De notulen van de openbare vergadering van de gemeenteraad van 25 oktober 2022 werden vanaf dinsdag 22 november 2022 ter inzage gelegd van de leden van de raad.
Er werden geen verdere opmerkingen geformuleerd.
Artikel 32, 277 §1 en 278 §1 van het decreet lokaal bestuur en artikel 5 van het reglement van orde van de gemeenteraad
De notulen van de openbare vergadering van de gemeenteraad van 25 oktober 2022 goed te keuren.
De Politiezone Aalst 5440 wenst via federaal raamcontract een voertuig voor troepentransport aan te kopen ter vervanging van een afgeschreven voertuig. Het voertuig zal ingezet worden in het kader van HYCAP. Het team HYCAP ('Gehypothekeerde Capaciteit') zorgt voor de handhaving van de openbare orde door het vrijwaren, en eventueel het herstellen van de openbare rust, veiligheid en de openbare gezondheid in het algemeen en in het verkeer in het bijzonder.
De Politiezone Aalst 5440 stelt voor een voertuig voor troepentransport aan te kopen via federaal raamcontract 2021 R3 157.
De kostprijs voor deze aankoop bedraagt 145 000,29 EUR incl. btw.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten meer bepaald artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale en artikel 43.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, in het bijzonder artikel 85 en 86 (B.S. 5 januari 1999).
De omzendbrief BA/2001/13 van 7 september 2001 – Nieuwe Lokale Politie – eengemeentezones en meergemeentezones – administratief toezicht – specifiek toezicht en gewoon toezicht.
Het schrijven van 18 oktober 2001 vanwege de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen inzake het toezicht op politiemateries.
De voorwaarden van de opdracht “Politiezone Aalst 5440. Aankoop van een voertuig voor troepentransport via federaal raamcontract” worden vastgesteld. De kostprijs bedraagt 145 000,29 EUR incl. btw.
Bovengenoemde opdracht wordt geplaatst via federaal raamcontract 2021 R3 157.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van de Politiezone Aalst 5440 onder budgetlijn 33000/743-98.
De Politiezone Aalst 5440 wenst een voertuig aan te kopen ter vervanging van een afgeschreven voertuig. Het gaat om een volledig elektrisch aangedreven voertuig voor de dienst Verkeer.
De Politiezone Aalst 5440 stelt voor het voertuig aan te kopen via de raamovereenkomst van “gestroomd.be”, dit is een initiatief van de Vlaamse Streekintercommunales wordt gestuurd door IGEMO.
De kostprijs voor deze aankoop bedraagt 76 321,65 EUR incl. btw. Daarnaast vraagt de aankoopcentrale een “commissie uitvoerende administratie” van 847 EUR incl. btw.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten meer bepaald artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale en artikel 43.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, in het bijzonder artikel 85 en 86 (B.S. 5 januari 1999).
De omzendbrief BA/2001/13 van 7 september 2001 – Nieuwe Lokale Politie – eengemeentezones en meergemeentezones – administratief toezicht – specifiek toezicht en gewoon toezicht.
Het schrijven van 18 oktober 2001 vanwege de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen inzake het toezicht op politiemateries.
De voorwaarden van de opdracht “Politiezone Aalst 5440. Aankoop van een politievoertuig via de raamovereenkomst van de aankoopcentrale “gestroomd.be”” vast te stellen. De kostprijs van het voertuig bedraagt 76 321,65 EUR incl. btw. Daarnaast vraagt de aankoopcentrale een “commissie uitvoerende administratie” van 847 EUR incl. btw.
Bovengenoemde opdracht te plaatsen via de raamovereenkomst “duurzame voertuigen” van aankoopcentale “gestroomd.be”.
De uitgave voor deze opdracht te voorzien met het investeringsbudget van de Politiezone Aalst 5440 onder budgetlijn 33000/743-98.
Deze aankoop betreft de verderzetting van de geleidelijke en noodzakelijke vernieuwing van de radiocommunicatiemiddelen binnen de Politie Aalst. Met deze aankoop wil men de resterende diensten uitrusten met nieuwe radio’s en de nodige accessoires. De Politiezone Aalst wenst deze radiocommunicatiemiddelen en -accessoires aan te kopen via het raamcontract van ASTRID.
De naamloze vennootschap van publiek recht ASTRID werd opgericht in 1998 op initiatief van de federale en lokale overheden om een gezamenlijk communicatienetwerk voor alle hulp- en veiligheidsdiensten uit te bouwen. ASTRID is een operator die politie, brandweer en andere hulpdiensten in staat stelt om efficiënt te communiceren, om zo het goede verloop van de operaties op het terrein en de veiligheid van de burger te verzekeren.
De Politiezone Aalst 5440 stelt voor de radiocommunicatieapparatuur aan te kopen via het raamcontract van ASTRID (CD-MP-OO-60).
De kostprijs voor deze aankoop bedraagt 131 328,32 EUR incl. btw.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald bepaald artikels 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale en artikel 43.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, in het bijzonder artikel 85 en 86 (B.S. 5 januari 1999).
De omzendbrief BA/2001/13 van 7 september 2001 – Nieuwe Lokale Politie – eengemeentezones en meergemeentezones – administratief toezicht – specifiek toezicht en gewoon toezicht.
Het schrijven van 18 oktober 2001 vanwege de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen inzake het toezicht op politiemateries.
De voorwaarden van de opdracht “Politiezone Aalst 5440. Aankoop van radiocommunicatiemiddelen en -accessoires via raamcontract ASTRID” worden vastgesteld. De kostprijs bedraagt 131 328,32 EUR incl. btw.
Bovengenoemde opdracht wordt geplaatst via het raamcontract van ASTRID (CD-MP-OO-60).
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget 2022 van de Politiezone Aalst 5440 onder budgetlijn 33000/744-51 (MJP000113).De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget 2022 van de Politiezone Aalst 5440 onder budgetlijn 33000/744-51 (MJP000113).
Overwegende dat een inspecteur van politie van de directie Basispolitiezorg, dienst Backoffice, mobiliteit maakt naar een andere zone;
Overwegende dat door dit vertrek een betrekking van inspecteur niet meer zal zijn ingevuld;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Onthaal-Backoffice is aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, dienst Onthaal-Backoffice, vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende het advies van de korpschef om overeenkomstig artikel VI.II.61 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten als tweede lid van de selectiecommissie een personeelslid van operationeel kader van het eigen korps aan te wijzen;
De vigerende regelgeving stelt dat het vacant verklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoren.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Onthaal-Backoffice, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
Overwegende dat een inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Meldkamer, intern zal verschuiven naar een andere dienst;
Overwegende dat daardoor een betrekking van inspecteur van politie binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Meldkamer niet meer zal ingevuld zijn;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Meldkamer is aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Meldkamer, vacant te verklaren;
Overwegende dat het belangrijk is de continuïteit van onze diensten te kunnen verzekeren;
Gelet op de lange doorlooptijd van de mobiliteitsprocedure:
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende dat bij ontstentenis aan kandidaten de vacature zal gepubliceerd worden via externe werving;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Meldkamer, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
met betrekking tot deze vacature in het bijzonder te vermelden dat, onder de wettelijke voorwaarden, aan de betrekking de functietoelage ‘Nabijheidspolitie’ gekoppeld is;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegend dat in het gemeenteraadsbesluit 2022_GR_00025 een vacant verklaring werd goedgekeurd voor een betrekking bij de directie Mens en Organisatie, dienst Logistiek;
Overwegend dat deze betrekking via interne verschuiving zal worden ingevuld;
Overwegende dat een personeelslid CALog C van de directie Basispolitiezorg, dienst Secretariaat intern zal verschuiven naar de directie Mens en Organisatie, dienst Logistiek;
Overwegende dat hierdoor een betrekking vrijkomt voorzien voor een personeelslid van het administratief en logistiek kader (CALog-kader), niveau C, gemene graad Assistent, directie Basispolitiezorg, dienst Secretariaat;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende dat bij ontstentenis van (geschikte) kandidaten via het systeem van de mobiliteit beroep kan worden gedaan, in chronologische volgorde, op de wettelijk voorziene externe statutaire aanwerving of, in voorkomend geval, contractuele werving van bepaalde duur van maximum 12 maanden;
De vigerende wetgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoren.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst waarbij de personeelsformatie o.a. werd uitgebreid;
in de formatie van het administratief en logistiek kader van de Lokale Politie Aalst een betrekking van het niveau C, gemene graad Assistent, directie Basispolitiezorg, dienst Secretariaat BPZ, vacant te verklaren, in chronologische volgorde, via het systeem van de mobiliteit, de wettelijk voorziene externe statutaire aanwerving of, in voorkomend geval, contractuele werving van bepaalde duur van maximaal 12 maanden
Overwegende dat een inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, via mobiliteit de zone zal verlaten;
Overwegende dat daardoor een betrekking van inspecteur van politie binnen de dienst Interventie niet meer zal ingevuld zijn;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Interventie is aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de
lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
met betrekking tot deze vacature in het bijzonder te vermelden dat, onder de wettelijke voorwaarden, aan de betrekking de functietoelage ‘Nabijheidspolitie’ gekoppeld is;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat een aantal hoofdinspecteurs van politie, directie Basispolitiezorg in NAVAP kunnen gaan;
dat hierdoor een aantal betrekkingen van hoofdinspecteur van politie niet meer zal ingevuld zijn;
de continuïteit van de Lokale Politie Aalst op het grondgebied dient verzekerd te worden;
er de goedkeuring is binnen het budgetconclaaf van 08/11/2022
Overwegende 4 plaatsen van hoofdinspecteur van Politie bij de Lokale Politie Aalst vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones en bij ontstentenis aan kandidaten in de mobiliteit deze kunnen aangeworven worden via de externe weg;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de
lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst 4 betrekkingen van hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit en/of via externe weg;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat een aantal inspecteurs van politie, directie Basispolitiezorg in NAVAP kunnen gaan;
dat hierdoor een aantal betrekkingen van inspecteur van politie niet meer zal ingevuld zijn;
de continuïteit van de Lokale Politie op het grondgebied dient verzekerd te worden;
er de goedkeuring is binnen het budgetconclaaf van 08/11/2022
Overwegende 10 plaatsen van inspecteur van Politie bij de Lokale Politie Aalst vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones en bij ontstentenis aan kandidaten in de mobiliteit deze kunnen aangeworven worden via de externe weg;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de
lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst 10 betrekkingen van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit en/of via externe weg;
met betrekking tot deze vacature in het bijzonder te vermelden dat, onder de wettelijke voorwaarden, aan de betrekking de functietoelage ‘Nabijheidspolitie’ gekoppeld is;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat een inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, een interne verschuiving maakt naar een andere dienst;
Overwegende dat daardoor een betrekking van inspecteur van politie binnen de dienst Interventie niet meer zal ingevuld zijn;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Interventie is aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de
lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
met betrekking tot deze vacature in het bijzonder te vermelden dat, onder de wettelijke voorwaarden, aan de betrekking de functietoelage ‘Nabijheidspolitie’ gekoppeld is;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat een inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, een interne verschuiving maakt naar een andere dienst;
Overwegende dat daardoor een betrekking van inspecteur van politie binnen de dienst Interventie niet meer zal ingevuld zijn;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Interventie is aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de
lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
met betrekking tot deze vacature in het bijzonder te vermelden dat, onder de wettelijke voorwaarden, aan de betrekking de functietoelage ‘Nabijheidspolitie’ gekoppeld is;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat een inspecteur van politie, specialisatie motorrijder, directie Basispolitiezorg, dienst Verkeer, in aanmerking komt voor non-activiteit voorafgaand aan het pensioen (NAVAP);
Overwegende dat daardoor een betrekking van inspecteur van politie, specialisatie motorrijder, binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Verkeer niet meer zal ingevuld zijn;
Overwegende dat met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Verkeer het is aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, specialisatie motorrijder, vacant te verklaren binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Verkeer;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones.
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Politie Aalst.
in de formatie van het operationeel personeel van de Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, specialisatie motorrijder, directie Basispolitiezorg, dienst Verkeer, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit.
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat een hoofdinspecteur van de directie Basispolitiezorg , dienst Interventie in aanmerking komt voor non-activiteit voorafgaand aan het pensioen (NAVAP);
Overwegende dat er door deze NAVAP binnen de Lokale Politie Aalst een betrekking voor een hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg , dienst Interventie zo niet meer is ingevuld;
Overwegende dat met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst het is aangewezen een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg , vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende het advies van de korpschef om overeenkomstig artikel VI.II.61 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten als tweede lid van de selectiecommissie een personeelslid van operationeel kader van het eigen korps aan te wijzen;
De vigerende regelgeving stelt dat het vacant verklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat er binnen de Lokale Politie Aalst een hoofdinspecteur van politie, dienst recherche, voldoet aan de voorwaarden om in non-activiteit voorafgaand aan het pensioen te gaan;
Overwegende dat door de mogelijke NAVAP een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorgdienst, dienst Recherche, niet meer zal zijn ingevuld;
Overwegende de continuïteit van de dienst recherche te verzekeren;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Recherche is aangewezen een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Recherche, vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende het advies van de korpschef om overeenkomstig artikel VI.II.61 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten als tweede lid van de selectiecommissie een personeelslid van operationeel kader van het eigen korps aan te wijzen;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Recherche, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
met betrekking tot de vacature in het bijzonder te vermelden dat kandidaten die niet over het vereiste brevet beschikken ook mee kunnen postuleren voor de betrekking, maar de wettelijk voorziene voorrang dienen te verlenen aan eventuele geschikt bevonden brevethouders;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat een hoofdinspecteur van de directie Netwerken, dienst Autonome Politionele Opsporingen (APO) in aanmerking komt voor non-activiteit voorafgaand aan het pensioen (NAVAP);
Overwegende dat er door deze NAVAP binnen de Lokale Politie Aalst een betrekking voor een hoofdinspecteur van politie, directie Netwerken, dienst Autonome Politionele Opsporingen (APO) niet meer is ingevuld;
Overwegende dat met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst het is aangewezen een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Netwerken, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende het advies van de korpschef om overeenkomstig artikel VI.II.61 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten als tweede lid van de selectiecommissie een personeelslid van operationeel kader van het eigen korps aan te wijzen;
De vigerende regelgeving stelt dat het vacant verklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Netwerken, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat een hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, een interne verschuiving zal maken naar een andere dienst;
Overwegende dat daardoor een betrekking van hoofdinspecteur van politie binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Interventie niet meer zal zijn ingevuld;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Interventie is aangewezen een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van hoofdinspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat een inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, sociale promotie zal maken naar het middenkader en hiervoor gestart is aan de opleiding;
dat hierdoor een betrekking van inspecteur van politie binnen de dienst Interventie niet meer zal ingevuld zijn;
Versterking van de dienst MIWA is noodzakelijk gezien de steeds hogere werklast;
Overwegende dat de functie van inspecteur van Politie bij de dienst Interventie geheroriënteerd zal worden naar de dienst MIWA en dat hierdoor een betrekking van inspecteur van Politie op de dienst MIWA vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones en bij ontstentenis aan kandidaten in de mobiliteit deze kunnen aangeworven worden via de externe weg;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de
lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst MIWA, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit en/of via externe weg;
met betrekking tot deze vacature in het bijzonder te vermelden dat, onder de wettelijke voorwaarden, aan de betrekking de functietoelage ‘Nabijheidspolitie’ gekoppeld is;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat een inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, die afwezig is wegens NAPA (Non-activiteit wegens Persoonlijke aangelendheden);
Overwegende dat daardoor een betrekking van inspecteur van politie binnen de dienst Interventie niet meer zal ingevuld zijn;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Interventie is aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones of bij ontstentenis aan kandidaten dit via externe weg kan gebeuren;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de
lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit en/of via externe aanwerving;
met betrekking tot deze vacature in het bijzonder te vermelden dat, onder de wettelijke voorwaarden, aan de betrekking de functietoelage ‘Nabijheidspolitie’ gekoppeld is;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat een inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, sociale promotie zal maken naar het middenkader en hiervoor gestart is aan de opleiding;
Overwegende dat daardoor een betrekking van inspecteur van politie binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Interventie niet meer zal ingevuld zijn;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Interventie is aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren;
Overwegende dat het belangrijk is de continuïteit van onze diensten te kunnen verzekeren;
Gelet op de lange doorlooptijd van de mobiliteitsprocedure:
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende dat bij ontstentenis aan kandidaten de vacature zal gepubliceerd worden via externe werving;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
bij niet invulling van deze vacature kunnen kandidaten via externe weg worden aangetrokken;
met betrekking tot deze vacature in het bijzonder te vermelden dat, onder de wettelijke voorwaarden, aan de betrekking de functietoelage ‘Nabijheidspolitie’ gekoppeld is;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Gelet op het ontwerp van begroting voor het dienstjaar 2023 en de voorgeschreven bijlagen;
Gelet op het advies van de begrotingscommissie van 7 of 14 november 2022, ingesteld bij artikel 11 van het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het Algemeen Reglement op de Boekhouding van de Lokale Politie en door de gemeenteraad;
Overwegende dat de toelage van de stad Aalst aan de Lokale Politie Aalst moet passen in een sluitende stadsbegroting 2023.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet, inzonderheid artikel 96, en het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
Gelet op de bepalingen van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, inzonderheid artikel 33 en 34;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 5 september 2001, houdende algemeen reglement op de boekhouding van de lokale politie.
de begroting van de Lokale Politie Aalst voor het dienstjaar 2023, zoals gevoegd als bijlage bij het gemeenteraadsbesluit, vast te stellen.
