen de opdracht te geven een landmeter-expert aan te stellen voor de opmaak van het rooilijnplan en werd beslist het college van burgemeester en schepenen te belasten met de vrijwaring en het beheer van de Leeuwerikenlaan te Erembodegem overeenkomstig de opgenomen instrumenten en handhavingsbevoegdheden in het decreet gemeentewegen.
Het rooilijnplan werd opgemaakt door landmeter-expert Bart Vandriessche, landmeetkantoor Elba Partners.
Het college besliste in zitting van 26 september 2022 kennis te nemen van het rooilijnplan van de Leeuwerikenlaan te Erembodegem, opgemaakt door landmeter-expert Bart Vandriessche, landmeetkantoor Elba Partners, welk plan zal worden voorgelegd aan de gemeenteraad voor voorlopige vaststelling.
In het dossier wordt het rooilijnplan toegevoegd
Artikel 56 van het Decreet over het lokaal bestuur.
Decreet houdende gemeentewegen van 1 september 2019
het rooilijnplan van de Leeuwerikenlaan te Erembodegem, opgemaakt door landmeter-expert Bart Vandriessche, landmeetkantoor Elba Partners, voorlopig vast te stellen
het college van burgemeester en schepenen te gelasten met het voeren van een openbaar onderzoek zoals beschreven in het decreet gemeentewegen van 3 mei 2019.
Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 15 april 2022 de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden goed met het oog op het verkavelen van een grond in 3 loten (loten 1 en 2 elk bestemd voor een eengezinswoning type halfopen bebouwing en lot A voor kosteloze grondafstand), op een terrein te Meldert, Faluintjesstraat, 10°afdeling, sectie B, nummer 301 G.
In deze omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd opgenomen: " Het lot A dient kosteloos te worden overgedragen aan de stad. De verkavelaar zal instaan voor alle kosten (landmeter, notaris, registratie, ...) verbonden aan de boven vermelde overdracht en dient in het kader van deze overdracht alle noodzakelijke documenten (zoals gevraagd door het stadsbestuur) aan te leveren".
Notaris Frederic Caudron, met standplaats te Aalst, bezorgde ons de ontwerpakte houdende verkaveling - afstand, van een perceel grond te Meldert, Faluintjesstraat, 10°afdeling, sectie B, nummer 301 S P0000, met een gemeten oppervlakte van 22,00 m², om in te lijven in het openbaar domein van de stad Aalst.
Deze overdracht is in hoofde van de stad kosteloos en kan worden aanvaard.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 3 oktober 2022 kennis te nemen van de kosteloze grondafstand in voordeel van de stad, van een perceel grond te Meldert, Faluintjesstraat, 10°afdeling, sectie B, nummer 301 S P0000, met een gemeten oppervlakte van 22,00 m², om in te lijven in het openbaar domein van de stad Aalst, op basis van de voorwaarden opgenomen in de ontwerpakte opgemaakt door notaris Frederic Caudron, met standplaats te Aalst.
In zelfde zitting werd beslist voormelde ontwerpakte ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad en de heer David Coppens, voorzitter gemeenteraad, samen met de heer Wim Leerman, algemeen directeur of hun vervangers, aan te stellen als verschijners namens de stad bij het verlijden van voormelde akte.
In het dossier worden de ontwerpakte, de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden en het metingsplan toegevoegd.
om reden van openbaar nut over te gaan tot de kosteloze grondafstand in voordeel van de stad, van een perceel grond te Meldert, Faluintjesstraat, 10°afdeling, sectie B, nummer 301 S P0000, met een gemeten oppervlakte van 22,00 m², om in te lijven in het openbaar domein van de stad Aalst, op basis van de voorwaarden opgenomen in de ontwerpakte opgemaakt door notaris Frederic Caudron, met standplaats te Aalst.
De voorliggende aanvraag voorziet in de aanleg van openbare ruimte waarvan de stad Aalst, na aanleg ervan, het beheer zal overnemen.
De aanvraag beoogt het verkavelen van gronden in 14 loten voor een gemengd stedelijk project, het ontbossen, het wijzigen van het reliëf en de aanleg van wegenis (fase 1). Deze zone zal gefaseerd in ontwikkeling worden gebracht, waarbij in eerste instantie het noordelijk deel wordt aangesneden. De eerste fase omvat zowel de bouw van de volumes als de aanleg van het gedeelte zorgboulevard, een groene vinger, drie doorsteken, een ondergrondse garage en de aanleg van een pad in het bos.
De site heeft een totale oppervlakte van ca 29.289 m². De bestaande bebouwing werd na goedkeuring van de sloopvergunning ontmanteld en de verharding werd uitgebroken. Dit in functie van de ontwikkeling van 30.000 m² BVO aan gemengd programma, steeds in functie van wonen en zorg. Het RUP legt een gefaseerde ontwikkeling op. Van de in totaal 30.000 m² gemengd programma mag in de eerst fase 7.800 m² worden ontwikkeld, waarvan minstens 2.900 m² aan niet-woonfuncties.
De zorgboulevard en het park/bos zal na de aanleg ervan worden overgedragen aan het openbaar domein. Aangezien de site vanuit het noorden gefaseerd wordt ontwikkeld, zal het zuidelijke deel van het terrein na sloop tijdelijk onbebouwd blijven en aldus tijdelijk worden vergroend.
De voorliggende aanvraag werd van 30-06-2022 tot en met 30-07-2022 aan een openbaar onderzoek onderworpen. Gedurende deze periode werden geen bezwaarschiften ingediend.
Zoals bepaald in artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning dient de in de aanvraag voorgestelde aanleg van wegen rekening te houden met de principes van artikels 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen:
“Artikel 3. Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Artikel 4. Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen”.
Op 03-10-2022 besliste het college van burgemeester en schepenen om akkoord te gaan met het ontwerp verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar waarin wordt voorgesteld om – mits voorwaarden en lasten – een omgevingsvergunning te verlenen in het kader van de voorliggende aanvraag. Een omgevingsvergunning kan evenwel pas worden verleend nadat de gemeenteraad het rooilijnplan horend bij de omgevingsvergunning goedkeurd en definitief vaststelt.
De rooilijnplannen werden voorbesproken met de dienst Patrimonium van de stad Aalst en voldoen aan de gestelde eisen. De Dienst Patrimonium geeft hierbij positief advies.
Decreet gemeentewegen van 3 mei 2019
voorgestelde rooilijnplan deel uitmakende van omgevingsvergunning OMV_202207736 te Aalst goed te keuren
Voorgestelde wijzigingen pas in voege te laten gaan als de vergunning gekoppeld aan het omgevingsvergunningsdossier OMV_202207736 wordt goedgekeurd
De diensten van de stad Aalst werden geïnformeerd dat de garageboxen gelegen te Aalst, Ouden Dendermondse Steenweg naast nummer 38, kadastraal gekend als Aalst,3e Afdeling, sectie D, 719 G/8, mogelijks te koop zullen worden aangeboden.
Gezien de gunstige ligging naast het parkeerterrein van voetbalclub Eendracht Aalst zal stafdienst Coördinatie Ruimte de onderhandelingen opstarten om het perceel te verwerven.
Volgens kadaster heeft het perceel een oppervlakte van 1103 m².
Het stadion van Eendracht Aalst is gelegen binnen een woonwijk waardoor parkeren niet altijd evident is. Tijdens voetbalzondagen is er dan ook een verhoging van de parkeerdruk in de omliggende straten of langs de aanliggende gewestweg Heilig Hartlaan.
De aankoop van het perceel zou ook de grondenpositie van de Stad Aalst versterken binnen de voetbalsite aan Heilig Hartlaan. Zo zal de site niet alleen ontsluiting kunnen hebben langsheen de Bredestraat of Landbouwersstraat, maar ook via de Ouden Dendermondse Steenweg.
Op 20 juni 2022 besliste het college van burgemeester en schepenen om principieel akkoord te gaan met het opstarten van de onderhandelingen voor het perceel gelegen te Aalst, Ouden Dendermondse Steenweg naast nummer 38, kadastraal gekend als Aalst,3e Afdeling, sectie D, 719 G/8 (waarop garageboxen gelegen zijn).
De eigenaar met 75/100 volle eigendom (zoon) werd recent failliet verklaard, waardoor het perceel wordt verkocht via een curator, zijnde advocaat Eric Creytens. De eigenaar met 25/100 volle eigendom staat onder bewindvoering bij advocaat Kristien Van Der Elst.
