De notulen van de openbare vergadering van de gemeenteraad van 30 mei 2023 werden vanaf dinsdag 20 juni 2023 ter inzage gelegd van de leden van de raad.
Er werden geen verdere opmerkingen geformuleerd.
Artikel 32, 277 §1 en 278 §1 van het decreet lokaal bestuur en artikel 5 van het reglement van orde van de gemeenteraad
De notulen van de openbare vergadering van de gemeenteraad van 30 mei 2023 goed te keuren.
Overwegende dat een personeelslid van het administratief en logistiek kader (CALog-kader), niveau C van de directie Basispolitiezorg, dienst Secretariaat, de directie Basis Politiezorg zal verlaten;
Overwegende dat hierdoor een betrekking vrijkomt voorzien voor een personeelslid van het administratief en logistiek kader (CALog-kader), niveau C, gemene graad Assistent, directie Basispolitiezorg, dienst Secretariaat;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende dat bij ontstentenis van (geschikte) kandidaten via het systeem van de mobiliteit beroep kan worden gedaan, in chronologische volgorde, op de wettelijk voorziene externe statutaire aanwerving of, in voorkomend geval, contractuele werving van bepaalde duur van maximum 12 maanden;
De vigerende wetgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoren.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst waarbij de personeelsformatie o.a. werd uitgebreid;
in de formatie van het administratief en logistiek kader van de Lokale Politie Aalst een betrekking van het niveau C, gemene graad Assistent, directie Basispolitiezorg, dienst Secretariaat BPZ, vacant te verklaren, in chronologische volgorde, via het systeem van de mobiliteit, de wettelijk voorziene externe statutaire aanwerving of, in voorkomend geval, contractuele werving van bepaalde duur van maximaal 12 maanden
Overwegende dat een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Verkeer, wordt geheroriënteerd naar een betrekking inspecteur van politie, specialisatie motorrijder, directie Basispolitiezorg, dienst Verkeer;
Overwegende dat daardoor een betrekking van inspecteur van politie, specialisatie motorrijder, binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Verkeer niet zal ingevuld zijn;
Overwegende dat met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Verkeer het is aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, specialisatie motorrijder, vacant te verklaren binnen de directie Basispolitiezorg, dienst Verkeer;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones.
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Politie Aalst.
in de formatie van het operationeel personeel van de Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, specialisatie motorrijder, directie Basispolitiezorg, dienst Verkeer, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit.
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Naar aanleiding van de uitrol van "Family Justice Center" werd op de gemeenteraad van 30 mei 2023 een kaderuitbreiding van één inspecteur van politie, directie Basis PolitieZorg, dienst Sociale Politioneel Team goedgekeurd.
De betrekking van inspecteur van politie bij de directie Basispolitiezorg, dienst Sociaal Politioneel Team moet ingevuld worden. Daarom is het aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst SPoT, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit en/of via externe weg. Voorafgaand aan de gemeenteraadszitting van 27 juni 2023 werd huidig agendapunt voorgelegd aan en vastgelegd door het College van Burgemeester en Schepenen en de gemeenteraadscommissie Veiligheid.
Overwegende de kaderuitbreiding van één inspecteur van politie, directie Basis PolitieZorg, dienst Sociaal Politioneel Team, goedgekeurd door de gemeenteraad op 30 mei 2023;
Overwegende dat daardoor een betrekking van inspecteur van politie binnen de directie Basispolitiezorg, dienst SPoT ingevuld moet worden;
Met het oog op het op de uitrol van "Family Justie Center" is het aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst SPoT, vacant te verklaren;
Overwegende dat het belangrijk is de continuïteit van onze diensten te kunnen verzekeren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende dat bij ontstentenis aan kandidaten de vacature zal gepubliceerd worden via externe werving;
Overwegende het advies van de korpschef om overeenkomstig artikel VI.II.61 van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten als tweede lid van de selectiecommissie een personeelslid van operationeel kader van het eigen korps aan te wijzen;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 30 mei 2023, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Sociaal Politioneel Team, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
bij niet invulling van deze vacature kunnen kandidaten via externe weg worden aangetrokken;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPoL.
Overwegende dat een agent van Politie, in het kader van de overgang naar het nieuwe organogram vervangen wordt door een inspecteur van Politie ;
Overwegende dat een agent van de directie Basis PolitieZorg, dienst Verkeer, in de loop van 2023 de dienst Verkeer zal verlaten ingevolge van een interne verschuiving;
Overwegende dat hierdoor een betrekking van inspecteur van Politie vrijkomt voor de directie Basis PolitieZorg, dienst Verkeer;
Overwegende dat voor de continuïteit en de efficiënte werking van de dienst Verkeer, het aan te raden is om deze functie vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Overwegende dat bij ontstentenis van (geschikte) kandidaten via het systeem van de mobiliteit beroep kan worden gedaan, in chronologische volgorde, op de wettelijk voorziene externe statutaire aanwerving of, in voorkomend geval, contractuele werving van bepaalde duur van maximum 12 maanden;
De vigerende wetgeving stelt dat het vacant verklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoren.
een betrekking van inspecteur van Politie, directie Basis PolitieZorg, dienst Verkeer, vacant te verklaren, in chronologische volgorde, via het systeem van de mobiliteit, de wettelijk voorziene externe statutaire aanwerving of, in voorkomend geval, contractuele werving van bepaalde duur van maximaal 12 maanden
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature voor de Directie Basis PolitieZorg te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Dit besluit werd ingetrokken door de gemeenteraad in zitting van 19 september 2023.
Overwegende dat een agent van politie een interne verschuiving maakt binnen de zone naar de dienst AVC-GAS5 ;
Overwegende dat daardoor een betrekking van agent van politie binnen de dienst Verkeer niet meer ingevuld zal zijn;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Verkeer het is aangewezen een betrekking van agent van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Verkeer, vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones en bij ontstentenis aan kandidaten in de mobiliteit deze kunnen aangeworven worden via de externe weg;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van agent van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Verkeer, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit waarbij kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones en bij ontstentenis aan kandidaten in de mobiliteit deze kunnen aangeworven worden via de externe weg;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat een inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, mobiliteit maakt naar een andere dienst;
Overwegende dat daardoor een betrekking van inspecteur van politie binnen de dienst Interventie niet meer zal ingevuld zijn;
Overwegende dat het met het oog op het op peil houden van de getalsterkte binnen de dienst Interventie is aangewezen een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren;
Overwegende dat via het systeem van de mobiliteit kandidaten kunnen aangetrokken worden vanuit andere politiezones;
Vigerende regelgeving stelt dat het vacantverklaren van betrekkingen binnen het personeelskader van de politiezone tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort.
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet Lokaal Bestuur;
Gelet op de bepalingen van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 5 september 2001 houdende het minimaal effectief van het operationeel en van het administratief en logistiek personeel van de Lokale Politie;
Gelet op het Koninklijk Besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;
Gelet op Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de
lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;
Gelet op zijn besluit van 27 juni 2017, houdende de wijzigingen van het organogram en het organiek kader van de Lokale Politie Aalst;
in de formatie van het operationeel personeel van de Lokale Politie Aalst een betrekking van inspecteur van politie, directie Basispolitiezorg, dienst Interventie, vacant te verklaren via het systeem van de mobiliteit;
de kandidaten voor de in artikel 1 vermelde vacature te selecteren op basis van het advies van een selectiecommissie ad hoc, samengesteld conform de artikelen VI.II.61 en VI.II.62 van het KB RPPol.
Overwegende dat de jaarrekening 2022 de begrotingsrekening, de balans en de resultatenrekening omvat en dat de bijzondere rekenplichtige hierover de nodige toelichtingen geeft;
Overwegende de beslissing van het College van burgemeester en schepenen van 12 juni 2023 houdende kennisname van de jaarrekening 2022, de begrotingsrekening 2022 en het verslag bij de begrotingsrekening 2022 van de politiezone Aalst;
Gelet op de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet en het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
Gelet op de bepalingen van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de lokale politie.
De jaarrekening 2022, zoals gevoegd als bijlage, vast te stellen als volgt:
De begrotingsrekening, zoals gevoegd als bijlage, sluit af met:
Gewone dienst:
De VMWare-servers en de management server dienen vervangen te worden gezien deze al meer dan 5 jaar draaien. Bovendien is gebleken dat de VMWare-servers dikwijls op hun limiet zitten omwille van de maximale inzet op flexibel en mobiel werken. Een uitbreiding van de serveromgeving dringt zich dus op.
Aangezien er moet gewaakt worden over de compatibiliteit en de continuïteit van de backbone-omgeving willen we deze aankoop doen bij de firma die de verouderde omgeving leverde en onderhoudt, namelijk Lebon IT Services. Zij hebben een lopend raamcontract (ICT 2021 01) tot 2026 waarbij Politiezone TARL (Ternat, Affligem, Roosdaal, Liedekerke) fungeert als aankoopcentrale voor andere politiezones.
De Politiezonze Aalst 5440 stelt voor deze aankoop te doen via het raamcontract ICT 2021 01 van de Politiezone TARL.
De kostprijs voor deze opdracht bedraagt 185 607,95 EUR inclusief 21% btw. (bijlage)
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale en artikel 43.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, in het bijzonder artikel 85 en 86 (B.S. 5 januari 1999).
De omzendbrief BA/2001/13 van 7 september 2001 – Nieuwe Lokale Politie – eengemeentezones en meergemeentezones – administratief toezicht – specifiek toezicht en gewoon toezicht.
Het schrijven van 18 oktober 2001 vanwege de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen inzake het toezicht op politiemateries.
De voorwaarden van de opdracht “Politiezone Aalst 5440. Vervangen en uitbreiden van de servers via raamcontract Politiezone TARL. Volgnummer 23/PZI-46” vast te stellen. De kostprijs bedraagt 185 607,95 EUR inclusief 21% btw.
Bovengenoemde opdracht te plaatsen via raamcontract ICT 2021 01 van de Politiezone TARL.
De uitgave voor deze opdracht te voorzien in het investeringsbudget van de Politiezone Aalst 5440 onder budgetlijn 33000/742-53.
De Politiezone Aalst 5440 wenst wapens (GPI 81) aan te kopen voor het SAU (Special Assistance Unit) team ter vervanging van de huidige wapens. De huidige wapens zullen ingezet worden in de gewone werking als collectief wapen.
De Politiezonze Aalst 5440 stelt voor deze aankoop te doen via het federaal raamcontract 2018R3103.
De kostprijs voor deze aankoop bedraagt 58 166,90 EUR exclusief btw of 70 381,95 EUR inclusief 21% btw.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikelen 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale en artikel 43.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
De wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, in het bijzonder artikel 85 en 86 (B.S. 5 januari 1999).
De omzendbrief BA/2001/13 van 7 september 2001 – Nieuwe Lokale Politie – eengemeentezones en meergemeentezones – administratief toezicht – specifiek toezicht en gewoon toezicht.
Het schrijven van 18 oktober 2001 vanwege de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen inzake het toezicht op politiemateries.
De voorwaarden van de opdracht “Politiezone Aalst 5440. Aankoop van wapens voor het SAU team via federaal raamcontract. Volgnummer 23/PZI-42” vast te stellen. De kostprijs bedraagt 58 166,90 EUR exclusief btw of 70 381,95 EUR inclusief 21% btw.
Bovengenoemde opdracht te plaatsen via federaal raamcontract 2018R3103.
De uitgave voor deze opdracht te voorzien in het investeringsbudget van de Politiezone Aalst 5440 onder budgetlijn 33000/744-51 – MJP000113.
Raadslid Lander Wantens vraagt, via de voorzitter van de gemeenteraad, een schriftelijk antwoord op onderstaande interpellatie, gelet op zijn afwezigheid tijdens deze raad.
Op de gemeenteraad van februari 2023 begin dit jaar stelde ik een vraag om duidelijkheid te verkrijgen over de bouw van de fiets-, en voetgangersbrug en de stationssite. Onder meer over de financiële implicaties van de ingebrekestelling ingediend door de NMBS eind 2021 en van de bouwheer van de Nieuwe Tragelweg. Maar ook over de timing en uitvoering van de werken.
Tijdens de raad van februari kon geen duidelijk antwoord gegeven worden. Dit zou schriftelijk volgen of op een commissie. Nu vier maanden later is er echter nog geen duidelijkheid. Noch schriftelijk noch via een (verenigde commissies). De hele site heeft een zeer grote impact op de stad zowel ruimtelijk als financiëel en de Aalstenaar verdient duidelijkheid. Hierbij herhaal ik mijn vraag aan het stadsbestuur.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
de vraag van raadslid Landers Wantens om hem, gelet op zijn afwezigheid tijdens deze raad, een schriftelijk antwoord te bezorgen op zijn interpellatie aangaande 'Tussenstand stationssite'.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Filip Van De Winkel.
Elke werkdag leg ik het traject van het Burgemeestersplein tot net voor de Sint-Martinuskerk af. Op deze wandeling werd ik de laatste maanden quasi elke dag geconfronteerd met een ondraaglijke stank, nu eens op het Burgemeestersplein, dan weer in de Van Langenhovestraat, op de Houtmarkt, ergens in de Pontstraat of aan het Begijnhof; was het niet op dezelfde plaats dan was het 100, 200 of 300 m verder. De verrassing is geregeld onvoorspelbaar, maar aanwezig sowieso.
Als burger-buurtbewoner voelt men zich in deze situatie machteloos. Op een zonnige dag even genieten in tuin of op balkon, dat genoegen wordt de bewoner regelmatig ontzegd.
Eigenlijk is het een probleem dat al jaren aansleept. Ik stelde mezelf de vraag of ik de enige was die dit rook, of ik niet wat overdreef. Ik besliste om de proef op de som te nemen. Ik ontwierp een flyer. Ik stak die in alle bussen over de hele site van Sint-Annabrug tot Zeebergbrug. In de flyer vroeg ik de buurtbewoners hoe zij de situatie ervoeren. Ik stelde de vraag of men geurhinder ondervond en of men graag wilde dat de stad onderzoek verrichtte naar de verantwoordelijken. Om de problematiek in kaart te brengen vroeg ik - aan al wie dat zag zitten - om via mail te reageren en de getroffen locatie door te geven. Ik beloofde om het te berde te brengen op een volgende gemeenteraad.
Naast tal van mondelinge reacties op de straat kwamen tientallen mails binnen van behoorlijk verbolgen inwoners.
Uit de Pontstraat, Begijnhof, Houtmarkt, Alfred Nichelsstraat, Van Langenhovestraat, De Gheeststraat, Burgemeestersplein tot Eugeen Bosteelsstraat en De Vilanderstraat werden hele epistels doorgestuurd. Hoewel ik daar geen flyers had gebust kreeg ik ook uit de Watertorenstraat, Louis D’Haeseleerstraat, zelfs Arbeidstraat nog reacties binnen. Ik was dus duidelijk niet de enige die last ondervond.