Gewone dienst | Buitengewone dienst | |
Ontvangsten | 35.056.889,17 | 3.933.000,00 |
uitgaven | 35.056.889,17 | 3.933.000,00 |
Geraamd Resultaat van het Dienstjaar | 0,00 | 0,00 |
Geraamd begrotingsresultaat van het vorig jaar | 0,00 | 0,00 |
Geraamd algemeen begrotingsresultaat | 0,00 | 0,00 |
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Théodomir Nsengimana.
Bij de invoering van het vervoersplan regio Aalst twee jaar geleden vroeg CD&V Aalst of het stadbestuur de mogelijkheid tot de invoering van taxicheques voor minder mobiele bejaarden en personen met een handicap kon bekijken als aanvullend vervoermogelijkheid op het klassieke busnetwerk. De schepen beloofde toen om dit te gaan onderzoeken. Op de website van https://www.meermobiel.be/taxicheques lezen we ondertussen dat 10 van 13 centrumsteden en heel wat andere gemeenten hun bewoners die minder mobiel zijn de mogelijkheid bieden om gebruik te maken van taxicheques. Terwijl de mobiliteit een basisrecht is, is het openbare vervoer helaas niet evident voor heel wat bejaarden of mensen met een handicap. Taxi is voor hen het ideale vervoermiddel maar helaas ook het duurste.
Vraag:
Heeft het stadsbestuur concrete stappen gezet om taxicheques in te voeren voor onze minder mobiele inwoners met beperkt inkomen en die zich moeilijk kunnen verplaatsen met het openbare vervoer?Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Théodomir Nsengimana aangaande 'Stand van zaken van de invoering van taxicheques in Aalst'.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Steve Herman.
Net op het moment dat de ziekenhuizen op adem hoopten te komen na twee zware coronajaren dreigen fors gestegen energiekosten en (loon)inflatie veel van hen dit jaar alsnog in de rode cijfers te duwen. Dat blijkt uit een financiële doorlichting van de sector door Belfius die eerder deze maand werd gepubliceerd. Ook de WZC’s kampen met dezelfde uitdagingen.
Vragen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Steve Herman aangaande 'Impact stijgende energieprijzen en loonindexering op WZC’s en ASZ'.
Op 29 juni 2022 lanceerde de Stad Aalst een projectoproep voor de organisatie van een doelgroepspecifieke speelpleinwerking voor kinderen en jongeren (4 tot en met 25 jaar) met een (vermoeden van) beperking (focus op verstandelijke beperking).
De oproep werd afgesloten op 4 oktober 2022. Inmiddels werd de multidisciplinaire jurering van de ingediende dossiers afgerond (zie kwantitatief en kwalitatief juryverslag als bijlage).
Voor de opdracht binnen deze projectoproep wordt door de jury max. 1 dossier als laureaat voorgedragen, zijnde het dossier met de hoogste gemiddelde totaalscore, conform artikel 16 van de oproep. Om in aanmerking te komen als laureaat dient men minstens een gemiddelde totaalscore van 70% te behalen:
Er waren 2 ingediende aanvraagdossiers. Deze werden allebei ontvankelijk verklaard.
Mits goedkeuring van de laureaat door de gemeenteraad zal voor dit project een samenwerkingsovereenkomst worden opgemaakt (en ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraad).
De voordracht van de laureaten gebeurt door een multidisciplinaire jury:
Het meerjarenplan 2020-2025 met AC000254 "we streven naar een kind-en jongerenvriendelijke stad"
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 28/09/2020 waarbij het lokaal sociaal beleidsplan 2020-2025 principieel werd goedgekeurd.
De gemeenteraad d.d. 27/10/2020 waarbij het lokaal sociaal beleidsplan 2020-2025 werd goedgekeurd.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 7/12/2020 waarbij het bestek voor een doelgroepspecifieke speelpleinwerking tot en met 2022 werd goedgekeurd.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 8/11/2021 waarbij kennis werd genomen van de evaluatie van speelpleinwerking 't Plein 2021.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 13/06/2022 waarbij de projectoproep voor de realisatie van een doelgroepspecifieke speelpleinwerking principieel werd goedgekeurd.
De gemeenteraad d.d. 28/06/2022 waarbij de projectoproep voor de realisatie van een doelgroepspecifieke speelpleinwerking werd goedgekeurd.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 24/10/2022 waarbij de laureaat voor de de projectoproep betreffende de realisatie van een doelgroepspecifieke speelpleinwerking principieel werd goedgekeurd.
akkoord te gaan om het dossier van Oranje vzw te selecteren als laureaat, voor de projectoproep betreffende de realisatie van een doelgroepspecifieke speelpleinwerking, met het oog op het verlenen van een toelage t.w.v. 30 000 EUR per jaar van 1 maart 2023 tot en met 31 december 2025. Bij goedkeuring van de laureaat wordt het aanvullend advies van de jury meegenomen bij de opmaak van de convenant met vzw Oranje.
Team Productie en programmatie evenementen en het Feestcomité wensen de statuten en het huishoudelijk reglement van het Feestcomité aan te passen.
De wijzigingen werden doorgesproken met het Feestcomité en voorzitster Wendy Wauters en worden door alle partijen gunstig gemotiveerd.
De burgemeester vraagt bij amendement om in de statuten van het Feestcomité, in artikel 7, de tekst 'De leden van het Feestcomité worden aangesteld voor een periode van maximaal zes jaar. De raad wordt geïnstalleerd ten vroegste twee weken na Carnaval van het jaar van de installatie van de nieuwe gemeenteraad. De raad wordt ontbonden op het moment dat de nieuwe raad wordt aangesteld door de gemeenteraad.' aan te passen naar 'De leden van het Feestcomité worden aangesteld voor een periode van maximaal zes jaar. De raad wordt geïnstalleerd ten vroegste twee weken na Carnaval van het jaar volgend op de installatie van de nieuwe gemeenteraad. De raad wordt ontbonden op het moment dat de nieuwe raad wordt aangesteld door de gemeenteraad.'
Team productie en programmatie evenementen: gunstig.
Gemeenteraadsbesluit van 26 juni 2007 houdende het vaststellen van de statuten van het Feestcomité.
het amendement ingediend door de burgemeester met de vraag om 'in de statuten van het Feestcomité, in artikel 7, de tekst 'De leden van het Feestcomité worden aangesteld voor een periode van maximaal zes jaar. De raad wordt geïnstalleerd ten vroegste twee weken na Carnaval van het jaar van de installatie van de nieuwe gemeenteraad. De raad wordt ontbonden op het moment dat de nieuwe raad wordt aangesteld door de gemeenteraad.' aan te passen naar 'De leden van het Feestcomité worden aangesteld voor een periode van maximaal zes jaar. De raad wordt geïnstalleerd ten vroegste twee weken na Carnaval van het jaar volgend op de installatie van de nieuwe gemeenteraad. De raad wordt ontbonden op het moment dat de nieuwe raad wordt aangesteld door de gemeenteraad.'' te aanvaarden.
de nieuwe statuten en het nieuwe huishoudelijk reglement, zoals opgenomen in bijlage, goed te keuren.
Raadslid Sam Van de Putte meldt dat raadsleden Cathy Grysolle, Deniz Özkan en hijzelf zich hebben vergist bij de stemming op het eerste amendement bij punt 25. Ze wilden 'voor' stemmen, maar hebben 'onthouding' gestemd. Raadslid Van de Putte vraagt dit op te nemen als bemerking in de notulen.
Om terug te keren naar de essentie van Aalst Carnaval wordt het stoetreglement aangepast.
Voornaamste wijzigingen:
- We jureren op de essentie van Aalst Carnaval, refererend naar 'Het DNA van Aalst Carnaval'. Groepen zullen worden beoordeeld op het totaalconcept, waarbij spot en satire enerzijds en creativiteit en vakmanschap cruciale beoordelingscriteria zijn. Ook de mate waarin de groep in interactie treedt met het publiek wordt door de jury in de totaalscore meegenomen.
- De bonusjury wordt afgeschaft. De voorwaarden die worden opgelegd in het reglement zijn er om de stoet veilig en vlot te laten verlopen en kunnen geenszins als 'beloning' worden beschouwd of vast onderdeel uitmaken van het wedstrijdelement. We maken met andere woorden komaf met de ver doorgedreven 'reglementitis' en dwingen de voorwaarden af door algemene sanctioneringsmaatregelen.
- De stad geeft de carnavalsgroepen grotere vrijheid over hoe zij zich willen tonen in de stoet. Een praalwagen van 5 meter volstaat al voor alle categorieën van de vaste groepen. Maximale afmetingen van praalwagen en ledenaantallen zijn richtlijnen in functie van categorie-indeling, maar zonder hier sanctioneringsmaatregelen tegenover te stellen.
Alle veranderingen in het nieuwe reglement werden doorgesproken met CTIDK (die 90% van de vaste groepen vertegenwoordigen), vertegenwoordigers van de losse groepen en het Feestcomité. Alle opmerkingen van deze partijen werden verwerkt in het nieuwe stoetreglement.
Amendement 1:
De burgemeester en raadslid Martine De Maght vragen bij amendement om in het stoetreglement, pagina 2, punt 2, § 3, volgende aanvulling te doen:
'“Losse groepen kunnen inschrijven vanaf 1 december tot ten laatste 3 weken vóór carnavalszondag, in casu uiterlijk op 26 januari 2023. '"Zij delen bij inschrijving onmiddellijk hun thema mee.” te vervangen door “Losse groepen kunnen inschrijven vanaf 1 december tot ten laatste 3 weken vóór carnavalszondag, in casu uiterlijk op 26 januari 2023. Zij delen bij inschrijving onmiddellijk hun thema mee, ten titel van inlichting. Zij behouden de vrijheid om hun onderwerp / thema nog aan te passen of te verduidelijken tot aan de vooravond van carnaval.
Voorvermelde bepaling beoogt zicht te krijgen op het aantal losse groepen en hun diversiteit aan onderwerpen.”'
Amendement 2:
Raadslid Vincent Delforge vraagt bij amendement om in het stoetreglement, pagina 2, punt 1.3 'De vaste groepen' volgende aanpassing te doen: 'Een middelgrote groep bestaat uit minstens 30 gekostumeerde deelnemer' te vervangen door 'een middelgrote groep bestaat uit 25 gekostumeerde deelnemers' om volgende reden:
Cultuur - Programmatie en productie evenementen: gunstig.
Het nieuwe reglement is in 2021 opgemaakt n.a.v. de resultaten van het carnavalscongres, de evaluaties van de voorgaande carnavalsedities, het overleg met DTIDK, de voorzitter van de adviesraad Feestcomité en Prins Carnaval en de toelichting over het 'DNA van Aalst Carnaval'.
Recent werd een eerste draft doorgestuurd naar de adviesraad Feestcomité, CTIDK en De Losse Groepen voor een laatste advies. Alle terechte opmerkingen en haalbare voorstellen zijn verwerkt.
Gemeenteraadsbesluit van 24 juni 2014 betreffende het vaststellen van een globaal stoetreglement voor deelname aan de carnavalsstoeten.
Amendement 1, ingediend door de burgemeester en raadslid Martine De Maght waarbij ze voorstellen om in het stoetreglement, pagina 2, punt 2, § 3, volgende aanvulling te doen:
'“Losse groepen kunnen inschrijven vanaf 1 december tot ten laatste 3 weken vóór carnavalszondag, in casu uiterlijk op 26 januari 2023. '"Zij delen bij inschrijving onmiddellijk hun thema mee.” te vervangen door “Losse groepen kunnen inschrijven vanaf 1 december tot ten laatste 3 weken vóór carnavalszondag, in casu uiterlijk op 26 januari 2023. Zij delen bij inschrijving onmiddellijk hun thema mee, ten titel van inlichting. Zij behouden de vrijheid om hun onderwerp / thema nog aan te passen of te verduidelijken tot aan de vooravond van carnaval. Voorvermelde bepaling beoogt zicht te krijgen op het aantal losse groepen en hun diversiteit aan onderwerpen.”', te aanvaarden.
Amendement 2 ingediend door raadslid Vincent Delforge waarbij hij voorstelt om in het stoetreglement, pagina 2, punt 1.3 'De vaste groepen' volgende aanpassing te doen: 'Een middelgrote groep bestaat uit minstens 30 gekostumeerde deelnemer' te vervangen door 'een middelgrote groep bestaat uit 25 gekostumeerde deelnemers', te aanvaarden.
akkoord te gaan met het vernieuwde globaal stoetreglement 'Aalst Carnaval'.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Ann Van de Steen.
Zo wat een maand geleden hebben wij op het centrale kerkhof van Aalst een nieuwe gedenkplaat onthuld voor onze ereburgers. De laatste in de rij die deze eer te beurt viel was Keizer Kamiel, en dit tussen andere kanjers als Louis Paul Boon, Adolf Daens, Valerius De Saedeleer, Michaël Ghijs, Alfred Kelders.
Veel vrouwen zitten daar niet tussen, doch daar gaat het mij niet over vandaag.
Leuk is ook het bordje met QR-code die naast de grafstenen werd aangebracht om zo ook nog meer de nalatenschap van deze mensen blijvend in de verf te zetten.
Aalst is natuurlijk niet de enige stad die haar ereburgers eert op de ene of de andere manier en bij een wandeling onlangs in Maastricht kon ik vaststellen dat ook daar de nodige aandacht wordt besteed aan ereburgers of andere mensen die wat voor de stad, voor de gemeenschap hebben betekend.
Daar worden evenwel naast de klassieke gedenkplaat ook een meer groene aandacht aan hen besteed. Er worden nl. bomen geplant, her en der in de stad en in parken.
Aangezien iedere boom meer in de stad een pluspunt is voor ons allen, lijkt het mij een goed idee om her der bomen te planten die opgedragen worden aan deze ereburgers en andere inwoners van onze stad, inclusief onze deelgemeenten, voorzien van een plaatje en QR-code.
Dubbele winst zou ik zeggen, meer bomen in de stad en de herinnering aan hen levendig in de stad.
Is dit bestuur bereid om dit idee om te zetten in een mooi project voor mens en natuur.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Ann Van de Steen aangaande 'Het zijn stuk voor stuk kanjers… '.
De Vlaamse regering besliste op 29 april 2022 om de lokale regierol sociale economie uit te breiden naar lokale regierol sociale economie én werk en om daaraan ook subsidies voor centrumsteden, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en welzijnsverenigingen te koppelen.
De lokale regierol sociale economie en werk omvat volgens dit besluit de volgende aspecten:
1° de lokale uitdagingen en lokale partners op het vlak van sociale economie en werk in kaart brengen
2° het overleg, de samenwerking en de netwerking tussen die partners bevorderen
3° een beleidsvisie en beleidsdoelstellingen ontwikkelen over de sociale economie en over de tewerkstelling van personen met een afstand tot de arbeidsmarkt in de reguliere en de sociale economie.
De volgende prioriteiten zijn de Vlaamse beleidsprioriteiten voor de lokale regierol sociale economie en werk:
1° het opnemen van de lokale regierol sociale economie en werk door de lokale besturen
2° de tewerkstelling van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in de reguliere en de sociale economie bevorderen en daarbij drempels richting de arbeidsmarkt wegnemen, o.m. via de instrumenten wijk-werken, tijdelijke werkervaring en gemeenschapsdienst voor langdurig werkzoekenden
3° het ondernemerschap, waaronder het sociaal ondernemen en het maatschappelijk verantwoord ondernemen bevorderen
4° de samenwerking en partnerschappen met VDAB en andere lokale arbeidsmarktactoren faciliteren en een lokale samenwerkingsovereenkomst met VDAB sluiten en opvolgen.
Omwille van deze uitbreiding van de regierol naar sociale economie én werk en omwille van de nieuw geformuleerde beleidsprioriteiten lanceert het Vlaams departement Werk & sociale economie een nieuwe oproep voor het opnemen van de lokale regierol sociale economie én werk voor de periode 2023-2025.
Ook de bestaande regisseurs sociale economie voor de periode 2020-2025, waartoe de interlokale vereniging HANDEL Samen & Sociaal behoort, worden gevraagd om opnieuw een kandidatuur in te dienen met een aangepast beleids- en actieplan voor 2023-2025.
De interlokale vereniging HANDEL Samen & Sociaal wordt beheerd door een beheerscomité dat samengesteld is uit politieke vertegenwoordigers van de deelnemende steden en gemeenten en wordt aangestuurd door een stuurgroep die bestaat uit vertegenwoordigers van de sociale economiebedrijven, de lokale besturen en VDAB. Deze vereniging stelde in het kader van de oproep regierol sociale economie én werk 2023-2025 een nieuw beleids- en actieplan op dat verder bouwt op het reeds bestaande beleids- en actieplan dat initieel was opgesteld voor de periode 2020-2025 (in bijlage).
