Begin 2018 werd het planproces voor de opmaak van het ‘RUP en M.e.r.-onderzoek bedrijventerreinen Dender Noord en stedelijk landbouwgebied Poppenrode’ in gang gezet.
De opmaak van dit RUP vloeit voort uit een herinrichtingvisie met bijhorend inrichtingsplan, opgemaakt voor de cluster van bedrijvenzones gelegen in het noorden van de stad, als onderdeel van een subsidiedossier voor de herinrichting van de bedrijventerreinen Denderomgeving Noord conform het Besluit Vlaamse Regering (BVR) van 24 mei 2013 houdende subsidiëring van bedrijventerreinen. Het college van burgemeester en schepenen gaf op 18 april 2016 zijn goedkeuring aan dit dossier.
Dit RUP bouwt verder op deze herinrichtingvisie, en legt de essentiële elementen verordenend vast met als algemene doelstelling te evolueren naar een duurzame en kwaliteitsvolle herinrichting van deze bedrijvenzones, met aandacht voor duurzaam beheer, zorgvuldig ruimtegebruik en een heldere ontsluitingsinfrastructuur.
Het RUP biedt tevens een oplossing aan enkele zeer concrete planologische problemen, zoals het opheffen van de stringente voorschriften van het BPA ‘Wijngaardveld’, het herbestemmen van een bufferzone die geïntegreerd kan worden binnen het bedrijventerrein en het voorzien van ruimte voor collectief vrachtwagenparkeren.
Het RUP wijkt niet af van de richtinggevende en bindende bepaling van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Aalst en is in overeenstemming met de visie van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Dit is uitgebreid gemotiveerd onder het hoofdstuk ‘Planning- en beleidscontext’, deel ‘Beleidscontext’ en het hoofdstuk ‘Visie’, deel ‘Finale afstemming visie RUP met GRS’ in de toelichtingsnota bij het RUP.
Het plangebied is gelegen in het noorden van Aalst langsheen de beide oevers van de rivier de Dender en omvat de bedrijventerreinen ‘Denderomgeving Noord’, meer bepaald de bedrijvenzones Hofstade (II), Tragel (III), Lion d’Or (IV) en Wijngaardveld (V). Naast deze bedrijvenzones zitten ook een aantal hierbij aansluitende woonomgevingen in het plangebied, gesitueerd in het noordwesten en het oosten.
Het plangebied is begrensd door de R41 in het zuiden, de Verbrandhofstraat en Bredestraat in het oosten, de N41 in het noordwesten, de woonwijken langsheen de Dendermondsesteenweg, Steenweg Op Aalst, Kammenstraat, Hendrik Consciencestraat, Konijnenberg en Bergweg in het zuidwesten en de Hekkestraat en rand van de bedrijvenzone in het noorden.
Na een doorlopen planproces onder begeleiding van een planteam en stuurgroep gaf het college van burgemeester en schepenen op 20 mei 2019 zijn goedkeuring aan de startnota van het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Dender Noord’.
In de fase tussen de startnota en het voorontwerp RUP werden aanpassingen en aanvullingen doorgevoerd aan het dossier naar aanleiding van de adviezen en inspraakreacties tijdens de raadpleging over de startnota. Dit betreft onder meer het schrappen van het deelgebied Poppenrode uit het plangebied, waardoor de initiële begrenzing van het plangebied werd gewijzigd, en de opmaak van een bijkomende mobiliteitsstudie door het opdrachthoudend studiebureau, om inzicht te verschaffen in de te verwachten mobiliteitsimpact op het bredere plangebied.
Het college van burgemeester en schepenen ging op 30 november 2020 over tot goedkeuring van de scopingsnota en het voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Dender Noord’. Gelet op de adviezen van voornamelijk De Vlaamse Waterweg en AWV/MOW in kader van de startnota, besliste het college van burgemeester en schepenen tevens om een plenaire vergadering te organiseren.
Vanaf eind 2020 werd het voorontwerp RUP aan de verplichte adviesronde onderworpen. De gemeentelijk commissie voor ruimtelijke ordening (gecoro) bracht zijn advies uit op 13 januari 2021.