Eerlijk gezegd: ik had niet anders verwacht. De verbolgenheid in deze centrumwijk is overduidelijk bijzonder groot.
Vooral het gevoel van onmacht en het gemis aan enig perspectief dreef boven in de binnengekomen berichtgeving.
Wil u een beschrijving van de stank (doet akelig denken aan de Rendac/Animalia-geuren van weleer)? Een bloemlezing uit de toegestuurde mails: ‘de geur van rotte vis, een enorm rottende geur, open beerput, een zodanig penetrante geur dat we onmogelijk ramen kunnen kantelen, de geur van open blikjes sardienen of toch iets rottend visachtig, mensen dachten dat het van de plaatselijke viswinkel kwam, enorme, onhoudbare, afschuwelijke stank, rottende zure visgeur, oude urine of inderdaad iets rottend, de geur kruipt in de was, in de huizen…’
Iedereen kon beamen dat de permanente stank nu al ettelijke weken, ja zelfs maanden aanhoudt! Verscheidenen stelden zich tevens terecht de vraag naar de gezondheid. ‘De stank zorgt thuis voor regelmatige hoofdpijn en misselijk gevoel’, zo lezen we in de Pontstraat. ‘Zijn er instanties die kunnen aangesproken worden om de luchtkwaliteit te meten’, zo vraagt men op de Houtmarkt.
In de zoektocht naar een verantwoordelijke voor deze onheuse situatie klinkt het haast unisono dat men het niet te ver moet zoeken. Verschillende bewoners, zo kon ik ook lezen, werden in het verleden al uitgenodigd op een buurtvergadering bij ‘de grote fabriek’. Daar erkenden de verantwoordelijken het probleem rond de waterzuiveringsinstallatie die, bij verstopping, de ons tartende stank verspreidt. Op de verenigde commissies van september 2022 werd door de Aalsterse Tereos-top beloofd dat men werk ging maken van de geurproblematiek rond de waterzuiveringsinstallatie, met snuffelteams en al. Maar, we zijn nu negen maanden verder en wat is er gebeurd? De stank is ononderbroken verspreid over onze centrumwijk.
Het is niet normaal dat een burger permanent wordt ondergedompeld in deze onhoudbare situatie. En neen: ‘Dan moet ge maar zo dicht niet bij het bedrijf komen wonen’ is een compleet fout argument! Elke burger heeft recht op gezonde lucht!
Als uitsmijter wil ik u vermelden dat één van mijn correspondenten me meegaf dat ie laatst op straat enkele toeristen onthutst hoorde fulmineren hoe hard deze stad stonk! Dan zijn alle inspanningen om van Aalst een toeristische attractie te maken zinloos! Wij zullen de bezoeker moeilijk nog overtuigen ‘om nog eens terug te keren’. Aalst vergeet je nooit!
Het is bijzonder frappant dat sinds mijn flyer in de bussen van bewuste wijk vielen er geen stank meer is. Ik kan enkel toejuichen dat men in Tereos de koe bij de horens zal gepakt hebben en onverrichterzake het probleem van een defecte waterzuiveringsinstallatie zal hebben aangepakt. Jammer dat excuses voor de overlast van de voorbije weken ter attentie van de buurtbewoners zijn uitgebleven!
Vragen
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Filip Van De Winkel aangaande 'Aanhoudende geurhinder in Centrum Aalst'.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Anja Blanckaert.
Heden ten dage is er heel wat te doen rond waterinsijpeling in de bodem en de stand van het grondwater. Ook in Aalst worden initiatieven genomen bij het heraanleggen van straten en het realiseren van nieuwe projecten.
In het kader van de klimaatdoelstelling loopt de wedstrijd tegelwippen waarbij steden het tegen elkaar opnemen om bewoners zo veel mogelijk aan te zetten om verharding te verwijderen en meer groen te voorzien.
Maar toch zie ik op verschillende plaatsen voortuinen die volledig verhard worden. Het is nochtans verplicht om 2/3 vrij te laten om groen te voorzien.
Mijn vragen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Anja Blanckaert aangaande 'Tegen verharden voortuinen'.
Op 17/12/2019 keurde de gemeenteraad de samenwerkingsovereenkomst tussen Stad/OCMW Aalst en vzw Palliatieve Zorg Aalst betreffende palliatieve thuiszorg, goed.
Op 20/09/2022 keurde de gemeenteraad de verlenging van de samenwerkingsovereenkomst tussen Stad/OCMW Aalst en vzw Palliatieve Zorg Aalst betreffende palliatieve thuiszorg 1 januari 2023 tot en met 30 juni 20, goed.
Op 22/5/2023 liet vzw Palliatieve Zorg Aalst weten dat de vzw inkantelt in de vzw Netwerk Palliatieve Zorg regio Aalst – arrondissement Dendermonde – regio Ninove en dat ook de engagementen van vzw Palliatieve Zorg Aalst i.k.v. deze samenwerkingsovereenkomst omtrent palliatieve thuiszorg met ingang van 02/05/2023 worden overgeheveld naar vzw Netwerk Palliatieve Zorg regio Aalst – arrondissement Dendermonde – regio Nino.
In navolging hiervan wordt gevraagd een addendum toe te voegen aan de samenwerkingsovereenkomst dat de contractoverdracht tussen vzw Netwerk Palliatieve Zorg regio Aalst – arrondissement Dendermonde – regio Ninove en vzw Palliatieve Zorg Aalst vaststelt. Dit addendum werd voorbereid in overleg met deze externe contractspartijen.
De gemeenteraad d.d. 20/09/2022 waarbij de samenwerkingsovereenkomst tussen Stad/OCMW Aalst en vzw Palliatieve Zorg Aalst betreffende palliatieve thuiszorg, werd verlengd van 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2026.
De gemeenteraad d.d. 17/12/2019 waarbij de samenwerkingsovereenkomst tussen Stad/OCMW Aalst en vzw Palliatieve Zorg Aalst betreffende palliatieve thuiszorg, werd goedgekeurd.
De gemeenteraad d.d. 28/05/2019 waarbij de oproep voor opdrachten ter uitvoering van lokaal sociaal beleid grondgebied Aalst 2020-2025 werd goedgekeurd.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 12/06/2023 waarbij het addendum bij de samenwerkingsovereenkomst tussen de Stad/OCMW Aalst en vzw Palliatieve Zorgen Aalst betreffende palliatieve thuiszorg, principieel werd goedgekeurd.
akkoord te gaan met het addendum bij de samenwerkingsovereenkomst tussen de Stad/OCMW Aalst en vzw Palliatieve Zorgen Aalst betreffende palliatieve thiuiszorg, zoals gevoegd als bijlage.
Op 3 januari 2023 lanceerde de Stad Aalst een projectoproep voor de ondersteuning van kwetsbare jongeren (16-26 jaar) die autonoom wonen in Aalst.
De oproep werd afgesloten op 8 maart 2023.Het dossier van Arktos vzw werd door de jury voorgedragen als laureaat en goedgekeurd door de gemeenteraad d.d. 25/04/2023.
Samenwerkingsovereenkomst
De opdracht van de samenwerkingsovereenkomst is de professionele begeleiding van kwetsbare jongeren die autonoom wonen in Aalst.
De doelstellingen verbonden aan deze overeenkomst zijn:
Looptijd: 1 september 2023 - 30 juni 2026.
Budget: 50 000 EUR/ jaar.
Opvolging:
Team Bemiddeling: positief advies
Team Jeugd: positief advies
Team Wonen: positief advies
Dienst Samenleving, team Lokaal Sociaal Beleid: Positief advies. De begeleiding van kwetsbare jongeren die autonoom wonen in Aalst is een aanvulling op de huidige hulp-en dienstverlening voor jongeren. De begeleiding werkt preventief teneinde opbouw van schulden, uithuiszetting en andere problemen te voorkomen. Door niet alleen op individuele begeleiding in te zetten, maar ook op het versterken van het netwerk rondom de jongere, kan de jongere na afronding van de individuele begeleiding nog steeds goed omkaderd zijn.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 28/09/2020 waarbij het lokaal sociaal beleidsplan 2020-2025 principieel werd goedgekeurd.
De gemeenteraad d.d. 27/10/2020 waarbij het lokaal sociaal beleidsplan 2020-2025 werd goedgekeurd.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 5/12/2022 waarbij het lanceren van een projectoproep voor de ondersteuning van kwetsbare jongeren die autonoom wonen principieel werd goedgekeurd.
De gemeenteraad d.d. 20/12/2022 waarbij het lanceren van een projectoproep voor de ondersteuning van kwetsbare jongeren die autonoom wonen werd goedgekeurd.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 27/03/2023 waarbij de laureaat van de projectoproep voor de ondersteuning van kwetsbare jongeren die autonoom wonen principieel werd goedgekeurd.
De gemeenteraad d.d. 25/04/2022 waarbij de laureaat van de projectoproep voor de ondersteuning van kwetsbare jongeren die autonoom wonen werd goedgekeurd.
Het college van burgemeester en schepenen d.d.22/05/2023 waarbij de samenwerkingsovereenkomst met Arktos vzw in kader van de begeleiding van kwetsbare jongeren die autonoom wonen, principieel werd goedgekeurd.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 12/06/2023 waarbij de correcties in de samenwerkingsovereenkomst met Arktos vzw in kader van de begeleiding van kwetsbare jongeren die autonoom wonen, principieel werden goedgekeurd.
akkoord te gaan met de samenwerkingsovereenkomst met Arktos vzw i.k.v. de begeleiding van kwetsbare jongeren die autonoom wonen zoals gevoegd in bijlage.
Aanleiding
De Vlaamse Regering heeft op 9/12/2022 beslist om eenmalig extra middelen toe te kennen aan de zestien OverKopnetwerken. Het gaat om een bijkomende subsidie van 105 000 EUR die wordt uitbetaald in maart 2023 voor OverKop Aalst-Ronse. De subsidie dient aangewend te worden ter uitvoering van de opdrachten inzake psycho-educatie (ondersteuning jeugdwerk) en de versterking van OverKop binnen het werkingsgebied.
OverKop Aalst-Ronse verdeelt de middelen volgens de verdeelsleutel 75/25, waardoor Aalst over een budget van 78 750 EUR beschikt voor de uitvoering van de opdracht. Hiervan wordt 58 750 EUR aangewend voor de inzet van een jeugdopbouwwerker in OverKop voor de uitvoering van de opdracht inzake psycho-educatie van het jeugdwerk. Deze opdracht is een voorwaarde voor het ontvangen van de subsidie.
Samenwerkingsovereenkomst
De opdracht van deze samenwerkingsovereenkomst is psycho-educatie van het brede jeugdwerk in Aalst, vanuit OverKop Aalst.
De doelstellingen verbonden aan deze overeenkomst zijn:
Looptijd: 1 juli 2023 - 30 juni 2024
Budget: 58 750 EUR.
Opvolging:
Team Jeugd, positief advies.
Team Lokaal Sociaal Beleid, positief advies.
Vooraankondiging van de oproep OverKophuizen die door het Agentschap Opgroeien gepubliceerd werd op 18/12/2020.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 21/12/2020 waarbij akkoord gegaan werd met de opstart van het uitwerken van een jeugdwelzijnsbeleid.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 15/02/2021 waarbij akkoord gegaan werd met het onderzoeken van de opmaak van een aanvraagdossier Overkophuizen voor Aalst incl. een lokale cofinanciering.
De lancering van de oproep OverKophuizen door het Agentschap Opgroeien op 5/3/2021.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 29/03/2021 waarbij akkoord gegaan werd om het aanvraagdossier OverKophuis Aalst-Ronse in te dienen en hierbij verder mogelijkheden voor een locatie in Aalst te onderzoeken.
De brief van het Agentschap Opgroeien d.d. 30/04/2021 en de bijhorende beslissing waarbij we in kennis gesteld worden dat het dossier OverKophuis Aalst-Ronse werd goedgekeurd en dat de bijhorende subsidies worden toegekend.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 14/06/2021 waarbij principieel akkoord werd gegaan tot het afsluiten van samenwerkingsovereenkomsten met CAW Oost-Vlaanderen, Lejo vzw en Stad Ronse.
De gemeenteraad van 29/06/2021 waarbij akkoord werd gegaan tot het afsluiten van samenwerkingsovereenkomsten met CAW Oost-Vlaanderen, Lejo vzw en Stad Ronse.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 09/01/2023 waarbij kennis werd genomen van de toekenning van extra eenmalige middelen voor OverKop in 2023.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 27/03/2023 waarbij de inzet van de eenmalige subsidie OverKop werd goedgekeurd.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 5/06/2023 waarbij de samenwerkingsovereenkomst met Lejo vzw i.k.v. een jeugdopbouwwerker OverKop, principieel werd goedgekeurd.
akkoord te gaan met samenwerkingsovereenkomst met Lejo vzw zoals gevoegd in bijlage.
Aanleiding
De Vlaamse Regering heeft op 9/12/2022 beslist om eenmalig extra middelen toe te kennen aan de zestien OverKopnetwerken. Het gaat om een bijkomende subsidie van 105 000 EUR die wordt uitbetaald in maart 2023 voor OverKop Aalst-Ronse. De subsidie dient aangewend te worden ter uitvoering van de opdrachten inzake psycho-educatie (ondersteuning jeugdwerk) en de versterking van OverKop binnen het werkingsgebied.
OverKop Aalst-Ronse verdeelt de middelen volgens de verdeelsleutel 75/25, waardoor Aalst over een budget van 78 750 EUR beschikt voor de uitvoering van de opdracht. Hiervan wordt 20 000 EUR aangewend voor de inzet van een CLB-medewerker in OverKop Aalst gedurende 1 jaar (1/9/2023 - 31/8/2024) teneinde de OverKop-werking te versterken.
De opdracht voor deze medewerker moet het volgende omvatten:
Selectie medewerker
Aangezien er twee CLB's zijn in Aalst, werd een korte selectieprocedure uitgewerkt:
Samenwerkingsovereenkomst VCLB
De opdracht van deze samenwerkingsovereenkomst is de versterking van de CLB-expertise en aanwezigheid in OverKop Aalst.
De doelstelling verbonden aan deze overeenkomst is: Het CLB versterkt het OverKophuis in Aalst en ondersteunt kwetsbare jongeren via deze werking.
Looptijd: 1 september 2023 - 31 augustus 2024
Budget: 20 000 EUR.
Opvolging:
Engagementsverklaring VCLB en CLB GO! Dender
Aangezien de toegekende middelen tijdelijk zijn, wordt er tevens een engagementsverklaring afgesloten met beide CLB's. Zo verduidelijken we voor alle betrokken partijen het engagement van de CLB's in OverKop indien er geen bijkomende middelen beschikbaar zijn. De engagementsverklaring stipuleert dat:
Team Jeugd, positief advies.
