De aanvraag beoogt het slopen van 42 sociale woningen, bestaande uit 5 bungalows met telkens 2 woongelegenheden, 8 duplexwoningen met telkens 4 woongelegenheden en 3 garageboxvolumes.
Na de sloop voorziet de aanvraag in het oprichten van nieuwe sociale woningen, bestaande uit 10 sociale koopwoningen en 44 huurappartementen. De aanvraag voorziet tevens in het oprichten van een aantal fietsenbergingen en de aanleg van 45 parkeerplaatsen.
Er worden 12 volumes opgericht (blok A, B, C, D, E, F, G, H, I, J, K en L), variërend van 2 à 4 bouwlagen. De aanvraag voorziet in 7 verschillende woontypes. Tevens worden 4 collectieve fietsenbergingen opgericht voor in totaal 176 fietsen.
Blok A betreft het oprichten van 2 woningen. De twee woningen zijn gelegen in het westelijk deel van de site. Ze zijn aan elkaar gekoppeld en hebben samen een footprint van 129,27 m². Beide woningen hebben een voortuinstrook en achtertuin met private gekoppelde tuinberging.
Blok B en C betreft 2 x 4 appartementen. De meergezinswoning heeft twee volwaardige bouwlagen met een footprint van 193,74 m². De toegangen van het gebouw bevinden zich aan de zijkanten van het gebouw. De inkom van de bovenliggende appartementen is toegankelijk via de buitentrappen met passerelle. De leef- en eetruimtes zijn gericht naar het binnengebied met aansluitend een terras/balkon en privézone die overgaat naar het publieke gebied. Het rechtse gelijkvloerse appartement is ingericht voor mindervaliden en beschikt over 2 slaapkamers.
Blok D, G en J betreft 3 x 5 appartementen. De meergezinswoning heeft drie bouwlagen met een footprint van 183,84 m². De toegangen van het gebouw bevinden zich aan de zijkanten van het gebouw. De inkom van de bovenliggende appartementen is toegankelijk via de buitentrappen met
passerelle. Het linkse gelijkvloerse appartement is ingericht voor mindervaliden en beschikt over 2 slaapkamers. Op het tweede verdiep is het verdiep van het onderliggend duplexappartement gevestigd.
Blok E, H en I betreft 3 x 4 appartementen. De meergezinswoning heeft drie bouwlagen met een footprint van 183,84 m². De toegangen van het gebouw bevinden zich aan de zijkanten van het gebouw. De inkom van de bovenliggende appartementen is toegankelijk via de buitentrappen met passerelle. Het linkse gelijkvloerse appartement is ingericht voor mindervaliden en beschikt over 2 slaapkamers. Op het tweede verdiep is het verdiep van het onderliggend duplexappartement gevestigd.
Blok F betreft 9 appartementen. De meergezinswoning heeft vier bouwlagen met een footprint van 329,96 m². Op het gelijkvloerse verdiep zijn twee appartementen en een polyvalente ruimte gevestigd. Het linkse gelijkvloerse appartement is ingericht voor mindervaliden en beschikt over 2 slaapkamers. Op het eerste verdiep bevinden zich 3 appartementen, op het tweede verdiep 2 appartementen. Het bovenste verdiep heeft 2 appartementen. De toegangen van het gebouw bevinden zich aan de voor- en zijkant van het gebouw. De inkom van de bovenliggende appartementen is toegankelijk via de buitentrap. De overige appartementen zijn toegankelijk via een gemeenschappelijk inkomhal met trappenkoker en lift.
Blok K betreft 4 woningen. Woonblok K bestaat uit 4 aaneengesloten woningen met samen een footprint van 273,04 m². In de woningen zijn de keukens vooraan gepositioneerd met aansluitend de eetruimte en de leefruimte. Ze hebben elk een private tuin met tuinberging die langs de achterzijde van de tuin toegankelijk is. Op het eerste verdiep zijn de slaapkamers met badkamer gevestigd. In woning 2 & 3 is een extra verdiep toegevoegd naar analogie van bouwblok type 3 & 4. Hier bevinden zich nog 2 slaapkamers en een badcel.