De plenaire vergadering vond plaats op 29 januari 2021 nadat het voorontwerp RUP werd voorgelegd ter advies. De adviesinstanties die een ongunstig of voorwaardelijk advies formuleerden waren op de plenaire vergadering aanwezig.
Na de plenaire vergadering vond er op 2 maart 2021 ook nog een bilateraal overleg plaats met het team Veiligheidsrapportage om de visie en de argumentatie mee te geven waarom er geen bijkomende (laag/hoog) drempelige SEVESO-bedrijven binnen het RUP wenselijk zijn. Het team Veiligheidsrapportage kon zich akkoord verklaren met de argumentatie.
Op basis van het verslag van de plenaire vergadering en de ontvangen adviezen werd het voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan aangepast.
Gezien het betreffende plangebied ‘Dender Noord’ gaat om bedrijventerreinen op regionaal niveau enerzijds en gezien de aanwezigheid van een hoogspanningslijn binnen het plangebied anderzijds (wat een gewestelijke bevoegdheid is), is er een delegatie vereist van de Vlaamse Regering, conform art. 2.2.2§2 van de VCRO. Een delegatie houdt in dat een planningsniveau een planningsbevoegdheid kan delegeren aan een ander planningsniveau.
Op 22 december 2021 werd er een aanvraag tot delegatie van planningsbevoegdheid tot opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan aan de bevoegde minister gericht.
Alvorens delegatie te kunnen verlenen diende er in het ontwerp van RUP een sterkere garantie te worden ingebouwd met betrekking tot de realisatie van het Regionaal overslagcentrum (ROC) door op het perceel binnen de op het grafisch plan afgebakende overdrukzone voor overslagcentrum en/of vrachtwagenparking een begrenzing op te leggen voor wat betreft het vrachtwagenparkeren.
Voor de overdrukzone werd hiertoe bijkomend in de stedenbouwkundige voorschriften van het ontwerp RUP, meer bepaald onder de verordenende kolom bij art. 1.3.2 en 5.4.2, opgenomen dat de collectieve vrachtwagenparking maximaal één vijfde mag innemen van de totale oppervlakte, wat volstaat om te voldoen aan de geraamde parkeerbehoefte op het bedrijventerrein. Er volgde een aanvullend schrijven bij de eerdere delegatieaanvraag aan de bevoegde minister.
Op 20 mei 2022 werd via ministerieel besluit aan de stad Aalst planningsbevoegdheid verleend voor het differentiëren van bepaalde delen van het bedrijventerreinencomplex Denderomgeving Noord tot regionaal bedrijventerrein en het aanduiden van een hoogspanningsleiding in het plangebied van het voorontwerp RUP ‘Dender Noord’.
Volgens artikel 4.2.1 tot en met 4.2.7 van het Decreet algemene bepalingen milieubeleid dient het ruimtelijk uitvoeringsplan aan een milieueffectrapportage te worden onderworpen alvorens het kan worden goedgekeurd.
Op basis van de toetsingscriteria plan-M.E.R.-plicht werd geconcludeerd dat het voorgenomen plan alleen screeningsplichtig is en er minimaal een onderzoek tot milieueffectrapportage dient te worden uitgevoerd.
Dit onderzoek tot milieueffectrapportage is vervat in een MER-screeningsnota waaraan een bijkomende mobiliteitsstudie werd toegevoegd. Hierin werd geconcludeerd dat het plan geen aanzienlijk negatieve effecten op het milieu zal teweeg brengen en er dus geen plan-MER dient te worden opgemaakt.
Op basis van dit uitgevoerde onderzoek tot milieueffectrapportage werd er op 29 november 2021 een plan-MER ontheffing verkregen waarbij het team Mer heeft geconcludeerd dat het plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke negatieve milieugevolgen zodat de opmaak van een plan-MER niet nodig is.