Het perceel werd gewaardeerd in het schattingsverslag opgemaakt door landmeter-schatter Pieterjan Verhavert, bestuurssecretaris stad Aalst, op 5 juli 2022, voor de waarde van 325.000 EUR.
Bij vonnis van ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Dendermonde op 12 september 2022 wordt de curator gemachtigd om over te gaan tot de verkoop uit de hand van voormeld onroerend goed, in mede-eigendom toebehorende aan de gefailleerde, voor de prijs van minimum 325.000,00 euro overeenkomstig het opgestelde ontwerp van de verkoopakte.
Aan het vonnis werd een ontwerpakte toegevoegd , opgemaakt door notaris Caudron. Deze ontwerpakte wordt eveneens ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
het college van burgemeester en schepenen nam op 3 oktober 2022 kennis van het vonnis van de ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Dendermonde op 12 september 2022 waarin de curator wordt gemachtigd om over te gaan tot de verkoop uit de hand van voormeld onroerend goed, in mede-eigendom toebehorende aan de gefailleerde, voor de prijs van minimum 325.000,00 euro overeenkomstig het opgestelde ontwerp van de verkoopakte opgesteld door notaris Caudron. In zelfde zitting werd beslist om dhr. David Coppens, voorzitter gemeenteraad en dhr. Wim Leerman, algemeen directeur, of hun vervangers aan te stellen om de akte te tekenen.
De bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur.
Om reden van openbaar nut akkoord te gaan met de aankoop van het perceel gelegen te Aalst, Ouden Dendermondse Steenweg naast nummer 38, kadastraal gekend als Aalst,3e Afdeling, sectie D, 719 G/8 voor de prijs van 325.000 EUR op basis van de voorwaarden opgenomen in de ontwerpakte, opgemaakt door notaris Caudron met standplaats te Aalst
Notariskantoor Caudron aan te stellen als instrumenterend notaris voor de stad voor het afhandelen verlijden van de akte
Ter uitvoering van het meerjarenplan en de ambitie om Aalst te profileren als Zorgstad, werd de strategie van Aalst Zorgstad uitgewerkt. Het verbeteren van de randvoorwaarden om te ondernemen in de sector van gezondheidszorg is een van de 3 pijlers van de strategie van Aalst Zorgstad, met de realisatie van de Innovatiehub in de sector gezondheid en zorg als speerpuntproject.
Op 29 maart 2022 werd hiertoe op de gemeenteraad de mede-oprichting als stichtend lid goedgekeurd. 8 organisaties hebben hun akkoord gegeven om de vzw mee op te richten en financieel bij te dragen in de exploitatie van de vzw Innovatiehub 1.0: vzw Medische staf ASZ Aalst; O.L.V. Ziekenhuis Aalst, Provincie Oost-Vlaanderen, Becton Dickinson, Curam Domi, de onderwijsinstellingen Hogent en Odisee.
Binnen het meerjarenplan 2022 - 2025 voorziet de stad 86.000 EUR werkingsmiddelen voor de opstart van de hub, gespreid over 4 jaar (2022 - 2025), dit in de vorm van een jaarlijkse subsidie. Er wordt een samenwerkingsovereenkomst opgesteld die de wijze en afspraken omtrent de werkingssubsidie vastlegt. Jaarlijks zal er een terugkoppeling gebeuren van de werking (incl. jaarrekening) aan de commissie economie.
Gelet op artikel 386 decreet lokaal bestuur, inzake deelname gemeente in een rechtspersoon.
akkoord te gaan met de samenwerkingsovereenkomst tussen de Stad Aalst en vzw Zorginnovatiehub Aalst in het kader van Aalst Zorgstad, zoals gevoegd als bijlage.
Ter uitvoering van het meerjarenplan en de ambitie om Aalst te profileren als Zorgstad, werd de strategie 'Aalst Zorgstad' uitgewerkt. Het verbeteren van de randvoorwaarden om te ondernemen in de sector van gezondheidszorg en excellentie in de zorg faciliteren zijn 2 belangrijke pijlers van deze strategie. Met de realisatie van de Zorginnovatiehub als speerpuntproject nam de stad een belangrijke stap. Uiteindelijk zal Aalst Zorgstad ruimtelijk-economisch verankerd worden door op het regionaal bedrijventerrein Siesegem de focus te leggen op productie & innovatie in Zorgeconomie.
Als tussenstap willen Zorglab Aalst en de Zorginnovatiehub Aalst de handen in elkaar slaan om Zorglab Aalst in te kantelen in de Zorginnovatiehub en het beleid voor testing en demonstratie van zorgondernemers samen verder vorm te geven.
Zorglab Aalst ontving op het College van Burgemeester en schepenen tevens de toestemming om een nieuw concept rond demonstratie van zorginnovaties vorm te geven en te onderzoeken of de activiteiten ondergebracht kunnen worden in de Zorginnovatiehub. Vanuit deze insteek stelt het team Zorginnovatie voor om een samenwerkingsovereenkomst en een subsidie van 22.500 EUR gespreid over 3 jaar te voorzien om deze stap te realiseren.
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 9 april 2018 waarbij werd beslist om Aalst Zorgstad ruimtelijk-economisch te verankeren door in het regionaal bedrijventerrein Siesegem de focus te leggen op het thema gezondheid en zorg en opdracht te geven aan de dienst Economie en zorginnovatie om de mogelijkheden te onderzoeken voor de opstart van een innovatiehub met een incubator voor startende bedrijven.
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 4 oktober 2021 waarbij werd beslist dat de demonstratiewoning en Zorglab de site Pupillen zal verlaten tegen uiterlijk eind 2024. De demonstratiewoning heeft sinds 2015 dienst gedaan als test- en demonstratiewoning rond levenslang thuis wonen.
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 7 februari 2022 waarbij werd beslist dat een nieuwe invulling rond demonstraties van zorginnovaties onderzocht kan worden en dat onderzocht kan worden of de demonstratieactiviteiten ondergebracht kunnen worden in de Zorginnovatiehub.
Het besluit van de Gemeenteraad van 29 maart 2022 waarbij de medeoprichting en financiering van de Zorginnovatiehub werd goedgekeurd.
akkoord te gaan met de Samenwerkingsovereenkomst tussen de vzw Zorginnovatiehub Aalst en stad Aalst ikv ZorgLab Aalst, zoals gevoegd als bijlage.
De voorliggende aanvraag voorziet in de aanleg van openbare ruimte waarvan de stad Aalst, na aanleg ervan, het beheer zal overnemen.
De aanvraag beoogt het verkavelen van gronden in 14 loten voor een gemengd stedelijk project, het ontbossen, het wijzigen van het reliëf en de aanleg van wegenis (fase 1). Deze zone zal gefaseerd in ontwikkeling worden gebracht, waarbij in eerste instantie het noordelijk deel wordt aangesneden. De eerste fase omvat zowel de bouw van de volumes als de aanleg van het gedeelte zorgboulevard, een groene vinger, drie doorsteken, een ondergrondse garage en de aanleg van een pad in het bos.
De site heeft een totale oppervlakte van ca 29.289 m². De bestaande bebouwing werd na goedkeuring van de sloopvergunning ontmanteld en de verharding werd uitgebroken. Dit in functie van de ontwikkeling van 30.000 m² BVO aan gemengd programma, steeds in functie van wonen en zorg. Het RUP legt een gefaseerde ontwikkeling op. Van de in totaal 30.000 m² gemengd programma mag in de eerst fase 7.800 m² worden ontwikkeld, waarvan minstens 2.900 m² aan niet-woonfuncties.
De zorgboulevard en het park/bos zal na de aanleg ervan worden overgedragen aan het openbaar domein. Aangezien de site vanuit het noorden gefaseerd wordt ontwikkeld, zal het zuidelijke deel van het terrein na sloop tijdelijk onbebouwd blijven en aldus tijdelijk worden vergroend.
De voorliggende aanvraag werd van 30-06-2022 tot en met 30-07-2022 aan een openbaar onderzoek onderworpen. Gedurende deze periode werden geen bezwaarschiften ingediend.
Zoals bepaald in artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning dient de in de aanvraag voorgestelde aanleg van wegen rekening te houden met de principes van artikels 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen:
“Artikel 3. Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Artikel 4. Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen”.