Blok L betreft 4 woningen. Woonblok L bestaat uit 4 aaneengesloten woningen met samen een footprint van 273,04 m². In de woningen zijn de keukens vooraan gepositioneerd met aansluitend de eetruimte en de leefruimte. Ze hebben elk een private tuin met tuinberging die langs de achterzijde van de tuin toegankelijk is. Op het eerste verdiep zijn de slaapkamers met badkamer gevestigd. In woning 2 & 3 is een extra verdiep toegevoegd naar analogie van bouwblok type 3 & 4. Hier bevinden zich nog 2 slaapkamers en een badcel.
De Pater Rasschaertlaan wordt van rooilijn tot rooilijn opgebroken in het kader van de aanleg van een nieuwe riolering vanaf het kruispunt met de Stijn Streuvelsstraat tot huisnummer 58. Het basketbalterrein in asfalt inclusief de aansluitpunten worden opgebroken. Na de heraanleg van de riolering zal de verharding binnen de projectzone heraangelegd worden.
De Stijn Streuvelsstraat wordt van rooilijn tot rooilijn opgebroken in het kader van de aanleg van een nieuwe riolering vanaf huisnummer 44 tot en met de garageboxen die zich nabij huisnummer 12 bevinden. Na de heraanleg van de riolering zal de verharding binnen de projectzone heraangelegd worden.
Een deel van buurtweg nr 35 wordt afgeschaft. Deze buurtweg werd bij de bouw van de woningen reeds overbouwd en is aldus in onbruik geraakt. Aan de overige buurt- en voetwegen wordt niet geraakt.
Het deel van de buurtweg van nr 35 dat wordt afgeschaft zal worden opgenomen in de nieuwe wegenis om zo de verbindingen voor de trage weggebruiker te garanderen.
Zoals bepaald in artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning dient de in de aanvraag voorgestelde aanleg van wegen rekening te houden met de principes van artikels 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen:
“Artikel 3. Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Artikel 4. Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen; 4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen”.
De voorliggende aanvraag werd van 14-03-2023 tot en met 12-04-2023 aan een openbaar onderzoek onderworpen. Gedurende deze periode werden in totaal 14 bezwaarschriften en 1 online petitie ingediend. Deze bezwaren zijn ongegrond gebleken.
Met betrekking tot de wegenis en de omgevingsaanleg werden de volgende bezwaarschriften ingediend:
Bezwaarschrift 1
Bezwaarschrift 2
Bezwaarschrift 12
Dit gaat veel verder dan enkel de aanpalende woningen. In de onmiddellijke buurt is geen alternatief ter beschikking dat deze activiteiten toelaat. Het afbreken van deze sport- en speelinfrastructuur heeft dus een onmiddellijke en ernstige impact op het sociaal weefsel van de omliggende wijken. Kinderen zullen geen veilig speel-alternatief hebben en de sociale samenkomst van de jeugd en opbouw van vriendschappen zal hieronder komen te lijden. Bovendien wordt van het speelplein ook gebruik gemaakt door PITSTOP Sport Academy voor het animeren van zomerkampjes in de zomer. Vele kinderen uit de ruime buurt leren zo op een veilige manier fietsen op dit speelplein. Welk veilig alternatief wordt hiervoor voorzien?