Team LSB, positief advies.
Vooraankondiging van de oproep OverKophuizen die door het Agentschap Opgroeien gepubliceerd werd op 18/12/2020.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 21/12/2020 waarbij akkoord gegaan werd met de opstart van het uitwerken van een jeugdwelzijnsbeleid.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 15/02/2021 waarbij akkoord gegaan werd met het onderzoeken van de opmaak van een aanvraagdossier Overkophuizen voor Aalst incl. een lokale cofinanciering.
De lancering van de oproep OverKophuizen door het Agentschap Opgroeien op 5/3/2021.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 29/03/2021 waarbij akkoord gegaan werd om het aanvraagdossier OverKophuis Aalst-Ronse in te dienen en hierbij verder mogelijkheden voor een locatie in Aalst te onderzoeken.
De brief van het Agentschap Opgroeien d.d. 30/04/2021 en de bijhorende beslissing waarbij we in kennis gesteld worden dat het dossier OverKophuis Aalst-Ronse werd goedgekeurd en dat de bijhorende subsidies worden toegekend.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 14/06/2021 waarbij principieel akkoord werd gegaan tot het afsluiten van samenwerkingsovereenkomsten met CAW Oost-Vlaanderen, Lejo vzw en Stad Ronse.
De gemeenteraad van 29/06/2021 waarbij akkoord werd gegaan tot het afsluiten van samenwerkingsovereenkomsten met CAW Oost-Vlaanderen, Lejo vzw en Stad Ronse.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 09/01/2023 waarbij kennis werd genomen van de toekenning van extra eenmalige middelen voor OverKop in 2023.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 27/03/2023 waarbij de inzet van de eenmalige subsidie OverKop werd goedgekeurd.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 5/06/2023 waarbij de samenwerkingsovereenkomst met VCLB Aalst i.k.v. de versterking van CLB-expertise en aanwezigheid in OverKop Aalst, principieel werd goedgekeurd.
akkoord te gaan met de samenwerkingsovereenkomst met VCLB Aalst i.k.v. de versterking van CLB-expertise en aanwezigheid in OverKop Aalst zoals gevoegd in bijlage.
Elk lokaal bestuur heeft sinds 1 februari 2021 de mogelijkheid om beperkte snelheidsovertredingen te sanctioneren met GAS-boetes. Het Verzameldecreet vervoer van 9 oktober 2020 riep een nieuwe GAS-procedure (GAS 5) in het leven, naast de bestaande GAS-procedures. Het is de wegverkeerswet die bepalend is voor GAS 5. Als een stad of gemeente opteert voor GAS 5, zullen deze snelheidsovertredingen volledig uit het strafrecht worden gehaald.
De stad Aalst wil GAS 5 invoeren. Hiertoe dient de gemeenteraad een politiereglement goed te keuren waarin de gemeentelijke administratieve sancties voor de verkeersinbreuken worden opgenomen.
Een GAS 5 boete kan worden opgelegd wanneer :
Wordt niet aan alle 5 de voorwaarden voldaan, dan blijft de vastgestelde overtreding onderworpen aan het strafrecht.
De stad Aalst kiest ervoor om, op haar volledige grondgebied, beperkte snelheidsovertredingen, op plaatsen waar de snelheid is gelimiteerd tot 30 of 50 km per uur, via de gemeentelijke administratieve sancties te bestraffen.
Dit om, vanuit de stad en de politiezone Aalst, de verkeersveiligheid te verhogen in zones 30 en 50 en in het bijzonder in schoolomgevingen.
De nodige voorbereidingen voor de implementatie van GAS 5 worden getroffen (aankoop softwarepakket, aanwerving medewerkers bij de lokale politie en de stad, …).
Adviezen
dienst Samenleving, team Veiligheid: gunstig advies.
dienst Bestuursondersteuning en juridische zaken: gunstig advies.
dienst Omgevingsbeleid, team Mobiliteit: Een beperkte snelheid komt in een drukke omgeving ten goede aan de veiligheid omdat de remafstand wordt beperkt en voorspelbaarheid verhoogt van de verschillende weggebruikers. De financiële middelen die worden gegenereerd uit de handhaving kunnen worden ingezet om het beleid rond (verkeers)veiligheid in de publieke ruimte verder uit te bouwen.
Een lagere snelheid in smalle straten komt ook de leefbaarheid ten goede voor inwoners van de centrumstraten omdat geluidsoverlast en drukte kunnen worden beperkt.
Lokale politie Aalst: gunstig advies.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41, tweede lid, 2°;
De wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, artikel 29 quater;
De Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988, en meer in het bijzonder de artikelen 119 en 135, §2;
Het besluit van de gemeenteraad van 28 juni 2017 tot aanstelling voor onbepaalde duur van de sanctionerend ambtenaar;
Beslissing van het collega van burgemeester en schepenen van 5 juni 2023 m.b.t. het Politiereglement betreffende de beperkte snelheidsovertredingen (GAS 5).
de politieverordening betreffende de beperkte snelheidsovertredingen, zoals gevoegd in bijlage, goed te keuren.
De Stedelijke Academie voor Podiumkunsten, deeltijds kunstonderwijs, biedt momenteel verschillende opleidingen aan binnen drie domeinen: muziek, dans en woordkunst-drama.
Binnen het domein woordkunst-drama kunnen leerlingen kiezen tussen bepaalde opties, waarin opleidingen gegeven worden. Leerlingen met een interesse in het maken van radio, kunnen sinds schooljaar 2021-2022 kiezen voor het vak 'radio maken' in de optie 'Spreek- en verteltheater', naast het verplichte vak 'dramalab'.
Conform het artistiek pedagogisch project Academie voor Podiumkunsten Aalst, is de Academie permanent in een toestand van evolutie: evaluatie, ontwikkeling en bijsturing. In die zin is het inrichten van de optie 'radio maken' een volgende stap in het onderwijstraject binnen het domein woordkunst-drama.
Binnen dit domein zijn podcasts, voice overs en radio maken niet meer weg te denken. Binnen de huidige opties 'spreken en presenteren' en 'spreken en vertellen' wordt er gewerkt aan het maken van podcasts en voice overs. Radio maken is een niche an sich die een perfecte aanvulling is bij het huidige aanbod binnen het domein woordkunst-drama. Op deze manier wordt ingespeeld op de noden van huidige en terugkerende leerlingen. Daarnaast wordt hiermee ingezet op het aantrekken van een nieuw publiek.
Het inrichten van de optie 'radio maken' betreft het uitbreiden van de onderwijsbevoegdheden van de Academie. Deze uitbreiding werd eind februari 2023 door het schoolbestuur aangevraagd bij de Vlaamse overheid, Agentschap voor Onderwijsdiensten. Deze laatste keurde de aanvraag goed en deelde de beslissing mee per schrijven van 3 mei 2023.
Uit een rondvraag die tijdens schooljaar 2020-2021 werd gedaan, kwam al naar voor dat 'radio maken' een sterke pijler zou kunnen zijn binnen de vierde graad in het domein woordkunst - drama. De vraag werd tijdens schooljaar 2021-2022 verder onderzocht en uiteindelijk werd bij de start van schooljaar 2022-2023 het vak 'radio maken' voorzien binnen de optie spreek- en verteltheater in de 4e graad. Deze optie was meteen volzet.
De vraag om te evolueren van een vak naar een optie is groot. Deze vraag wordt ons niet enkel gesteld vanuit de leerlingen van de Academie, maar ook vanuit andere hoeken (o.a. team Jeugd, Wal-stroom, Kunstoevers, secundaire school DvM).
Radio leeft in onze stad dat hoor je o.a. bij: Stoorzender (internetradio voor en door Aalsterse jongeren, tijdens de blokperiode in december), Goeiedag Radio (voor de Aalstenaar), City-Music (feelgood radio voor alle leeftijden), ClubFM, Aalst Ajoin Music en Oilsjt Mjoezik (carnavalsradio). Het stoorzender initiatief van JOC Cinema is hierbij het meest recente.
Het Utopia-gebouw beschikt reeds over infrastructurele mogelijkheden om de optie radio maken aan te bieden (podiumzaal, spreekruimten, opnamestudio voor voice-over, microfoons, opnameapparatuur). Daarnaast is er een structurele samenwerking met CC De Werf waarbij de Academie gebruik kan maken van opnamemateriaal en advies voor verdere uitbouw van het materiaal in Utopia. In het nieuwbouwproject aan de Pupillensite zal verdere infrastructurele ontwikkeling met het oog op digitale media voorzien worden.
Wat expertise betreft heeft de Academie een sterk en gevarieerd team van verschillende leerkrachten met specifieke opleidingen (o.a. aan het RITZ, waar digitale media een belangrijk onderdeel van de opleiding vormt) en praktijkervaring bij radio en televisie. Hun ervaring hebben zij opgedaan bij radiozenders MNM en Klara en via verschillende professionele podcasts.
Het inrichten van de optie 'radio maken' heeft geen financiële implicaties: de betrokken personeelsleden worden aangesteld via het reguliere lestijdenpakket en er zijn voldoende infrastructurele mogelijkheden.
Koninklijk Besluit d.d. 28 september 1984 tot uitvoering van de wet d.d. 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.
Wet van 29 mei 1959 betreffende het schoolpact.
Decreet d.d. 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie personeel gesubsidieerd onderwijs.
Decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs.
Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2018 betreffende het opleidingsaanbod, de organisatie, de personeelsformatie, de inning van het inschrijvingsgeld en de certificering van het deeltijds kunstonderwijs.
Ministeriële Omzendbrief d.d. 16 maart 2018 betreffende programmatie, rationalisatie en onderwijsbevoegdheid in het deeltijds kunstonderwijs.
Beslissing van het college van burgemeester en schepenen dd. 13 februari 2023 inzake de uitbreiding van de onderwijsbevoegdheden met de optie 'radio maken'.
Protocolakkoord d.d. 25 januari 2023 van het Afzonderlijk Bijzonder Onderhandelingscomité.
vanaf 1 september 2023 de optie 'Radio maken' aan te bieden aan de leerlingen van de Stedelijke Academie voor Podiumkunsten, deeltijds kunstonderwijs, binnen het domein woordkunst-drama.
In 2014 werd er voor de stedelijke scholen een gemeenschappelijk taalbeleid opgesteld. Ondertussen zien we dat de talige uitdagingen binnen ons onderwijslandschap enkel nog groter zijn geworden. Steeds meer kinderen in Vlaanderen spreken thuis een andere taal dan op school, waardoor ze vaak pas in de kleuterklas voor het eerst in aanraking komen met het Nederlands. Bovendien zien we dat ook de taalvaardigheid bij kinderen in het algemeen sterk achteruitgaat.
Met deze vernieuwde visietekst ‘Stedelijk onderwijs, taalsterk onderwijs’ willen we in onze stedelijke basisscholen een duidelijk verschil maken. We vertrekken hierbij van volgende accenten:
De visietekst taalbeleid van de stedelijke basisscholen werd opgesteld in 2014. De dienst Onderwijs adviseert om dit document te actualiseren en de nieuwe visietekst ‘Stedelijk onderwijs, taalsterk onderwijs’ voor de stedelijke basisscholen in Aalst goed te keuren.
Beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 2 juni 2014 houdende de goedkeuring van de visietekst taalbeleid in de stedelijke basisscholen in Aalst.
bijgevoegde visietekst ‘Stedelijk onderwijs, taalsterk onderwijs’.
Elk schoolbestuur dient binnen het kader van de rechtspositie van de leerling een schoolreglement op te maken voor elk van zijn scholen. Het schoolreglement respecteert - net zoals het pedagogisch project van de school - de internationaalrechtelijke en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens en die van het kind in het bijzonder. Het duidelijk aflijnen van de verhouding tussen de onderwijsverstrekker en de onderwijsconsument via een verplicht schoolreglement, biedt de meeste garanties voor een sereen schoolklimaat.
De gemeenteraad stelde op 28 juni 2022 het schoolreglement voor het stedelijk basisonderwijs met ingang van 1 september 2022 vast. Ingevolge enkele voorgestelde wijzigingen dient het schoolreglement te worden aangepast met ingang van 1 september 2023.
Het decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school bepaalt dat schoolbesturen van het gesubsidieerd onderwijs in een gezamenlijke vergadering overleg moet plegen met de schoolraad over het opstellen of wijzigen van het schoolreglement. Indien dit overleg niet tot een akkoord leidt, neemt het schoolbestuur de eindbeslissing.
De dienst Onderwijs adviseert om de wijzigingen aan het schoolreglement basisonderwijs goed te keuren.
Akkoord na overleg in de schoolraad scholengemeenschap stedelijk basisonderwijs d.d. 5 juni 2023.
Artikel 56 van het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
Onderafdeling D van het decreet basisonderwijs d.d. 25 februari 1997 betreffende het schoolreglement.
Omzendbrief d.d. 8 februari 2002 betreffende informatie bij eerste inschrijving en schoolreglement.
Decreet d.d. 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad.
Ministeriële omzendbrief d.d. 13 juli 2004 betreffende de lokale participatieregeling in het basis‑ en secundair onderwijs.
Het vergaderverslag van de schoolraadbijeenkomst d.d. 9 juni 2022.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 13 juni 2022 inzake het voorleggen van het aangepaste schoolreglement aan de gemeenteraad van 28 juni 2022.
het gemeenteraadsbesluit d.d. 28 juni 2022 houdende de vaststelling van het schoolreglement voor de stedelijke basisscholen met ingang van 1 september 2023 op te heffen.
het schoolreglement voor de stedelijke basisscholen, zoals gevoegd als bijlage, met ingang van 1 september 2023 goed te keuren.
Elk schoolbestuur dient binnen het kader van de rechtspositie van de leerling een schoolreglement op te maken voor elk van zijn scholen. Het schoolreglement respecteert - net zoals het pedagogisch project van de school - de internationaalrechtelijke en grondwettelijke beginselen inzake de rechten van de mens en die van het kind in het bijzonder. Het duidelijk aflijnen van de verhouding tussen de onderwijsverstrekker en de onderwijsconsument via een verplicht schoolreglement, biedt de meeste garanties voor een sereen schoolklimaat.
De gemeenteraad stelde op 28 juni 2022 het schoolreglement voor de Stedelijke Academie voor Beeldende Kunsten, kunstsecundair onderwijs met ingang van 1 september 2022 vast. Ingevolge enkele voorgestelde wijzigingen dient het schoolreglement te worden aangepast met ingang van 1 september 2023.