Aangezien dit beleidsplan en bijhorende acties opgenomen zijn in de samenwerkingsovereenkomst met statutaire draagkracht van de interlokale vereniging HANDEL Samen & Sociaal onder artikel 2 (doel van de interlokale vereniging) moet deze overeenkomst (aangepaste versie in bijlage) aangepast worden en voorgelegd worden aan de gemeenteraden van de 8 steden en gemeenten binnen HANDEL Samen & Sociaal conform artikel 18 van diezelfde overeenkomst dat vermeldt: "een voorstel tot wijziging van de overeenkomst met statutaire draagkracht dient voorafgaandelijk aan de respectievelijke gemeenteraden van de deelnemende steden en gemeenten ter goedkeuring te worden voorgelegd".
Zowel het beleidsplan als de aangepaste samenwerkingsovereenkomst werden besproken en goedgekeurd op het beheerscomité HANDEL Samen & Sociaal van 25 oktober 2022.
Positief advies dienst Economie: door het opnemen van de regierol sociale economie én werk binnen de interlokale vereniging HANDEL Samen & Sociaal krijgt de stad Aalst de kans en de middelen om verschillende doelstellingen te bepalen en bijhorende acties op te zetten binnen de ruimere regio. Door de uitbreiding van de regierol naar sociale economie én werk wordt het actieveld ruimer en kunnen er nog meer lokale tewerkstellingsprojecten - en acties opgezet worden. Hiertoe werd er op 9 september 2022 reeds een samenwerkingsovereenkomst afgesloten tussen VDAB en de lokale besturen binnen HANDEL Samen & Sociaal. Dit is 1 van de Vlaamse beleidsprioriteiten waar we dus al meteen op inzetten.
Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de regierol van gemeenten op het vlak van de lokale sociale economie, vermeld in artikel 15 van het decreet van 17 februari 2012 betreffende de ondersteuning van het ondernemerschap op het vlak van de sociale economie en de stimulering van het maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Besluit van de gemeenteraad van 26 november 2013 waarbij er beslist werd om een interlokale vereniging HANDEL samen & sociaal op te richten naar aanleiding van de oproep regierol sociale economie voor de periode 2014-2019 en waarbij de huidige samenwerkingsovereenkomst met statutaire draagkracht goedgekeurd werd.
Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de lokale regierol van de gemeenten op het vlak van sociale economie en werk van 29 april 2022.
Kennis te nemen van het beleidsplan regierol sociale economie en werk, en de aangepaste samenwerkingsovereenkomst met statutaire draagkracht voor de interlokale vereniging HANDEL Samen & Sociaal goed te keuren.
De aanvraag voor de oproep 'Lokale regierol sociale economie en werk 2023-2025' in te dienen bij het Vlaams departement Werk & Sociale Economie als beherende gemeente van de interlokale vereniging HANDEL Samen & Sociaal.
In de periode 2017 - 2022 werd n.a.v. de themawerkgroep toegankelijkheid, ingezet op het sensibiliseren van de Aalsterse horeca-uitbaters door de brochure "Met z'n allen aan tafel" te verspreiden. Deze brochure werd opgebouwd in samenwerking met Unia en Inter vzw, waarbij via 3 luiken tips worden gegeven over hoe een horecazaak toegankelijk gemaakt kan worden (bv. handgreep in de toiletten, online ter beschikkingstellen van de menukaart, e.d.). De dienst Economie en zorginnovatie ontvangt regelmatig signalen vanuit de burger dat er nood is om verder in te zetten op de toegankelijkheid van het kernwinkelgebied en horeca- en handelszaken in Aalst. In dit punt worden een aantal toekomstige acties m.b.t. de toegankelijkheid van de stad voorgesteld.
In de periode 2024 - 2025 wenst de dienst Economie en zorginnovatie dit beleid verder te zetten door:
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 12 juni 2017 waarbij de heropstart en de doelstellingen van de themawerkgroep toegankelijkheid werden goedgekeurd.
om de overeenkomst voor het proefproject met vzw DITO zoals toegevoegd in bijlage goed te keuren.
de uitbreiding van de steun via vzw DITO naar andere sectoren (bv. musea/bioscopen) en burgers met een andere beperking (bv. sensorische beperking) en het actief sensibiliseren van de deelgemeenten.
De gemeenteraad besliste in zitting van 23 juni 2020 het bijzonder bestek nr. 20/I-57 en de raming voor de opdracht "Cluster Mobiliteit en openbaar domein. Studieopdracht voor riolerings- en wegenwerken in Europastraat, Faluintjesstraat en Nedermolenstraat", vast te stellen. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 578 022,62 EUR exclusief BTW of 699 407,38 EUR inclusief 21% BTW?
In het kader van deze geplande wegenwerken dient de woning te Baardegem, Europastraat 27 te worden aangekocht.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 19 september 2022 in het kader van de geplande wegenwerken te Baardegem en Meldert, Europastraat - Faluintjesstraat - Nedermolenstraat principieel akkoord te gaan met de aankoop van de woning te Baardegem, Europastraat 27, kadastraal gekend 9°afdeling, sectie D, nummer 153 F, met een kadastrale oppervlakte van 565,00 m².
In zelfde zitting werd beslist de afdeling Vastgoedtransacties aan te stellen om over te gaan tot de schatting van de benodigde percelen, het voeren van de onderhandelingen, de opmaak van de ontwerpakten en het vertegenwoordigen van de stad bij het verlijden van de notariële akten en voormeld dossier ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
om reden van openbaar nut, in het kader van de geplande wegenwerken te Baardegem en Meldert, Europastraat - Faluintjesstraat - Nedermolenstraat, akkoord te gaan met de aankoop van de woning te Baardegem, Europastraat 27, kadastraal gekend 9°afdeling, sectie D, nummer 153 F, met een kadastrale oppervlakte van 565,00 m².
de afdeling Vastgoedtransacties aan te stellen om over te gaan tot de schatting van de benodigde percelen, het voeren van de onderhandelingen, de opmaak van de ontwerpakten en het vertegenwoordigen van de stad bij het verlijden van de notariële akten.
De provincie Oost-Vlaanderen is eigenaar van de bedding van de afgeschafte waterloop 5.061 Molenbeek (Oude Dender), ter hoogte van de 1Meistraat en de Hoveniersstraat te Aalst.
Deze waterloop werd in 1993 op vraag van de stad verplaatst en afgeschaft.
Momenteel doet de bedding van de afgeschafte waterloop enkel nog dienst als riolering en heeft ze geen enkel nut meer voor de provincie. Aangezien louter wordt beantwoord aan lokale noden, wenst de provincie in overleg met de stad tot een overdracht van de totaliteit (boven- en ondergrond) te komen.
Afdeling Vastgoedtransacties werd aangesteld voor de opmaak van een schattingsverslag en waardeerde de percelen voor een totale waarde (boven- en ondergrond) van 75.000,00 EUR of 40,00 EUR/m² voor een oppervlakte van 1.874,00 m².
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 7 december 2020 in het kader van het RUP Pierre Corneliskaai principieel akkoord te gaan met de aankoop van de bedding van de afgeschafte waterloop 5.061 Molenbeek (Oude Dender), ter hoogte van de 1Meistraat en de Hoveniersstraat te Aalst, jegens de provincie Oost-Vlaanderen, voor de geschatte waarde van 75.000,00 EUR of 40,00 EUR/m² voor een oppervlakte van 1.874,00 m².
De gemeenteraad besliste in zitting van 26 januari 2021 in het kader van het RUP Pierre Corneliskaai akkoord te gaan met de aankoop van de bedding van de afgeschafte waterloop 5.061 Molenbeek (Oude Dender), ter hoogte van de 1Meistraat en de Hoveniersstraat te Aalst, jegens de provincie Oost-Vlaanderen, voor de geschatte waarde van 75.000,00 EUR of 40,00 EUR/m² voor een oppervlakte van 1.874,00 m².
In zelfde zitting werd beslist de afdeling Vastgoedtransacties aan te stellen om over te gaan tot het voeren van de onderhandelingen, de opmaak van de ontwerpakten en het vertegenwoordigen van de stad bij het verlijden van de notariële akten.
Bij opmaak van de akte blijkt de oppervlakte gewijzigd naar 1.914,00 m².
De afdeling Vastgoedtransacties bezorgde de ontwerpakte inzake.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 14 november 2022 kennis te nemen van de aankoop van de bedding van de afgeschafte waterloop 5.061 Molenbeek (Oude Dender), ter hoogte van de 1Meistraat en de Hoveniersstraat te Aalst, in het kader van het RUP Pierre Corneliskaai, jegens de provincie Oost-Vlaanderen, voor de geschatte waarde van 75.000,00 EUR voor een oppervlakte van 1.914,00 m², op basis van de voorwaarden opgenomen in de ontwerpakte opgemaakt door de afdeling Vastgoedtransacties.
In zelfde zitting werd beslist voormelde ontwerpakte ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
om reden van openbaar nut akkoord te gaan met de aankoop van de bedding van de afgeschafte waterloop 5.061 Molenbeek (Oude Dender), ter hoogte van de 1Meistraat en de Hoveniersstraat te Aalst, in het kader van het RUP Pierre Corneliskaai, jegens de provincie Oost-Vlaanderen, voor de geschatte waarde van 75.000,00 EUR voor een oppervlakte van 1.914,00 m², op basis van de voorwaarden opgenomen in de ontwerpakte opgemaakt door de afdeling Vastgoedtransacties.
In het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken langs de Hoezekouterdreef te Aalst, wordt een voet- en fietsweg gerealiseerd volgens het RUP Aalst West, met daaronder een verbindingsriolering tussen de Hoezekouterdreef en de aquafincollector aan de Frans Roucelstraat.
Aan de Hoezekouterdreef wordt een bufferbekken aangelegd.
Dit ontwerp zorgt voor afkoppeling van vuil water van de Hoezebeek door aanleg van een DWA-verbindingsriolering. RWA wordt aangesloten via het bufferbekken op de Hoezebeek.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 14 december 2020 In het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken van de dienst Mobiliteit en openbare werken akkoord te gaan om de schattingen en onderhandelingen uit te besteden aan de diensten van Aquafin voor de dossiers Herdersem Gudstraat - Kattenbroekstraat (85 innames), Aalst Hoezekouterdreef (35 innames), Erembodegem Welleweg - Asterstraat (18 innames), Moorsel Gevergemveldbaan (15 innames), Nieuwerkerken Bremtstraat (80 innames), Gijzegem Pachthofstraat (45 innames).
In zelfde zitting werd beslist de nodige budgetten te voorzien onder het exploitatiebudget Mobiliteit en openbare werken, onder MJP000437 – AC000194 – artikelnummer 0310‑70/6131100 (Aquafin (Riototaal): afkoppelingsstudies, onderhoud pompstations, advisering, modelberekeningen, onderhandelingen voor grondinnames voor rioleringsprojecten - Erelonen en vergoedingen consultancy).
De gemeenteraad besliste in zitting van 27 april 2021 het bijzonder bestek met nr. 21/I-39 en de raming voor de opdracht “Cluster Mobiliteit en openbaar domein. Saneren van een lozingspunt aan de Hoezekouterdreef”, opgesteld door de dienst Mobiliteit en openbare werken vast te stellen. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 778 597,26 EUR exclusief btw waarvan 418 622 EUR subsidieerbaar door VMM.
De kosten voor aanleg van de geplande riolerings- en wegenwerken werden hierin opgenomen.
Om de aanleg mogelijk te maken dienen 32 grondverwervingen te worden uitgevoerd.
Aquafin waardeerde de benodigde percelen voor een totale aankoopwaarde, inclusief werkzones, pachtafstanden, uitwinnnings- en schadevergoedingen voor 363.740,90 EUR.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 18 oktober 2021 om reden van openbaar nut, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken te Aalst, Hoezekouterdreef, principieel akkoord te gaan met de grondverwervingen voor de geschatte waarde van 363.740,90 EUR.
In zelfde zitting werd beslist voormeld dossier ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
De gemeenteraad besliste in zitting van 30 november 2021 om reden van openbaar nut, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken te Aalst, Hoezekouterdreef, akkoord te gaan met de grondverwervingen voor de geschatte waarde van 363.740,90 EUR
In zelfde zitting werd beslist notariskantoor Pascale Van den Bossche, met standplaats te Aalst, aan te stellen als instrumenterend notaris voor de stad om de ontwerpakten voor te bereiden die aan de gemeenteraad zullen worden voorgelegd en na goedkeuring de authentieke akten te verlijden
Aquafin bezorgde ons de door de eigenaars ondertekende overeenkomsten.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 101,00 m² te Aalst, kadastraal gekend 1°afdeling, sectie B, deel nummer 77C, zijnde inname 1 van het plan, voor de prijs van 30.109,40 EUR en een vergoeding volgens tuinexpertise van 525,00 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 2.288,00,00 m² te Aalst, kadastraal gekend 1°afdeling, sectie B, deel nummer 85, zijnde inname 2 van het plan, voor de prijs van 204.340,59 EUR
De pachter ondertekende een overeenkomst afstand van pacht voor een vergoeding van 1.899,04 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 882,00 m² te Aalst, kadastraal gekend 1°afdeling, sectie B, deel nummer 86, zijnde inname 3 van het plan, voor de prijs van 9.677,92 EUR
De pachter ondertekende een overeenkomst afstand van pacht voor een vergoeding van 732,06 EUR.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 701,00 m² te Aalst, kadastraal gekend 1°afdeling, sectie B, deel nummer 91, zijnde inname 4 van het plan, voor de prijs van 7.691,86 EUR en een overeenkomst, waarin hij toestemming geeft aan de stad Aalst tot vestiging van een erfdienstbaarheid op zijn perceel voor de aanleg en de uitbating van een rioolwaterzuiveringsinfrastructuur tegen de vergoeding van 97,00 EUR.
De eigenaar ondertekende een overeenkomst, waarin hij toestemming geeft aan de stad Aalst tot vestiging van een erfdienstbaarheid op zijn perceel voor de aanleg en de uitbating van een rioolwaterzuiveringsinfrastructuur, te Aalst, kadastraal gekend 1°afdeling, sectie B, deel nummers 95 en 96, zijnde inname 5 en 6 van het plan, tegen de vergoeding van 172,00 EUR.
De eigenaar ondertekende een overeenkomst, waarin hij toestemming geeft aan de stad Aalst tot vestiging van een erfdienstbaarheid op zijn perceel voor de aanleg en de uitbating van een rioolwaterzuiveringsinfrastructuur, te Aalst, kadastraal gekend 1°afdeling, sectie B, deel nummer 97, zijnde inname 7 van het plan, tegen de vergoeding van 100,00 EUR.
De eigenaar ondertekende een overeenkomst, waarin hij toestemming geeft aan de stad Aalst tot vestiging van een erfdienstbaarheid op zijn perceel voor de aanleg en de uitbating van een rioolwaterzuiveringsinfrastructuur, te Aalst, kadastraal gekend 1°afdeling, sectie B, deel nummer 99, zijnde inname 9 van het plan, tegen de vergoeding van 97,00 EUR.
De eigenaar ondertekende een overeenkomst, waarin hij toestemming geeft aan de stad Aalst tot vestiging van een erfdienstbaarheid op zijn perceel voor de aanleg en de uitbating van een rioolwaterzuiveringsinfrastructuur, te Aalst, kadastraal gekend 1°afdeling, sectie B, deel nummer 100C, zijnde inname 10 van het plan, tegen de vergoeding van 60,00 EUR.
De eigenaar ondertekende een overeenkomst, waarin hij toestemming geeft aan de stad Aalst tot vestiging van een erfdienstbaarheid op zijn perceel voor de aanleg en de uitbating van een rioolwaterzuiveringsinfrastructuur, te Aalst, kadastraal gekend 1°afdeling, sectie B, deel nummers 102B, 102D, 107C, 111B, 115, 118 en 117, zijnde inname 12 - 13 - 15 - 17 - 21 - 22 en 23 van het plan, tegen de vergoeding van 638,00 EUR.
De eigenaar ondertekende een overeenkomst, waarin hij toestemming geeft aan de stad Aalst tot vestiging van een erfdienstbaarheid op zijn perceel voor de aanleg en de uitbating van een rioolwaterzuiveringsinfrastructuur, te Aalst, kadastraal gekend 1°afdeling, sectie B, deel nummer 102C, zijnde inname 14 van het plan, tegen de vergoeding van 60,00 EUR.
De eigenaar ondertekende een overeenkomst, waarin hij toestemming geeft aan de stad Aalst tot vestiging van een erfdienstbaarheid op zijn perceel voor de aanleg en de uitbating van een rioolwaterzuiveringsinfrastructuur, te Aalst, kadastraal gekend 1°afdeling, sectie B, deel nummers 107 02B, 112A en 114, zijnde inname 16 - 19 en 20 van het plan, tegen de vergoeding van 288,00 EUR.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 7 november 2022 kennis te nemen van de afgesloten overeenkomsten voor inname 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 9 - 10 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken AST02 Aalst Hoezekouterdreef.