Op 03-10-2022 besliste het college van burgemeester en schepenen om akkoord te gaan met het ontwerp verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar waarin wordt voorgesteld om – mits voorwaarden en lasten (hoofdzakelijk gebaseerd op de voorwaarden uit de boven vermelde adviezen) – een omgevingsvergunning te verlenen in het kader van de voorliggende aanvraag. Een omgevingsvergunning kan evenwel pas worden verleend nadat de gemeenteraad zijn goedkeuring, al dan niet met voorwaarden en/of lasten, heeft verleend aan de in de aanvraag voorgestelde aanleg van wegen.
Het decreet van 25-04-2014 (en latere wijzigingen) betreffende de omgevingsvergunning. In het bijzonder artikel 31 welke stelt: “§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt …”.
Het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25-04-2014 betreffende de omgevingsvergunning (hieronder ‘omgevingsvergunningsbesluit’). In het bijzonder artikel 47 welke stelt “Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is”.
Het decreet van 03-05-2019 houdende de gemeentewegen. In het bijzonder artikel 12 welke stelt “… § 2. In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.
Als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over het al dan niet wijzigen of opheffen van het gemeentelijk rooilijnplan, alvorens te beslissen over de goedkeuring, vermeld in artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning …”.
De goedkeuring te verlenen aan de in de aanvraag voorgestelde aanleg van wegen die zullen worden ingelijfd bij het openbaar domein zoals opgenomen in de aanvraag voor een omgevingsvergunning (2022077036) ingediend door Skyline Projects, de heer Bart Paeleman, voor het verkavelen van gronden in 14 loten voor een gemengd stedelijk project, het ontbossen, het wijzigen van het reliëf en de aanleg van wegenis (fase 1), gelegen Albrechtlaan 78, 9300 Aalst (kadastraal 4de AFD, sectie F, nummers nrs 915G en 916L).
Aan deze goedkeuring de volgende voorwaarden te koppelen:
Voorwaarden met betrekking tot de wegaanleg
Andere voorwaarden
Langs de waterloop bevindt zich een 5 meterzone voor erfdienstbaarheden. Deze strook begint landinwaarts vanaf de uiterste boord van de waterloop waar het talud eindigt. De inrichting van deze strook moet compatibel zijn met het (jaarlijkse) machinaal onderhoud van de waterloop met een rups- of bandenkraan. Dit houdt het volgende in:
Volgende punten worden extra meegegeven op basis van het bijgevoegde advies van Inter:
Aan deze goedkeuring de volgende lasten te koppelen:
Bescheiden last
Lasten met betrekking tot de wegaanleg
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Filip Van De Winkel.
Enkele maanden geleden werden wij met de Aalsterse Draeckenieren uitgenodigd door Dendermonds burgemeester Piet Buyse om een repetitie bij te wonen van de Paardenommegang. Wij gingen uitbundig in op deze invitatie. Op 26 mei zaten wij met ons vermaard gezelschap op één van de tribunes op de Grote Markt van Dendermonde, met de D van dorp. Even in ogenschouw nemend waar we ons bevonden kon ik enkel constateren dat dit een bijzonder mooi plein is. Niet één gevel valt daar uit de toon. Bombardementen tijdens de Eerste Wereldoorlog maakten ooit een krater in één van de hoeken van het plein. Op bijzonder correcte wijze werden na de Grote Oorlog de vernielde gebouwen gereconstrueerd, zodat het totaalplaatje opnieuw goed oogde.
Als ik naar onze Aalsterse Grote Markt kijk, dan word ik overvallen door weemoed. Met niet geringe fierheid kan ik aan mijn niet-Aalsterse vrienden die onze stad voor het eerst bezoeken telkens vertellen dat ons Schepenhuis het oudste der Nederlanden is. Het zicht op Borse, samen met Belfort met Schepen- en Gebiedshuisje én de Graaf van Egmont is van wereldniveau. Met dit stadsgezicht mogen wij terecht pronken.
Wanneer men echter even afwijkt van dit zicht en o.a. kijkt naar waar Dirk Martens zijn ogen op vestigt, dan verandert het beeld plots in een klaarblijkelijk onafgewerkte, zielloze, historisch vloekende gevelrij. Het doet pijn aan de ogen te moeten zien, waar ooit mooie sierlijke panden stonden – remember het Burgershuis van de Bistro, remember de Bristol – dat daar nu façades zijn opgetrokken die totaal niet compatibel zijn met de rest van de gevelpartijen.
Vragen:
Het zou voor onze stad een historische stap vooruit zijn, mocht de Grote Markt terug dezelfde allures krijgen als de Grote Markt van het naburig dorp waarover ik het had in het begin van deze interpellatie.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Filip Van De Winkel aangaande 'Zicht op de Grote Markt'.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Ingmar Baeyens.
Naar aanleiding van een september werden sociale media overspoeld met foto’s van zwaar vrachtverkeer dat tijdens de venstertijden door de binnenstad denderde terwijl we als stad toch afspraken hadden gemaakt om dit tijdens de start en slot van een schooldag even niet te doen. Ook in de deelgemeenten blijft dit een onveilig gebeuren, hier zijn de venstertijden op heden ook nog niet ingevoerd. We hebben alle begrip voor de economische noden, zeker in deze tijd, maar het ene hoeft niet ten koste te gaan van het andere.
Hierbij hebben wij volgende vragen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Ingmar Baeyens aangaande 'Opvolging tonnagebeperking'.
De topografische opmetingen gebeuren op afroep in het kader van geplande weg- en rioleringswerken. De werkzaamheden kunnen betrekking hebben op:
- Topografische opmetingen (bestaande toestand, as-built opmetingen en controles, uitzetwerk, aquadatafiches en afdrukwerk);
- Grafisch ontwerp (vastleggen bestaande toestand, opmaak wegenisontwerpen, grondverwervingsplannen, afbakeningsplannen, plannen buurtwegprocedure, rooilijnplannen);
- Schattingen, plaatsbeschrijvingen, fenopalen, GPS-metingen en GPS-rekennota’s.
In het kader van de opdracht “Thema Ruimte. Dienst Openbare werken. Raamovereenkomst voor het uitvoeren van topografische opmetingen en aanverwante diensten.” werd een bestek met nr. 22/MJE-82/23-26V opgesteld (bijlage).
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 50 000 EUR exclusief btw op jaarbasis of 200 000 EUR exclusief btw voor de maximale periode van 4 jaar.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 1° (het geraamde bedrag excl. btw bereikt de drempel van 215 000 EUR niet) en artikel 57 en artikel 43.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Het bijzonder bestek met nr. 22/MJE-82/23-26V en de raming voor de opdracht “Thema Ruimte. Dienst Openbare werken. Raamovereenkomst voor het uitvoeren van topografische opmetingen en aanverwante diensten.”, vast te stellen. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 50 000 EUR exclusief btw op jaarbasis of 200 000 EUR exclusief btw voor de maximale periode van 4 jaar.
Bovengenoemde opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
De uitgave voor deze opdracht te voorzien in het investeringsbudget van het meerjarenplan 2022-2025 onder budgetlijn MJP003611 en MJP003610 van de stad Aalst.
De stad wenst de Korte en Lange Zoutstraat te vernieuwen. De laatste heraanleg van de Zoutstraten dateert reeds van 1994, bijna 30 jaar geleden, toen deze straten als winkel-/wandelstraten werden ingericht.
Zowel de straat als de riolering zijn aan vernieuwing toe.
- de verharding (tegels) liggen los, en zijn op vele plaatsen beschadigd;
- het straatmeubilair heeft zijn beste tijd gehad;
- geregeld dienen herstellingen aan de bovenbouw worden uitgevoerd om de goede toegankelijkheid niet in het gedrang te brengen;
- de oude fietsenstallingen werden al uitgebroken;
- de ondergrond is her en der verzakt;
- de lantaarnpalen zijn beschadigd (nieuwe gevelarmaturen worden voorzien).
Met de herinrichting van de straten zullen deze opnieuw een frisse look krijgen en worden ze aantrekkelijker gemaakt voor bewoners, handelaars, horeca en bezoekers.
De huidige wegindeling zal weinig tot niet veranderen. De bestaande bomen blijven behouden en worden voorzien van boombuffers in cortenstaal. In de ondergrond krijgen de boomwortels meer groeiruimte met het rondom aanbrengen van boomgranulaat.