Het decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school bepaalt dat schoolbesturen van het gesubsidieerd onderwijs in een gezamenlijke vergadering overleg moet plegen met de schoolraad over het opstellen of wijzigen van het schoolreglement. Indien dit overleg niet tot een akkoord leidt, neemt het schoolbestuur de eindbeslissing.
De dienst Onderwijs adviseert om de wijzigingen aan het schoolreglement van de Stedelijke Academie voor Beeldende Kunsten, kunstsecundair onderwijs, goed te keuren.
Akkoord na overleg in de schoolraad Academie voor Beeldende Kunsten, kunstsecundair onderwijs d.d. 5 juni 2023.
Wet d.d. 29 mei 1959 op het schoolpact.
Besluit van de Vlaamse Regering d.d. 19 juli 2002 betreffende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs.
Besluit van de Vlaamse Regering d.d. 17 december 2010 houdende de codificatie betreffende het secundair onderwijs.
Ministeriële omzendbrief d.d. 25 juni 1999 betreffende de structuur en organisatie van het secundair onderwijs.
Decreet d.d. 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad.
Ministeriële omzendbrief d.d. 13 juli 2004 betreffende de lokale participatieregeling in het basis‑ en secundair onderwijs.
Het vergaderverslag van de schoolraadbijeenkomst d.d. 9 juni 2022.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen d.d. 13 juni 2022 inzake het voorleggen van het aangepaste schoolreglement aan de gemeenteraad van 28 juni 2022.
het gemeenteraadsbesluit d.d. 28 juni 2022 betreffende het vaststellen schoolreglement van de Stedelijke Academie voor Beeldende Kunsten, kunstsecundair onderwijs, met ingang van 1 september 2023 op te heffen.
het schoolreglement van de Stedelijke Academie voor Beeldende Kunsten, kunstsecundair onderwijs, zoals gevoegd als bijlage, met ingang van 1 september 2023 goed te keuren.
De gemeenteraad d.d. 31 mei 2022 stelde het arbeidsreglement voor het personeel van het onderwijs vast.
Ingevolge wijzigingen in de onderwijsregelgeving en de verplichte toevoeging van een lokaal afsprakenkader omtrent deconnectie, dient het arbeidsreglement personeel gesubsidieerd onderwijs te worden aangepast, o.a.
Protokolakkoord d.d. 25 mei 2023. Afzonderlijk Bijzonder Onderhandelingscomté. Deze onderhandeling vond plaats op 25 mei 2023. Tijdens deze bijeenkomst werden enkele opmerkingen en aanvullingen bij de ontwerptekst geformuleerd.
Het arbeidsreglement voor het gesubsidieerd personeel van het stedelijk onderwijs dient te worden geactualiseerd.
Wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen, artikelen 1, 4 en 11 tot en met 15sexies.
Koninklijk Besluit d.d. 28 september 1984 tot uitvoering van de wet dd. 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.
Decreet d.d. 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie personeel gesubsidieerd onderwijs.
het gemeenteraadsbesluit d.d. 31 mei 2022 betreffende vaststelling van het arbeidsreglement voor het gesubsidieerd personeel van het onderwijs met ingang van 1 september 2023 op te heffen.
het arbeidsreglement als in bijlage voor het gesubsidieerd personeel van het stedelijk onderwijs met ingang van 1 september 2023 vast te stellen.
Gezien de groeiende vraag van de scholen naar ondersteuning, gekoppeld aan de opportuniteit van beschikbare middelen binnen e-inclusie, stellen we voor om een addendum toe te voegen bij de bestaande samenwerkingsovereenkomst met de volgende inhoud:
Voor 2023 zijn de aanvragen (14) gekend, voor 2024 voorzien we nog een extra buffer om eventueel tot 15 scholen te kunnen gaan. De middelen binnen de subsidie e-inclusie lopen tot eind 2024, terwijl de samenwerkingsovereenkomst met Ligo een einddatum heeft van 31 december 2025. Voor 2025 zijn de middelen voorzien via flankerend onderwijsbeleid (6 624 EUR). Via een volgend AMJP kan voorgesteld worden om een verschuiving te doen zodat de uitbreiding ook voor 2025 kan gegarandeerd worden. Deze verschuiving kan in een later stadium bekeken worden, rekening houdend met eventuele opportuniteiten die zich kunnen voordoen binnen het project 'Digibanken'. Op dat moment zal er, desgevallend, een nieuw addendum opgemaakt worden.
Door in te zetten op het versterken van digitale vaardigheden van ouders wordt de ouderbetrokkenheid verhoogd. Het geeft de ouders de mogelijkheid om op de hoogte te blijven van de schoolloopbaan van hun kind. De meerwaarde van dit project is dat er zeer maatgericht gewerkt wordt en dat de ouders vertrouwd geraken met de specifieke digitale schoolomgeving van hun kinderen. Vanuit de dienst Onderwijs willen tegemoet komen aan de vraag van de scholen om van deze ondersteuning te genieten en breiden we de samenwerkingsovereenkomst dan ook graag uit om alle geïnteresseerde scholen de kans te geven.
Team Inburgering adviseert positief: met de organisatie van digitale inloopmomenten wordt tegemoet gekomen aan de grotere vraag vanuit de scholen. Dit aanbod ondersteunt en versterkt (anderstalige) ouders om inzichten te verwerven in het digitale schoolleven en hoe zij digitale contacten met de school kunnen leggen. Op die manier zijn ouders actief betrokken en zijn de kinderen beter ondersteund.
De dienst Samenleving geeft positief advies. Het ondersteunen van ouders bij digitale vaardigheden is een grote meerwaarde voor het versterken van de ouderbetrokkenheid op school. Bovendien sluit het project aan bij het lokaal sociaal beleidsplan, meer bepaald: “doelstelling 8.4.: De Stad zet in op het verhogen van ouderbetrokkenheid en een goede ouder-schoolsamenwerking".
akkoord te gaan met het addendum bij de samenwerkingsovereenkomst met Ligo in het kader van vormingen om ouders van schoolgaande kinderen te versterken in hun digitale vaardigheden, zoals toegevoegd als bijlage.
Het project 'Alfaklassen' loopt al sinds het schooljaar 2007-2008 in de gewone secundaire scholen van Aalst. Taalinstructie staat centraal in dit project: de Alfaklassen beogen zeer concrete taalkennis (school- of instructietaal) bij te brengen. Voor de uitvoering van dit project werkt de Stad Aalst samen met de secundaire scholen in Aalst.
Voor schooljaar 2023-2024 is een budget van 45 000 EUR i.p.v. 55 000 EUR voorzien. Deze budgetwijziging werd doorgevoerd omdat de voorbije jaren het saldo van 10 000 EUR niet werd aangewend. Bijkomstig wordt er ook een indexering van de lonen van de leerkrachten toegepast. Tot schooljaar 2022-2023 werd er voor de alfaleerkrachten 40 EUR per gepresteerd uur voorzien waarvan 27,81 EUR netto voor de leerkrachten (RSZ en werknemersbijdrage). Dit loon wordt vanaf september 2023 opgetrokken naar 44,50 EUR per gepresteerd uur waarvan 31,29 EUR netto voor de leerkracht (RSZ en werknemersbijdrage).
De dienst Onderwijs adviseert om de samenwerkingsovereenkomst in het kader van het project 'Alfaklassen' voor het schooljaar 2023-2024 goed te keuren.
Het decreet d.d. 30 november 2007 dat het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau regelt.
de samenwerkingsovereenkomst in het kader van het project 'Alfaklassen' voor het schooljaar 2023-2024, zoals toegevoegd als bijlage, goed te keuren.
De huidige versie van het huishoudelijk reglement van de buitenschoolse opvang dateert van 1 juli 2015 en strookt niet langer met de huidige werking van de dienst Onderwijs en de buitenschoolse opvang. Een aanpassing van het huishoudelijk reglement dringt zich dan ook op.
Beslissing van de gemeenteraad d.d. 31 maart 2015 inzake de aanpassing van het huishoudelijk reglement van de buitenschoolse opvang, vanaf 1 juli 2015.
Beslissing van het college van burgemeester en schepen d.d. 5 juni 2023 inzake de aanpassing van het huishoudelijk reglement van de buitenschoolse opvang vanaf 1 september 2023.
het huishoudelijk reglement, zoals opgenomen in bijlage, goed te keuren en te laten ingaan op 1 september 2023.
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad dd. 26 oktober 2004, houdende goedkeuring van de oprichting en overeenkomst van de Interlokale Vereniging Regiosportdienst Zuid-Oost-Vlaanderen;
Overwegende dat de stad Aalst, samen met de gemeenten Denderleeuw, Erpe-Mere, Geraardsbergen, Haaltert, Herzele, Lede, Lierde, Ninove, Sint-Lievens-Houtem en Zottegem deel uitmaakt van de Interlokale vereniging Regiosportdienst Zuid-Oost-Vlaanderen;
Gelet op het feit dat de stad Aalst optreedt als beherende gemeente die de vereniging vertegenwoordigt;
Gelet op het verslag van de algemene vergadering van de ILV die plaats vond in Denderleeuw op 20 maart 2023 waarop, volgens artikel 8 van de overeenkomst, het jaarverslag 2022, de jaarrekening 2022 en het jaarprogramma 2023 werden goedgekeurd;
Gelet op artikel 14 van de overeenkomst betreffende de goedkeuring van de rekeningen en bestemming van het resultaat, waarin gestipuleerd is dat de rekening van de Interlokale Vereniging jaarlijks ter goedkeuring voorgelegd moet worden aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten;
Gelet op het gegeven dat de jaarrekening pas is goedgekeurd indien de gewone meerderheid van de gemeenteraden ze goedkeurt;
Gelet op artikel 16 van de statuten waarin gestipuleerd is dat samen met de rekening, ook het jaarverslag ter goedkeuring moet voorgelegd worden aan de gemeenteraad van de deelnemende gemeenten;
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 392 tot en met 395.
De jaarrekening 2022 en het bijhorende jaarverslag van de Interlokale Vereniging Regiosportdienst Zuid-Oost-Vlaanderen, zoals gevoegd als bijlage, goed te keuren.
Babbelonië is een wekelijkse samenkomst van Nederlands- en anderstaligen op 3 vaste dagen in de week. Deze bijeenkomsten duren 2 uur en hebben als basisactiviteit een conversatie in het Nederlands over dagelijkse dingen zoals familie, werk en vrije tijd. De belangrijkste doelstellingen zijn sociale contacten en ontmoeting, maatschappelijke integratie, taalstimulering en interculturele uitwisseling.
In de zomervakantie wordt er in onderling overleg met de stad Aalst beslist hoeveel zomersessies er worden georganiseerd. De laatste jaren waren dit er telkens 6. De focus ligt hierbij op het kennis maken van lokaal aanbod (bv. bezoek Taalpunt in Utopia, rondleiding dienst Toerisme,...)
Voor de periode van januari t.e.m. mei 2023 zijn er elke sessie volgende deelnames:
Wanneer | Locatie | Gemiddeld aantal anderstalige deelnemers | Gemiddeld aantal Nederlandstaligen |
Donderdagvoormiddag 9u - 11u | LDC De Toekomst | 12 | 2 |
Donderdagavond 19u - 21u | Ontmoetingscentrum De Brug | 14 | 4 |
Zaterdagnamiddag 13u - 15u | Ligo Zuid Oost Vlaanderen | 20 | 3 |
De nieuwe overeenkomst die we willen aangaan loopt van 1 september 2023 t.e.m. 31 augustus 2026.
De overeenkomst voor het initiatief Babbelonië, geldig voor de duur van 1 september 2023 - 31 augustus 2026, zoals opgenomen in bijlage, goed te keuren.
Context
In het verleden vonden onderstaande archeologische opgravingen plaats:
In het dossier is meer informatie terug te vinden omtrent de drie opgravingen in de verklarende nota's en de dossiers.
De archeologische onderzoeken brachten vondsten en resultaten met een belangrijke cultuurhistorische waarde aan het licht (zie dossiers in bijlage). Omdat deze vondsten een meerwaarde betekenen voor het archeologisch onderzoek over de stad Aalst en kennis over de geschiedenis helpen bijbrengen is het belangrijk dat deze vondsten goed worden bewaard. De eigenaren, Sobrimmo nv en de Sociale Huisvestingsmaatschappij Denderstreek, hebben de wens geuit om hun archeologisch ensemble ten kosteloze titel over te dragen aan de stad Aalst. De stad Aalst heeft zelf geen ruimte om deze archeologisch ensembles te bewaren volgens de vigerende normen en geen medewerkers die dit in bewaring kunnen nemen. Om deze bewaring als een goede huisvader te kunnen garanderen zal de stad Aalst – aangesloten bij de intercommunale SOLVA – de archeologisch ensembles in bewaring geven bij het erkend Onroerenderfgoeddepot “Archeologisch depot SOLVA”, mits het afsluiten van een beheersovereenkomst.
Te volgen procedures en af te sluiten overeenkomsten:
Handgiften:
- goedkeuring nodig van BEWIJS VAN HANDGIFT TUSSEN STAD AALST EN SHV DENDERSTREEK – ARCHEOLOGISCH ENSEMBLE (Peperstraat).
- goedkeuring nodig van BEWIJS VAN HANDGIFT TUSSEN STAD AALST EN SOBRIMMO NV, – ARCHEOLOGISCH ENSEMBLE (Louis D'Haeseleerstraat).
- goedkeuring nodig van BEWIJS VAN HANDGIFT TUSSEN STAD AALST EN SHV DENDERSTREEK – ARCHEOLOGISCH ENSEMBLE (Hofstade).
Deze bewijzen regelen de handgift, waardoor de stad Aalst eigenaar wordt van het archeologisch ensemble, mits dit ensemble voldoet aan de voorwaarden voor opname voor beheer in het depot van SOLVA staan omschreven in het “Reglement voor de overdracht van een archeologisch ensemble, archeologisch archief of artefact” (hierna genoemd: het Reglement), bijgevoegd bij dit bewijs van handgift (zie reglement in bijlage).
Beheersovereenkomsten:
- goedkeuring nodig van de BEHEERSOVEREENKOMST tussen de stad Aalst en SOLVA, voor wat betreft opname voor beheer in het depot van SOLVA van de COLLECTIE PEPERSTRAAT.
- goedkeuring nodig van de BEHEERSOVEREENKOMST tussen de stad Aalst en SOLVA, voor wat betreft opname voor beheer in het depot van SOLVA van de COLLECTIE LOUIS D'HAESELEERSTRAAT.
- goedkeuring nodig van de BEHEERSOVEREENKOMST tussen de stad Aalst en SOLVA, voor wat betreft opname voor beheer in het depot van SOLVA van de COLLECTIE HOFSTADE WEYVELD.
Al deze documenten zijn toegevoegd in bijlage.