Daarnaast bevindt zich ook nog een petanquebaan, die voorbije jaren gebruikt werd door de oudere bewoners uit de buurt. Op de bankjes rond het sport- en speelplein kwamen mensen vaak bij elkaar ’s middags en avonds bij goed weer. Zo ontstond er ook contact tussen de oudere bewoners van de buurt en de jeugd die op die manier elkaar leerden waarderen. Het petanquen is momenteel gestopt, net doordat de grote meerderheid van de huidige bewoners van de sociale woonwijk hun woonst heeft moeten verlaten in het kader van voorliggend project en de huizen leeg staan. Nu reeds heeft het project, nog voor het effectief gestart is, op die manier een negatieve invloed op het sociaal weefsel in de wijk. In het nieuwe project is geen valabel alternatief voorzien waar kinderen en jeugd, noch oudere bewoners op een gelijkaardige manier kunnen spelen en met elkaar in contact kunnen komen. Het project voldoet niet aan de beginselen of de doelstellingen van artikel 1.1.4 van de VCRO, die bepalen dat de ruimtelijke ontwikkeling ten behoeve moet zijn van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Evenmin voldoet dit aan de beginselen in artikel 4.3.1 §2 1° en artikel 4.3.1 §2 2° b) 1) van de VCRO dat stipuleert dat de bijdrage aan de verhoging van het ruimtelijk rendement moet gebeuren met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving.
Op dinsdag 4 april 2023 starten wij een (online) petitie op voor het behoud van het speelplein en de laagbouw in de buurt. Op dinsdag 11 april, na 1 week, telden we maar liefst reeds 260 handtekeningen van buurtbewoners die allen pleiten voor het behoud van het sport- en speelplein voor de huidige en toekomstige jeugd in de omgeving en voor het behoud van het open karakter van de buurt door geen hoge woonblokken te plaatsen.
Bezwaarschrift 13
Bezwaarschrift 14
Bespreking bezwaarschriften
Bezwaarschrift 1
Bezwaarschrift 2
Bezwaarschrift 12
Bezwaarschrift 13
Bezwaarschrift 14
De aanvraag werd voor advies voorgelegd zowel aan interne diensten ([1] dienst Omgevingsbeleid, [2] dienst Mobiliteit en openbare werken, [3] team Patrimonium en [4] team Wonen als aan externe diensten ([1] Hulpverleningszone Zuid-Oost, [2] Telenet, [3] Fluvius, [4] Proximus, [5] Farys, [6] GECORO en [7] de dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie Oost-Vlaanderen.
De gemeenteraad zal, voorafgaand aan de beslissing over de zaak der wegen en conform artikel 12 van het decreet houdende de gemeentewegen, het ontwerp van het rooilijnplan definitief vaststellen.
Op 05-06-2023 besliste het college van burgemeester en schepenen om akkoord te gaan met het ontwerp verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar waarin wordt voorgesteld om een omgevingsvergunning te verlenen in het kader van de voorliggende aanvraag. Een omgevingsvergunning kan evenwel pas worden verleend nadat de gemeenteraad zijn goedkeuring, al dan niet met voorwaarden en/of lasten, heeft verleend aan de in de aanvraag voorgestelde aanleg van de wegenis en de omgevingsaanleg.
Het decreet van 25-04-2014 (en latere wijzigingen) betreffende de omgevingsvergunning. In het bijzonder artikel 31 welke stelt: “§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt …”.
Het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25-04-2014 betreffende de omgevingsvergunning (hieronder ‘omgevingsvergunningsbesluit’). In het bijzonder artikel 47 welke stelt “Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is”.
Het decreet van 03-05-2019 houdende de gemeentewegen. In het bijzonder artikel 12 welke stelt “…
§ 2. In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat. Als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over het al dan niet wijzigen of opheffen van het gemeentelijk rooilijnplan, alvorens te beslissen over de goedkeuring, vermeld in artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning …”.