Het inrijden van de autovrije zone aan de Korte Zoutstraat zal enigszins anders verlopen. De terrassen worden opgeschoven tot tegen de twee horecazaken, zodat voertuigen langsheen (en niet tussen) de terrassen kunnen rijden. De terraszone wordt tevens beter beschermd met anti-terreurpalen, zoals ook destijds geplaatst in de Kattestraat. Op deze manier wordt een slalombeweging gecreëerd, die als snelheidsremmer zal fungeren. Hiertoe dient één boom te worden gerooid.
Lokaal wordt ook voorzien in het plaatsen van nieuwe fietsbeugels.
Automatische vuilnisbakken, cfr. het type in de Molenstraat, worden geïntegreerd en tussen de bomen worden nieuwe zitbanken geplaatst.
Op het kruispunt van de Korte met de Lange Zoutraat wordt een nieuw rustpunt gecreëerd. De bestaande rotonde wordt verwijderd en het monument krijgt een nieuwe plaats in de straat. Het team stadsplanning en vernieuwing heeft een ontwerp uitgewerkt waarin een grote boom centraal wordt geplant. Kinderen kunnen op en rond de helling en trap spelen én op het ponton kan iedereen een rustpauze nemen.
In de Korte en Lange Zoutstraat worden de boomspiegels voorzien van een nieuwe boomrooster in cortenstaal (cfr. Sint Jorisstraat) en wordt eenzelfde verharding in natuursteen aangelegd zoals in de Molenstraat, het Sluierstraatje, de Rozemarijnstraat en de Sint Jorisstraat. De te plaatsen fietsbeugels zijn vergelijkbaar als deze in de Molenstraat.
De bestaande riolering zal vóór de eigenlijke wegenwerken worden gerenoveerd met beperkte hinder (aanbrengen van een nieuwe binnenbekleding in hars), waardoor de straat niet op diepte dient worden opgebroken (met uitzondering van een klein riooldeel op het kruispunt van de Korte met de Lange Zoutstraat).
Lokaal worden voorafgaand nog een deel van de bestaande ondergrondse nutsleidingen gesaneerd.
De wegeniswerkzaamheden zullen vermoedelijk worden opgestart op 01 augustus 2023. De uitvoeringstermijn der werken bedraagt 125 kalenderdagen, waarbij de werken in vijf fases zullen worden uitgevoerd.
In het kader van de opdracht “Thema Ruimte - Wegenwerken met aanleggen van een sleufafwatering in de Lange- en Korte Zoutstraat te Aalst” werd een bestek met nr. 22/I-71 opgesteld.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 1 122 024 EUR exclusief btw of 1 346 256,54 EUR inclusief btw (11 392,50 EUR Btw medecontractant).
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Het bijzonder bestek met nr. 22/I-71 en de raming voor de opdracht “Thema Ruimte - Wegenwerken met aanleggen van een sleufafwatering in de Lange- en Korte Zoutstraat te Aalst”, opgesteld door de thema Ruimte - dienst Openbare Werken worden vastgesteld. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 1 122 024 EUR exclusief btw of 1 346 256,54 EUR inclusief btw.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van het meerjarenplan 2020-2025 van de stad Aalst onder budgetlijn MJP000054 – AC000167 (deel wegen) en -MJP000055 – AC000167 (deel rioleringen).
De Parkfeesten 2022, georganiseerd door Maspoe in opdracht van de stad, waren een enorm succes. Om opnieuw een kwalitatief aanbod te kunnen garanderen, wordt voorgesteld een nieuwe marktbevraging bij professionele evenementenbureaus op te starten voor de Parkfeesten en deze keer voor de periode 2023- 2025.
Er wordt voorgesteld de frequentie te behouden en de concerten in 2023 te laten plaatsvinden op 6 en 13 juli en 3 en 10 augustus. De data voor 2024 en 2025 zullen bepaald worden a.d.h.v. de zomerkalander voor dat jaar.
In het kader van de opdracht “Thema Mens - dienst Cultuur.Marktbevraging voor organisatie van de Parkfeesten voor de periode van 2023 tot en met 2025” werd een leidraad met nr. 22/CON-104/23-25 opgesteld.
De bijdrage vanuit de stad bedraagt maximaal 20 000 EUR excl. btw voor de organisatie van 4 Parkfeesten per jaar.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de concessie van diensten, procedure sui generis.
Advies team Cultuur - Programmatie en productie evenementen: gunstig; de Parkfeesten werden terug op de kaart gezet. Daar dit evenement een zeer grote productionele en logistieke organisatie vraagt, wil men beroep doen op een professioneel evenementenbureau voor de volledige organisatie, maar met een grote betrokkenheid van de stad.
Advies team Natuur en duurzaamheid:
1. Het park is een plek waar de kwaliteit van de beleving niet gelinkt is aan alom aanwezige muziek, maar eerder aan natuurlijke geluiden en rust.
2. Art. 5.3.12.2 Vanaf 1 januari 2020 is het voor Vlaamse overheden en lokale besturen in hun eigen werking en door hen georganiseerde evenementen verboden drank te serveren in recipiënten voor eenmalig gebruik. Vanaf 1 januari 2022 is dit verbod ook van toepassing op het aanbieden van bereide voedingsmiddelen in cateringmateriaal voor eenmalig gebruik.
3. Het voorafgaand advies van het agentschap Onroerend Erfgoed is vereist, gezien de activiteiten doorgaan in een beschermd landschap. Dit advies is bindend.
4. Het reglement van de inwendige orde voor het Stadspark, (GR dd. 29 april '97) dient gerespecteerd. In elk geval gelden de volgende voorwaarden:
- de aan- en afvoer van materialen voor het evenement moeten met de nodige omzichtigheid uitgevoerd worden. Voertuigen mogen de verharde wegenis niet verlaten; er mogen dus in geen geval voertuigen op het gras rijden, parkeren of stationeren;
- alle voorziene inrichtingen, zoals tenten, podia, kraampjes... moeten op de verharde oppervlakten en op ruime afstand van en buiten de kroonprojectie van bomen geplaatst worden, dit teneinde schade aan de bomen te voorkomen;
- de bomen mogen niet beschadigd worden, er mag niets aan de bomen bevestigd worden. Onder de kruinen mogen er geen materialen, toestellen, afval e.d. gestapeld worden;
- bij het opstellen en het afbouwen van de tenten, podia en tribunes dient ervoor gezorgd dat de bomen niet beschadigd worden;
- er mogen geen sporen van beschadiging zijn aan het terrein en eventuele schade zal worden hersteld op kosten van de organisatoren;
- er mogen geen activiteiten plaatsvinden in de als hooiland beheerde gedeelten van het park;
- in het bosgedeelte van het park mag niet van de paden afgeweken worden;
- er moet rekening mee gehouden worden dat het stadspark normaal sluit bij zonsondergang. Indien dit niet kan omwille van het geplande evenement moet dit overlegd worden met de verantwoordelijke dienst.
5. Het plaatsen van verlichtingen in de bomen moet zoveel mogelijk vermeden worden , omdat dit schade aan de bomen kan veroorzaken, maar ook omwille van de lichtverspreiding naar de omgeving. Vanuit Erfgoed is het dan ook aan te bevelen om met lage verlichting te werken die in hoofdzaak gericht de weg verlicht. Hoe hoger de armaturen hoe sterker de lichtverstoring naar de omgeving.
Advies team Omgevingsvergunningen en -handhaving Milieu: kader geluidsafwijkingen opgesteld door evenementenloket en goedgekeurd door college van burgemeester en schepenen wordt toegepast.
De leidraad met nr. 22/CON-104/23-25 en de stadsbijdrage voor de opdracht “Thema Mens - dienst Cultuur.Marktbevraging voor organisatie van de Parkfeesten voor de periode van 2023 tot en met 2025”, vast te stellen. De bijdrage vanuit de stad bedraagt maximaal 20 000 EUR excl. btw voor de organisatie van 4 Parkfeesten per jaar.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de concessie van diensten, procedure sui generis.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van het meerjarenplan 2020-2025 onder budgetlijn MJP000228 – AC000253.
De goedkeuring van kleine wijzigingen naar aanleiding van onderhandelingen en de goedkeuring van de overeenkomst te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen, zodat de toewijzing en goedkeuring van de overeenkomst kunnen deel uitmaken van een en dezelfde beslissing.