Bouwhistoricus: Gunstig advies. Door de archeologische en cultuurhistorische waarde van dit ensemble is het belangrijk om dit in perfecte omstandigheden te bewaren. Aangezien dit niet bij de stad zelf kan, is het goed dat dit ensemble in het erkende onroerenderfgoeddepot van SOLVA kan bewaard worden en hiervoor een beheersovereenkomst wordt afgesloten.
akkoord te gaan met het bewijs van handgift tussen Stad Aalst en de Sociale Huisvestingsmaatschappij Denderstreek met betrekking tot het archeologisch ensemble Peperstraat.
akkoord te gaan met het bewijs van handgift tussen Stad Aalst en Sobrimmo NV met betrekking tot het archeologisch ensemble Louis D'Haeseleerstraat.
akkoord te gaan met het bewijs van handgift tussen Stad Aalst en de Sociale Huisvestingsmaatschappij Denderstreek met betrekking tot het archeologisch ensemble Hofstade.
akkoord te gaan met de beheersovereenkomst tussen de stad Aalst en SOLVA met betrekking tot het archeologisch ensemble Peperstraat, zoals gevoegd als bijlage.
akkoord te gaan met de beheersovereenkomst tussen de stad Aalst en SOLVA met betrekking tot het archeologisch ensemble Louis D'Haeseleerstraat, zoals gevoegd als bijlage.
akkoord te gaan met de beheersovereenkomst tussen de stad Aalst en SOLVA met betrekking tot het archeologisch ensemble Hofstade, zoals gevoegd als bijlage.
Tijdens Carnaval 2023 ging voor het eerst een geheel vernieuwd stoetreglement van kracht. Na evaluatie door interne diensten, veiligheidsdisciplines, het Feestcomité en CTIDK wordt het stoetreglement in beperkte mate bijgewerkt.
Voorgestelde wijzigingen (aangeduid in bijlage in geel):
- Toevoeging van de Mazjoretten boeven de 40 als groep buiten competitie.
- De maximale lengte van losse groepen beperken tot 5 meter i.p.v. 8 meter om een duidelijk verschil te behouden tussen losse en vaste groepen.
- Er werd een maximum aantal gekostumeerde deelnemers toegevoegd om de lengte van de stoet enigszins in te perken. De aantallen werden overgenomen uit het advies van CTIDK.
- De inschrijvingsdata voor vaste groepen worden niet benoemd in het reglement, maar jaarlijks vastgelegd door het College van burgemeester en schepenen. De inschrijvingsdata voor losse groepen staan vast.
- Er wordt duidelijker omschreven wat niet toegelaten is in artikel 3.1, punt 4 en 7. Punt 8 werd toegevoegd op vraag van de veiligheidscel.
- De geluidsnormen werden verlaagd van 102 dB(A) LAmax naar 100 dB(A) LAmax conform de huidige VLAREM wetgeving die stelt dat geluidsoverschrijdingen boven 100 dB(A) verboden zijn.
- Zowel vaste als losse groepen moeten een groepscommissaris aanduiden, niet enkel vaste groepen.
- Het jaartal van een eerstvolgende hertrekking werd aangepast.
- De tijdsduur van de stoetliedjes werd opgesplitst per categorie en toegevoegd in artikel 5.8.
- Op vraag van de groepen wordt het overzicht van de punten van alle groepen uit een bepaalde categorie aan de volledige categorie bezorgd in plaats van enkel de punten van hun eigen groep.
- De locatie en het tijdstip van de Prijsuitreiking worden vastgelegd voor het College.
De adviezen van het Feestcomité en CTIDK (die 90% van de vaste groepen representeren) werden waar mogelijk verwerkt en overgenomen in het nieuwe stoetreglement.
Dienst Cultuur: gunstig. De voorgestelde wijzigingen komen er na evaluatie van Carnaval 2023 en dragen bij aan een veilige stoet voor zowel deelnemers als toeschouwers.
Gemeenteraadsbesluit van 29 november 2022 betreffende het vaststellen van een nieuw stoetreglement voor deelname aan de carnavalsstoeten.
akkoord te gaan met het vernieuwde globaal stoetreglement 'Aalst Carnaval' zoals gevoegd als bijlage.
Het reglement voor deelname aan de wedstrijd ‘Ontwerpen van de carnavalsaffiche en -afgeleiden’ bepaalt de inschrijvings- en ontwerpvoorwaarden voor het ontwerp van de carnavalsaffiche.
In het vernieuwde reglement wordt geen inschrijvingsperiode meer vermeld zodanig het College van burgemeester en schepenen jaarlijks de inschrijvingsperiode kan vastleggen.
Voor het ontwerpen van de Carnavalsaffiche 2024 vragen we om de inschrijvingsperiode vast te leggen van vrijdag 30 juni 2023 tot vrijdag 1 september 2023.
Dienst Cultuur: gunstig advies.
Dienst Marketing en communicatie: gunstig advies
Gemeenteraadsbesluit d.d. 26 oktober 2021 houdende de goedkeuring van het reglement voor deelname aan de wedstrijd ‘Ontwerpen van de carnavalsaffiche en -afgeleiden’.
Gemeenteraadsbesluit d.d. 26 oktober 2021 houdende de goedkeuring van de visienota 'het DNA van Aalst Carnaval'.
akkoord te gaan met het gewijzigde reglement voor deelname aan de wedstrijd ‘Ontwerpen van de carnavalsaffiche en -afgeleiden’, zoals gevoegd als bijlage.
de inschrijvingsperiode voor het ontwerpen van de carnavalsaffiche 2024 vast te leggen van 30 juni 2023 tot 1 september 2023.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Johan Van Nieuwenhove.
Binnenkort kunnen we allen de opening van een nieuwe zaak (Hotel) aan het stationsplein toejuichen.
Vorige uitbaters van de “Irish Pub” blijven erbij dat 1 van de (grote) oorzaken van de teloorgang van hun zaak de algemene criminaliteit en onveiligheid op het stationsplein was. “Geen geschikte plaats voor een restaurant trouwens.”
Vorige week werd ik aangesproken door NMBS-personeel die met lede ogen o.a. de drugsproblematiek van jongeren moeten aanzien. Blijkbaar verbetert het er niet op.
Meer nog: “wij gaan onze overplaatsing hier vragen, het loopt de spuigaten uit”
Mijn vraag:
Gaat het CBS initiatief nemen om eens grote kuis te houden op het stationsplein?
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Johan Van Nieuwenhove aangaande 'Onveiligheid stationsomgeving'.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Guy Claus.
Ongeveer een jaar geleden stond ik hier met een vraag waarvan ik hoopte dat ze geen tweede maal gesteld diende te worden. Ik leefde dus op hoop. En zo ook de omwonenden. IJdele hoop gebleken, jammer genoeg. Beloftes werden gemaakt, en een korte inspanning werd geleverd. Maar de problematiek in de buurt rond het Hoveniersplein en de Varkensmarkt is verre van gaan liggen, integendeel zelfs: de overlast neemt toe. Vorig jaar noemde ik het nog een ‘getto’, maar dit jaar weet ik zelfs niet meer hoe het te bestempelen, buiten ondraaglijk voor de omwonenden.
Nachtlawaai, intimidatie van omwonenden en passanten, geweld, vandalisme, sluikstort, geurhinder, en alles wat men zich kan inbeelden, vallen ten deel van de buurtbewoners. Zelf ben ik ook regelmatig langs geweest om poolshoogte te nemen van de ernst van de situatie. Eén iets was duidelijk: lang moet een mens er niet lopen.
Het lokale politiekantoor is enkel overdag bemand, terwijl de overlast net ’s avonds en ’s nachts plaatsvindt. Is dit de fout van de politie? Uiteraard niet, ze zijn onderbemand en onderbemiddeld.
Gelet op de aanslepende situatie, stel ik volgende vragen ter verduidelijking:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Guy Claus aangaande 'Aanhoudende overlast Rechteroever'.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Ann Van de Steen.
Het groeiende probleem van criminaliteit op rechteroever wordt geleidelijk aan een belemmering voor de alledaagse rust en veiligheid van zowel inwoners als handelaars. Het is begrijpelijk dat de lokale gemeenschap en de winkeliers een dringende aanpak eisen van de bendes en relschoppers die een gevoel van onveiligheid veroorzaken. Het is van cruciaal belang dat het stadsbestuur deze zorgen erkent en concrete stappen onderneemt om de veiligheid te garanderen.
Is de huidige meerderheid zich bewust van de ernst van de situatie en de gevoelens van onveiligheid die leven onder de inwoners en winkeliers? Hebben zij de nodige informatie verzameld en geanalyseerd om een volledig beeld te krijgen van de omvang van de onrust in onze straten?
Preventieve maatregelen zijn van essentieel belang. Welke initiatieven heeft het stadsbestuur genomen om de sociale cohesie te bevorderen en de betrokkenheid van jongeren bij positieve activiteiten te stimuleren? Wordt er voldoende hulp geboden aan jongeren om hen een alternatief te bieden voor een negatieve levensstijl?
Wat zijn de specifieke plannen van de huidige meerderheid om dit probleem aan te pakken? Overweegt men de camerabewaking te versterken, de patrouilles te intensiveren en de verlichting op strategische plaatsen te verbeteren? En hoe wil het stadsbestuur de lokale gemeenschap en winkeliers betrekken bij de aanpak van dit probleem?
De lokale bewoners en winkeliers op rechteroever verdienen een veilige leef- en werkomgeving.
Daarom de volgende vragen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Ann Van de Steen aangaande 'Hoog tijd om de hand uit te steken over de Dender'.
Het decreet houdende de gemeentewegen (artikel 13) voorziet in de mogelijkheid om vanaf 1 september 2019 door een gemeenteraadsbeslissing wegenis op te nemen in het openbaar domein van de stad wanneer de stad al meer dan 30 jaar bezitsdaden stelt over de straat.
Rekening houdend met artikel 3 en 4 van het decreet gemeentewegen:
1. Het algemeen belang van de gemeenteweggebruikers wordt niet geschonden; de wegenis behoudt zijn functie.
2. Het rooilijnplan is overeenkomstig artikel 11 van het gemeentewegendecreet nodig om de ligging en de rooilijnbreedte van de zijtak van het Wijngaardveld eenduidig vast te leggen. Aansluitend bij het dertigjarig publiek gebruik en de dertigjarige bezitshandelingen wil de stad Aalst eigenaar worden van de wegbedding.
3. De verkeersveiligheid wordt niet gewijzigd.
4. De zijtak van het Wijngaardveld is als lokale gemeenteweg niet gemeenteoverschrijdend.
5. De actuele functie van de gemeenteweg wordt behouden en de behoeften van de toekomstige generaties worden gevrijwaard
Deze straat wordt al gedurende meer dan 30 jaar publiek gebruikt.
De stad stelt al meer dan 30 jaar bezitshandelingen door (her)aanleg van de straat met duurzame wegverharding, het aanbrengen van openbare verlichting en riolering.
Aangezien de gemeente met betrekking tot de wegzate al dertig jaar bezitshandelingen heeft gesteld waaruit de wil van de gemeente om eigenaar te worden van de wegbedding duidelijk tot uiting komt, is de gemeenteraad er toe gerechtigd om de grondstrook zonder financiële vergoeding op te nemen in het openbaar domein, zonder toepassing van artikel 28 (waardevermindering/vermeerdering).
Deze zijtak van het Wijngaardveld beschikt momenteel nog niet over een rooilijnplan die de huidige grenzen vastlegt.
Het college van burgemeester en schepenen ging in zitting van 19 december 2022 principieel akkoord met de kosteloze grondafstand in voordeel van de stad, van een perceel grond te Aalst, Wijngaardveld, 3°afdeling, sectie D, deel van nummer 106 F, om in te lijven in de openbare wegenis van de stad Aalst.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 13 februari 2023 kennis te nemen van het initiatief tot opmaak rooilijnplan, de vestiging van een publiek recht van doorgang en opname in het openbaar domein van de wegzate van de zijtak van het Wijngaardveld te Erembodegem op basis van het 30-jarig publiek gebruik en 30 jaar bezitshandelingen door de stad .
De gemeenteraad besliste in zitting van 28 februari 2023 om reden van openbaar nut, principieel akkoord te gaan met het initiatief tot opmaak rooilijnplan, de vestiging van een publiek recht van doorgang en opname in het openbaar domein van de wegzate van de zijtak van het Wijngaardveld, naast Wijngaardveld 9, kadastraal gekend 3°afdeling, sectie D, deel van nummer 106F, op basis van het 30-jarig publiek gebruik en 30 jaar bezitshandelingen door de stad.
In zelfde zitting werd beslist het college van burgemeester en schepenen de opdracht te geven een landmeter-expert aan te stellen voor de opmaak van het rooilijnplan en het college van burgemeester en schepenen te belasten met de vrijwaring en het beheer van de zijtak van het Wijngaardveld, naast Wijngaardveld 9, kadastraal gekend 3°afdeling, sectie D, deel van nummer 106F, overeenkomstig de opgenomen instrumenten en handhavingsbevoegdheden in het decreet gemeentewegen.
Het rooilijnplan werd opgemaakt door landmeetkantoor Elba Partners.
Het college van burgemeester en schepenen nam in zitting van 5 juni 2023 kennis van het rooilijnplan van deel Wijngaardveld te Aalst, naast Wijngaardveld 9, kadastraal gekend 3°afdeling, sectie D, deel van nummer 106F, opgemaakt door landmeetkantoor Elba Partners, welk plan zal worden voorgelegd aan de gemeenteraad voor voorlopige vaststelling
In het dossier wordt het rooilijnplan toegevoegd.
Het rooilijnplan werd besproken op de Werkgroep Gemeentewegen van 11 mei 2023, er waren geen opmerkingen.
Decreet over het lokaal bestuur.
Decreet houdende gemeentewegen van 1 september 2019
het rooilijnplan van deel Wijngaardveld te Aalst, naast Wijngaardveld 9, kadastraal gekend 3°afdeling, sectie D, deel van nummer 106F, opgemaakt door landmeetkantoor Elba Partners, voorlopig vast te stellen
het college van burgemeester en schepenen te gelasten met het voeren van een openbaar onderzoek zoals beschreven in het decreet Gemeentewegen van 3 mei 2019
Deze aanvraag tot het bijstellen van een verkaveling voor fase 1 van de verkaveling wordt gelijktijdig behandeld met de aanvraag tot het bijstellen van fase 2 & 3 van dezelfde verkaveling, die grenst aan de oostelijke kant van het bij te stellen gedeelte (OMV_2022164743). Deze twee dossiers dienen samen beoordeeld te worden.
Deze percelen maken deel uit van een op 2-06-2008 goedgekeurde verkaveling (referte V2007-103-1).