De goedkeuring te verlenen aan de in de aanvraag voorgestelde aanleg van de wegenis en de omgevingsaanleg dat zal worden ingelijfd bij het openbaar domein zoals opgenomen in de aanvraag voor een omgevingsvergunning (2022090246) ingediend door SMH Denderstreek, Heilig Hartlaan 54, 9300 Aalst voor het slopen van de bestaande sociale woningen, het bouwen van nieuwe sociale woningen, met inbegrip van de omgevingsaanleg en het aanleggen van wegenis, gelegen te 9320 Erembodegem, Stijn Streuvelstraat 1-3, 2-4, 6-8, 10-12, 9-11, 5-7, 12A, 26-28, 30-32, 34-36, 38-40, 42-44, 41-43, 45-47, Pater Rasschaertlaan 34-36, 38-40, 42-44, 46-48, 50-52, 54-56, 58-60, 62-64, 11de afdeling, sie A, nr(s) 681D2, 681K, 681M, 681C2, 681S2, 681S, 681R2, 681T, 681R, 681L, 681P, 681N, 676E, 676B, 676A, 679B, 681W, 681X, 680B, 680A, 681T2, 681V, 681P2, 681F2, 676F, 677G2, 677R, 681G2, 679C, 678H.
Aan deze goedkeuring de volgende voorwaarden te koppelen:
Voorwaarden met betrekking tot de wegaanleg
Voorwaarden inzake overstromingsveilig bouwen (voor blok A):
o het vloerpeil van het gebouw moet voldoende hoog worden gekozen (minstens 30 cm boven het overstromingspeil), om het gebouw te beschermen tegen wateroverlast en de mogelijke gevolgen van golfslag. Dat overstromingspeil wordt op basis van de op dit moment beschikbare gegevens (de kaarten overstroombaar gebied) ingeschat op 27,87 m TAW.
o de ondergrondse constructie wordt waterdicht afgewerkt incl. de doorvoeropeningen van leidingen en de verluchtingsopeningen. De plaatsing van een ondergrondse mazouttank is niet toegelaten;
o bij de plaatsing van de regenwaterputten wordt erop gelet dat er geen overstromingswater de put kan binnendringen;
o de waterafvoer van de gebouwen wordt verzekerd, eventueel met pompinstallatie. Bij een overstroming komen immers ook de riolen onder druk te staan, waardoor ze in de omgekeerde richting kunnen stromen;
o er wordt een terugslagklep geplaatst op aansluitingen naar de riolering en/of regenwaterafvoer ;
o terreinophogingen worden beperkt tot het gebouw zelf en de toegangszone naar het gebouw. Andere terreinophogingen (zoals terrassen, paden, tuin of groenzone, …) zijn niet toegelaten ;
o het is evenmin toegelaten om afsluitingen onderaan te voorzien van elementen (zoals rechtstaande betonplaten) die de vrije doorstroming van het water verhinderen ;
o wij wijzen de aanvrager erop dat het opruimen van afval, sediment of ander materiaal dat tijdens een overstroming meegevoerd werd, niet de verantwoordelijkheid is van de waterloopbeheerder.
Voorwaarden inzake verharde grondoppervlakken die afwateren naar een randzone:
o Enkel in het geval voldaan is aan de volgende voorwaarden, moeten de verharde grondoppervlakken niet in rekening worden gebracht bij de dimensionering van de voorziening:
• de oppervlakken stromen af naar een gras- of groenstrook met een oppervlakte die minstens 25 % van de verharde oppervlakte bedraagt, uitgewerkt met een maaiveldverlaging van 30 cm (wadi);
• er worden geen boordstenen en geen afvoerkolken aangelegd.
Voorwaarden inzake verharde grondoppervlakken in waterdoorlatende materialen:
o Enkel in het geval voldaan is aan de volgende voorwaarden, moeten de voorziene verharde grondoppervlakken niet in rekening worden gebracht bij de dimensionering van de voorziening:
• de waterdoorlatende materialen worden geplaatst op een waterdoorlatende funderingslaag ;
• er worden geen afvoerkolken aangelegd ;
• de verharding wordt niet in helling aangelegd (minder dan 0,5 %) en er worden opstaande randen voorzien die het water op de waterdoorlatende verharding houden tenzij de waterdoorlatende verharding kan afwateren naar een gras- of groenstrook met een oppervlakte die minstens 15 % van de verharde oppervlakte bedraagt.
Voorwaarden inzake milderen van het effect van verhardingen op de individuele bouwloten:
o De bepalingen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater moeten worden nageleefd.