In zelfde zitting werd beslist voormelde overeenkomsten ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad en de heer David Coppens, voorzitter gemeenteraad en de heer Wim Leerman, algemeen directeur, aan te stellen als verschijners namens de stad om voormelde overeenkomsten te ondertekenen na goedkeuring door de gemeenteraad.
In het dossier worden de onderhandse overeenkomsten, het schattingsverslag en de metingsplannen toegevoegd.
De bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur.
om reden van openbaar nut, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken AST02 Aalst Hoezekouterdreef, over te gaan tot de verwerving van inname 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 9 - 10 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 van het plan en hiervoor de onderhandse overeenkomsten goed te keuren.
de uitgave te dekken door middel van krediet voorzien in het budget 2023, MJP 000134 - AC 000285 - 0200_04_2200000, MJP 004267 - AC000293 - 6100000 en MJP004268 - AC000293 - 6430000.
De stad Aalst heeft de pastorijen van Baardegem en Meldert, die zij in eigendom heeft, nu sedert een aantal jaren al in de markt willen zetten.
De afgelopen jaren werd voor de beide pastorijen een tweetal keren een procedure opgestart met het oog op het toekennen van een concessie in beide gebouwen, zonder dat dit evenwel tot een toekenning heeft geleid.
De wil tot vermarkting bleef evenwel bestaan. Gegeven onder meer het historisch karakter van de beide gebouwen zou bij een toewijzing zonder vervreemding een project met een maatschappelijke meerwaarde vanwege de kandidaat-gebruiker een voorwaarde voor toekenning zijn.
De vraag werd gesteld onder welke juridische vorm de gebruiker dit project zou moeten uitvoeren: de voorheen gekozen concessie van openbare dienst of een erfpacht?
Bovendien was er voor beide gebouwen het gegeven dat ze niet in een optimale staat verkeren en er aanzienlijke renovatiewerken dienen uitgevoerd te worden voordat ze voor gebruik klaar zijn. DE middelen voor deze renovaties zijn niet voorzien bij de stad Aalst. Ze zullen bijgevolg moeten gedragen worden door de aangewezen gebruiker.
Het college van burgemeester en schepenen besliste op 24 april 2022 tot de voorbereiding van twee procedures tot toekenning van een erfpacht op elk van de pastorijen aan gebruiker die er een project met een maatschappelijke meerwaarde zal verwezenlijken na een renovatie op eigen kosten.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 14 november 2022 gunstig advies te verlenen met betrekking tot het toestaan van een erfpacht op de pastorij van de Sint-Margarethaparochie van Baardegem met tuin, de polyvalente zaal en aanhorigheden met het oog op de verwezenlijking van een project met maatschappelijke meerwaarde na renovatie van de pastorij door de erfpachter op diens kosten en de toewijzing van de erfpacht uit artikel 1 via een open oproep gunstig te adviseren.
In zelfde zitting werd beslist de bij onderhavige beslissing bijgevoegde leidraad gunstig te adviseren die de toewijzingsprocedure van de erfpacht omschrijft evenals de inhoud van de erfpachtovereenkomst en het samenstellen van de in de leidraad genoemde jury met leden van het College van burgemeester en schepenen evenals met deskundigen gunstig te adviseren.
Gelet op de in voormelde beslissing opgenomen adviezen van de diensten overheidsopdrachten en juridische zaken betreffende de keuze voor een concessie of een erfpacht.
Gelet op artikel 56, §3, 8°, b van het decreet Lokaal Bestuur dat de toekenning van een erfpacht op goederen in eigendom van de gemeente de bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen maar het bepalen van de contractsvoorwaarden die van de gemeenteraad maakt.
De gemeente kan op grond van artikel 292 Decreet Lokaal Bestuur zakelijke rechten toestaan op goederen van het openbaar domein als die rechten niet onverenigbaar zijn met de bestemming van die goederen.
Aangenomen wordt dat de principes van mededinging en transparantie die op grond van artikel 293 van het Decreet Lokaal Bestuur dienen te gelden bij de vervreemding van gemeentelijke onroerende goederen ook van toepassing zijn bij het toestaan van zakelijke rechten erop.
Gelet op de bepalingen inzake erfpacht in het Boek 3, Titel 7 van het Nieuw Burgerlijk Wetboek.
Gelet op de bijgevoegde leidraad, die naast een beschrijving van de goederen, de inschrijvings- en toewijzingsbepalingen van de erfpacht bevat, evenals een ontwerp van erfpachtovereenkomst.
Schepen Beulens vraagt bij amendement om in de bijlage 'leidraad Baardegem', pagina 8 in artikel ‘uiterste termijn’ volgende zin: ‘De inschrijvingen worden uiterlijk op (2 maanden na publicatie) ingediend’ te wijzigen naar ‘De inschrijvingen worden uiterlijk op (3 maanden na publicatie) ingediend’.
De bepalingen Decreet lokaal bestuur
het amendement ingediend door schepen Beulens met voorstel om in de bijlage 'leidraad Baardegem', pagina 8 in artikel ‘uiterste termijn’ volgende zin: ‘De inschrijvingen worden uiterlijk op (2 maanden na publicatie) ingediend’ te wijzigen naar ‘De inschrijvingen worden uiterlijk op (3 maanden na publicatie) ingediend’, te aanvaarden.
Een erfpacht toe te staan met een canon van 13.230,00 EUR/jaar, op de pastorij van de Sint-Margarethaparochie van Baardegem met tuin, de polyvalente zaal en aanhorigheden met het oog op de verwezenlijking van een project met maatschappelijke meerwaarde na renovatie van de pastorij door de erfpachter op diens kosten
de erfpacht uit artikel 1 te zullen toewijzen na een open oproep
De bij onderhavige beslissing bijgevoegde leidraad goed te keuren die de toewijzingsprocedure van de erfpacht omschrijft evenals de inhoud van de erfpachtovereenkomst
de jury samen te stellen met leden van het college van burgemeester en schepenen en deskundigen.
De stad Aalst heeft de pastorijen van Baardegem en Meldert, die zij in eigendom heeft, nu sedert een aantal jaren al in de markt willen zetten.
De afgelopen jaren werd voor de beide pastorijen een tweetal keren een procedure opgestart met het oog op het toekennen van een concessie in beide gebouwen, zonder dat dit evenwel tot een toekenning heeft geleid.
De wil tot vermarkting bleef evenwel bestaan. Gegeven onder meer het historisch karakter van de beide gebouwen zou bij een toewijzing zonder vervreemding een project met een maatschappelijke meerwaarde vanwege de kandidaat-gebruiker een voorwaarde voor toekenning zijn.
De vraag werd gesteld onder welke juridische vorm de gebruiker dit project zou moeten uitvoeren: de voorheen gekozen concessie van openbare dienst of een erfpacht?
Bovendien was er voor beide gebouwen het gegeven dat ze niet in een optimale staat verkeren en er aanzienlijke renovatiewerken dienen uitgevoerd te worden voordat ze voor gebruik klaar zijn. DE middelen voor deze renovaties zijn niet voorzien bij de stad Aalst. Ze zullen bijgevolg moeten gedragen worden door de aangewezen gebruiker.
Het college van burgemeester en schepenen besliste op 24 april 2022 tot de voorbereiding van twee procedures tot toekenning van een erfpacht op elk van de pastorijen aan gebruiker die er een project met een maatschappelijke meerwaarde zal verwezenlijken na een renovatie op eigen kosten.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 14 november 2022 gunstig te adviseren met betrekking tot het toestaan van een erfpacht op de pastorij van de Sint-Walburgaparochie van Meldert met tuin en aanhorigheden met het oog op de verwezenlijking van een project met maatschappelijke meerwaarde na renovatie van de pastorij door de erfpachter op diens kosten en de toewijzing van de erfpacht uit artikel 1 via een open oproep gunstig te adviseren.
In zelfde zitting werd beslist gunstig advies te verlenen voor de bij onderhavige beslissing bijgevoegde leidraad die de toewijzingsprocedure van de erfpacht omschrijft evenals de inhoud van de erfpachtovereenkomst en de samenstelling van de jury in de leidraad met leden van het College van burgemeester en schepenen evenals met deskundigen gunstig te adviseren.
Gelet op de in voormelde beslissing opgenomen adviezen van de diensten overheidsopdrachten en juridische zaken betreffende de keuze voor een concessie of een erfpacht.
Gelet op artikel 56, §3, 8°, b van het decreet Lokaal Bestuur dat de toekenning van een erfpacht op goederen in eigendom van de gemeente de bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen maar het bepalen van de contractsvoorwaarden die van de gemeenteraad maakt.
De gemeente kan op grond van artikel 292 Decreet Lokaal Bestuur zakelijke rechten toestaan op goederen van het openbaar domein als die rechten niet onverenigbaar zijn met de bestemming van die goederen.
Aangenomen wordt dat de principes van mededinging en transparantie die op grond van artikel 293 van het Decreet Lokaal Bestuur dienen te gelden bij de vervreemding van gemeentelijke onroerende goederen ook van toepassing zijn bij het toestaan van zakelijke rechten erop.
Gelet op de bepalingen inzake erfpacht in het Boek 3, Titel 7 van het Nieuw Burgerlijk Wetboek.
Gelet op de bijgevoegde leidraad, die naast een beschrijving van de goederen, de inschrijvings- en toewijzingsbepalingen van de erfpacht bevat, evenals een ontwerp van erfpachtovereenkomst.
Schepen Beulens vraagt bij amendement om in de bijlage 'leidraad Meldert', pagina 8 in artikel ‘uiterste termijn’ volgende zin: ‘De inschrijvingen worden uiterlijk op (2 maanden na publicatie) ingediend’ te wijzigen naar ‘De inschrijvingen worden uiterlijk op (3 maanden na publicatie) ingediend’.
De bepalingen Decreet lokaal bestuur
het amendement ingediend door schepen Beulens met voorstel om in de bijlage 'leidraad Meldert', pagina 8 in artikel ‘uiterste termijn’ volgende zin: ‘De inschrijvingen worden uiterlijk op (2 maanden na publicatie) ingediend’ te wijzigen naar ‘De inschrijvingen worden uiterlijk op (3 maanden na publicatie) ingediend’, te aanvaarden.
Een erfpacht toe te staan met een canon van 11.691,00 EUR/jaar, op de pastorij van de Sint-Walburgaparochie van Meldert met tuin en aanhorigheden met het oog op de verwezenlijking van een project met maatschappelijke meerwaarde na renovatie van de pastorij door de erfpachter op diens kosten
de erfpacht uit artikel 1 te zullen toewijzen na een open oproep
De bij onderhavige beslissing bijgevoegde leidraad goed te keuren die de toewijzingsprocedure van de erfpacht omschrijft evenals de inhoud van de erfpachtovereenkomst
de jury samen te stellen met leden van het college van burgemeester en schepenen en deskundigen.
De gemeenteraad besliste in zitting van 28 mei 2013:
- de overeenkomst tussen nv Postsite en de stad Aalst, houdende verhuurbelofte en huuroptie van een gebouw te Aalst, Werfplein, kadastraal gekend deel van 1°afdeling, sectie A, nr 546 Z goed te keuren en de huuroptie te lichten.
- de huurwaarden blijkens de huurovereenkomst tussen de stad Aalst enerzijds en nv Postsite Aalst B en nv Postsite Aalst Parking anderzijds betreffende het gelijkvloers (742 m²) gebouw B en een nog nader te bepalen aantal ondergrondse parkeerplaatsen in gebouw P, aan een basishuurprijs van 97,00 EUR per m² bebouwde vloeroppervlakte per jaar voor de gelijkvloerse ruimte en een basishuurprijs van 1.100,00 EUR excl btw per ondergrondse parkeerplaats per jaar, voor een duurtijd van 9 jaar ingaande 1 januari 2014, vast te stellen en goed te keuren.
- de huurwaarden blijkens de huurovereenkomst tussen de stad Aalst en nv Postsite Aalst C betreffende gebouw C met een netto-bebouwde oppervlakte van 6.582,10 m² wat kantoorgedeelte en technische ruimte betreft, 333,40 m² wat archiefruimte betreft en 177,60 m² wat buitenpatio betreft, aan een basishuurprijs van 79,00 EUR per m² netto bebouwde vloeroppervlakte per jaar voor het kantoorgedeelte en technische ruimte en een basishuurprijs van 65,00 EUR per m² per jaar voor de archiefruimte, voor een duurtijd van 9 jaar ingaande op 1 januari 2014, vast te stellen en goed te keuren
- de voorwaarden blijkens de optieovereenkomst tussen de stad Aalst en nv Postsite Aalst C waarbij optiegever nv Postsite Aalst C een optienemer stad Aalst onherroepelijk een exclusieve en onopzegbare optie tot aankoop voor gebouw C verleent waarbij de prijs bepaald wordt op 13,5 keer de laatste geldende jaarhuurprijs van toepassing tussen partijen ingevolge de huurovereenkomst zoals vermeld in artikel 3, vast te stellen en goed te keuren.
- het college van burgemeester en schepenen te machtigen de definitieve aktes blijkens artikelen 2, 3 en 4 voor te bereiden en het college van burgemeester en schepenen te machtigen deze aktes in naam en voor rekening van de stad Aalst te ondertekenen
- de provinciegouverneur in kennis te stellen van dit besluit overeenkomstig artikel 252 §1 gemeentedecreet.
Op heden is de situatie als volgt:
- de huurovereenkomst voor gebouw B en P omvat een huur van 9 jaar, ingaand op 01.01.2014 tot 31.12.2022. Deze huurovereenkomst wordt automatisch verlengd met een nieuwe periode van 9 jaar indien geen 12 maanden voor het normale einde (31.12.2021) wordt opgezegd
- de huurovereenkomst voor gebouw C omvat een huur van 9 jaar, ingaand op 01.01.2014 tot 31.12.2022. Deze huurovereenkomst wordt automatisch verlengd met een nieuwe periode van 9 jaar indien geen 12 maanden voor het normale einde (31.12.2021) wordt opgezegd
- de notariële akte huur met aankoopoptie gebouw C, omvat een huur van 9 jaar, ingaand op 01.01.2014 tot 31.12.2022. De aankoopoptie dient gelicht tussen 01.05.2022 en 30.09.2022. Het lichten van de aankoopoptie brengt met zich mee dat de huur dient verder te gaan voor nog eens 9 jaar voor gebouw B en gebouw P (80 parkeerplaatsen). Hiertoe dient geen actie ondernomen.
- de notariële akte huur gebouw B en P omvat een huur van 9 jaar, ingaand op 01.01.2014 tot 31.12.2022, automatisch verlengd met nogmaals 9 jaar.
De stad dient de nodige stappen te nemen voor het lichten van de aankoopoptie voor gebouw C.
Op 3 juni 2022 werd het punt goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen.
In geval van opportuniteit desgevallend ook onderzoek van de mogelijkheid over te gaan tot aankoop van de gebouwen B en P.
De gemeenteraad besliste in zitting van 28 juni 2022 principieel akkoord te gaan met het lichten van de aankoopoptie voor gebouw C van het administratief centrum te Aalst, Werf 9, met daaraan gekoppeld de verlenging van de huur voor gebouw B en gebouw P voor 9 jaar.
In zelfde zitting werd beslist notaris Caudron van notariskantoor Notch, met standplaats te Erembodegem, aan te stellen als instrumenterend notaris voor de stad, voor de opmaak en het verlijden van de notariële akten inzake en mandaat te geven aan het college van burgemeester en schepenen om onderhandelingen te voeren met de eigenaar met het oog op de verwerving of het verbeteren van de zakenrechtelijke positie (koopoptie en/of voorkeurrecht en/of voorkooprecht) van de stad Aalst over (delen van) de gebouwen B en P.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 7 november 2022 kennis te nemen van de aankoop van gebouw C van het administratief centrum te Aalst, Werf 9 voor de prijs van 8.450.562,60 EUR en de huurverlenging voor het gelijkvloers van gebouw B en 80 niet-gespecifieerde parkeerplaatsen in gebouw P, op basis van de voorwaarden opgenomen in de ontwerpakte opgemaakt door notaris Alexander Caudron, met standplaats te Aalst - Erembodegem.
In zelfde zitting werd beslist voormelde ontwerpakte ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad en de heer David Coppens, voorzitter gemeenteraad, samen met de heer Wim Leerman, algemeen directeur of hun vervangers, aan te stellen als verschijners namens de stad bij het verlijden van voormelde akten.
Momenteel wordt de ontwerpakte voor aankoop gebouw C ter goedkeuring voorgelegd.
De bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur
om reden van openbaar nut, akkoord te gaan met de aankoop van gebouw C van het administratief centrum te Aalst, Werf 9 voor de prijs van 8.450.562,60 EUR en kennis te nemen van de huurverlenging voor het gelijkvloers van gebouw B en 80 niet-gespecifieerde parkeerplaatsen in gebouw P, op basis van de voorwaarden opgenomen in de ontwerpakte opgemaakt door notaris Alexander Caudron, met standplaats te Aalst - Erembodegem
de nodige budgetten te voorzien in budget 2022, MJP 34 - AC000287 - 0119-04-2210000 aankoop gebouw administratief centrum en MJP 105 - AC000293 - 0119-04-6100000 huurlasten onroerende goederen.