Op basis van artikel 21 van de beheersovereenkomst stelt het autonoom gemeentebedrijf SportAG een jaarverslag op. De raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf SportAG stelde op 22 augustus 2022 het jaarverslag 2020 vast en vraagt aan de leden van de gemeenteraad het jaarverslag 2020 goed te keuren.
het jaarverslag 2020 van het autonoom gemeentebedrijf SportAG, vastgesteld door de Raad van Bestuur van SportAG op 22 augustus 2022, en zoals gevoegd als bijlage, goed te keuren.
Op basis van 243 §2 en §3 van het Decreet Lokaal Bestuur dient de Raad van Bestuur van het autonoom gemeentebedrijf SportAG de jaarrekening ter advisering voor te leggen aan de gemeenteraad.
De Raad van Bestuur van het autonoom gemeentebedrijf SportAG stelde op 22 augustus 2022 de jaarrekening 2020 vast en vraagt aan de leden van de gemeenteraad positief advies over de jaarrekening 2020.
de jaarrekening 2020 van het autonoom gemeentebedrijf SportAG, vastgesteld door de Raad van Bestuur van het SportAG op 22 augustus 2022, en zoals gevoegd in bijlage, positief te adviseren.
Op basis van artikel 3:1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen dient de Raad van Bestuur van een autonoom gemeentebedrijf de vennootschapsjaarrekening ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad. De Raad van Bestuur van het autonoom gemeentebedrijf SportAG stelde op 22 augustus 2022 de vennootschapsjaarrekening 2020 vast en vraagt aan de leden van de gemeenteraad goedkeuring over de vennootschapsjaarrekening 2020. De leden van de gemeenteraad worden ook verzocht akte te nemen van het verslag van de bedrijfsrevisor.
de vennootschapsjaarrekening 2020 van het autonoom gemeentebedrijf SportAG, vastgesteld door de Raad van Bestuur van SportAG op 22 augustus 2022 en zoals gevoegd in bijlage, goed te keuren.
Bij aangetekend schrijven van 27 september 2022 wordt de stad Aalst uitgenodigd op de algemene vergadering TMVS dv die werd vastgesteld op dinsdag 13 december 2022 om 14u30. De vergadering zal fysiek plaatsvinden in Flanders Expo, Maaltekouter 1 te 9051 Gent, met digitale inbelmogelijkheid via ZOOM.
De raad van bestuur heeft de agenda vastgesteld en de gemeenteraad dient de agenda van de algemene vergadering van 13 december 2022 goed te keuren met volgende agendapunten en het mandaat van zijn vertegenwoordigers te bepalen:
1. Toetreding van deelnemers
2. Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge toetredingen
3. Evaluatie 2022, te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2023 (cfr. artikel 432 DLB)
4. Begroting 2023 (cfr. artikel 432 DLB)
5. Actualisering presentievergoeding
6. Statutaire benoemingen
Varia
Artikel 445 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 houdende de intergemeentelijke samenwerking;
De stad is als vennoot aangesloten bij de Tussengemeentelijke Maatschappij der Vlaanderen voor Services, Dienstverlenende verenigiging, afgekort TMVS dv.
In zittingen van 17 september 2019, 9 december 2019, 21 september 2021 en 30 november 2021 werden de vertegenwoordigers aangesteld door de gemeenteraad, namelijk raadsleden Martine De Maght, Kristiaan Van Vaerenbergh en Théodomir Nsengimana, met als plaatsvervanger raadslid Philippe Kiekens.
na onderzoek van de ter beschikking gestelde documenten, de agenda en alle afzonderlijke punten van de buitengewone algemene vergadering TMVS dv van dinsdag 13 december 2022 goed te keuren:
1. Toetreding van deelnemers
2. Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge toetredingen
3. Evaluatie 2022, te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2023 (cfr. artikel 432 DLB)
4. Begroting 2023 (cfr. artikel 432 DLB)
5. Actualisering presentievergoeding
6. Statutaire benoemingen
Varia
de aangeduide vertegenwoordigers, raadsleden Martine De Maght, Kristiaan Van Vaerenbergh en Théodomir Nsengimana met als plaatsvervanger raadslid Philippe Kiekens, op te dragen om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de buitengewone algemene vergadering van TMVS dv vastgesteld op 13 december 2022, te onderschrijven en hun stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde algemene vergadering.
een afschrift van dit besluit te versturen, (per post t.a.v. TMVS dv, p/a TMVW, Stropstraat 1 te 9000 Gent, per elektronische post, 20221213BAVTMVS@farys.be
Het eerste agendapunt handelt over de realisatie van het datanetwerk van de toekomst in Vlaanderen (het dossier Tramontana).
In het artikel 3.A.2 van de statuten van Intergem wordt in het voorwerp voorzien dat de Opdrachthoudende vereniging bevoegd is voor o.m. “het aanleggen, het exploiteren en het beschikbaar stellen van elektronische-communicatienetwerken en installaties alsook voor het vervoer van signalen langs deze openbare elektronische-communicatienetwerken”.
Gelet op het artikel 3 B van de statuten van de Opdrachthoudende vereniging Intergem waarin opgenomen is dat de Opdrachthoudende vereniging ten behoeve van haar deelnemers haar voorwerp ook mag verwezenlijken door samenwerking met andere rechtspersonen waar zij al dan niet kan in deelnemen met naleving van de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur.
Intergem doet voor de uitvoering van haar activiteiten en de daarmee verband houdende openbaredienstverplichtingen een beroep op de exploitatiemaatschappij Fluvius System Operator cv met zetel te Brusselsesteenweg 199, 9090 Melle.
Fluvius System Operator cv en Telenet BV hebben op 18 juli 2022 een bindend akkoord bereikt om samen het datanetwerk van de toekomst (met inbegrip van de fiber-to-the-home-technologie) in Vlaanderen te realiseren. De twee bedrijven zullen met dat doel een dochteronderneming (werknaam NetCo) uitbouwen die financieel en operationeel zelfstandig zal zijn.
Het datanetwerk van de toekomst zal:
De stad/gemeente is overtuigd dat de toegang van iedere burger en bedrijf tot kwaliteitsvolle en snelle dataverbindingen van cruciaal belang is. De stad/gemeente wenst op haar grondgebied maximaal in te zetten op het vlak van connectiviteit en het datanetwerk van de toekomst uit te bouwen via hoofdzakelijk een fiber-to-the-home-technologie. De stad/gemeente staat ten volle achter de ambitie om glasvezelconnectiviteit te voorzien zowel in stedelijk als in landelijk gebied en – waar dit niet mogelijk is – de huidige hybride glasvezel-coax-netwerkinfrastructuur van een upgrade te voorzien.
Deze doelstellingen kaderen binnen het algemeen en maatschappelijk belang aangezien het alle burgers en bedrijven van de stad/gemeente aanbelangt. De beslissing van de stad/gemeente, in uitvoering van haar beleid en binnen haar autonome bevoegdheid, tot het uitbouwen van openbare elektronische-communicatienetwerken op haar grondgebied wordt gekwalificeerd als een taak van stedelijk/gemeentelijk belang. De uitrol van het datanetwerk zal maximaal gebeuren in synergie met andere werken voor glasvezel en nutsvoorzieningen. Dergelijke beslissing laat het recht van de stad/gemeente in haar hoedanigheid van domeinbeheerder onverlet om op verzoek van een derde partij de nodige domeintoelatingen toe te kennen. Ook de keuze om vrij een dienstverlener als stad/gemeente te kiezen blijft behouden.
Om deze openbare elektronische-communicatienetwerken aan te leggen, te exploiteren en beschikbaar te stellen wenst de stad/gemeente een beroep te doen op de Opdrachthoudende vereniging Intergem, die door middel van haar exploitatiemaatschappij Fluvius System Operator cv de vennootschappen NetCo en HoldCo mede zal uitbouwen. In NetCo zullen de elektronische-communicatienetwerken (meer specifiek het bestaande HFC-netwerk en de overige glasvezelinfrastructuur) worden ingebracht. Na de inbreng zal NetCo instaan voor de aanleg, het beheer, de exploitatie en het beschikbaar stellen van de hogervermelde ingebrachte netwerken alsook voor de uitrol van het datanetwerk van de toekomst. De oprichting van HoldCo, waarin de aandelen NetCo worden ingebracht, biedt desgevallend en tussentijds mogelijkheden om een uitkering van cashmiddelen te kunnen voorzien voor de aandeelhouders.
