Kader en bestaansreden:
Een Family Justice Center (FCJ) is een regionale netwerkorganisatie die de expertise van verschillende diensten rond intrafamiliaal geweld bundelt. Het FJC wil in eerste instantie verwezenlijken dat gezinnen en diensten die geconfronteerd worden met intrafamiliaal geweld weten waar ze voor hulp- en dienstverlening terecht kunnen.
Engagement vanuit Vlaanderen:
Het personeelsplan werd goedgekeurd eind vorig jaar door de Vlaamse regering. Vlaanderen voorziet 120 000 euro voor een liaison voor politie, te verdelen onder de regio’s die een bovenlokale rol willen opnemen. Het is de bedoeling dat er een brugfiguur aangesteld wordt tussen de politiezones en het IFG-centrum. De persoon die deze functie opneemt, zal contacten moeten onderhouden met de spoc’s van de verschillende politiezones. Er wordt een functieprofiel opgesteld dat momenteel door een werkgroep bekeken wordt. De middelen voor deze functie zijn (periodiek terugkerend) voorzien.
Binnen Politie Aalst zijn er reeds 2 medewerkers van het SPoT die als spoc werden aangeduid en die zullen deelnemen aan de projectgroep voor de praktische uitwerking van het FJC voor de politie-gerelateerde materie.
Dossierbeheerssysteem. De dossiers starten met een IFG-pv vanuit de politie. Via een nieuw dossierbeheerssysteem wil men dubbele vatting maximaal vermijden. Op termijn zou men moeten kunnen komen tot systemen die met elkaar communiceren.
Financiering voor locatie. Voor het IFG-centrum zoekt men naar Vlaams eigen patrimonium of gaat men in overleg met lokale besturen op zoek naar een locatie die kan gehuurd worden.
Gevraagd engagement van de lokale besturen:
Voor de organisatie van een IFG-centrum in de provincie wordt er gerekend op cofinanciering:
Het kabinet van minister Demir wil voor het jaar 2023 nog zelf casusregisseurs aanwerven die deze minder zware dossiers kunnen opnemen, maar wil wel het engagement van de lokale besturen dat zij in 2024 middelen in hun begroting inschrijven om vanaf dan deze casusregisseurs te bekostigen.
FJC in de praktijk: impact van een FJC op de werking van Politie
1. Risicotaxatie
Bij de risicotaxatie door politie worden de dossiers verdeeld in code groen/oranje/rood. Deze onderverdeling is bepalend of er in een dossier al dan niet info mag gedeeld worden.
De groene dossiers blijven enkel zichtbaar voor politie en parket (ongeveer 50% van de dossiers) en stromen dus niet door naar infodeling. Vanaf oranje mag info gedeeld worden. Het kan evenwel gebeuren dat een ‘code groen’ dossier in een later fase nog opgeschaald wordt naar oranje of rood.
Alle info wordt gebundeld per gezinssysteem in een overzichtsdossier. Betrokken organisaties kunnen in code oranje of rood dit dossier verder aanvullen.
Er wordt verduidelijkt dat het risiconiveau (groen-oranje-rood) niet exact vertaald wordt naar sporen* 1, 2 en 3 in het FJC. Dit is namelijk een aanpak waartoe een triageoverleg beslist, met een liaison tussen politie en FJC.
(*) Toelichting bij sporen in het IFG-centrum:
Een oranje dossier kan een intensieve opvolging door een casusregisseur in spoor 3 krijgen, een rood dossier kan een kortere opvolging door een casusondersteuner in spoor 2 krijgen.
2. Voor- en nadelen van overzichtsdossiers
Overzichtsdossiers zijn om meerdere redenen nuttig:
In eerste instantie kan men een adequaat hulpverleningsaanbod doen indien nodig.
Anderzijds kunnen ook politie en parket met veel meer factoren rekening houden bij de eindbeslissing.
In sommige dossiers is er werklastvermindering: hercontactname gebeurt in Limburg bv. niet meer als uit het overzichtsdossier blijkt dat er hulp werd opgestart vanuit het FJC.
Nadelen zijn dat het heel wat capaciteit vraagt bij politie (1 VTE per 1000 aanvankelijke pv’s op jaarbasis).
In Oost-Vlaanderen zijn er 6 774 IFG-pv’s op jaarbasis, waarvan 336 in Aalst, 195 in Dendermonde, 1340 in Gent en 212 in Oudenaarde (bron ANG 2022).
PZ Aalst | 336 | 0.33 VTE nodig binnen politie voor opmaak overzichtsdossiers en RT |
PZ Dendermonde | 195 | 0.2 VTE nodig |
PZ Gent | 1340 | minstens 1 VTE nodig |
PZ Vlaamse Ardennen | 212 | 0,2 VTE |
Het is minder werk voor de eerstelijnspolitie (interventie), maar in 2de lijn is het de bedoeling dat de rest van de risicotaxatie grondig gebeurt (Sociaal Politioneel Team).
Politie krijgt in Limburg meer het gevoel dat hun werk gewaardeerd wordt, hun PV’s worden gelezen en er gebeurt meer mee (opvolging door FJC of beter zicht op de zaak door het parket).
Het FJC werkt in Limburg aanklampender dan het CAW en heeft geen wachtlijsten.
Het is niet de bedoeling dat het aanmaken van overzichtsdossiers een fulltime job is voor 1 persoon. Liefst neemt een persoon met operationele ervaring en een duidelijk mandaat, deze functie maximum 50% op en zit fysiek in het FJC zit 2-3 dagen per week. De rest van de tijd kan hij/zij zo voeling houden met de praktijk van politie.
Deze functie kan opgenomen worden door een administratieve kracht voor de loutere administratieve input samen met iemand met meer operationele ervaring voor de risico-inschatting.
Daarnaast daalt het aantal pv’s ook niet door deze nieuwe manier van werken, toch niet in eerste instantie. Er is nog geen wetenschappelijk onderzoek dat aantoont dat infodeling, risicotaxatie en de werking van een IFG-centrum de recidive rond IFG doet verminderen.
3. Gevolgen voor Politie Aalst op het vlak van personeelsinzet
Politie
Politie Aalst dient te voorzien in capaciteit om de risicotaxatie op te maken en stelt daarom voor om binnen het Sociaal Politioneel Team (SPoT) over te gaan tot de aanwerving van 1 inspecteur, die naar het voorbeeld van Limburg, 2 à 3 dagen zal werken voor het FJC en de resterende tijd operationeel blijft werken binnen het team om zo de dossierkennis en de voeling met het terrein te behouden.
Er wordt gekozen om deze inspecteur binnen het SPoT aan te stellen, omdat de risicotaxatie op die manier binnen een gespecialiseerde dienst zal gebeuren, waar dit momenteel gebeurt door de inspecteurs van interventie. Op die manier kan de werklast wat deze specifieke materie betreft, worden verlicht binnen de dienst Interventie. Uiteraard zullen de ploegen van interventie nog altijd de eerste vaststellingen blijven doen, maar de risico-taxatie en dossieropbouw zal voortaan door de inspecteur binnen het SPoT worden gedaan.
De nieuwe gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
De bepalingen van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus;
Het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol - Mammoetbesluit);
Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Het gemeenteraadsbesluit van 27 juni 2017 houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst.
Het collegebesluit van 31 maart 2023 inzake opstart Family Justice Center (FJC).
de wijziging van het organiek kader Politie Aalst, meer bepaald de uitbreiding ervan met één personeelslid van het operationele kader, inspecteur van politie, voor de directie Basispolitiezorg, Sociaal Politioneel Team (SPoT), goed te keuren.