In het kader van de afgesloten beheersovereenkomst tussen SportAG en de stad Aalst werden de onroerende goederen van de stad, bestemd voor sportieve activiteiten of voor ontspanningsdoeleinden toevertrouwd aan het SportAG krachtens een zakelijk recht van erfpacht.
De gemeenteraad besliste in zitting van 25 november 2014 over te gaan tot de vestiging van een recht van erfpacht door de stad Aalst in voordeel van SportAG voor de duur van 30 jaar, overeenkomstig de voorwaarden bepaald in de akte opgemaakt door notaris Nicolas Moyersoen, met standplaats te Aalst, op volgende goederen:
In zelfde zitting werd beslist akkoord te gaan met vastgestelde vergoeding van 295 583,30 EUR per jaar, zoals vermeld in artikel IV, punt 4 van de akte;
De gemeenteraad besliste in zitting van 21 februari 2017 over te gaan tot de vestiging van een recht van erfpacht door de stad Aalst in voordeel van SportAG, voor de duur van 27 jaar, ingaande op datum van 1 januari 2017 en eindigend op 31 december 2044, met een jaarlijkse canon van 174 074,10 EUR overeenkomstig de voorwaarden bepaald in de akte opgemaakt door notaris Nicolas Moyersoen, met standplaats te Aalst, op volgende goederen:
De notariële akten erfpacht werden getekend en lopen tot 31 december 2044.
Het terrein (voetbalvelden) in het Osbroek langs de Frans Blanckaertdreef, kadastraal gekend 1°afdeling, sectie B, nummer 592 B, met een oppervlakte van 1ha 96a 27ca, zou in de toekomst ingericht en beheerd kunnen worden als een natuurgebied met wetenschappelijke waarde conform de bestemming in het BPA en het beschermingsbesluit als landschap. Via de Projectsubsidies Natuur (binnen het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2017 over de subsidiëring van de planning, de ontwikkeling en de uitvoering van het geïntegreerd natuurbeheer) biedt het Agentschap Natuur en Bos (ANB) de kans aan o.a. lokale besturen om een bijdrage te leveren aan de realisatie van de Europese natuurdoelen (habitats en soorten) én aan het ontwikkelen van een hogere natuurkwaliteit.
De terreinen te Nieuwerkerken, Ankerstraat, kadastraal gekend 13°afdeling, sectie C, nummer 291/G, 164/B, 161/B, 291/H, 158/F, 155, 154/C, met een totale oppervlakte van 2ha 7a 40ca zullen tijdens de aanleg van de Bremtstraat - Tolstraat (tussen de spoorwegbrug en het kruispunt met de Huytstraat) worden gebruikt voor aanleg van buffercapaciteit voor de riolering en waterhuishouding.
In de Bremtstraat - Tolstraat is er geen mogelijkheid tot buffergrachten. De RWA-leiding moet echter aangesloten worden op de Zuidbeek die in de Ankerstraat loopt.
Op het terrein van SportAG is er de enige mogelijkheid om een bufferbekken aan te leggen zodat het regenwater vertraagd in de Zuidbeek komt.
De lopende erfpacht op het voetbalterrein langs de Frans Blanckaertdreef en de terreinen te Nieuwerkerken, Ankerstraat dienen te worden stopgezet.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 22 maart 2021 principieel akkoord te gaan met de vroegtijdige stopzetting van de erfpachtovereenkomst tussen de stad en SportAG, met betrekking tot de terreinen te Aalst, Osbroek langs de Frans Blanckaertdreef, kadastraal gekend 1°afdeling, sectie B, nummer 592 B, met een oppervlakte van 1ha 96a 27ca en Nieuwerkerken, Ankerstraat, kadastraal gekend 13°afdeling, sectie C, nummer 291/G, 164/B, 161/B, 291/H, 158/F, 155, 154/C, met een totale oppervlakte van 2ha 7a 40ca.
In zelfde zitting werd beslist een landmeter-expert aan te stellen voor het bepalen van de verminderde canon en voormeld dossier ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
Het SportAG besliste in zitting van hun raad van bestuur van 29 maart 2021 principieel akkoord te gaan met de vroegtijdige stopzetting van de erfpachtovereenkomst tussen de stad en SportAG, met betrekking tot de terreinen te Aalst, Osbroek langs de Frans Blanckaertdreef, kadastraal gekend 1°afdeling, sectie B, nummer 592 B, met een oppervlakte van 1ha 96a 27ca en Nieuwerkerken, Ankerstraat, kadastraal gekend 13°afdeling, sectie C, nummer 291/G, 164/B, 161/B, 291/H, 158/F, 155, 154/C, met een totale oppervlakte van 2ha 7a 40ca.
BVBA Landmetingsbureau Lieven Hutsebaut en V&C Experten BV bezorgde de schattingsverslagen van betrokken percelen van 20 september 2022, met bepaling van de canon.
- het terrein te Aalst, Osbroek langs de Frans Blanckaertdreef, kadastraal gekend 1°afdeling, sectie B, nummer 592 B, heeft een geschatte maandelijkse canon van 1.150,00 EUR of 13.800,00 EUR jaarlijks
- de terreinen te Nieuwerkerken, Ankerstraat, kadastraal gekend 13°afdeling, sectie C, nummer 291/G, 164/B, 161/B, 291/H, 158/F, 155, 154/C, hebben een geschatte maandelijkse canon van 350,00 EUR of 4.200,00 EUR jaarlijks
Dit komt samen op een jaarlijkse vermindering van de canon van 18.000,00 EUR.
Team Coördinatie ruimte - patrimonium stelt voor notariskantoor Moyersoen, met standplaats te Aalst, aan te stellen voor de opmaak van de notariële akte, aangezien dit kantoor ook instond voor de opmaak van de oorspronkelijke akte en reeds kennis heeft van het dossier.
De bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur
om reden van openbaar nut, akkoord te gaan met de vroegtijdige stopzetting van de erfpachtovereenkomst tussen de stad en SportAG, met betrekking tot de terreinen te Aalst, Osbroek langs de Frans Blanckaertdreef, kadastraal gekend 1°afdeling, sectie B, nummer 592 B, met een oppervlakte van 1ha 96a 27ca en Nieuwerkerken, Ankerstraat, kadastraal gekend 13°afdeling, sectie C, nummer 291/G, 164/B, 161/B, 291/H, 158/F, 155, 154/C, met een totale oppervlakte van 2ha 7a 40ca, en de vermindering van de jaarlijkse canon met 18.000,00 EUR.
notariskantoor Nicolas Moyersoen, met standplaats te Aalst, aan te stellen als instrumenterend notaris voor de stad.
De stad Aalst werkt aan de uitbouw van een robuuste multifunctionele groenpool, grenzend aan de stadskern van Aalst en de dorpskernen van Erembodegem, Hekelgem en Denderleeuw. Deze groenpool moet in de toekomst uitgroeien tot één grote groene recreatieve long voor de inwoners van Aalst en omstreken.
Binnen de groenpool wil de stad de bestaande natuurkernen uitbreiden, versterken en beter met elkaar verbinden. Bijkomend willen we een antwoord bieden op de grote stijgende vraag naar groene recreatie zoals wandelen, fietsen, joggen, speelnatuur,… Vandaar dat de stad op zoek is naar percelen om te bebossen/beplanten en/of verder in te richten.
De eigenaar van perceel 11de afdeling sectie A nr. 2525, met een oppervlakte van 1660 m² is bereid te verkopen voor de prijs van 7.968,00 EUR.
De eigenaar van de percelen 11de afdeling sectie A nr. 2546F en 2477D, met een oppervlakte van respectievelijk 627m² en 3430m², is bereid te verkopen voor de prijs van 15.601,00 EUR.
Perceel 2477D is een verpacht weiland in natuurgebied. De pachter is bereid om zijn pacht op te zeggen. De pachtvergoeding bedraagt 1715,00 EUR.
De eigenaar van de percelen 11de afdeling sectie A nr. 2545, 2546G en 3077A, met een oppervlakte van respectievelijk 1430m², 403m² en 839m², is bereid te verkopen voor de prijs van 10.483,00 EUR
De eigenaar van de percelen 11de afdeling sectie A nr. 2477C, 2549 en 2505E, met een oppervlakte van respectievelijk 3230m², 340m² en 1530m², is bereid te verkopen voor de prijs van 16.035,00 EUR .
De eigenaar van de percelen 11de afdeling sectie A nr. 1990A, 1992A en 1992B, met een oppervlakte van respectievelijk 1840,00 m², 1950,00 m² en 1830,00 m², is bereid te verkopen voor de prijs van 24.806,25 EUR.
De percelen liggen in de nabijheid van andere percelen stadseigendom binnen de groenpool.
Zes percelen zijn gelegen in natuurgebied op het gewestplan.
De zes overige percelen zijn bospercelen gelegen in landbouwgebied.
De percelen werden geschat door het extern landmeetkundig bureau PLAN².
De eigenaars van de percelen ondertekenden een verkoopbelofte waarin zij zich verbinden deze percelen te verkopen aan de stad voor de geschatte prijs.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 25 april 2022 in het kader van de uitbouw van de groenpool Aalst te Erembodegem, principieel akkoord te gaan met de aankoop van de percelen grond gelegen te Aalst-Erembodegem, 11°afdeling, sectie A, nummer 2525, 2477C, 2549, 2505E, 2545, 2546G, 3077A, 2546F en 2477D, voor de prijs van 51.802,00 EUR.
In zelfde zitting werd beslist kennis te nemen van de door de eigenaars ondertekende verkoopbeloftes voor verkoop van de percelen grond gelegen te Aalst-Erembodegem, 11°afdeling, sectie A, nummer 2525, 2477C, 2549, 2505E, 2545, 2546G, 3077A, 2546F en 2477D, voor de prijs van 51.802,00 EUR, voormelde verkoopbeloftes ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad en de heer David Coppens, voorzitter gemeenteraad en de heer Wim Leerman, algemeen directeur, of hun vervangers, aan te stellen als verschijners namens de stad om voormelde verkoopbeloftes te ondertekenen na goedkeuring door de gemeenteraad.
De gemeenteraad besliste in zitting van 31 mei 2022 om reden van openbaar nut, in het kader van de uitbouw van de groenpool Aalst te Erembodegem, akkoord te gaan met de aankoop van de percelen grond gelegen te Aalst-Erembodegem, 11°afdeling, sectie A, nummer 2525, 2477C, 2549, 2505E, 2545, 2546G, 3077A, 2546F, 2477D, 1990A, 1992A en 1992B, voor de prijs van 76.608,25 EUR, op basis van de voorwaarden opgenomen in de verkoopbeloftes.
In zelfde zitting werd beslist notaris Lien Couck, met standplaats te Aalst, aan te stellen als instrumenterend notaris voor de stad, voor de opmaak en het verlijden van de notariële akten inzake.
Notaris Lien Couck bezorgde de ontwerpakte inzake.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 7 november 2022 kennis te nemen van de grondverwerving in het kader van de uitbouw van de groenpool Aalst te Erembodegem, gelegen te Aalst-Erembodegem, 11°afdeling, sectie A, nummer 2525, voor de prijs van 7.968,00 EUR, op basis van de voorwaarden opgenomen in de ontwerpakte opgemaakt door notaris Lien Couck, met standplaats te Aalst.
In zelfde zitting werd beslist voormelde ontwerpakte ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad en de heer David Coppens, voorzitter gemeenteraad en de heer Wim Leerman, algemeen directeur, of hun vervangers, aan te stellen als verschijners namens de stad om voormelde akte te ondertekenen na goedkeuring door de gemeenteraad.
In het dossier wordt de ontwerpakte toegevoegd.
De bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur.
Op 30 maart 2021 werd de visienota en het actieprogramma uit de studie het ontwikkelen van een multifunctionele Groenpool Aalst goedgekeurd door de gemeenteraad.
om reden van openbaar nut, akkoord te gaan met de grondverwerving in het kader van de uitbouw van de groenpool Aalst te Erembodegem, gelegen te Aalst-Erembodegem, 11°afdeling, sectie A, nummer 2525, voor de prijs van 7.968,00 EUR, op basis van de voorwaarden opgenomen in de ontwerpakte opgemaakt door notaris Lien Couck, met standplaats te Aalst.
de uitgave te dekken door middel van krediet voorzien in het budget 2023, MJP 000323 - AC 000192 - 0340612200007
Vlaanderen en de lokale besturen hebben de handen in elkaar geslagen om samen de nodige transitie in het energie- en klimaatbeleid waar te maken. Er werd gestart met het Lokaal Energie- en Klimaatpact 1.0 (LEKP 1.0) om een nieuw ecosysteem uit te bouwen, waarbij lokale stakeholders, lokale besturen en het Vlaamse niveau nauwer samenwerken. Tegen eind oktober 2021 hadden 293 van de 300 lokale besturen het LEKP 1.0 ondertekend, waaronder ook de stad Aalst.
Door de aangescherpte Europese Klimaatambities (‘Fit for 55’) besliste de Vlaamse regering in november 2021 over een pakket extra maatregelen om de CO2-uitstoot sterker te verminderen. Daarbij werd ook de rol van de lokale besturen herbevestigd en nieuwe doelstellingen voorgesteld. Vervolgens heeft de Vlaamse overheid in overleg met VVSG een voorbereidend traject doorlopen om te komen tot dit vernieuwde LEKP 2.0, met additionele klimaatmaatregelen.
Engagementen
Bij het ondertekenen van het LEKP 1.0, ging de stad akkoord met volgende engagementen:
Het LEKP 2.0 vraagt enkele nieuwe engagementen van de lokale besturen:
Engagementen Vlaamse Overheid
Naast de lokale besturen, gaat ook de Vlaamse overheid enkele engagementen aan. In het LEKP 1.0, engageerde de Vlaamse overheid zich om:
Binnen het LEKP 2.0 neemt de Vlaamse overheid volgende nieuwe engagementen op:
Wanneer de stad Aalst het LEKP 2.0 zou ondertekenen, krijgt zij de eerstkomende drie jaren een extra jaarbedrag toegekend van de Vlaamse Regering bovenop de middelen die gepaard gaan met het ondertekenen van het LEKP 1.0 (+- 330 000 EUR/jaar tot en met 2030). Indien alle lokale besturen het LEKP 2.0 ondertekenen, krijgt de stad Aalst voor het jaar 2022 en 2023 het bedrag van 118 722 EUR. Dit bedrag kan nog hoger oplopen wanneer een aantal Vlaamse steden en gemeenten beslissen het LEKP 2.0 niet te ondertekenen. Hun toelage wordt dan verdeeld onder de steden en gemeenten die het pact wel ondertekenden.
De ontvangen subsidie betreft een 50% cofinanciering.
Team Natuur & duurzaamheid adviseert positief om het Lokaal Energie- en Klimaat Pact 2.0 te onderschrijven. De effecten van de klimaatverandering worden steeds zichtbaarder en tegelijk ook meer en meer confronterend. De ontregeling van het klimaat vergroot de kans op extreme weersomstandigheden, waaronder ook droogte die we afgelopen zomer mochten ervaren. Die extreme weersomstandigheden kunnen potentieel veel mensen treffen en kunnen potentieel een zeer grote economische impact hebben. Daarbovenop kon niemand de ontspoorde energieprijzen van 2022 voorspellen. We gaan onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen doeltreffend moeten afbouwen.
Energiehuis BEA adviseert positief:
Door in te tekenen op het LEKP 2.0 halen we opnieuw extra middelen naar Aalst om in te zetten op de verschillende aandachtspunten. Energiehuis BEA neemt vandaag reeds haar rol op als facilitator van de tools die door de hogere overheden aangereikt worden (ter beschikking stellen van de Mijn Verbouwlening, ondersteuning bij de Mijn Verbouwpremie en energetische renovatieadviezen via de BENOvatiecoaching). Deze kunnen de burger overtuigen / helpen om de nodige initiatieven te nemen om hun woningen te renoveren.
Energiehuis BEA wil dan ook zeker verder deze rollen blijven opnemen en ondersteunen waar mogelijk om deze engagementen waar te maken.
Team Mobiliteit adviseert positief
De dienst Gebouwen en technieken staat hier in principe gunstig tegenover, maar kan dit nog niet concreet becijferen.
Het Lokale Energie- en Klimaatpact 1.0 vindt haar oorsprong in het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021 -2030. Het VEKP werd op 9 december 2019 goedgekeurd door de Vlaamse Regering.
De aangescherpte versie (LEKP 2.0) vindt haar oorsprong in de aangescherpte Europese klimaatambities ('Fit for 55').
akkoord te gaan met de ondertekening van het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0 (LEKP 2.0).
Mevr. Marieke Fortuin werd bij beslissing van de gemeenteraad 25 juni 2019 aangesteld als effectief lid in de gecoro in de functie van deskundige op het vlak van ruimtelijke planning. Mevr. Marieke Fortuin nam ontslag wegens een verhuis naar het buitenland.