Voor het RUP werd de verplichte RVR-toets doorlopen. Binnen het bedrijventerrein Dendernoord is één laagdrempelig Seveso-bedrijf gelegen langs de Hekkestraat. Het (voor)ontwerp van RUP werd daarom ook bezorgd aan het team Externe veiligheid om te laten bepalen of er al dan niet een Ruimtelijk Veiligheidsrapport moet worden opgesteld. Het team Externe Veiligheid besliste op 10 februari 2021 in kader van de adviesvraag op het voorontwerp, dat bij het RUP ‘Dender Noord’ te Aalst geen ruimtelijk veiligheidsrapport moet opgemaakt worden omdat er geen aanzienlijke effecten op het vlak van de externe veiligheid te verwachten zijn.
Het ontwerp ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Dender Noord’ werd op het college van burgemeester en schepenen in zitting van 10 januari 2022 goedgekeurd in functie van de agendering op de gemeenteraad ter voorlopige vaststelling.
De gemeenteraad heeft het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Dender Noord’ voorlopig vastgesteld in zitting van 28 juni 2022.
Het openbaar onderzoek is doorgegaan van 29 augustus 2022 tot en met 27 oktober 2022 en dit conform de bepalingen volgens art. 2.2.21 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Een informatieavond ging door op 21 september 2022.
Er werden 10 adviezen en 16 bezwaarschriften ingediend, de provincie Oost-Vlaanderen en het departement Ruimte Vlaanderen hebben beiden advies uitgebracht.
De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening heeft alle adviezen, opmerkingen en bezwaren gebundeld en gecoördineerd en heeft hieruit haar eindadvies op 18 januari 2023 uitgebracht.
Conform art. 2.2.21.§5 van de VCRO werd het gemotiveerd advies binnen negentig dagen na het einde van het openbaar onderzoek, meer bepaald op 24 januari 2023, overgemaakt aan de leden van de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen.
In het eindadvies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening werden de adviezen en bezwaarschiften ofwel volledig weerlegd of bijgetreden, ofwel gedeeltelijk. Conform haar decretale bevoegdheid nam de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening ook een aantal bijkomende zaken mee op in het eindadvies.
Het college van burgemeester en schepenen besliste op 27 februari 2023 om het advies van de gecoro terug te koppelen met de bedrijvenvereniging, de individuele bedrijven en de bewoners die in kader van het openbaar onderzoek reageerden, om een voldoende draagvlak te creëren alvorens naar fase van goedkeuring te gaan.
Rekening houdend met enerzijds het advies van de gecoro zelf en anderzijds de reacties die werden geuit tijdens de terugkoppelingsmomenten, besliste het college van burgemeester en schepenen in zitting van 17 april 2023 om het advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening te volgen, met uitzonderingen van het deel omtrent de behandeling van de inspraakreacties met betrekking tot de parkeernormen voor gemotoriseerd verkeer, de fietsparkeernormen en de opname van de bedrijfsactiviteit “afvalverwerking met inbegrip van recyclage” binnen de bestemmingsvoorschriften. De beslissing om wat deze deelaspecten betreft af te wijken van het advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening werd door het college van burgemeester en schepenen inhoudelijk gemotiveerd in haar besluit van 17 april 2023.
Het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Dender Noord’ werd op het college van burgemeester en schepenen in zitting van 17 april 2023 goedgekeurd.
Het ruimtelijk uitvoeringsplan houdt rekening met art. 2.2.21 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening waarin is bepaald dat na de voorlopige vaststelling slechts nog bijkomende wijzigingen kunnen aangebracht worden, die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde bezwaren en opmerkingen of uit de adviezen, uitgebracht door de aangewezen diensten en overheden, of uit het advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening. De latere definitieve vaststelling van het plan kan ook geen betrekking kan hebben op delen van het grondgebied die niet opgenomen zijn in het voorlopig vastgestelde plan.
Het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Dender Noord’ bevat de wettelijk verplichte onderdelen:
De procesnota, die een overzicht omvat van het doorlopen proces.
Het studiebureau heeft, verder bouwend op de startnota, scopingsnota en het een ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan, het definitief RUP gefinaliseerd.