De bijstelling van de verkaveling is gesitueerd in Aalst, aan de Lijnzaadstraat, de Koolzaadstraat en de Lijnvogelstraat, aan de noordoostelijke zijde van de stad. Deze straten zijn verbonden met de lokale verbindingswegen Botermelkstraat en Rozendreef (lokale wegen type II), die de kleinschalige kern Binnenstraat-Botermelkstraat verbinden met de rest van stad Aalst. De Sint-Martinuskerkin het centrum van Aalst ligt op ±2,7km afstand. Zowel basisvoorzieningen als uitgebreidere voorzieningen zijn op korte afstand van de verkaveling aanwezig.
Deze verkaveling is gelegen in een omgeving van woonwijken en lintbebouwingen buiten de stadskern van Aalst en is gelegen in een binnengebied dat aan de ZW-zijde begrensd wordt door een voetweg en aan de overige zijden door woonstraten waarvan de bebouwing overwegend van het aaneengesloten type is.
Fase 1 hield een verdeling in van 51 loten voor het oprichten van één- en meergezinswoningen met momenteel een ontsluiting langs de Botermelkstraat en de Rozendreef. Loten 1 t/m 46 werden bestemd voor ééngezinswoningen van het gesloten en halfopen bouwtype, loten M1 t/m M5 werden bestemd voor meergezinswoningen van het vrijstaande bouwtype. Tevens werden 58 garages voorzien welke per bouwblok werden gebundeld.
In de verkaveling werden reeds alle loten voor ééngezinswoningen bebouwd. Reeds velen zijn zelfs al bewoond. Het omvat gesloten of halfopen ééngezinswoningen die telkens per bouwblok van 4 tot 7 aaneengesloten woningen werden gebouwd. Het omvat een bouwprofiel van twee bouwlagen en een zadeldak. Verder werd er ook één meergezinswoning met 27 appartementen aan de Koolzaadstraat opgericht. Deze bestaat uit 4 bouwlagen bovenop een licht verhoogde ondergrondse garage en met plat dak.
Langsheen de Botermelkstraat passeren de stadsbuslijnen 1 en 3 die de verbinding maken tussen de eindhalte Oude Abdijstraat en het centrum van de stad en vervolgens respectievelijk richting het Algemeen Stedelijk Ziekenhuis Aalst en Nieuwerkerken rijden. Langsheen de Rozendreef passeren dezelfde twee lijnen, alsook de belbuslijn F1 tussen Aalst en Dendermonde. Er zijn bushaltes met bushokjes aanwezig dichtbij de kruispunten van de Lijnzaadstraat met beide wegen.
Aan de overkant van de Rozendreef staan de Dewaco-blokken, een aantal grote en opvallende meergezinswoningen van 8 bouwlagen.
De aanvraag beoogt het wijzigen van de verkaveling (fase 1) van de loten M1, M2, M4 en M5. De meerzinswoningen op die loten worden vervangen door 36 loten bestemd voor halfopen en gesloten ééngezinswoningen. Het aantal vergunde woonentiteiten wordt met deze bijstelling drastisch verminderd. Van de 207 woonunits die volgens de vergunde verkaveling nog als appartement gebouwd konden worden, zal de bijstelling nog 106 woonunits omvatten (46 ééngezinswoningen en 60 appartementen).
Tevens bevat de aanvraag een wijziging van de afbakening van het openbaar domein, inclusief de aanleg van openbare parkruimte, een nieuwe openbare erfweg en enkele private parkeerclusters.
De Lijnzaadstraat wordt heraangelegd in functie van een betere veiligheid voor fietsers. Het bestaande rooilijnplan wordt aangepast naar de nieuwe situatie.
De semi-publieke tuinen rondom de meergezinswoningen worden omgevormd naar deels private tuinen, en deels naar publiek toegankelijke groenruimte. Hierbij komt er netto meer openbaar domein vrij dan er in de vergunde verkaveling gerealiseerd zou worden.
Het gedeelte van de verkaveling dat bijgesteld moet worden, paalt aan de zuidelijke zijde over een breedte van ±68m aan de Lijnvogelstraat. Aan de westelijke zijde paalt het over een breedte van ±142m aan de Koolzaadstraat. Aan de overzijde werden de woningen in de verkaveling al gerealiseerd. Aan de noordwestelijke zijde paalt het over een breedte van ±57m aan de tuinzone van de gerealiseerde meergezinswoning aan de Koolzaadstraat.
De aanvraag paalt aan de noordelijke zijde over een breedte van ±125m aan de gerealiseerde groen/waterbufferstrook en het speelplein langs de Lijnzaadstraat, die ook deel uitmaken van de verkaveling. Aan de oostelijke zijde paalt het bij te stellen gedeelte over een breedte van ±116m aan fase 2 & 3 van deze verkaveling, waarvan een bijstelling gelijktijdig wordt ingediend.
Doorheen het projectgebied wordt een openbaar groenpark voorzien, waardoor er zichtassen doorheen het hele gebied ontstaan, inclusief vanaf de omliggende straten naar de binnengebieden. De groenzones zijn in totaal ±6303m² groot, ofwel ±29% van de bij te stellen projectzone. In de groenzone worden ook de noodzakelijke collectieve infiltratiezones voorzien in functie van de waterhuishouding van het projectgebied.
Zoals bepaald in artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning dient de in de aanvraag voorgestelde aanleg van wegen rekening te houden met de principes van artikels 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen:
“Artikel 3. Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Artikel 4. Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen; 4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen”.
De voorliggende aanvraag werd van 09-03-2023 tot en met 07-04-2023 aan een openbaar onderzoek onderworpen. Gedurende deze periode werden geen bezwaarschriften ingediend.
De aanvraag werd voor advies voorgelegd zowel aan interne diensten ([1] dienst Omgevingsbeleid, [2] dienst Mobiliteit en openbare werken, [3] team Patrimonium en [4] team Wonen als aan externe diensten ([1] Hulpverleningszone Zuid-Oost, [2] Telenet, [3] Fluvius, [4] Proximus, [5] Farys, [6] GECORO en [7] de dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie Oost-Vlaanderen. De adviezen zijn (voorwaardelijk) gunstig.
De gemeenteraad zal, voorafgaand aan de beslissing over de zaak der wegen en conform artikel 12 van het decreet houdende de gemeentewegen, het ontwerp van het rooilijnplan definitief vaststellen.
Op 05-06-2023 besliste het college van burgemeester en schepenen om akkoord te gaan met het ontwerp verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar waarin wordt voorgesteld om een omgevingsvergunning te verlenen in het kader van de voorliggende aanvraag. Een omgevingsvergunning kan evenwel pas worden verleend nadat de gemeenteraad zijn goedkeuring, al dan niet met voorwaarden en/of lasten, heeft verleend aan de in de aanvraag voorgestelde aanleg van de wegenis en de omgevingsaanleg.
Het plan werd besproken op de werkgroep gemeentewegen van 8 juni 2023, er waren geen opmerkingen.
Het decreet van 25-04-2014 (en latere wijzigingen) betreffende de omgevingsvergunning. In het bijzonder artikel 31 welke stelt: “§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt …”.
Het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25-04-2014 betreffende de omgevingsvergunning (hieronder ‘omgevingsvergunningsbesluit’). In het bijzonder artikel 47 welke stelt “Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is”.
Het decreet van 03-05-2019 houdende de gemeentewegen. In het bijzonder artikel 12 welke stelt “…
§ 2. In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat. Als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over het al dan niet wijzigen of opheffen van het gemeentelijk rooilijnplan, alvorens te beslissen over de goedkeuring, vermeld in artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning …”.
Decreet gemeentewegen van 03 mei 2019
het ontwerp van rooilijnplan horende bij omgevingsvergunning OMV_2022164647 definitief vast te stellen
De definitieve vaststelling van het rooilijnplan dient te gebeuren onder opschortende voorwaarde van het verkrijgen van een definitieve vergunning voor het dossier OMV_2022164647
De bijstelling omvat het wijzigen van de bestemming van 5 loten voor meergezinswoningen (oorspronkelijke loten M6 tem. M10) naar 10 loten voor ééngezinswoningen en 2 loten voor meergezinswoningen. Verder bevat de bijstelling een grote wijziging van de afbakening van het openbaar domein, inclusief de aanleg van openbare parkruimte en enkele private parkeerclusters.
Deze bijstelling omvat een wijziging van loten met meergezinswoningen naar een combinatie van loten met meergezinswoningen en loten met ééngezinswoningen.
De semi-publieke tuinen rondom de meergezinswoningen worden daarbij omgevormd naar deels private tuinen, maar ook naar publiek toegankelijke groenruimte. Hierbij komt er netto meer openbaar domein vrij dan er in de vergunde verkaveling gerealiseerd zou worden.
Aan de Lijnvogelstraat nog een kleinere cluster van twee woonblokken van respectievelijk drie en acht wooneenheden. Deze 11 loten (waarvan 10 binnen de betreffende aanvraag) zijn allemaal richting de openbare groenruimte georiënteerd, en sluiten aan op de paden die door het park lopen. Aan de achterkant zijn de woningen verbonden met de Lijnvogelstraat, waar er 11 dwarsparkeerplaatsen langs de straatzijde komen. Ook dit betreft een parkeercluster in gemeenschappelijke eigendom.
De overige twee loten in het projectgebied worden ingevuld als meergezinswoningen, om een stedelijke dichtheid te behouden. Deze sluiten bovendien aan op de meergezinswoningen aan overzijde van de Rozendreef. Lot 1 bestaat uit een grote projectzone waarin appartementen in één of twee bouwblokken kunnen gerealiseerd worden, met een grote semipublieke tuinzone errond. Doorheen deze tuinzone komt er een publieke doorgang voor voetgangers en fietsers, die aansluit op zowel de Lijnzaadstraat als de Rozendreef. Lot 2 bestaat ook uit een grote projectzone, waarin appartementen in één of twee volumes gerealiseerd worden, gesitueerd aan en georiënteerd naar de Lijnzaadstraat (in totaal circa 60 appartementen). De inplanting van de meergezinswoningen zijn in samenspraak met de stad geconcentreerd ten zuiden van het projectgebied als overgang naar de reeds bestaande Dewaco-blokken. Ook in de huidige verkavelingsvergunning zijn er op deze plaatsen meergezinswoningen voorzien.
Doorheen het projectgebied wordt een openbaar groenpark voorzien, waardoor er zichtassen doorheen het hele gebied ontstaan, inclusief vanaf de omliggende straten naar de binnengebieden. De groenzones zijn in totaal ±6303m² groot, ofwel ±29% van de bij te stellen projectzone. In de groenzone worden ook de noodzakelijke collectieve infiltratiezones voorzien in functie van de waterhuishouding van het projectgebied.
Zoals bepaald in artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning dient de in de aanvraag voorgestelde aanleg van wegen rekening te houden met de principes van artikels 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen:
“Artikel 3. Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Artikel 4. Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen; 4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen”.
De voorliggende aanvraag werd van 09-03-2023 tot en met 07-04-2023 aan een openbaar onderzoek onderworpen. Gedurende deze periode werden 9 bezwaarschriften ingediend, waarvan 1 petitie.
De volgende bezwaren hebben betrekking op het toekomstige openbaar domein:
1. In de Lijnzaadstraat zullen parkeerproblemen ontstaan. In de mobiliteitsstudie lezen we dat er zich geen problemen zullen voordoen omdat er reeds voldoende parkeerplaatsen gecreëerd zijn. De richtlijnen die de stad Aalst uitschrijft qua parkeerplaatsen per woonentiteit zijn niet echt realistisch. Met dit als gevolg dat er verschillende gezinnen die meer dan 1 auto hebben en in een stuk van de Lijnzaadstraat wonen die geen parking voor hun deur hebben (zie foto 1, situatie dinsdag 28 maart om 18u), voor of in de nabije omgeving van huizen met nummer 134 – 144 komen parkeren. Ook mensen die langs de Rozendreef in de Dewaco-blokken wonen, komen in het begin van de Lijnzaadstraat parkeren (zie foto 2, situatie dinsdag 28 maart om 18u). Om nog maar te zwijgen waar de vele auto’s van lot 1 zich gaan parkeren in de toekomst. Ook aan de andere kant van de Lijnzaadstraat komen er bewoners uit de Botermelkstraat hun wagen in onze straat parkeren. Een appartementsgebouw met meerdere gezinnen én ook meerdere auto’s, zal dus voor parkeerproblemen zorgen. Bijgevolg zal ons dus verplicht worden om fout te parkeren in onze eigen straat.
2. De bouw van de verschillende extra wooneenheden en dus ook het appartementsgebouw (lot 1 en 2), zullen mobiliteitsproblemen veroorzaken. Matexi omschrijft het project ‘Botermelkstraat’ als wonen in een autoluwe wijk. Wat is de betekenis volgens Van Daele van autoluw: met weinig autoverkeer. Door de aanpassing van de rijrichting in de Binnenstraat wordt de Lijnzaadstraat vaak als sluipweg gebruikt richting de ring rond Aalst of de Moorselbaan. Tijdens het drukste spitsuur (17-18u) merken we dit enorm. De bouw van nog eens zoveel wooneenheden, met ook het appartementsgebouw meegeteld, zal dus voor een enorme drukte zorgen én niet alleen tijdens het spitsuur. Om nog maar te zwijgen van de kwetsbare spelende of fietsende kinderen en de snelheden met welke de auto’s hier vaak doorvliegen. Dit zorgt nu al vaak voor gevaarlijke situaties.
3. De voorziene publieke parkeerplaatsen op het openbaar domein. De publieke parkeerplekken in de wijk zijn nu al aan de zeer lage kant in vergelijking met het aantal woningen. De laatst gebouwde woningen zijn nog niet bewoond, maar het is al duidelijk dat er een tekort zal zijn aan publieke parkeerplaatsen. In de nieuwe aanvraag lezen we dat de bouwheer het volgende meldt: 'Doordat er minder wooneenheden wordt gerealiseerd is er heden reeds voldoende parkeerplaatsen voor bezoekers gecreëerd langs de Lijnvogelstraat. Aldus moeten er geen bijkomende openbare parkeerplaatsen bijgecreëerd worden.' Dit wil dus zeggen dat er een 45-tal wooneenheden bijkomen + meerdere appartementsblokken zonder extra openbare parkeerplekken. De huidige openbare parkeerplaatsen volstaan momenteel al amper. Auto's worden nu al geparkeerd op plekken waar ze niet thuis horen. Wij maken ons dus grote zorgen omtrent de mobiliteit en leefbaarheid in de wijk en hopen dat er binnen de verkavelingspannen extra publieke parkeerplaatsen gecreëerd kunnen worden in overeenstemming met de extra woonheden. Als het gaat over de meergezinswoningen klinkt het bij de bouwheer dat 'een ondergrondse garage gebouwd kan worden.' Daar lijkt het mij nuttig om per wooneenheid in de meersgezinswoning een ondergrondse parkeerplaats te verplichten.
