Op 04-07-2022 werd door de NMBS een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het verkavelen van gronden in 3 loten inclusief het vellen van bomen, het wijzigen van het reliëf en de aanleg van wegen gelegen te 9300 Aalst, zn (kadastraal 2ste AFD, sectie C, nummers 1516A en 1516B).
De voorliggende aanvraag voorziet in de aanleg van openbare ruimte en een fietspad/wandelpad langs de Dender waarvan de stad Aalst, na aanleg ervan, het beheer zal overnemen. De wegenis zal worden opgenomen in de zogenaamde ‘kleine wegenis’ van de stad en blijft eigendom van NMBS.
De nieuwe Denderboulevard wordt ingericht als toegang van een naar het station. De voorzieningen in functie van het station, zoals het parkeergebouw, de fietsenstalling en het galleriagebouw, worden eveneens ontsloten via deze nieuwe boulevard.
De site is volledig autovrij, met uitzonderingvan laad- en losverkeer, hulpdiensten, afvalophaling en dienstverkeer voor NMBS.
De inrichting van de Denderboulevard gaat uit van passeren, flaneren en verblijven. De volledige verharde ruimte kan vrij gebruikt worden door voetgangers en fietsers.
Langsheen de Denderkade wordt de continuïteit van het fietspad gerespecteerd en gegarandeerd.
De aanvraag werd voor advies voorgelegd zowel aan interne diensten ([1] dienst Planning, stadsvernieuwing en wonen, [2] dienst Milieu en natuur, [3] dienst Mobiliteit en openbare werken, [4] dienst Onderhoud openbaar domein), [5] dienst Gebouwen en technieken en [6] dienst Economie en landbouw als aan externe instanties ([1] Hulpverleningszone Zuid-Oost, [2] Telenet, [3] Fluvius, [4] Proximus, [5] Farys, [6] Aquafin, [7] VMM. Deze diensten en instanties brachten ofwel (nog) geen advies uit ofwel een - soms mits voorwaarden - gunstig advies uit. Deze voorwaarden hebben in sommige gevallen betrekking op de in de aanvraag voorgestelde weg- en rioleringsinfrastructuur.
De Kwaliteitskamer ‘De Kaaien’ verleende een gunstig advies.
De voorliggende aanvraag werd van 28-07-2022 tot en met 27-08-2022 aan een openbaar onderzoek onderworpen. Gedurende deze periode werden geen bezwaarschiften ingediend.
Zoals bepaald in artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning dient de in de aanvraag voorgestelde aanleg van wegen rekening te houden met de principes van artikels 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen:
“Artikel 3. Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Artikel 4. Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen”.
Op 02-09-2022 besliste het college van burgemeester en schepenen om akkoord te gaan met het ontwerp verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar waarin wordt voorgesteld om – mits voorwaarden en lasten (hoofdzakelijk gebaseerd op de voorwaarden uit de boven vermelde adviezen) – een omgevingsvergunning te verlenen in het kader van de voorliggende aanvraag. Een omgevingsvergunning kan evenwel pas worden verleend nadat de gemeenteraad zijn goedkeuring, al dan niet met voorwaarden en/of lasten, heeft verleend aan de in de aanvraag voorgestelde aanleg van wegen.
Het decreet van 25-04-2014 (en latere wijzigingen) betreffende de omgevingsvergunning. In het bijzonder artikel 31 welke stelt: “§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt …”.
Het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25-04-2014 betreffende de omgevingsvergunning (hieronder ‘omgevingsvergunningsbesluit’). In het bijzonder artikel 47 welke stelt “Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is”.
Het decreet van 03-05-2019 houdende de gemeentewegen. In het bijzonder artikel 12 welke stelt “… § 2. In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.
Als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over het al dan niet wijzigen of opheffen van het gemeentelijk rooilijnplan, alvorens te beslissen over de goedkeuring, vermeld in artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning …”.
De goedkeuring te verlenen aan de in de aanvraag voorgestelde aanleg van wegen die zullen worden ingelijfd als kleine wegenis (beheer door de stad Aalst) zoals opgenomen in de aanvraag voor een omgevingsvergunning (OMV_2021192666) ingediend door NMBS voor het verkavelen van gronden in 3 loten, inclusief het vellen van bomen, het wijzigen van het reliëf en de aanleg van wegen gelegen te 9300 Aalst, Denderstraat zn (kadastraal 2ste AFD, sectie C, nummers 1516A en 1516B).
Aan deze goedkeuring de volgende voorwaarden te koppelen:
Voorwaarden met betrekking tot de wegaanleg
Andere voorwaarden
Aan deze goedkeuring de volgende lasten te koppelen:
Bescheiden last
Lasten met betrekking tot de wegaanleg