Dhr. Philippe Kiekens werd bij beslissing van de gemeenteraad van 25 juni 2019 aangesteld als plaatsvervangend lid in de gecoro ter vertegenwoordiging van een vereniging van handelaars. Op 24 september 2021 werd Dhr. Philippe Kiekens ingezworen als raadslid in de gemeenteraad. Dit mandaat was niet verenigbaar met een mandaat als plaatsvervanger in de gecoro. Dhr. Philippe Kiekens nam ontslag wegens zijn benoeming als raadslid in de gemeenteraad. Op de gemeenteraad van 28 juni 2022 werd kennis genomen van het ontslag van Dhr.Philippe Kiekens als plaatsvervangend lid in de gecoro.
Zowel de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening, als het huishoudelijk reglement van de commissie, leggen geen enkele regel vast met betrekking tot de aanstelling van leden in een actieve Gecoro wanneer er een lid wegvalt. Enkel artikel 1.3.3 §4 van de VCRO vermeldt: “het lid dat voortijdig zijn mandaat stopzet, wordt vervangen door zijn plaatsvervanger tot een nieuw lid is benoemd.” Dit werd tevens overgenomen en aangevuld in artikel 31 van het huishoudelijk reglement van de Gecoro (17/12/2008): "Het lid dat voortijdig zijn/haar mandaat stopzet wordt vervangen door zijn/haar plaatsvervanger tot een nieuw lid is benoemd. De voorzitter brengt de betrokkenen hiervan schriftelijk op de hoogte en licht bij de eerstvolgende vergadering de andere leden van de commissie in."
Om een nieuwe deskundige ruimtelijke planning aan te stellen werd een nieuwe oproep gepubliceerd (via verschillende kanalen: Chipka, krant, website stad Aalst,…). De periode van de kandidatuurstelling liep tot 31 augustus 2022.
Overwegende dat er zich 5 personen kandidaat hebben gesteld voor de functie van deskundige op het vlak van ruimtelijke planning (effectief lid):
Overwegende dat Geert Baert, Gwen Vreven en Wim Liebaut niet in aanmerking komen gezien er anders geen evenwichtige vertegenwoordiging meer is tussen vrouwen en mannen.
Overwegende dat Josefien Caes niet in aanmerking komt gezien zij tewerkgesteld is als projectleider/ruimtelijke planner bij stad Aalst. De kans op belangenvermenging is te groot.
Overwegende dat Fanny Van den Haute, projectverantwoordelijke bij de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) haar expertise en ervaring inzake ruimtelijke ordening en ruimtelijke planning goed wist te motiveren stelt team Vergunningen en handhaving RO stelt daarom voor om Mevr. Fanny Van den Haute (Langestraat 69, 9300 Aalst) aan te stellen als effectief lid van de gecoro (deskundige ruimtelijke planning) ter vervanging van mevrouw Marieke Fortuin.
Overwegende dat er zich 2 personen kandidaat hebben gesteld voor de functie van vertegenwoordiger van een vereniging van handelaars (plaatsvervangend lid):
Overwegende dat de kandidaten moeten kunnen aantonen dat ze een vereniging van handelaars vertegenwoordigen en dat Dhr. Koen De Bruyn zelfstandig smid is en bestuurder bij Unizo stelt het team Vergunningen en handhaving RO daarom voor om Dhr. Koen de Bruyn (Brusselbaan 19, 9320) aan te stellen als plaatsvervangend lid van de gecoro (vertegenwoordiger van een vereniging van handelaar) ter vervanging van Dhr. Philippe Kiekens. Bovendien werd de interesse inzake ruimtelijke ordening goed gemotiveerd.
Overwegende dat hierdoor geen verschuiving ontstaat en blijvend wordt tegemoet gekomen aan de regelingen inzake evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening.
De aanstelling van de leden van de Gecoro dient te gebeuren voor de gemeenteraad.
Art. 1.3.3 van de VCRO betreffende de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening.
Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale[ , intergemeentelijke (verv. BVR 7 september 2018, art. 1, I: 1 januari 2019)] en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening.
akkoord te gaan om de heer Koen De Bruyn, Brusselbaan 19, 9320 Erembodegem, als plaatsvervangend lid in de Gecoro (vertegenwoordiger van een vereniging van handelaars) aan te stellen.
kennis te nemen van het ontslag van mevrouw Marieke Fortuin als effectief lid in de Gecoro in de functie van deskundige op het vlak van ruimtelijke planning.
akkoord te gaan om mevrouw Fanny Van den Haute, Langestraat 69, 9300 Aalst, als effectief lid in de Gecoro (deskundige ruimtelijke planning) aan te stellen.
Een afsprakenkader met visietekst werd opgemaakt voor Dender Zuid op 18 augustus 2021, na het doorsturen van de afbakening van het werkingsgebied voor de nieuw te vormen woonmaatschappij. In dat afsprakenkader werd reeds gekozen voor volgende vertegenwoordiging in het bestuur van de woonmaatschappij:
De betrokken gemeenten onderschrijven het belang van deelname aan het bestuur van de woonmaatschappij. Zij vinden het aangewezen dat elke betrokken gemeente en stad één vertegenwoordiger heeft in het bestuur van de woonmaatschappij. Als toekomstige aandeelhouders van de nieuwe woonmaatschappij engageren de gemeenten zich ertoe om dit mogelijk te maken.
De bestuurder engageert zich om in te zetten op korte communicatielijnen. Hij voorziet een terugkoppeling tussen de woonmaatschappij en het lokaal bestuur om de keuzes in het woonbeleid van de gemeente te schragen. De bestuurders benadrukken het belang van een korte communicatielijn en willen hiertoe bijdragen.
De samenstelling van de raad van bestuur (maximaal 15+1) moet toelaten dat de woonmaatschappij zowel de opdrachten van de SHM’s als de SVK’s ten volle kan uitoefenen. Van de bestuurders kan worden verwacht dat ze samen over de nodige expertise en diversiteit in competenties en achtergrond beschikken. De betrokken lokale besturen zullen dan ook hun vertegenwoordiger weloverwogen aanduiden. Zij vinden het immers belangrijk dat de raad beschikt over expertise, zowel op sociaal, HRM, juridisch als op technisch bouwkundig vlak, en vragen aan de werkgroep van woonactoren die verder vormgeven aan de woonmaatschappij om een systeem uit te werken dat dit mogelijk maakt.
Aanvullend wensen de gemeenten gebruik te maken van de mogelijkheid van twee onafhankelijke bestuurders, die uitdrukkelijk worden geselecteerd op basis van hun expertise en deskundigheid.
De gemeenten onderschrijven de piste van een extra bestuurder namens de huurders. Dit om zo de sociale dimensie en klantgerichtheid in het bestuur te verstevigen. (bv. huurder, CAW, opbouwwerk).
Tijdens het overleg Dender-Zuid van 19 september 2022 werd gevraagd dat elk college van burgemeester en schepenen binnen het werkingsgebied van Dender Zuid een principieel akkoord omtrent de gemaakte afspraken vastlegt en één kandidaat-bestuurder aanduidt voor de nieuwe woonmaatschappij Dender-Zuid.
Volgende afspraken werden gemaakt:
Fase 1: Elk college van burgemeester en schepenen stelt één kandidaat, gekozen uit de leden van de gemeenteraad/college van burgemeester en schepenen, voor om te zetelen binnen de raad van bestuur van de nieuwe woonmaatschappij.
Fase 2: De verdere uitwerking en samenstelling van de raad van bestuur verloopt volgens de principes bepaald in het afsprakenkader opgemaakt bij de vaststelling van het werkingsgebied Dender Zuid. Meer bepaald dient volgende expertise aanwezig te zijn op volgende domeinen: bouwtechnisch/bouwkundig, financieel, juridisch, sociaalrechtelijk en personeelsbeleid.
Het college stelt mevrouw Sarah Smeyers voor als kandidaat-bestuurder vanuit het lokaal bestuur Aalst.
In de 2de fase zal rekening worden gehouden met de verhouding man/vrouw in de raad van bestuur van de nieuwe woonmaatschappij.
Advies team Juridische Zaken: Conform de wetsbepalingen van de Vlaamse Codex Wonen wordt de raad van bestuur van de nieuwe Woonmaatschappij samengesteld uit maximaal 15 bestuurders, die over diverse expertise, competenties en achtergrond beschikken (art 4.39/5 §3 eerste lid). Volgens het afsprakenkader komen daarvan alvast 8 bestuurders vanuit de 8 aangesloten gemeenten. Van die maximaal 15 bestuurders dienen er ook maximaal 2 bestuurders te zijn, die geen mandaat hebben in een deelnemende gemeente in de zin van artikelen III.41 t.e.m. III.43 Bestuursdecreet (art 4.39/5 §3 tweede lid), en moeten er van die maximaal 15 bestuurders er minstens 1/3 van de andere sekse zijn (art 4.39/5 §2). Bij de maximaal 15 bestuurders dient vervolgens nog een 1 bestuurder toegevoegd na bindend advies vanuit de sociale huurders zelf (art 4.39/5 §4). Het is aangewezen dat het college van burgemeester en schepenen alvast de kandidaat-bestuurder van stad Aalst aanduidt, teneinde de wettelijk correcte samenstelling van de raad van bestuur te kunnen nagaan. Op basis van art 41 tweede lid 4° Decreet Lokaal Bestuur is het in een navolgende gemeenteraad aan de gemeenteraad om de kandidaat formeel en rechtsgeldig voor te dragen namens stad Aalst bij de oprichting, toetreding en vertegenwoordiging in de nieuwe Woonmaatschappij. Er word aangeraden in de statuten van de nieuwe Woonmaatschappij ook te voorzien in aanstelling van een plaatsvervangend bestuurder vanuit de aangesloten gemeenten. Indien er niet gewerkt wordt met plaatsvervangers, kan er anderzijds ook wel gewerkt worden met volmacht om in geval van afwezigheid van de effectieve bestuurder de stem namens stad Aalst naar voor te brengen.
Het decreet van 9 juli 2021 houdende wijzigingen van diverse decreten met betrekking tot wonen, waarbij een regelgevend kader met betrekking tot de woonmaatschappijen wordt gecreëerd.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2021 tot wijziging van verschillende besluiten over wonen.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022 tot vaststelling van het werkingsgebied Dender-Zuid.
De Vlaamse Codex Wonen van 2021 (VCW).
Het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 (BVCW).
Het gemeenteraadsbesluit van 26 oktober 2021 tot afbakening van het werkingsgebied Dender Zuid.
De collegebeslissing van 14 oktober 2022 tot voordracht kandidaat-bestuurder voor de raad van bestuur van de woonmaatschappij Dender-Zuid.
Principieel akkoord te gaan met het afsprakenkader 'raad van bestuur', zoals geformuleerd in de visietekst voor de Denderregio Zuid goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 oktober 2021.
Mevrouw Sarah Smeyers voor te dragen als kandidaat-bestuurder in de Raad van Bestuur van de nieuwe woonmaatschappij Dender-Zuid voor de stad Aalst.
Naast de vertegenwoordiging van één politiek afgevaardigde per lokaal bestuur, de raad van bestuur nog aan te vullen met leden zonder politiek mandaat, rekening houdend met de verhouding man/vrouw.
De Vlaamse regering heeft de intentie om de doorlooptijd van aktes koop-verkoop bij notarissen te verkorten. In het kader van deze intentie startte Digitaal Vlaanderen met het Vastgoedinformatieplatform (VIP). Dit platform zal in 2024 ingevoerd worden in alle gemeenten als uniform platform waarlangs notarissen, immokantoren en andere betrokkenen vastgoedinformatie kunnen opvragen.
Jaarlijks worden in Vlaanderen 130.000 aanvragen ingediend voor het opvragen van vastgoedinformatie. Op vandaag heeft elk lokaal bestuur haar eigen systeem voor het opvragen van deze informatie. Het proces verloopt overal anders en informatie wordt vaak digitaal maar soms ook nog op papier afgeleverd. Het is voor de sector niet eenvoudig te weten op welke manier elke gemeente werkt en hoe een aanvraag moet worden ingediend. Elke gemeente heeft daarnaast ook een eigen reglement over de retributie die hiervoor verschuldigd is.
Via het VIP is het de bedoeling om één aanvraagloket voor het volledige Vlaamse grondgebied te creëren waarbij maximaal wordt ingezet op digitalisering en waarbij informatie die op Vlaams niveau beschikbaar is al automatisch wordt toegevoegd aan het dossier alvorens het bij het lokaal bestuur terecht komt. Op die manier worden de lokale besturen ontlast van het eigen dossierbeheer en kunnen ze zich focussen op het verzamelen van de informatie die wel nog moet worden toegevoegd aan de aanvraag.
In het kader van de opstart van het VIP, werd een piloottraject opgezet met een dertigtal gemeenten. Deze gemeenten worden als eerste aangesloten op de basisversie van het systeem dat gaandeweg verder wordt ontwikkeld op basis van de bevindingen die uit de proefperiode komen.
In 2022 en 2023 is het de bedoeling dat het systeem verder wordt ontwikkeld en uitgerold naar een grotere groep lokale besturen met als einddoel om vanaf januari 2024 dit systeem in alle Vlaamse lokale besturen in gebruik te hebben. De voorbije maanden waren verschillende stadsdiensten actief om de instap voor te bereiden.
De stad Aalst gebruikt vandaag een eigen ontwikkeld systeem voor het verwerken van aanvragen die worden ingediend in samenwerking met een stuk software van dienstenleverancier Cevi. Dit zal per 6 december 2022 vervangen worden door het Vastgoedinformatieplatform. Deze functionele versie in het piloottraject zal enkel van toepassing zijn voor notarissen en de vastgoedsector, andere betrokkenen dienen tijdens het piloottraject het huidige lokaal kanaal te gebruiken.
De stad zal optreden als verwerkingsverantwoordelijke voor volgende doeleinden:
contact- en identificatiegegevens;
financiële gegevens;
het identificatienummer van het Rijksregister/KBO-nummer;
vastgoedinformatie;
gegevens in het kader van openbare onderzoeken en overtredingen.
Om de opstart per 6 december 2022 te garanderen dient elke gemeente in het pilootproject een verwerkingsovereenkomst af te sluiten.
De verwerkersovereenkomst wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. Het betreft een cruciale stap in de beslissing om als gemeente in het pilootproject te stappen. Op de manier levert de stad haar verdere medewerking in het project.
Er is gunstig advies van de informatieveiligheidscoördinator.
Artikel 170 §4 van de Grondwet.
Artikel 40, §3, van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen,
Artikelen 5.2.1, 5.2.5, 5.2.6 en 5.2.7 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009; en wijzigingen.
akkoord te gaan met de verwerkersovereenkomst, toegevoegd als bijlage, tussen de stad Aalst en Agentschap digitaal Vlaanderen.
Voor de toepassing van de verwerkersovereenkomst wordt verstaan:
1° vastgoedinformatie: gebouw-, grond- of omgevingsgebonden gegevens inzake een onroerend goed, inclusief informatie met betrekking tot het juridische, administratieve of fysieke statuut van dit onroerend goed;
2° lokale gegevensbron: vastgoedinformatie die een gemeente of de rechtspersonen die ervan afhangen, beheert;
3° centrale gegevensbron: vastgoedinformatie die een Vlaamse instantie of een externe overheid beheert;
4° Vastgoedinformatieplatform of VIP: elektronisch informatiesysteem voor de ontsluiting, samenvoeging en veilige gegevensdeling van vastgoedinformatie tussen aanleverende entiteiten en aanvragers;
5° vastgoeddossier: de combinatie van verschillende datasets, samengesteld uit vastgoedinformatie met betrekking tot een perceel, of een onderdeel, die op aanvraag wordt ontsloten door de aanleverende entiteit, door Digitaal Vlaanderen wordt samengevoegd en door de lokale overheid ter beschikking wordt gesteld aan de aanvrager;
6° externe overheid: overheidsinstanties, vermeld in artikel I.3, 8° van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
7° Vlaamse instantie: elk van de volgende overheidsinstanties:
de instanties van de Vlaamse overheid, vermeld in artikel I.3, 1°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
de instellingen met een publieke taak, vermeld in artikel I.3, 6°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, voor zover ze afhangen van de Vlaamse overheid of van een of meer andere instellingen met een publieke taak die afhangen van de Vlaamse overheid;
de instanties van de Vlaamse overheid, vermeld in artikel I.3, 7°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
8° aanvrager: de notaris of vastgoedmakelaar die in het kader van zijn beroepsactiviteiten of taken van algemeen belang die bij of krachtens een supranationale of wetskrachtige norm bepaalde vastgoedinformatie nodig heeft en daartoe een aanvraag via het VIP doet;
9° algemene verordening gegevensbescherming: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;
10° persoonsgegevens: de gegevens, vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming;
11° verwerking: een verwerking als vermeld in artikel 4, 2), van de algemene verordening gegevensbescherming;
12° verwerkingsverantwoordelijke: een verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming;
13° betrokkene: een betrokkene als vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming.
akkoord te gaan dat de stad optreedt als verwerkingsverantwoordelijke:
§1. In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van het vastgoeddossier, treedt de gemeente Aalst voor de doeleinden omschreven in artikel 2 op als verwerkingsverantwoordelijke.