Naast de procesnota omvat het RUP:
De toelichtingsnota bij het RUP is opgebouwd aan de hand van de scopingsnota als onderdeel van de ontwerpfase. Deze omvat inhoudelijk alle informatie zoals reeds vervat in de scopingsnota bij het ontwerp RUP, enkel het hoofdstuk ‘scoping’ (behandeling van de adviezen en de inspraakreacties) is in de toelichtingsnota niet langer opgenomen. Ten opzichte van de scopingsnota werd de toelichtingsnota verder aangevuld met een aantal hoofdstukken; ‘vertaling concept naar voorschriften en grafische plan’, ‘voorstel grafisch plan’, ‘verfijning en verschuiving van bestemmingen’, ‘ruimtebalans, planbaten/planschade en opgeheven verkavelingen’.
De stedenbouwkundige voorschriften is een bundel opgebouwd uit twee kolommen. De rechter kolom is de toelichtende kolom waarin wordt teruggegrepen naar elementen uit de toelichtingsnota. De linker kolom in de bundel zijn een weergave van de strikt verordenende stedenbouwkundige voorschriften.
Alle bestemmingszones met bijhorende voorschriften uit het gewestplan, die zich binnen de projectcontour van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Dender Noord’ bevinden, worden opgeheven.
Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Dender Noord’ wijkt niet af van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening Regionaalstedelijk gebied Aalst'. Het plangebied van het ruimtelijk uitvoeringsplan ligt binnen de grenslijn van het regionaalstedelijk gebied maar valt niet samen met één van de deelplannen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening Regionaalstedelijk gebied Aalst'.
Het plangebied van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Dender Noord’ valt niet samen met een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het plangebied van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Dender Noord’ valt samen met het bijzonder plan van aanleg ‘Wijngaardveld’. Het volledige plangebied van het bijzonder plan van aanleg is gelegen binnen de plancontour van het RUP. Alle bestemmingszones met bijhorende voorschriften uit het bijzonder plan van aanleg ‘Wijngaardveld’ worden bijgevolg opgegeven.
Het plangebied van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Dender Noord’ valt samen met het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Tragel’, meer bepaald met het noordelijk deel van het plangebied. De bestemmingszones met bijhorende voorschriften van het desbetreffende deel van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Tragel’ worden bijgevolg opgegeven. Het betreft:
Volgens artikel 84 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014 kan een niet-vervallen omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden worden bijgesteld ingevolge de definitieve vaststelling van een ruimtelijk uitvoeringsplan op voorwaarde dat dit bij de voorlopige en de definitieve vaststelling van het plan uitdrukkelijk aangegeven is, ten minste op het grafische plan. Onder bijstellen wordt zowel het wijzigen als het opheffen van een verkaveling begrepen. Op basis van dit artikel zullen alle goedgekeurde en niet-vervallen verkavelingen binnen het plangebied worden opgeheven en vervangen worden door de juridische plannen en voorschriften zoals vastgelegd in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Dender Noord’. De verkavelingen zijn aangegeven op het grafisch plan en in de toelichtingsnota bij het RUP, onder het hoofdstuk ‘Ruimtebalans, planbaten/planschade en opgeheven verkavelingen’, deel ‘Op te heffen verkavelingen’.
Volgens artikel 2.2.5§1 van de VCRO dient een ruimtelijk uitvoeringsplan in voorkomend geval een register te bevatten, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing of een compensatie.
Binnen het plangebied zijn er gebieden die theoretisch mogelijk aanleiding geven tot planschade. Het gaat om volgende gebieden:
Binnen het plangebied zijn er gebieden die theoretisch mogelijk aanleiding geven tot planbaten. Het gaat om volgende gebieden:
Het ruimtelijk uitvoeringsplan omvat een register planschade en planbaten in grafische vorm weergegeven.
Aan de definitieve vaststelling ging een lang planningsproces vooraf met bevraging van diverse interne en externe overheden en administraties, betrokken particulieren, alsook het college van burgemeester en schepenen, gemeenteraadscommissie, gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening, bilaterale overlegmomenten, enzovoort.
Art. 2.2.21§6 en §7 van de VCRO bepalen dat de gemeenteraad binnen honderdtachtig dagen na het einde van het openbaar onderzoek het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan definitief dient vast te stellen, zo niet, dan vervalt het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Rekening houdende met deze bepaling diende het RUP ten laatste definitief te worden vastgesteld op 25 april 2023.