Bespreken bezwaarschriften.
1. Bij elk woonproject worden parkeernormen gehanteerd op basis van de omgevingskenmerken en het mobiliteitsprofiel van bewoners/omgeving is afgestemd (bv. waar is het gebied gelegen, wat is het aanbod van aanwezige functies, graad van autobezit,…). Het spreekt voor zich dat deze kenmerken specifiek zijn. Het is niet mogelijk om een algemene norm vast te klikken voor elk generiek woonproject. Het omgekeerde is echter de bedoeling: namelijk het voorzien van een evenwicht aanbod van parkeervoorzieningen afgestemd op het doelpubliek en rekening houdende met omgevingskenmerken. Het voorzien van een overaanbod aan parkeerplaatsen heeft naar ruimtelijkheid vele nadelen. Behalve de impact op ruimtegebruik en de gevolgen daarvan (bv. extra verharding, impact op waterbeheer, impact op verkeersveiligheid), is dit ook nefast voor het aantrekken van extra autoverkeer (en dus ook zoekverkeer). De ruimte heeft ook haar natuurlijke begrenzingen: het is onmogelijk en onwenselijk om het openbaar domein volledig uit te rusten om de volledige parkeerbehoefte te faciliteren. Door een evenwichtig parkeeraanbod na te streven wordt ook gewerkt op het bewerkstelligen van de modal shift waarbij alternatieven voor de auto worden gebruikt.
2. Het valt niet te ontkennen dat woonentiteiten verkeer genereren en aantrekken. Sluipverkeer staat hier los van en manifesteert zich wanneer wegen van een hogere orde te kampen hebben met een saturatieprobleem waardoor andere wegen van een lagere orde als alternatief worden gebruikt, voor zover er een tijdsvoordeel bestaat. Het verkeersnetwerk in deze omgeving kan de bijkomende capaciteit verwerken. Op kruispuntniveau zijn er tijdens de spitsmomenten altijd drukkere periodes met langere wachttijden maar dat is in deze omgeving niet anders dan op andere locaties.
3. Zie punt 2. De projectontwikkelaar verwijst in de mobiliteitsstudie naar het totale parkeeraanbod waarbij parkeerplaatsen reeds gerealiseerd worden nog vóór fase 2 en 3 werden gerealiseerd. Zoals beschreven is het toevoegen van extra parkeerplaatsen evenredig met de voorziene woonentiteiten en voor zover niet strijdig met de stedenbouwkundige en planologische context. Dit wordt bewaakt en afgestemd in samenspraak met de stad.
De bezwaren zijn aldus ongegrond gebleken.
De aanvraag werd voor advies voorgelegd zowel aan interne diensten ([1] dienst Omgevingsbeleid, [2] dienst Mobiliteit en openbare werken, [3] team Patrimonium en [4] team Wonen als aan externe diensten ([1] Hulpverleningszone Zuid-Oost, [2] Telenet, [3] Fluvius, [4] Proximus, [5] Farys, [6] GECORO en [7] de dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie Oost-Vlaanderen. De adviezen zijn gunstig of voorwaardelijk gunstig.
De gemeenteraad zal, voorafgaand aan de beslissing over de zaak der wegen en conform artikel 12 van het decreet houdende de gemeentewegen, het ontwerp van het rooilijnplan definitief vaststellen.
Op 05-06-2023 besliste het college van burgemeester en schepenen om akkoord te gaan met het ontwerp verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar waarin wordt voorgesteld om een omgevingsvergunning te verlenen in het kader van de voorliggende aanvraag. Een omgevingsvergunning kan evenwel pas worden verleend nadat de gemeenteraad zijn goedkeuring, al dan niet met voorwaarden en/of lasten, heeft verleend aan de in de aanvraag voorgestelde aanleg van de wegenis en de omgevingsaanleg
Het plan werd besproken op de werkgroep gemeentewegen van 8 juni 2023, er waren geen opmerkingen
Het decreet van 25-04-2014 (en latere wijzigingen) betreffende de omgevingsvergunning. In het bijzonder artikel 31 welke stelt: “§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt …”.
Het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25-04-2014 betreffende de omgevingsvergunning (hieronder ‘omgevingsvergunningsbesluit’). In het bijzonder artikel 47 welke stelt “Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is”.
Het decreet van 03-05-2019 houdende de gemeentewegen. In het bijzonder artikel 12 welke stelt “…
§ 2. In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat. Als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over het al dan niet wijzigen of opheffen van het gemeentelijk rooilijnplan, alvorens te beslissen over de goedkeuring, vermeld in artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning …”.
Decreet gemeentewegen van 03 mei 2019
het ontwerp van rooilijnplan horende bij omgevingsvergunning OMV_2022164743 definitief vast te stellen
De definitieve vaststelling van het rooilijnplan dient te gebeuren onder opschortende voorwaarde van het verkrijgen van een definitieve vergunning voor het dossier OMV_2022164743
De aanvraag beoogt het slopen van 42 sociale woningen, bestaande uit 5 bungalows met telkens 2 woongelegenheden, 8 duplexwoningen met telkens 4 woongelegenheden en 3 garageboxvolumes.
Na de sloop voorziet de aanvraag in het oprichten van nieuwe sociale woningen, bestaande uit 10 sociale koopwoningen en 44 huurappartementen. De aanvraag voorziet tevens in het oprichten van een aantal fietsenbergingen en de aanleg van 45 parkeerplaatsen.
Er worden 12 volumes opgericht (blok A, B, C, D, E, F, G, H, I, J, K en L), variërend van 2 à 4 bouwlagen. De aanvraag voorziet in 7 verschillende woontypes. Tevens worden 4 collectieve fietsenbergingen opgericht voor in totaal 176 fietsen.
Blok A betreft het oprichten van 2 woningen. De twee woningen zijn gelegen in het westelijk deel van de site. Ze zijn aan elkaar gekoppeld en hebben samen een footprint van 129,27 m². Beide woningen hebben een voortuinstrook en achtertuin met private gekoppelde tuinberging.
Blok B en C betreft 2 x 4 appartementen. De meergezinswoning heeft twee volwaardige bouwlagen met een footprint van 193,74 m². De toegangen van het gebouw bevinden zich aan de zijkanten van het gebouw. De inkom van de bovenliggende appartementen is toegankelijk via de buitentrappen met passerelle. De leef- en eetruimtes zijn gericht naar het binnengebied met aansluitend een terras/balkon en privézone die overgaat naar het publieke gebied. Het rechtse gelijkvloerse appartement is ingericht voor mindervaliden en beschikt over 2 slaapkamers.
Blok D, G en J betreft 3 x 5 appartementen. De meergezinswoning heeft drie bouwlagen met een footprint van 183,84 m². De toegangen van het gebouw bevinden zich aan de zijkanten van het gebouw. De inkom van de bovenliggende appartementen is toegankelijk via de buitentrappen met passerelle. Het linkse gelijkvloerse appartement is ingericht voor mindervaliden en beschikt over 2 slaapkamers. Op het tweede verdiep is het verdiep van het onderliggend duplexappartement gevestigd.
Blok E, H en I betreft 3 x 4 appartementen. De meergezinswoning heeft drie bouwlagen met een footprint van 183,84 m². De toegangen van het gebouw bevinden zich aan de zijkanten van het gebouw. De inkom van de bovenliggende appartementen is toegankelijk via de buitentrappen met passerelle. Het linkse gelijkvloerse appartement is ingericht voor mindervaliden en beschikt over 2 slaapkamers. Op het tweede verdiep is het verdiep van het onderliggend duplexappartement gevestigd.
Blok F betreft 9 appartementen. De meergezinswoning heeft vier bouwlagen met een footprint van 329,96 m². Op het gelijkvloerse verdiep zijn twee appartementen en een polyvalente ruimte gevestigd. Het linkse gelijkvloerse appartement is ingericht voor mindervaliden en beschikt over 2 slaapkamers. Op het eerste verdiep bevinden zich 3 appartementen, op het tweede verdiep 2 appartementen. Het bovenste verdiep heeft 2 appartementen. De toegangen van het gebouw bevinden zich aan de voor- en zijkant van het gebouw. De inkom van de bovenliggende appartementen is toegankelijk via de buitentrap. De overige appartementen zijn toegankelijk via een gemeenschappelijk inkomhal met trappenkoker en lift.
Blok K betreft 4 woningen. Woonblok K bestaat uit 4 aaneengesloten woningen met samen een footprint van 273,04 m². In de woningen zijn de keukens vooraan gepositioneerd met aansluitend de eetruimte en de leefruimte. Ze hebben elk een private tuin met tuinberging die langs de achterzijde van de tuin toegankelijk is. Op het eerste verdiep zijn de slaapkamers met badkamer gevestigd. In woning 2 & 3 is een extra verdiep toegevoegd naar analogie van bouwblok type 3 & 4. Hier bevinden zich nog 2 slaapkamers en een badcel.
Blok L betreft 4 woningen. Woonblok L bestaat uit 4 aaneengesloten woningen met samen een footprint van 273,04 m². In de woningen zijn de keukens vooraan gepositioneerd met aansluitend de eetruimte en de leefruimte. Ze hebben elk een private tuin met tuinberging die langs de achterzijde van de tuin toegankelijk is. Op het eerste verdiep zijn de slaapkamers met badkamer gevestigd. In woning 2 & 3 is een extra verdiep toegevoegd naar analogie van bouwblok type 3 & 4. Hier bevinden zich nog 2 slaapkamers en een badcel.
De Pater Rasschaertlaan wordt van rooilijn tot rooilijn opgebroken in het kader van de aanleg van een nieuwe riolering vanaf het kruispunt met de Stijn Streuvelsstraat tot huisnummer 58. Het basketbalterrein in asfalt inclusief de aansluitpunten worden opgebroken. Na de heraanleg van de riolering zal de verharding binnen de projectzone heraangelegd worden.
De Stijn Streuvelsstraat wordt van rooilijn tot rooilijn opgebroken in het kader van de aanleg van een nieuwe riolering vanaf huisnummer 44 tot en met de garageboxen die zich nabij huisnummer 12 bevinden. Na de heraanleg van de riolering zal de verharding binnen de projectzone heraangelegd worden.
Een deel van buurtweg nr 35 wordt afgeschaft. Deze buurtweg werd bij de bouw van de woningen reeds overbouwd en is aldus in onbruik geraakt. Aan de overige buurt- en voetwegen wordt niet geraakt.
Het deel van de buurtweg van nr 35 dat wordt afgeschaft zal worden opgenomen in de nieuwe wegenis om zo de verbindingen voor de trage weggebruiker te garanderen.
Zoals bepaald in artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning dient de in de aanvraag voorgestelde aanleg van wegen rekening te houden met de principes van artikels 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen:
“Artikel 3. Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Artikel 4. Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen; 4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen”.
De voorliggende aanvraag werd van 14-03-2023 tot en met 12-04-2023 aan een openbaar onderzoek onderworpen. Gedurende deze periode werden in totaal 14 bezwaarschriften en 1 online petitie ingediend. Deze bezwaren zijn ongegrond gebleken.
Met betrekking tot de wegenis en de omgevingsaanleg werden de volgende bezwaarschriften ingediend:
Bezwaarschrift 1
• Het aantal bewoonbare oppervlakte wordt weergegeven tov. het groengebied. Dit is misleidend door de opeenstapeling van woongelegenheden. De bijkomende groene ruimte is positief maar de extra woongelegenheden niet.
• Er worden 45 parkeerplaatsen voorzien. Dit aantal wordt afgestemd op het bewonersprofiel en het autobezit bij de huurders. De realiteit leert ons dat de huishoudens 1 à 2 wagens bezitten. De parkeernorm wordt met de voeten getreden. Er dienen minder woongelegenheden te worden voorzien.
• Wat is de meerwaarde van een extra toegang tot de voetweg 137? Wat is de meerwaarde hiervan? Dit kan een plaats van sluikstorten worden en overlast met zich meebrengen. De veiligheid komt hierdoor ook in het gedrang.
• De gebouwen liggen zogezegd niet in een overstroombare zone. Dit klopt niet. Een deel van het perceel ligt in overstromingsgebied volgens de watertoetskaarten (overstromingsgevoelige gebieden pluviaal). Dit gaat gevolgen hebben voor andere percelen. Er wordt gebouwd in overstromingsgevoelig gebied maar er worden geen maatregelen genomen om overstromingsvrij te bouwen.
• Er werd geen mobiliteitsstudie opgemaakt voor dit project. Er is in Erembodegem een grote verkeersproblematiek. Bewoners kunnen de wijk enkel verlaten via de Pater Rasschaertlaan of de Rietstraat. Er is een verkeersstudie nodig om de impact te beoordelen.
Bezwaarschrift 2
• Volgens de overstromingskaarten ligt deze verkaveling net niet in een mogelijks overstromingsgevoelig gebied. De knotwilgen wijzen duidelijk op vochtige gronden.
• Beperkt aantal parkeerplaatsen/garages. De verkaveling biedt onvoldoende parkeergelegenheid. Het gemiddelde autobezit bedraagt 2 per gezin. Er worden slechts 45 parkeerplaatsen voorzien.
• De bestaande sportterreinen worden opgeofferd om 10 bijkomende woongelegenheden te creëren (stijging van 25%).
• Een nieuw sport-speelplein voor kinderen ontbreekt.
• Creëren van smalle doodlopende straatjes zonder keerpunt. De toegangsweg is te smal om twee voertuigen te laten kruisen en een draaipunt op het einde van de weg ontbreekt.
• Bereikbaarheid van alle gebouwen bij evacuatie is moeilijk (Brandweer/politie).
Bezwaarschrift 12
• Verdwijnen sport- en speelplein dat intensief wordt gebruikt door de vele jeugd in de wijken rondom (Hageveld, Fonteinbos, Rietstraat, Fazantenlaan, Vosholleweg, Bertha de Dekenlaan, Lijsterbesstraat, Jagershoek, Handbos, Hekelgemstraat, Stijn Streuvelsstraat en Pater Rasschaertlaan);
• In de huidige toestand, bevindt zich in de projectzone een sport- en speelplein bestaande uit een geasfalteerd voetbalveld met 2 metalen voetbalgoalen en een geasfalteerd basketbalveld met 2 baskets. Deze accommodatie wordt reeds decennia lang intensief gebruikt door de vele jeugd uit de omliggende wijken. Bijna dagelijks, en zeker bij droog of goed weer, spelen kinderen op deze terreinen.