Deze structuur en de centralisatie van deze netwerken in NetCo bieden de beste garanties voor de stad/gemeente om deze doelstellingen te realiseren en zo voor iedereen in Vlaanderen een efficiënt, betaalbaar en toegankelijk datanetwerk van de toekomst mogelijk te maken.
De Raad van Bestuur van Intergem heeft, overeenkomstig de artikelen 12:10 en 12:93 e.v. van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, in zitting van 8 september ll. het voorstel tot inbreng van de bedrijfstak openbare elektronische-communicatienetwerken in Fluvius System Operator cv opgesteld en goedgekeurd. In dit inbrengverslag werden de voorafgaande besluitvormingsvereisten opgenomen die gelden als opschortende voorwaarden voor de realisatie van het dossier Tramontana.
Het tweede agendapunt omvat de voorgestelde statutenwijzigingen.
Gelet op het feit dat aan het voorwerp wijzigingen worden aangebracht waarvoor de Raad van Bestuur, overeenkomstig het artikel 6:86 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, een omstandige verantwoording heeft opgemaakt.
Gelet op het feit dat de voorgestelde statutenwijzigingen hun oorsprong vinden in meerdere domeinen.
1. DOSSIER TRAMONTANA
De wijzigingen met betrekking tot het dossier Tramontana werden in geel gemarkeerd in het voorliggend ontwerp van statutenwijzigingen.
Ingevolge de door de Raad van Bestuur van Intergem besliste inbreng van bedrijfstak van de openbare elektronische-communicatienetwerken in Fluvius System Operator cv, zal Fluvius System Operator cv op haar beurt deze bedrijfstak inbrengen in de nieuw op te richten vennootschap NetCo die zal instaan voor de aanleg, het beheer, de exploitatie en het beschikbaar stellen van de hogervermelde ingebrachte netwerken alsook voor de uitrol van het datanetwerk van de toekomst. De Opdrachthoudende vereniging Intergem ontvangt daarvoor de daartoe uitgegeven aandelen K in Fluvius System Operator cv, waardoor de participatie van Intergem in de exploitatiemaatschappij wordt uitgebreid voor de activiteit openbare elektronische-communicatienetwerken. Voor de toekenning van de aandelen en de winstverdeling betreffende de activiteit openbare elektronische-communicatienetwerken wordt een onderscheid gemaakt tussen een deelnemer die reeds aangesloten was voor de activiteit openbare elektronische-communicatienetwerken (heeft recht op vergoeding voor de specifieke en algemene inbreng) en een deelnemer die dat op heden nog niet is (heeft recht op vergoeding voor de algemene inbreng). Bij Intergem is op heden geen enkele deelnemer aangesloten voor de activiteit openbare elektronische-communicatienetwerken en zal voor de vergoeding van de algemene inbreng gevraagd worden om één aandeel Ak te onderschrijven.
De wijzigingen aan de statuten met betrekking tot het dossier Tramontana betreffen in het bijzonder:
2. DOSSIER STRUCTUURWIJZIGINGEN
De wijziging met betrekking tot de structuurwijzigingen werd in blauw gemarkeerd in het voorliggend ontwerp van statutenwijzigingen en betreft de naamswijziging van Intergem in Fluvius Midden-Vlaanderen. Deze wijziging treedt in werking op 1 januari 2025.
3. OVERIGE WIJZIGINGEN
De overige wijzigingen werden in groen gemarkeerd in het voorliggend ontwerp van statutenwijzigingen en zijn een gevolg van wijzigingen van regelgeving, het schrappen van de activiteiten Fluvius GIS en Center, het rechtzetten van materiële vergissingen, enz.
Het betreft meer bepaald:
na onderzoek van de ter beschikking gestelde documenten, de agenda en alle afzonderlijke punten van de agenda van de buitengewone algemene vergadering van 15 december 2022 met volgende agendapunten goed te keuren:
1. Kennisneming en bespreking van de overeenkomst tussen Fluvius en Telenet inzake de realisatie van het datanetwerk van de toekomst in Vlaanderen (dossier Tramontana).
Zie de toelichtingsnota bij dit agendapunt alsook het agendapunt 2. Statutenwijzigingen, in het bijzonder de onderdelen 2.a, 2.b, 2.e, 2.g en 2.h ervan.
2. Goedkeuring van de statutenwijzigingen, meer in het bijzonder wat betreft :
a. Wijzigingen van het voorwerp;
b. Aanpassingen ingevolge het dossier Tramontana en de oprichting van NetCo BV en HoldCo BV van de betaande artikelen 2bis, 3, 8, 9, 17, 30 en 32 en de bijlagen 1, 1bis en 3 en toevoeging van een artikel 37ter;
c. Aanpassingen ingevolge de structuurwijzigingen van het bestaande artikel 1 (naamswijziging);
d. Aanpassingen ingevolge gewijzigde regelgeving en tekstuele correcties van de bestaande artikelen 2, 2bis, 3, 8, 9, 11, 17, 27, 30, 33 en 40 en de bijlagen 1bis en 3 en schrapping van de bijlage 2;
e. Verlenen van een machtiging aan de Secretaris van de Raad van Bestuur met mogelijkheid van subdelegatie om de definitieve benaming van NetCo BV en HoldCo BV in de statuten in te schrijven;
f. Verlenen van een machtiging aan de Secretaris van de Raad van Bestuur met mogelijkheid van subdelegatie om de statuten inclusief de bijlagen te coördineren;
g. Vaststelling van de opschortende voorwaarden met betrekking tot de statutenwijzingen;
h. Verlenen van machtiging aan de Raad van Bestuur met mogelijkheid tot subdelegatie om de al dan niet vervulling van de opschortende voorwaarden die gelden met betrekking tot het agendapunt 2 vast te stellen.
3. Verlenen van machtiging aan de Secretaris van de Raad van Bestuur met de mogelijkheid tot subdelegatie voor de opmaak en finalisering van de nodige documenten en afhandeling van de formaliteiten met betrekking tot het agendapunt 2 te actualiseren en te finaliseren, en om de beslissingen genomen in de agendapunten 2, 5, 6 en 7 bij authentieke akte te doen vaststellen.
4. Bespreking in het kader van artikel 432 van het Decreet over het Lokaal Bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2023 alsook van de door de Raad van Bestuur opgestelde begroting 2023.
5. Vaststelling van de uitkering overeenkomstig atikel 6:114 en volgende WVV.
6. (Neven)activiteiten - Aanvaarding wijziging deelnemerschap.
7. Statutaire benoemingen.
8. Statutaire mededelingen.
zijn goedkeuring te hechten aan de voorgestelde statutenwijzigingen van Intergem aangaande het dossier Tramontana, met inbegrip van de voorgestelde wijziging van het voorwerp, wat impliceert dat de stad/gemeente geacht wordt aangesloten te zijn bij Intergem voor de activiteit openbare elektronische-communicatienetwerken. Door deze goedkeuring verricht de stad/gemeente haar beheersoverdracht met betrekking tot de activiteit openbare elektronische-communicatienetwerken (het aanleggen, exploiteren en het beschikbaar stellen van openbare elektronische-communicatienetwerken en installaties alsook voor het vervoer van signalen langs deze elektronische-communicatienetwerken in het kader van het voorwerp van de Opdrachthoudende vereniging) alsook de hiermee gepaard gaande inbreng overeenkomstig artikel 9 van de statuten.
Deze uitbreiding van de aansluiting van de gemeente/stad tot de activiteit openbare elektronische-communicatienetwerken bij de Opdrachthoudende verenging Intergem zal ter aanvaarding worden voorgelegd aan de buitengewone algemene vergadering.
De gemeente zal na aanvaarding door de buitengewone algemene vergadering worden uitgenodigd om één aandeel Ak te onderschrijven ter waarde van 25 euro.
Deze wijzigingen treden in werking op 1 januari 2023 onder de opschortende voorwaarde van de effectieve realisatie van het dossier Tramontana met het operationeel zijn van HoldCo en NetCo (cf. het inbrengverslag).
ingevolge de beslissing genomen in de artikelen 1 en 2 wordt de activiteit zoals omschreven in 3.A.2 van de statuten toevertrouwd aan de Opdrachthoudende vereniging Intergem die – door middel van haar exploitatiemaatschappij Fluvius System Operator cv – hiervoor een beroep zal doen op haar dochtervennootschap NetCo, wat mogelijk is overeenkomstig artikel 3.B van de statuten.
zijn goedkeuring te hechten aan de voorgestelde statutenwijziging van Intergem met betrekking tot de structuurwijzigingen (naamswijziging).