Art. 2.2.21§6 van de VCRO bepaalt tevens dat de gemeenteraad kan beslissen over een verlenging met zestig dagen van de termijn waarin het plan moet worden vastgesteld en dit op gemotiveerd verzoek van het college van burgemeester en schepenen.
Gezien de omvang van het aantal adviezen, opmerkingen en bezwaren en de lange behandelingstermijn die hieruit resulteerde, kon het college van burgemeester en schepenen geen tijdige beslissing nemen om het ontwerp RUP voor te leggen aan de gemeenteraad van de maand april, als uiterste beslissingstermijn en werd bijgevolg aan de gemeenteraad gevraagd om deze termijn te verlengen met zestig dagen.
De gemeenteraad besliste in zitting van 25 april 2023 de uiterste beslissingstermijn waarin het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Dender Noord’ definitief moet worden vastgesteld, te verlengen met zestig dagen. De uiterste beslissingstermijn is hierdoor opgeschoven naar 24 juni 2023.
Het dossier werd toegelicht aan de gemeenteraadscommissie van de maand mei 2023.
Schepen Maarten Blommaert en raadslid Steve Herman zijn afwezig bij dit punt op grond van artikel 27 van het decreet Lokaal Bestuur.
Raadsleden Pieter Cassiman en Kris Van Vaerenbergh vragen bij amendement onderstaande wijzigingen door te voeren, volgend op de bespreking tijdens de gemeenteraadscommissie.
Uit die bespreking is gebleken dat er een consensus was onder de leden van de commissie om twee punten als dusdanig aan te passen, namelijk de fietsparkeernorm en de bufferstrook op bedrijfsperceel Wijngaardveld 52.
1. Betreffende fietsparkeernorm
Het voorschrift onder art. 1.2.3, 2.2.3 en 3.2.3 in de verordenende kolom betreffende het fietsparkeren dat luidt:
“Voor alle bedrijven is minimaal een 1-op-1 norm van toepassing: aantal parkeerplaatsen voor gemotoriseerd verkeer ≤ AANTAL FIETSPARKEERPLAATSEN”
te wijzigen als volgt:
“Voor alle bedrijven is minimaal een 1-op-2 norm van toepassing. Dit betekent minimaal 1 fietsparkeerplaats te voorzien per 2 plaatsen voor gemotoriseerd verkeer: ½ x het aantal parkeerplaatsen voor gemotoriseerd verkeer ≤ AANTAL FIETSPARKEERPLAATSEN”.
2. Betreffende bufferstrook
De “zone voor groen bufferzone” (art. 4 grafisch plan) ter hoogte van het bedrijf Belki nv, aan de perceelsgrens van het bedrijfsperceel Wijngaardveld 52 te vernauwen van 15 meter naar 5 meter breedte en de bestemming van de te schrappen 10 meter strook te wijzigen naar “zone voor bedrijvigheid” zoals geldt voor de rest van dit perceel. De “zone voor groen bufferzone” (art. 4 grafisch plan) op de achterste perceelsgrens blijft wel doorlopen tot tegen de zijdelingse perceelsgrens.
Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 betreffende het ‘geïntegreerde planningsproces’ voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingen.
Artikel 2.2.1 t.e.m. 2.2.6 en 2.2.18 t.e.m. 2.2.25 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en latere wijzigingsdecreten en dit betreffende de ruimtelijke uitvoeringsplannen in zijn algemeenheid en de gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen in het bijzonder.
Artikel 2.6.1 tot en met 2.6.19 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en latere wijzigingsdecreten en dit betreffende planschade en planbaten.
Het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 2001 tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 tot wijziging van artikel 1 en 2 van dit besluit.
Artikel 84 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014 en dit betreffende het bijstellen van verkavelingsvergunningen via een ruimtelijk uitvoeringsplan.
Artikel 4.2.1 tot en met 4.2.3 en 4.4.1 tot en met 4.4.5 van het Decreet algemene bepalingen milieubeleid van 5 april 1995 en latere wijzigingsdecreten betreffende de milieueffectrapportage en de veiligheidsrapportage bij ruimtelijke uitvoeringsplannen.