§2. De gemeente verwerkt voor de doeleinden omschreven in artikel 2 persoonsgegevens met betrekking tot de volgende categorieën van betrokkenen:
aanvragers; en
houders van rechten op een perceel, of een onderdeel, waarvoor het vastgoeddossier wordt aangevraagd.
§3. De gemeente verwerkt voor de doeleinden omschreven in artikel 2 volgende categorieën van persoonsgegevens:
contact- en identificatiegegevens;
financiële gegevens;
het identificatienummer van het Rijksregister/KBO-nummer;
vastgoedinformatie;
gegevens in het kader van openbare onderzoeken en overtredingen.
§4. De gemeente Aalst bewaart de persoonsgegevens die het verwerkt, niet langer dan noodzakelijk is om de doeleinden, vermeld in artikel 2, te bereiken en conform artikel III.87, §1 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, of tot de betrokkene vraagt om de persoonsgegevens die gemeente Aalst verwerkt, te verwijderen, conform de voorwaarden, vermeld in de algemene verordening gegevensbescherming. De archiveringstermijn van de persoonsgegevens bij de gemeente Aalst bedraagt 3 jaar overeenkomstig de bepalingen van de Selectielijst voor Vlaamse gemeentearchieven.
§5. De gemeente Aalst doet een beroep op agentschap Digitaal Vlaanderen voor de doeleinden omschreven in artikel 2. Agentschap Digitaal Vlaanderen treedt in dit kader op als verwerker van de gemeente , die de verwerkingsverantwoordelijke is. De modaliteiten van de verwerking zijn geregeld in de verwerkingsovereenkomst die te vinden is in Bijlage 1.
akkoord te gaan dat de vastgoeddossiers die de gemeente Aalst via het Vastgoedinformatieplatform ter beschikking stelt, niet worden ondertekend aangezien het vastgoeddossier een louter informatief document betreft dat geen beleidsmatige stellingname inhoudt en niet kwalificeert als stuk of briefwisseling in de zin van artikel 279 van het Decreet lokaal bestuur.
akkoord te gaan dat deze beslissing wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Sam Van de Putte.
Tijdens de coronapandemie verplaatsten veel steden en gemeenten de burgerlijke huwelijken naar buiten, maar volgens het burgerlijk wetboek kon dat in principe niet, omdat de huwelijken enkel konden plaatsvinden op een locatie waar de gemeente het "uitsluitend gebruiksrecht" heeft.
Die verplichting wordt nu opgeheven, waardoor burgerlijke huwelijken nu ook buiten het gemeentehuis zullen kunnen plaatsvinden. Andere voorwaarden blijven wel van toepassing: zo moet het huwelijk plaatsvinden op het grondgebied van de gemeente, op een openbare plaats met een neutraal karakter. Het wetsontwerp werd quasi unaniem goedgekeurd in de commissie Justitie, enkel de plenaire vergadering van de Kamer moet nog haar zegen geven.
Zoals u weet was onze fractie vragende partij om huwelijken in openlucht ook in Aalst mogelijk te maken. Met de keuze van de buitenkoer aan het stadhuis koos de stad voor de praktisch meest makkelijke oplossing binnen de mogelijkheden van het burgerlijk wetboek. Nu het criterium wegvalt dat de stad het ‘uitsluitend gebruiksrecht’ over de locatie moet hebben, hopen we dat er voor de toekomst nog locaties onderzocht worden. Daarnaast is huwen in openlucht ook enkel mogelijk voor wie het volle bedrag van 217 euro betalen. Aangezien de locatie zo dicht tegen de huidige trouwzaal aanleunt, vinden we dat deze optie ook zou moeten aangeboden worden op dinsdagnamiddag wanneer koppels in onze stad gratis kunnen huwen.
Vragen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Sam Van de Putte aangaande 'Trouwen buiten ‘het stadhuis’'.
De Vlaamse regering heeft de intentie om de doorlooptijd van aktes koop-verkoop bij notarissen te verkorten. In het kader van deze intentie starte Digitaal Vlaanderen met het Vastgoedinformatieplatform (VIP). Dit platform zal in 2024 ingevoerd worden in alle gemeenten als uniform platform waarlangs notarissen, immokantoren en andere betrokkenen vastgoedinformatie kunnen opvragen. Jaarlijks worden in Vlaanderen 130.000 aanvragen ingediend voor het opvragen van vastgoedinformatie. Op vandaag heeft elk lokaal bestuur haar eigen systeem voor het opvragen van deze informatie. Het proces verloopt overal anders en informatie wordt vaak digitaal maar soms ook nog op papier afgeleverd. Het is voor de sector niet eenvoudig te weten op welke manier elke gemeente werkt en hoe een aanvraag moet worden ingediend. Elke gemeente heeft daarnaast ook een eigen reglement over de retributie die hiervoor verschuldigd is. Via het VIP is het de bedoeling om één aanvraagloket voor het volledige Vlaamse grondgebied te creëren waarbij maximaal wordt ingezet op digitalisering en waarbij informatie die op Vlaams niveau beschikbaar is al automatisch wordt toegevoegd aan het dossier alvorens het bij het lokaal bestuur terechtkomt. Op die manier worden de lokale besturen ontlast van het eigen dossierbeheer en kunnen ze zich focussen op het verzamelen van de informatie die wel nog moet worden toegevoegd aan de aanvraag. In het kader van de opstart van het VIP, werd een piloottraject opgezet met een dertigtal gemeenten. Deze gemeenten worden als eerste aangesloten op de basisversie van het systeem dat gaandeweg verder wordt ontwikkeld op basis van de bevindingen die uit de proefperiode komen.
In 2022 en 2023 is het de bedoeling dat het systeem verder wordt ontwikkeld en uitgerold naar een grotere groep lokale besturen met als einddoel om vanaf januari 2024 dit systeem in alle Vlaamse lokale besturen in gebruik te hebben. De voorbije maanden waren verschillende diensten actief om de instap voor te bereiden. De stad Aalst gebruikt vandaag een eigen ontwikkeld systeem voor het verwerken van aanvragen die worden ingediend in samenwerking met software van dienstenleverancier Cevi. Dit zal per 6 december vervangen worden door het Vastgoedinformatieplatform. Om de opstart per 6 december te garanderen dient elke gemeente in het pilootproject te beschikken over een geüniformeerd retributiereglement en moet er een verwerkingsovereenkomst worden goedgekeurd. Het huidig retributiereglement dateert van 17 december 2019. Het reglement van 20 september 2022 vervangt het reglement van 17 december 2019 voor elke aanvraag dat verloopt via het vastgoedinformatieplatform vanaf 6 december 2022.
De verwerkersovereenkomst en het retributiereglement worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. Het betreft een cruciale stap in de beslissing om als gemeente in het pilootproject te stappen. Op de manier levert de stad haar verdere medewerking in het project.
Artikel 173 van de Grondwet.
Artikel 40, §3, van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Artikelen 5.2.1., 5.2.5., 5.2.6. en 5.2.7. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en wijzigingen.
Er wordt vanaf 1 december 2022 tot en met 31 december 2025 ten voordele van de stad Aalst een retributie geheven op aanvragen, gedaan via het Vastgoedinformatieplatform, tot het verkrijgen van een vastgoeddossier.
Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
2.1. vastgoedinformatie: gebouw-, grond- of omgevingsgebonden gegevens inzake een onroerend goed, inclusief informatie met betrekking tot het juridische, administratieve of fysieke statuut van dit onroerend goed;
2.2. lokale gegevensbron: vastgoedinformatie die een gemeente of de rechtspersonen die ervan afhangen, beheert;
2.3. centrale gegevensbron: vastgoedinformatie die een Vlaamse instantie of een externe overheid beheert;
2.4. Vastgoedinformatieplatform of VIP: elektronisch informatiesysteem voor de ontsluiting, samenvoeging en veilige gegevensdeling van vastgoedinformatie tussen aanleverende entiteiten en aanvragers;
2.5. vastgoeddossier: de combinatie van verschillende datasets, samengesteld uit vastgoedinformatie met betrekking tot een perceel, of een onderdeel, die op aanvraag wordt ontsloten door de aanleverende entiteit, door Digitaal Vlaanderen wordt samengevoegd en door de lokale overheid ter beschikking wordt gesteld aan de aanvrager;
2.6. externe overheid: overheidsinstanties, vermeld in artikel I.3, 8° van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
2.7. Vlaamse instantie: elk van de volgende overheidsinstanties:
2.8. aanvrager: de notaris of vastgoedmakelaar die in het kader van zijn beroepsactiviteiten of taken van algemeen belang die bij of krachtens een supranationale of wetskrachtige norm bepaalde vastgoedinformatie nodig heeft en daartoe een aanvraag via het VIP doet;
2.9. algemene verordening gegevensbescherming: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;
2.10. persoonsgegevens: de gegevens, vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming;
2.11. verwerking: een verwerking als vermeld in artikel 4, 2), van de algemene verordening gegevensbescherming;
2.12. verwerkingsverantwoordelijke: een verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming;
2.13.betrokkene: een betrokkene als vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming.
Algemeen
De stad Aalst verzamelt de opgevraagde vastgoedinformatie uit lokale gegevensbronnen. De stad Aalst doet een beroep op het VIP om vastgoedinformatie uit centrale gegevensbronnen op te halen en samen te voegen met het vastgoeddossier. De stad Aalst stelt het vastgoeddossier via het Vastgoedinformatieplatform aan de aanvrager ter beschikking. In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van het vastgoeddossier, verwerkt de stad die gegevens met als doeleinde om aanvragers samengevoegde vastgoedinformatie uit centrale en lokale gegevensbronnen ter beschikking te stellen in het kader van hun beroepsactiviteiten of in het kader van taken van algemeen belang die bij of krachtens een supranationale of wetskrachtige norm zijn bepaald.
Retributieschuldige
De retributie is verschuldigd door de aanvrager.
Tarief
Het tarief bedraagt 140,50 EUR per Vastgoeddossier.
De retributie dient per kadastraal perceel, waarvoor een aanvraag via het Vastgoedinformatieplatform wordt gedaan, te worden betaald. De aflevertermijn voor het vastgoeddossier bedraagt maximum 30 dagen.
Invorderingswijze
De onbetwiste en opeisbare retributie wordt bij niet-betaling ingevorderd conform artikel 177, tweede lid, van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
De betwiste en opeisbare retributie wordt bij niet-betaling burgerrechtelijk ingevorderd.
Verwerking van persoonsgegevens
7.1. In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van het vastgoeddossier, treedt de stad Aalst voor de doeleinden omschreven in artikel 2 op als verwerkingsverantwoordelijke.
7.2. De stad verwerkt voor de doeleinden omschreven in artikel 2 persoonsgegevens met betrekking tot de volgende categorieën van betrokkenen:
7.3. De stad verwerkt voor de doeleinden omschreven in artikel 2 volgende categorieën van persoonsgegevens:
7.4. De stad Aalst bewaart de persoonsgegevens die het verwerkt, niet langer dan noodzakelijk is om de doeleinden, vermeld in artikel 2, te bereiken en conform artikel III.87, §1 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, of tot de betrokkene vraagt om de persoonsgegevens die stad Aalst verwerkt, te verwijderen, conform de voorwaarden, vermeld in de algemene verordening gegevensbescherming. De archiveringstermijn van de persoonsgegevens bij de stad Aalst bedraagt 3 jaar overeenkomstig de bepalingen van de Selectielijst voor Vlaamse gemeentearchieven.
7.5. De stad Aalst doet een beroep op agentschap Digitaal Vlaanderen voor de doeleinden omschreven in artikel 2. Agentschap Digitaal Vlaanderen treedt in dit kader op als verwerker van de stad, die de verwerkingsverantwoordelijke is.
Ondertekening
De vastgoeddossiers die de stad Aalst via het Vastgoedinformatieplatform ter beschikking stelt, worden niet ondertekend aangezien het vastgoeddossier een louter informatief document betreft dat geen beleidsmatige stellingname inhoudt en niet kwalificeert als stuk of briefwisseling in de zin van artikel 279 van het Decreet lokaal bestuur.
Vervanging voorgaande reglementering
Dit reglement vervangt vanaf 1 december 2022 alle retributies die betrekking hebben op vastgoeddossiers, die vanaf de bekendmaking van dit reglement kunnen worden aangevraagd via het Vastgoedinformatieplatform.
Bekendmaking
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 en 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Naar aanleiding van de hernieuwing van de milieuvergunning en de bijhorende aanvraag tot afwijking van Vlarem II, artikel 5.32.3, werd besloten om een aanbestedingsdossier op te maken betreffende de rookbeheersing in de foyer en de inkomhal van het Cultuurcentrum De Werf gelegen in de Molenstraat 51 te 9300 Aalst.
De uitvoering van het dossier gebeurt onder voorbehoud van de goedkeuring van de milieuvergunning en de omgevingsvergunning.
In het kader van de opdracht “Thema Ruimte - dienst Gebouwen en technieken. Leveren en plaatsen van een rook- en warmteafvoerinstallatie’ (RWA) in Cultuurcentrum De Werf” werd een bestek met nr. 22/I-114 opgesteld. (bijlage)
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 217 371,66 EUR exclusief btw of 263 019,71 EUR inclusief 21% btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw overschrijdt de drempel van 750 000 EUR niet).
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Het bijzonder bestek met nr. 22/I-114 en de raming voor de opdracht “Thema Ruimte - dienst Gebouwen en technieken. Leveren en plaatsen van een rook- en warmteafvoerinstallatie’ (RWA) in Cultuurcentrum De Werf”, vast te stellen. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 217 371,66 EUR exclusief btw of 263 019,71 EUR inclusief 21% btw.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van het meerjarenplan 2020-2025, budgetlijn MJP000220 – AC000253 – 0119-08/2210007.
Een deel van de kostprijs wordt gesubsidieerd door het Fonds Culturele Infrastructuur (Foci) van de Vlaamse Overheid.
De gemeenteraad verleende in zitting van 25 juni 2019 goedkeuring aan het bestek met nr. 19/HI-71/19-23 van de oorspronkelijke opdracht “Uitvoeren van herstellingen aan bitumineuze wegen”, gegund via openbare procedure.
Volgens de oorspronkelijke bestekbepalingen kan deze opdracht bij onderhandelingsprocedure herhaald worden binnen een periode van 3 jaar na het sluiten van de oorspronkelijke opdracht.
Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 30 september 2019 de oorspronkelijke opdracht gegund aan Norré-Behaegel nv, Koninklijke Baan 196 te 8434 Westende.
Met e-mail van 28 oktober 2022 bevestigt de aannemer zijn prijzen te handhaven voor het dienstjaar 2023.
De dienst Openbare werken stelt voor dit dossier te herhalen met uitgaven beperkt tot het beschikbaar van 900 000 EUR voor de periode van 1 jaar.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 2° (nieuwe werken/diensten, bestaande uit de herhaling van soortgelijke werken/diensten) en artikel 43.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Goedkeuring te verlenen aan het opstarten van de plaatsingsprocedure voor de herhalingsopdracht “Cluster Mobiliteit en openbaar domein. Uitvoeren van herstellingen aan bitumineuze wegen”, zoals voorzien in het oorspronkelijke bestek met nr. 19/HI-71/19-23.
De werken te gunnen ingevolge onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking volgens artikel 42 § 1, 2° van de wet van 17 juni 2016 op de overheidsopdrachten aan de aannemer gelast met de uitvoering van de oorspronkelijke opdracht, zijnde Norré-Behaegel nv, Koninklijke Baan 196 te 8434 Westende tegen de eenheidsprijzen voorzien in hun oorspronkelijke offerte en beperkt tot het voorzien krediet van 900 000 EUR.
De uitgave voor deze opdracht te voorzien in het investeringsbudget van het meerjarenplan 2020-2025 onder budgetlijnen MJP000428 – AC000194 - aandeel wegen (650 000 EUR) en MJP000429 – AC000194 – aandeel riolering (250 000 EUR) van de stad Aalst.
Het huidige bestek voor het uitvoeren van kleine wegherstellingen, aanpassingen aan het openbaar domein en de riolering loopt af op 31 december 2022. De dienst Openbare Werken heeft voorgesteld een nieuw bestek op te maken. De werken omvatten allerhande kleine aanpassingen, herstellingen en vernieuwingen op het openbaar domein.
In het kader van de opdracht “Thema Ruimte - dienst Openbare werken. Uitvoeren van kleine wegherstellingen, aanpassingen aan het openbaar domein en de riolering” werd een bestek met nr. 22/MJI-93/23-26V opgesteld.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 2 210 000 EUR inclusief 21% btw voorzien op jaarbasis.
De basisopdracht zal worden afgesloten tot 31 december 2023 met daarna stilzwijgende verlenging van telkens één jaar (vanaf 1 januari tot 31 december) gedurende 3 jaar.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.