Deze wijziging treedt in werking op 1 januari 2025.
zijn goedkeuring te hechten aan de voorgestelde statutenwijzigingen van Intergem met betrekking tot de overige wijzigingen, met inbegrip van de voorgestelde wijziging van het voorwerp.
Deze wijzigingen treden in werking op 1 januari 2022 met uitzondering van de wijziging van artikel 30 punt 4b en de bijlage 2 die van toepassing blijven tot en met 31 december 2022.
de vertegenwoordiger van de stad Aalst, mevrouw Caroline De Meerleer met als plaatsvervanger de heer Vincent Delforge, die zal deelnemen aan de buitengewone algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging Intergem op 15 december 2022 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing;
de kennisgeving van voormelde beslissing te verrichten aan de opdrachthoudende vereniging Intergem, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be
Per aangetekend schrijven van 5 oktober 2022, wordt de stad uitgenodigd op de buitengewone algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging TMVW, op vrijdag 16 december 2022 om 14.30 u die fysiek zal plaatsvinden in Flanders Expo te Gent (Maaltekouter 1), met digitale inbelmogelijkheid via ZOOM.
De gemeenteraad dient de agenda van de buitengewone algemene vergadering van 16 december 2022 goed te keuren met volgende agendapunten en het mandaat van zijn vertegenwoordigers te bepalen:
2. Actualisering van bijlage 2 aan de statuten ingevolge wijzigingen in deelnemers en/of kapitaal
3. Evaluatie 2022, te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2023 (cfr. artikel 432 DLB)
4. Begroting 2023 (cfr. artikel 432 DLB)
5. Actualisering presentievergoeding ingevolge indexaanpassing
6. Statutaire benoemingen
7. Statutenwijziging
7.1. Toelichtende nota bij de statutenwijziging met artikelsgewijze bespreking
7.2. Nieuwe tekst van de statuten
8. Overboeking van het (oorspronkelijk) vast kapitaal (rekening 111 Onbeschikbare inbreng buiten het kapitaal) naar een beschikbare eigenvermogensrekening
9. Overboeking van de in het verleden aangelegde wettelijke reserves (rekening 1311 Statutair onbeschikbare reserves) naar een beschikbare eigenvermogensrekening
10. Overboeking van de in het verleden aangelegde uitgiftepremie (rekening 1110 Uitgiftepremie) naar een beschikbare eigenvermogensrekening
11. Volmachten
Varia
Met betrekking tot punt 7 van de agenda, 'Statutenwijziging', werden reeds op 15 september 2022 per aangetekende zending de documenten betreffende de voorgestelde statutenwijziging overgemaakt aan de deelnemers.
Artikel 42 van de statuten, voorlaatste alinea, bepaalt immers:
Over iedere wijziging van de statuten moet in de gemeenteraden worden beraadslaagd en beslist. Te dien einde wordt door de raad van bestuur het ontwerp aan de deelnemers meegedeeld negentig (90) dagen voor de algemene vergadering. Aan de aangesloten gemeenten wordt een rappel gestuurd gelijktijdig met de oproepingsbrief. Deze documenten vermelden de bepalingen van onderhavige alinea. Elke deelnemer die zijn standpunt niet tijdig heeft genomen en meegedeeld, wordt geacht zich te onthouden. De onthouding bepaalt het mandaat van hun vertegenwoordiger(s) op de algemene vergadering.
In herinnering, artikel 432 3e alinea van het DLB bepaalt:
'... De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger wordt herhaald voor elke algemene vergadering...'
Artikel 445 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 houdende de intergemeentelijke samenwerking bepaalt dat de deelnemende gemeenten hun vertegenwoordigers voor een algemene vergadering van een opdrachthoudende vereniging bij gemeenteraadsbesluit dienen aan te wijzen uit de leden van de gemeenteraad en dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordigers dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering;
In zitting van 27 februari 2019, 17 september 2019, 26 mei 2020, 15 december 2020 en 20 september 2022 werden de vertegenwoordiger aangesteld door de gemeenteraad, raadslid Raf Sidorski en raadslid Martine De Maght met als plaatsvervanger Dirk Verleysen.
na onderzoek van de ter beschikking gestelde documenten, de agenda van de buitengewone algemene vergadering van 16 december 2022 met volgende agendapunten goed te keuren:
2. Actualisering van bijlage 2 aan de statuten ingevolge wijzigingen in deelnemers en/of kapitaal
3. Evaluatie 2022, te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie 2023 (cfr. artikel 432 DLB)
4. Begroting 2023 (cfr. artikel 432 DLB)
5. Actualisering presentievergoeding ingevolge indexaanpassing
6. Statutaire benoemingen
7. Statutenwijziging
7.1. Toelichtende nota bij de statutenwijziging met artikelsgewijze bespreking
7.2. Nieuwe tekst van de statuten
8. Overboeking van het (oorspronkelijk) vast kapitaal (rekening 111 Onbeschikbare inbreng buiten het kapitaal) naar een beschikbare eigenvermogensrekening
9. Overboeking van de in het verleden aangelegde wettelijke reserves (rekening 1311 Statutair onbeschikbare reserves) naar een beschikbare eigenvermogensrekening
10. Overboeking van de in het verleden aangelegde uitgiftepremie (rekening 1110 Uitgiftepremie) naar een beschikbare eigenvermogensrekening
11. Volmachten
Varia
om de aangeduide vertegenwoordiger(s)/plaatsvervangend vertegenwoordiger, zijnde raadsleden Martine De Maght en Raf Sidorski met als plaatsvervanger raadslid Dirk Verleysen op te dragen om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de buitengewone algemene vergadering van TMVW ov vastgesteld op 16 december 2022, te onderschrijven en haar/zijn (hun) stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de (gemeente)raad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde buitengewone algemene vergadering.
een afschrift van dit besluit over te maken aan TMVW (per post t.a.v. TMVW ov, Stropstraat 1 te 9000 Gent, of per elektronische post naar 20221216BAVTMVW@farys.be)
De Raad van Bestuur van cultuurcentrum De Werf werd opgericht om het stadsbestuur bij te staan bij het beheer en de exploitatie van het cultuurcentrum en haar randaccommodaties, zoals deze haar door de gemeenteraad worden toegewezen.
De fractie Lijst A wenst mevrouw Marly D'Hooghe te vervangen in de de Raad van Bestuur van CC De Werf, en vraagt de raad hier akte van te nemen.
De installatie van de vernieuwde gemeenteraad op 7 januari 2019;
De installatie van de Raad van Bestuur CC De Werf op de gemeenteraad van 22 oktober 2019;
Het organiek reglement Raad van Bestuur cultuurcentrum De Werf, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 26 juni 2019.
akte te nemen van het ontslag van mevrouw Marly D'Hooghe in de Raad van Bestuur van CC De Werf.
Ten gevolge van de tijdelijke verhindering van mevrouw Fatma Yildiz als lid van de gemeenteraad, kan zij niet meer zetelen als lid en als plaatsvervanger in de gemeenteraadscommissies, alsook als fractievoorzitter in de afdeling fractievoorzitters en -ondervoorzitters. Zij laat zich bijgevolg tijdelijke vervangen in onderstaande commissies en in de afdeling fractievoorzitters en -ondervoorzitter als:
Er dienen nieuwe benoemingen te gebeuren voor deze mandaten vanuit de Groen fractie en dit met ingang vanaf 1 november 2022.
Het decreet Lokaal Bestuur, meer bepaald art. 12, art. 14, art.37, art. 70 en art. 71.
Het decreet Lokaal Bestuur art; 105 paragraaf 2
De benoeming van Fatma Yildiz op de gemeenteraad van 26 maart 2019 als:
De aktename van de verhindering van Fatma Yildiz op de gemeenteraad van 25 oktober 2022.
Raadslid Maxine Mc Kenzie te benoemen als effectief lid in de Commissie toerisme, bevolking, burgerlijke stand, senioren, dierenwelzijn, productontwikkeling en -beheer, onthaal met ingang van 1 november 2022.