Het gewestplan ‘Aalst-Ninove-Geraardsbergen-Zottegem’ (K.B. 30 mei 1978 en latere wijzigingen).
Het bijzonder plan van aanleg ‘Wijngaardveld’, definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 26 februari 1991.
Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Tragel’, definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 20 september 2007.
Gemeenteraadsbeslissing van 2 september 2003 tot definitieve vaststelling en het ministerieel besluit van 22 december 2003 tot goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Aalst.
Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 18 april 2016 tot goedkeuring van het subsidiedossier voor de herinrichting van de bedrijventerreinen Denderomgeving Noord conform het Besluit Vlaamse Regering (BVR) van 24 mei 2013 houdende subsidiëring van bedrijventerreinen.
Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 16 oktober 2017 tot gunning van de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan en milieueffecten onderzoek bedrijventerrein Dender Noord aan Sweco Belgium.
Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 20 mei 2019 tot goedkeuring startnota ‘RUP en M.e.r.-onderzoek bedrijventerreinen Dender Noord en stedelijk landbouwgebied Poppenrode’.
Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 30 november 2020 tot goedkeuring scopingsnota en voorontwerp RUP ‘Dender Noord’.
Beslissingen van het college van burgemeester en schepenen van 20 december 2021 en 2 mei 2022 betreffende de delegatieaanvraag RUP.
Ministerieel besluit van 20 mei 2022 houdende delegatie van planningsbevoegdheid voor het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Dender Noord’.
Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 10 januari 2022 tot goedkeuring ontwerp RUP ‘Dender Noord’.
Gemeenteraadsbeslissing van 28 juni 2022 tot voorlopige vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Dender Noord’.
Beslissingen van het college van burgemeester en schepenen van 27 februari 2023 en 17 april 2023 betreffende de definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Dender Noord’.
Gemeenteraadsbeslissing van 25 april 2023 tot verlenging met zestig dagen van de uiterste beslissingstermijn waarin het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Dender Noord’ definitief moet worden vastgesteld.
Artikel 27 van het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.
Het amendement ingediend door raadsleden Pieter Cassiman en Kris Van Vaerenbergh met het voorstel om volgende aanpassingen te doen:
'1. Betreffende fietsparkeernorm
Het voorschrift onder art. 1.2.3, 2.2.3 en 3.2.3 in de verordenende kolom betreffende het fietsparkeren dat luidt:
“Voor alle bedrijven is minimaal een 1-op-1 norm van toepassing: aantal parkeerplaatsen voor gemotoriseerd verkeer ≤ AANTAL FIETSPARKEERPLAATSEN”
te wijzigen als volgt:
“Voor alle bedrijven is minimaal een 1-op-2 norm van toepassing. Dit betekent minimaal 1 fietsparkeerplaats te voorzien per 2 plaatsen voor gemotoriseerd verkeer: ½ x het aantal parkeerplaatsen voor gemotoriseerd verkeer ≤ AANTAL FIETSPARKEERPLAATSEN”.
2. Betreffende bufferstrook
De “zone voor groen bufferzone” (art. 4 grafisch plan) ter hoogte van het bedrijf Belki nv, aan de perceelsgrens van het bedrijfsperceel Wijngaardveld 52 te vernauwen van 15 meter naar 5 meter breedte en de bestemming van de te schrappen 10 meter strook te wijzigen naar “zone voor bedrijvigheid” zoals geldt voor de rest van dit perceel. De “zone voor groen bufferzone” (art. 4 grafisch plan) op de achterste perceelsgrens blijft wel doorlopen tot tegen de zijdelingse perceelsgrens.'
te aanvaarden.
Het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Dender Noord’ definitief vast te stellen. Het RUP-dossier zoals gevoegd in bijlage bij dit gemeenteraadspunt omvat volgende documenten:
Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Dender Noord’ samen met het besluit van de gemeenteraad en het volledige advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening toe te zenden aan de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen en aan het departement, conform artikel 2.2.22 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, waarop een schorsingstermijn van vijfenveertig dagen zal volgen.