Deze raming overschrijdt de limieten van de Europese bekendmaking.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36 en artikel 57 en artikel 43.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Het bijzonder bestek met nr. 22/MJI-93/23-26V en de raming voor de opdracht “Thema Ruimte - dienst Openbare werken. Uitvoeren van kleine wegherstellingen, aanpassingen aan het openbaar domein en de riolering”, worden vastgesteld. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 2 210 000 EUR inclusief 21% btw op jaarbasis.
Bovengenoemde opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.
De uitgave voor deze opdracht te voorzien onder budgetlijn MJP000423 - AC 000 194 - 0200 70 224007 (aandeel wegenis) 1 210 000 EUR en onder budgetlijn MJP000424 - AC 000 194 - 0200 70 227007 (aandeel riolering) 1 000 000 EUR op jaarbasis.
Bij brief van 30 augustus 2022 werd een verzoekschrift ingediend m.b.t. 'Aanpakken verkeersoverlast ten gevolgen van opening zomerbar 'De Loereman''.
Het verzoekschrift wordt ingediend op basis van artikel 304 e.v. van het Decreet Lokaal Bestuur. Op basis van deze artikelen en op basis van de bepalingen in ons huishoudelijk reglement (artikel 59 t/m artikel 61) wordt door de voorzitter van de gemeenteraad eerst de ontvankelijkheid van het verzoekschrift onderzocht. Indien het gaat om een bevoegdheid van de gemeenteraad op basis van art. 41 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt het verzoekschrift door de gemeenteraad doorverwezen naar het college van burgemeester en schepenen die de zaak verder moet onderzoeken en moet zorgen voor een voorstel van antwoord dat dan moet voorgelegd worden aan de gemeenteraad voor vaststelling.
Het verzoekschrift heeft betrekking op de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen, zoals bepaald in art 41 van het decreet lokaal bestuur. Derhalve verwijst de voorzitter van de gemeenteraad het verzoekschrift door naar het college van burgemeester en schepenen met het verzoek om de zaak verder te onderzoeken en over de inhoud ervan uitleg te verstrekken.
De gemeenteraad besliste op 20 september 2022 om de zaak door te verwijzen naar het college van burgemeester en schepenen.
Nadat het college van burgemeester en schepenen hierover via beslissing uitleg heeft verstrekt door middel van een ontwerp van antwoord, zal de voorzitter van de gemeenteraad dit antwoord agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad, waarna het aan de verzoeker wordt overgemaakt.
Het antwoordvoorstel werd besproken op het cbs van 14 november 2022.
De voorzitter van de gemeenteraad vraagt aan de raad om het antwoordvoorstel goed te keuren en bezorgt dit nadien aan de indiener van het verzoekschrift.
het antwoordvoorstel op het verzoekschrift ingediend door de heer Van der Elst Roger betreffende 'Aanpakken verkeersoverlast ten gevolgen van opening zomerbar 'De Loereman'' goed te keuren.
De voorzitter van de gemeenteraad de opdracht te geven het antwoord, zoals gevoegd als bijlage, te bezorgen aan de indiener van het verzoekschrift.
Bij brief van 25 oktober 2022 werd vanuit de organisatie 'Vierdewereldgroep Aalst' een verzoekschrift ingediend met twee vragen:
Het verzoekschrift wordt ingediend op basis van artikel 304 e.v. van het Decreet Lokaal Bestuur. Op basis van deze artikelen en op basis van de bepalingen in ons huishoudelijk reglement (artikel 59 t/m artikel 61) wordt door de voorzitter van de gemeenteraad eerst de ontvankelijkheid van het verzoekschrift onderzocht. Indien het gaat om een bevoegdheid van de gemeenteraad op basis van art. 41 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt het verzoekschrift door de gemeenteraad doorverwezen naar het college van burgemeester en schepenen die de zaak verder moet onderzoeken en moet zorgen voor een voorstel van antwoord dat dan moet voorgelegd worden aan de gemeenteraad voor vaststelling.
akte te nemen van het verzoekschrift in bijlage ingediend door de organisatie 'Vierdewereldgroep Aalst' betreffende deze twee vragen:
het door de voorzitter van de gemeenteraad ontvankelijk verklaarde verzoekschrift door te verwijzen naar het college van burgemeester en schepenen met het verzoek om over de inhoud ervan uitleg te verstrekken;
nadat het college van burgemeester en schepenen hierover via beslissing uitleg heeft verstrekt door middel van een ontwerp van antwoord, dit antwoord te agenderen op de eerstvolgende gemeenteraad, waarna het aan de verzoeker wordt overgemaakt.
De stad Aalst is lid van de welzijnsvereniging Audio, dat voor zijn leden interne audits organiseert.
Op 30 september 2022 vond de algemene vergadering van Audio plaats. Het verslag hiervan wordt ter kennis gebracht aan de leden van de gemeenteraad.
het verslag van de algemene vergadering van 30 september 2022 van Audio.
Per mail van 13 oktober 2022, wordt de stad uitgenodigd op de buitengewone algemene vergadering van IGS Westlede, op dinsdag 13 december 2022 in het hoofdgebouw van het crematorium om 19u, Smalle Heerweg 60, 9080 Lochristi.
De gemeenteraad dient de agenda van de buitengewone algemene vergadering van 13 december 2022 goed te keuren met volgende agendapunten en het mandaat van zijn vertegenwoordigers te bepalen:
Artikel 445 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 houdende de intergemeentelijke samenwerking bepaalt dat de deelnemende gemeenten hun vertegenwoordigers voor een algemene vergadering van een opdrachthoudende vereniging bij gemeenteraadsbesluit dienen aan te wijzen uit de leden van de gemeenteraad en dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordigers dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering;
In zitting van 23 april 2019 werd de vertegenwoordiger aangesteld door de gemeenteraad, namelijk de heer Matthias De Ridder met als plaatsvervanger de heer David Coppens.
om na onderzoek van de ter beschikking gestelde documenten, de agenda van de buitengewone algemene vergadering van 13 december 2022 met volgende agendapunten goed te keuren :
haar vertegenwoordiger aangeduid door de gemeenteraad d.d. 23 april 2019, de heer Matthias De Ridder met als plaatsvervanger de heer David Coppens, het mandaat te geven in te stemmen met deze agendapunten.
Per aangetekend schrijven van 19 oktober 2022, wordt de stad uitgenodigd op de bijzondere algemene vergadering van het intergemeentelijk samenwerkingsverband ILVA, op dinsdag 13 december 2022 om 19u, in de maatschappelijke zetel van de vereniging, Industriezone Zuid III, Industrielaan 18 te 9320 Erembodegem.
De gemeenteraad dient de agenda van de bijzondere algemene vergadering van 13 december 2022 goed te keuren met volgende agendapunten en het mandaat van zijn vertegenwoordigers te bepalen:
Artikel 445 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 houdende de intergemeentelijke samenwerking bepaalt dat de deelnemende gemeenten hun vertegenwoordigers voor een algemene vergadering van een opdrachthoudende vereniging bij gemeenteraadsbesluit dienen aan te wijzen uit de leden van de gemeenteraad en dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordigers dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering;
Gelet op de statuten van het intergemeentelijk samenwerkingsverband voor milieu ILvA;
In zitting van 27 februari 2019 werden de vertegenwoordigers aangesteld door de gemeenteraad, namelijk raadslid Silke Van Vaerenbergh met als plaatsvervanger schepen Katrien Beulens en raadslid Raf Sidorski met als plaatsvervanger raadslid Yasmine Deghels.
om na onderzoek van de ter beschikking gestelde documenten, de agenda van de bijzondere algemene vergadering van 13 december 2022 met volgende agendapunten goed te keuren:
haar vertegenwoordigers aangeduid door de gemeenteraad d.d. 27 februari 2019, raadslid Silke Van Vaerenbergh met als plaatsvervanger schepen Katrien Beulens en raadslid Raf Sidorski met als plaatsvervanger raadslid Yasmine Deghels, het mandaat te geven in te stemmen met deze agendapunten.
Bij aangetekend schrijven van 26 oktober 2022, wordt de stad Aalst uitgenodigd op de algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging SOLVA, op 14 december 2022 om 19u in de gebouwen van SOLVA, Gentsesteenweg 1B te 9520 Vlierzele. Ontvangst is voorzien vanaf 18.30u.
De gemeenteraad moet de agenda goedkeuren met volgende agendapunten en het mandaat van zijn vertegenwoordigers bepalen.
Deze algemene vergadering wordt gevolgd door een walking diner.
Artikel 445 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 houdende de intergemeentelijke samenwerking bepaalt dat de deelnemende gemeenten hun vertegenwoordigers voor een algemene vergadering van een opdrachthoudende vereniging bij gemeenteraadsbesluit dienen aan te wijzen uit de leden van de gemeenteraad en dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordigers dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering;
In zitting van 27 februari 2019 werd de vertegenwoordiger aangesteld door de gemeenteraad, namelijk de heer Maarten Blommaert met als plaatsvervanger mevrouw Yasmine Deghels.
om na onderzoek van de ter beschikking gestelde documenten, de agenda van de algemene vergadering van 14 december 2022 met volgende agendapunten goed te keuren:
haar vertegenwoordiger, aangesteld door de gemeenteraad d.d. 27 februari 2019, de heer Maarten Blommaert met als plaatsvervanger mevrouw Yasmine Deghels het mandaat te geven in te stemmen met deze agendapunten.
De Raad van Bestuur van cultuurcentrum De Werf werd opgericht om het stadsbestuur bij te staan bij het beheer en de exploitatie van het cultuurcentrum en haar randaccommodaties, zoals deze haar door de gemeenteraad worden toegewezen.
Mevrouw Marly D'Hooghe van de fractie Lijst A nam ontslag uit de Raad van Bestuur van CC De Werf. De gemeenteraad nam hiervan akte in zitting van 25 oktober 2022.
De fractie Lijst A duidt de heer Bart De Spiegeleer aan als haar vervanger.
De installatie van de vernieuwde gemeenteraad op 7 januari 2019;
De installatie van de Raad van Bestuur CC De Werf op de gemeenteraad van 22 oktober 2019;
De aktename van het ontslag van Marly D'Hooghe uit de Raad van Bestuur CC De Werf op de gemeenteraad van 25 oktober 2022;
Het organiek reglement Raad van Bestuur cultuurcentrum De Werf, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 26 juni 2019.
volgende vertegenwoordiger uit de fractie Lijst A aan te stellen in de Raad van Bestuur van CC De Werf:
De heer Bart De Spiegeleer, Louis Paul Boonstraat 1 te 9300 Aalst.
Het lokaal overleg kinderopvang (LOK) is een stedelijke adviesraad die iedereen in Aalst samenbrengt die betrokken is bij de opvang van kinderen. Het LOK bestaat uit lokale actoren die actief zijn op het grondgebied Aalst, (potentiële) gebruikers kinderopvang, ambtelijke vertegenwoordiging van het lokaal bestuur (stemgerechtigde leden) en mandatarissen van het lokaal bestuur (niet-stemgerechtigde leden).
Gezien de verhindering van mevrouw Fatma Yildiz in de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn met ingang van 1 november 2022, waarvan akte werd genomen in de gemeenteraad d.d. 25 oktober 2022 kan zij niet langer zetelen als niet-stemgerechtigd lid in het Lokaal Overleg Kinderopvang. Er zal er een nieuw niet-stemgerechtigd lid moeten gekozen worden uit de leden van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn.
Uit de fractie Groen wordt raadslid Maxine Mc Kenzie voorgedragen om Fatma Yildiz te vervangen.
Mevrouw Maxine Mc Kenzie is vertegenwoordiger van de lokale actoren als stemgerechtigde lid van het Lokaal Overleg Kinderopvang.
Mevrouw Maxine Mc Kenzie is sinds 1 november 2022 gemeente- en OCMW-raadslid en kan volgens de statuten van het LOK, meer bepaald in artikel 3, geen stemgerechtigd lid meer zijn wegens onverenigbaarheid.
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2013 houdende het Lokaal Beleid Kinderopvang.
De statuten van het Lokaal Overleg Kinderopvang, vastgesteld bij gemeenteraad van 25-06-2019.
Benoeming van de leden van het Lokaal Overleg Kinderopvang, vastgesteld bij gemeenteraad van 25-6-2019 en latere wijzigingen.
akte te nemen van het ontslag van mevrouw Fatma Yildiz, niet-stemgerechtigd lid, in het Lokaal Overleg Kinderopvang.
akte te nemen van het ontslag van mevrouw Maxine Mc Kenzie als vertegenwoordiger van de lokale actoren, als stemgerechtigde lid in het Lokaal Overleg Kinderopvang, wegens onverenigbaarheid, aangezien zij nu gemeenteraadslid is.
raadslid Maxine Mc Kenzie, mandataris van het lokaal bestuur, te benoemen als niet-stemgerechtigde lid van het Lokaal Overleg Kinderopvang.
Het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Aalst (AGSA) bezorgde de Gouverneur de jaarrekening 2021, vastgesteld op 15 juni 2022. Conform artikel 235 §4, 3de lid van het decreet over het lokaal bestuur kan er pas kwijting verleend worden aan de bestuurders ná goedkeuring van de rekeningen door de gouverneur.
De jaarrekening 2021 van het autonoom gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Aalst (AGSA), vastgesteld op 15 juni 2022, werd goedgekeurd door de Gouverneur bij beslissing d.d. 18 oktober 2022.
Dit besluit moet worden ter kennis gebracht op de gemeenteraad, overeenkomstig artikel 332, §1, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur.
De gemeenteraad gaf op 28 juni 2022 zijn gunstig advies voor de jaarrekening van het autonoom gemeentebedrijf AGSA. Artikel 243 §2 van het decreet over het lokaal bestuur geeft de gemeenteraad geen goedkeuringsbevoegdheid meer, maar wel de mogelijkheid om een advies uit te brengen.
Artikels 241, 242 en 243 van het decreet Lokaal bestuur.
Artikel 39 van de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Aalst
De gemeenteraad besliste in zitting van 27 april 2010 een Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Aalst (AGSA) op te richten waarbij de statuten werden vastgesteld, zoals later gewijzigd.
De gemeenteraad heeft in zitting van 17 december 2013 de voorwaarden van de beheersovereenkomst heeft vastgesteld en goedgekeurd.
De raad van bestuur van AGSA heeft op 15 juni 2022 de jaarrekening 2021 vastgesteld.
Ingevolge het artikel 243 van het decreet voor het Lokaal bestuur geschiedt de externe controle op de autonome gemeentebedrijven vanaf 2014 uitsluitend door één of meer erkende bedrijfsrevisoren; de stad heeft inmiddels ingevolge een overheidsopdracht een bedrijfsrevisor aangesteld.
kennis te nemen van de brief en het besluit van de Gouverneur (ABB) d.d. 18 oktober 2022 betreffende de goedkeuring van de jaarrekening 2021 van het autonoom gemeentebedrijf AGSA.
kwijting te geven aan de bestuurders van het AGSA voor de jaarrekening 2021.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Sam Van de Putte.
Stel je voor: je zet ‘s ochtends je kindje af in de crèche. Je vertrouwt erop dat je baby daar veilig is en vertrekt naar het werk. In de namiddag krijg je plots telefoon. Je kindje ligt in het ziekenhuis met een hersenletsel. De toestand is kritiek. Dat is voor iedere ouder een nachtmerrie die werkelijkheid wordt. Na wantoestanden in sommige woonzorgcentra worden we nu in Vlaanderen geconfronteerd met wantoestanden in de sector van de kinderopvang.
De meeste crèches en onthaalouders leveren fantastisch werk. Maar bij een paar crèches loopt het helemaal mis en staat de veiligheid van onze kinderen op het spel. Een kind met brandwonden die niet verzorgd worden. Een kind dat met het hoofd in het toilet wordt geduwd en vervolgens wordt er doorgespoeld. Een kind dat met ducttape wordt vastgebonden, het zijn schrijnende verhalen.
We zijn ervan overtuigd dat kinderbegeleiders zich dag na dag met hart en ziel voor onze kinderen inzetten en dat het in zijn globaliteit maar om een aantal kinderopvanginitiatieven gaat waar het écht fout zit. Het is bijzonder jammer dat hierdoor een hele sector in een negatief daglicht wordt gesteld.
Laat ons duidelijk zijn, er is geen grijze zone als het over de veiligheid van onze kinderen gaat. Ofwel zijn crèches veilig en dan blijven ze open. Ofwel zijn ze dat niet en dan moeten ze dicht.
Over heel Vlaanderen zouden er zich 40 kindercrèches in de gevarenzone bevinden. 40 kinderopvangen die zogezegd in de ‘grijze zone’ zitten. Het gaat over crèches waar sprake was van geweld, grensoverschrijdend gedrag en verwaarlozing. Na de recente politieke actie en de aanbevelingen vanuit de Vlaamse onderzoekscommissie herbekijkt het Agentschap Opgroeien de probleemdossiers uit het verleden. We kunnen maar hopen dat hier geen dossiers bijzitten van kinderopvanginitiatieven op Aalsters grondgebied.
Vragen
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Sam Van de Putte aangaande 'Veiligheid in Aalsterse kinderopvanginitiatieven'.