Raadslid Maxine Mc Kenzie te benoemen als effectief lid in de Commissie veiligheid (politie, hulpverleningszone, GAS, integrale veiligheid en noodplanning) met ingang van 1 november 2022.
Raadslid Maxine Mc Kenzie te benoemen als effectief lid in de Commissie onderwijs, bibliotheek, Europese en internationale samenwerking, erfgoed, museum, archief, vreemdelingenzaken, inburgering en Vlaams karakter met ingang van 1 november 2022.
Raadslid Maxine Mc Kenzie te benoemen als plaatsvervanger in de Commissie sociale zaken, wonen, welzijn, ouderenzorg en samenleving met ingang van 1 november 2022.
Raadslid Maxine Mc Kenzie te benoemen als plaatsvervanger in de Commissie economie, klimaat, milieu en natuur, gezin, energie met ingang van 1 november 2022.
Raadslid Ingmar Baeyens te benoemen als fractieondervoorzitter in de Afdeling Fractievoorzitters en -ondervoorzitters met ingang van 1 november 2022.
Door de burgemeester werd op 27 september 2022 een dringende politieverordening uitgevaardigd houdende extra maatregelen gedurende de Prinsenverkiezing van zaterdag 8 oktober 2022 van 18 u tot en met zondag 9 oktober 2022 te 3u op de Grote Markt van de stad Aalst.
Deze politieverordening dient bekrachtigd te worden door de gemeenteraad.
Artikelen 134 en 135§2,1° van de Nieuwe Gemeentewet.
de politieverordening uitgevaardigd d.d. 27 september 2022 houdende extra maatregelen gedurende de Prinsenverkiezing van zaterdag 8 oktober 2022 van 18 u tot en met zondag 9 oktober 2022 te 3u op de Grote Markt van de stad Aalst , zoals toegevoegd in bijlage, te bekrachtigen.
Op 21 september 2021 heeft de gemeenteraad beslist het reglement voor structureel telewerk goed te keuren. In dit reglement is vastgelegd dat medewerkers die structureel telewerken 2 EUR per dag telewerkvergoeding zullen ontvangen.
Op 23 december 2021 heeft het college van burgemeester en schepenen beslist akkoord te gaan met een reeks maatregelen voor een versterkend personeelsbeleid, waaronder:
Er werd een ruling aangevraagd bij de fiscus zodat deze specifieke maatregelen voor LOA in de praktijk kunnen omgezet worden.
Ruling forfaitaire vergoeding telewerk van 25 EUR per maand:
Op 17 mei 2022 werd de dienst Personeel en organisatie op de hoogte gebracht dat het college van de Dienst Voorafgaande Beslissingen op 17 mei 2022 beslist heeft de ruling van LOA goed te keuren voor een maximumbedrag van 50 EUR per maand en dit voor een periode van 5 jaar. Het is bijgevolg fiscaal mogelijk om de structurele telewerkers een maandelijks forfaitair bedrag van 25 EUR uit te betalen.
Ruling forfaitaire onkostenvergoeding van 300 EUR:
Het is niet mogelijk een ruling te bekomen om medewerkers éénmalig een forfaitaire onkostenvergoeding uit te betalen van 300 EUR.
In de Circulaire 2021/C/20 wordt de mogelijkheid voorzien om terugbetaling te doen van gemaakte kosten van materialen die het mogelijk maken om de beroepsactiviteit thuis op normale wijze uit te voeren. Dit kan enkel op voorwaarde dat de werkelijke bewijsstukken worden voorgelegd.
Daarom werd deze alternatieve piste uitgewerkt zodat de maatregel tot een versterkend personeelsbeleid toch mogelijk kan gemaakt worden, zonder de regels van fiscaliteit met de voeten te treden:
De medewerker die structureel telewerkt heeft recht op een terugbetaling van maximaal 300 EUR per 5 jaar voor materiaal om een papierloos binnenkantoor in te richten, na voorlegging van facturen en aankoopbewijzen.
De periodes lopen van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024, van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2029,...
Fiscale regeling:
Beide vergoedingen kunnen in aanmerking worden genomen als een eigen kost van de werkgever waardoor de vergoedingen uitgesloten worden van het loonbegrip, zodat ze niet onderworpen zijn aan RSZ, bedrijfsvoorheffing of belasting.
Onze medewerkers zijn ons grootste kapitaal. Ze zijn de bouwstenen van onze organisatie, onze grootste ambassadeurs en bepalen mee het succes van het Lokaal overheidsbedrijf Aalst (Stad Aalst, OCMW Aalst, SportAg, AGSA en vzw BEA). Een op performantie gedreven en wendbare organisatie, daar werken we elke dag aan om dit te realiseren. Daarom kunnen we niet zonder sterke medewerkers en een uitgekiend HR-beleid.
Opdat alle medewerkers binnen het LOA (het Lokaal overheidsbedrijf Aalst) zich gewaardeerd voelen, werd het FenomenAalst-traject opgestart. Het resultaat is een concreet en gediversifieerd personeelsactieplan dat als doel heeft om onze huidige en toekomstige medewerkers doorheen de organisatie goesting te (blijven) geven om te werken binnen het LOA. Binnen dit project kadert de beslissing van het vast bureau om enkele maatregelen goed te keuren voor een versterkend personeelsbeleid.
De 2 EUR telewerkvergoeding wordt vervangen door een forfaitair maandelijks bedrag van 25 EUR, uit te betalen met terugwerkende kracht met ingang van 1 januari 2022 (Ruling).
Aangezien de fiscus een éénmalige forfaitaire vergoeding van 300 EUR niet kon goedkeuren werd er voor een alternatieve piste gekozen: een terugbetaling van de werkelijk gemaakte kosten met een maximum van 300 EUR per 5 jaar om er voor te zorgen dat de telewerker thuis kan werken in hetzelfde comfort als op kantoor. Dit voor medewerkers in dienst op datum van de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Er werd een voorstel tot nieuw reglement structureel telewerk opgemaakt zoals gevoegd bij dit besluit.
Gevolgde procedure:
Het voorstel tot terugbetaling van bureelmateriaal werd besproken op het gemeenschappelijk managementteam op 14 juni 2022.
Het ontwerp van het reglement structureel telewerk werd goedgekeurd op het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau van 27 juni 2022.
Het ontwerp werd besproken met de representatieve vakorganisaties in het bijzonder onderhandelingscomité van 20 juli 2022 en in het hoog overlegcomité van 20 juli 2022.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017
akte te nemen van de beslissing van de fiscus om de ruling voor LOA goed te keuren van een forfaitair bedrag voor structureel telewerk.
het gewijzigde reglement structureel telewerk, zoals gevoegd als bijlage bij dit besluit goed te keuren.
de uitbetaling van een forfaitaire vergoeding van 25 EUR per maand bij structureel telewerk goed te keuren met ingang van 1 januari 2022.
de terugbetaling van de werkelijk gemaakte kosten met een maximum van 300 EUR per 5 jaar voor de medewerkers in dienst vanaf de datum van de beslissing van de gemeenteraad goed te keuren.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Deniz Özkan.
Een op de vier kinderen gaat met honger naar school, in Aalst gaan er 250 à 350 kinderen en leerlingen geregeld met een lege brooddoos naar school. We merken dat veel scholen hier iets aan willen doen, maar niet goed weten hoe ze het moeten aanpakken. Anno 2022, in een welvarende regio als de onze, is dat onaanvaardbaar. Het zorgt voor ongelijkheid en het past totaal niet in het plaatje die we als centrumstad naar voren willen brengen (gelijke kansen bieden voor elk kind). Een kind moet zich concentreren op zijn/haar oefenpakket en niet op de stress, de honger en de schaamte dat dit probleem met zich meebrengt.
Er zijn concrete oplossingen. Dat is al bewezen in Antwerpen in een coalitie waar uw partij deel van uitmaakt. Daar loopt een project Smakelijke school met de stad, met scholen en met lokale organisaties, om ervoor te zorgen dat kinderen een gezonde maaltijd krijgen op school. Het kan dus en het gebeurt ook, als lokale besturen – zoals in Antwerpen, in Gent en vele andere gemeenten het kunnen waarom dan wij niet als Centrumstad?
vragen:
Bent u bereid om dit project en eventueel andere projecten te onderzoeken om ervoor te zorgen dat elk kind in Aalst en deelgemeenten kan rekenen op een gezonde maaltijd op school?
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Deniz Özkan aangaande 'Het probleem van de lege brooddozen'.