Dit gaat veel verder dan enkel de aanpalende woningen. In de onmiddellijke buurt is geen alternatief ter beschikking dat deze activiteiten toelaat. Het afbreken van deze sport- en speelinfrastructuur heeft dus een onmiddellijke en ernstige impact op het sociaal weefsel van de omliggende wijken. Kinderen zullen geen veilig speel-alternatief hebben en de sociale samenkomst van de jeugd en opbouw van vriendschappen zal hieronder komen te lijden. Bovendien wordt van het speelplein ook gebruik gemaakt door PITSTOP Sport Academy voor het animeren van zomerkampjes in de zomer. Vele kinderen uit de ruime buurt leren zo op een veilige manier fietsen op dit speelplein. Welk veilig alternatief wordt hiervoor voorzien?
Daarnaast bevindt zich ook nog een petanquebaan, die voorbije jaren gebruikt werd door de oudere bewoners uit de buurt. Op de bankjes rond het sport- en speelplein kwamen mensen vaak bij elkaar ’s middags en avonds bij goed weer. Zo ontstond er ook contact tussen de oudere bewoners van de buurt en de jeugd die op die manier elkaar leerden waarderen. Het petanquen is momenteel gestopt, net doordat de grote meerderheid van de huidige bewoners van de sociale woonwijk hun woonst heeftmoeten verlaten in het kader van voorliggend project en de huizen leeg staan. Nu reeds heeft het project, nog voor het effectief gestart is, op die manier een negatieve invloed op het sociaal weefsel in de wijk. In het nieuwe project is geen valabel alternatief voorzien waar kinderen en jeugd, noch oudere bewoners op een gelijkaardige manier kunnen spelen en met elkaar in contact kunnen komen. Het project voldoet niet aan de beginselen of de doelstellingen van artikel 1.1.4 van de VCRO, die bepalen dat de ruimtelijke ontwikkeling ten behoeve moet zijn van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Evenmin voldoet dit aan de beginselen in artikel 4.3.1 §2 1° en artikel 4.3.1 §2 2° b) 1) van de VCRO dat stipuleert dat de bijdrage aan de verhoging van het ruimtelijk rendement moet gebeuren met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving.
Op dinsdag 4 april 2023 starten wij een (online) petitie op voor het behoud van het speelplein en de laagbouw in de buurt. Op dinsdag 11 april, na 1 week, telden we maar liefst reeds 260 handtekeningen van buurtbewoners die allen pleiten voor het behoud van het sport- en speelplein voor de huidige en toekomstige jeugd in de omgeving en voor het behoud van het open karakter van de buurt door geen hoge woonblokken te plaatsen.
• Er worden parkeerplaatsen ingericht aan het rond punt. Er is geen 2 m groene buffer tussen de parkeerplaatsen en de perceelsgrens.
• Mobiliteit & overlast door gebrek aan parkeermogelijkheden.
• Het voorgestelde plan omvat 55 wooneenheden, met daartegenover slechts 45 parkeerplaatsen. De parkeernorm in centrumsteden, grootstedelijke rand en regionaal stedelijke rand bedraagt gemiddeld tussen 1 en 2 parkeerplaatsen per wooneenheid (volgens de Enquête gemeentelijk parkeerbeleid 2007 door het Vlaams Ministerie van Openbare Werken en Mobiliteit). Voor het geplande project is de ratio 45 parkeerplaatsen voor 55 wooneenheden, of een parkingratio van 0,8. Dit terwijl het gemiddelde aantal wagens per huishouden in Oost-Vlaanderen in 2021 1,12 wagens bedroeg (bron: Statbel) en slechts 22,9% van de Vlaamse huishoudens geen wagen bezit. Voor 55 wooneenheden zou men dus 62 parkeerplaatsen moeten voorzien gemiddeld gerekend aan een parkeernorm van 1,12. Zelfs aan een minimale parkeernorm van 1, schiet het project schielijk tekort aan parkeermogelijkheid. Dit betekent dat de straten rondom zullen belast worden met extra parkeerhinder. Door de recente heraanleg van Hageveld waarbij inspringingen werden gemaakt in de rijweg waarin bomen werden gepland, kan Hageveld geen bijkomende parkeerbelasting slikken naast de wagens van de bestaande bewoners. Dit zou de veilige doorgang van zowel bewoners als eventuele hulpvoertuigen (brandweer, ambulance,…) ernstig hinderen.
Bezwaarschrift 13
• De plannen betekenen het verlies van het speelpleintje voor talloze kinderen uit de buurt. Hiervoor is reeds een petitie rondgegaan met reeds 250 handtekeningen. Men wil een nieuwe woonerf bouwen maar men vergeet rekening te houden met de groene ruimte en bewegingsvrijheid voor alle kinderen uit de omgeving, hiervoor is geen alternatief voorzien. Men zou beter de speelruimte opwaarderen en woningen neerzetten waar er nu staan en beperken in hoogte tot 2 bouwlagen zoals de rest van de omgeving. Waar moeten de kinderen van de nieuwe appartementsbewoners dan spelen of ontspannen in de toekomst?
• Het aantal parkeerplaatsen is eveneens onvoldoende in vgl met het aantal woonunits. Hierdoor zal er toenemend parkeerdruk zijn in de omgeving met bijkomende drukte en overlast tot gevolg. Een reductie van het aantal woonunits en reductie van het aantal bouwlagen , voor het hele project beperkt tot 2 bouwlagen lijkt mij de eenvoudigste oplossing. Hoogbouw is ongewenst in deze omgeving.
Bezwaarschrift 14
• Idem bezwaarschrift 1
Bespreking bezwaarschriften
Bezwaarschrift 1
• Hiervoor wordt verwezen naar het gunstige advies van dienst Mobiliteit en openbare werken, team Mobiliteit van 24-05-2023. Op basis van de doorrekening discipline mobiliteit kan worden geconcludeerd dat het voorliggend project als lage impact wordt ingeschat.
• De aanvraag voorziet in een beperkte vermeerdering van het aantal woongelegenheden. De ruimtelijke draagkracht wordt hierdoor niet overschreden. Naast de bebouwing wordt voorzien in een aanzienlijke groene parkruimte die publiek toegankelijk is. De aanvraag beoogt een verbetering en opwaardering van de bestaande, verouderde toestand.
• Hiervoor wordt verwezen naar het gunstige advies van dienst Mobiliteit en openbare werken, team Mobiliteit van 24-05-2023. Op basis van de doorrekening discipline mobiliteit kan worden geconcludeerd dat het voorliggend project als lage impact wordt ingeschat. De aanvraag voorziet in voldoende parkeergelegenheid.
• Er wordt een aansluiting voorzien op voetweg 137 om het project zo veel mogelijk te linken aan de omgeving voor de trage weggebruiker.
• Hiervoor wordt verwezen naar het voorwaardelijke gunstige advies van de Provincie Oost-Vlaanderen van 26-05-2023 en het voorwaardelijke gunstige advies van de dienst Mobiliteit en openbare werken van 24-05-2023 inzake de watertoets. De nodige voorwaarden worden opgenomen in de vergunning.
• Hiervoor wordt verwezen naar het gunstige advies van dienst Mobiliteit en openbare werken, team Mobiliteit van 24-05-2023. De projectkenmerken zijn van die aard dat de drempel (ondergrens mobiliteitstoets) van 50 autoparkeerplaatsen niet wordt overschreden. Bijgevolg is een mobiliteitstoets niet nodig. Door team Mobiliteit werd een interne doorrekening uitgevoerd. Bij de beoordeling van de mobiliteit gerelateerde aangelegenheden werd rekening gehouden met een mobiliteitsprofiel gericht naar bewoners/huurders van sociale woningen, alsook de locatiekenmerken en de aanwezige alternatieven. Op basis van de doorrekening discipline mobiliteit kan worden geconcludeerd dat het voorliggend project als lage impact wordt ingeschat.
Bezwaarschrift 2
• Hiervoor wordt verwezen naar het voorwaardelijke gunstige advies van de Provincie Oost-Vlaanderen van 26-05-2023 en het voorwaardelijke gunstige advies van de dienst Mobiliteit en openbare werken van 24-05-2023 inzake de watertoets. De nodige voorwaarden worden opgenomen in de vergunning.
• Zie bespreking bezwaarschrift 1.
• Bij nieuwe projecten wordt gestreefd naar het aanleggen van zo weinig mogelijk verharding en zo veel mogelijk groen. In dit project wordt het bestaande, verouderde speelplein opgebroken om plaats te maken voor meer groene ruimte. In het kader van de waterhuishouding is het belangrijk dat er naast de bebouwing ook voldoende open ruimte wordt gecreëerd zodat het water op een natuurlijke wijze kan infiltreren. Ook gaat het ontharden van de ruimte het effect van hitte-eilanden vermijden. De footprint van de gebouwen en de verharding wordt beperkt om zo veel mogelijk open, niet verharde ruimte te kunnen voorzien. Elk nieuw project dient op die manier te worden ontworpen.
• De verharde speelruimte wordt vervangen door een groene speelruimte met een oppervlakte van meer dan het dubbele.
• Buiten de hoofdstraat en de wegenis naar de bovengrondse parkeerplaatsen is het volledige gebied autovrij.
• Het advies van de Brandweer, hulpverleningszone Zuid-Oost, Brandpreventie van 24-03-2023 is voorwaardelijk gunstig.
Bezwaarschrift 12
• Zie bespreking bezwaarschrift 2.
• Er wordt in de voorwaarden van de beslissing opgenomen dat er een petanqueplein dient te worden voorzien in de toekomstige openbare ruimte.
• Zie bespreking bezwaarschrift 1, 2 en 4.
• Hiervoor wordt verwezen naar het gunstige advies van dienst Mobiliteit en openbare werken, team Mobiliteit van 24-05-2023. De projectkenmerken zijn van die aard dat de drempel (ondergrens mobiliteitstoets) van 50 autoparkeerplaatsen niet wordt overschreden. Bijgevolg is een mobiliteitstoets niet nodig. Door team Mobiliteit werd een interne doorrekening uitgevoerd. Bij de beoordeling van de mobiliteit gerelateerde aangelegenheden werd rekening gehouden met een mobiliteitsprofiel gericht naar bewoners/huurders van sociale woningen, alsook de locatiekenmerken en de aanwezige alternatieven. Op basis van de doorrekening discipline mobiliteit kan worden geconcludeerd dat het voorliggend project als lage impact wordt ingeschat.
Bezwaarschrift 13
• Zie bespreking bezwaarschrift 12
• Zie bespreking bezwaarschrift 1
Bezwaarschrift 14
• Zie bespreking bezwaarschrift 1.
De aanvraag werd voor advies voorgelegd zowel aan interne diensten ([1] dienst Omgevingsbeleid, [2] dienst Mobiliteit en openbare werken, [3] team Patrimonium en [4] team Wonen als aan externe diensten ([1] Hulpverleningszone Zuid-Oost, [2] Telenet, [3] Fluvius, [4] Proximus, [5] Farys, [6] GECORO en [7] de dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie Oost-Vlaanderen.
De gemeenteraad zal, voorafgaand aan de beslissing over de zaak der wegen en conform artikel 12 van het decreet houdende de gemeentewegen, het ontwerp van het rooilijnplan definitief vaststellen.
Op 05-06-2023 besliste het college van burgemeester en schepenen om akkoord te gaan met het ontwerp verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar waarin wordt voorgesteld om een omgevingsvergunning te verlenen in het kader van de voorliggende aanvraag. Een omgevingsvergunning kan evenwel pas worden verleend nadat de gemeenteraad zijn goedkeuring, al dan niet met voorwaarden en/of lasten, heeft verleend aan de in de aanvraag voorgestelde aanleg van de wegenis en de omgevingsaanleg
Het plan werd besproken op de werkgroep gemeentewegen van 8 juni 2023, er waren geen opmerkingen
Het decreet van 25-04-2014 (en latere wijzigingen) betreffende de omgevingsvergunning. In het bijzonder artikel 31 welke stelt: “§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt …”.
Het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25-04-2014 betreffende de omgevingsvergunning (hieronder ‘omgevingsvergunningsbesluit’). In het bijzonder artikel 47 welke stelt “Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is”.
Het decreet van 03-05-2019 houdende de gemeentewegen. In het bijzonder artikel 12 welke stelt “…
§ 2. In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat. Als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over het al dan niet wijzigen of opheffen van het gemeentelijk rooilijnplan, alvorens te beslissen over de goedkeuring, vermeld in artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning …”.
Decreet gemeentewegen van 03 mei 2019.
het ontwerp van rooilijnplan horende bij omgevingsvergunning OMV_2022090246 definitief vast te stellen
De definitieve vaststelling van het rooilijnplan dient te gebeuren onder opschortende voorwaarde van het verkrijgen van een definitieve vergunning voor het dossier OMV_2022090246
Door een burger is conform artikel 14 van het decreet gemeentewegen van 3 mei 2019 een verzoekschrift ingediend voor de opheffing van deel van gemeenteweg "buurtweg 81" te Nieuwerkerken.
Op 14 januari 1975 werd reeds een ander deel van buurtweg 81 opgeheven waardoor er een doodlopend deel van de buurtweg overblijft ter hoogte van de woning Restert 95. Het verzoek tot opheffing betreft dit doodlopende deel.
Buurtweg 81 te Nieuwerkerken loopt van de Restert 101 tot en met Restert 85/43. Op 14 januari 1975 werd buurtweg 81 te Nieuwerkeken gedeeltelijk opgeheven. De buurtweg werd opgeheven op de percelen kadastraal gekend als Aalst afdeling 13, sectie B percelen 402E, 402F, 398R, 398H. Ter hoogte van het perceel 459C is de buurtweg geïncorporeerd in de gemeenteweg gekend als Restert. Op de percelen 398S, 398P is de buurtweg nog bestaande maar in onbruik geraakt door de eerdere opheffing.
Het stuk buurtweg op de percelen gekend als Aalst afdeling 13 sectie B percelen 398S en 398P zijn in onbruik geraakt. Men kan vaststellen dat er minstens sinds 1990 geen gebruik gemaakt is van de buurtweg.
Artikel 14 van het decreet gemeentewegen van 3 mei 2019 bepaalt dat gemeentewegen alleen kunnen opgeheven worden door een bestuurlijke beslissing ter uitvoering van dit decreet en kunnen niet verdwijnen door niet-gebruik. Eenieder heeft het recht om een verzoekschrift in te dienen bij de gemeente waarin gemotiveerd wordt dat een gemeenteweg, of een deel ervan, getroffen is door een dertigjarig niet-gebruik door het publiek. Het bewijs wordt geleverd door een rechterlijke uitspraak of met alle middelen van recht.
De gemeenteraad die op grond van een verzoekschrift als vermeld in het eerste lid vaststelt dat er sprake is van een dertigjarig niet-gebruik door het publiek, oordeelt over de wenselijkheid van de opheffing van de gemeenteweg of het deel ervan, rekening houdend met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6. Een eventuele opheffingsprocedure verloopt overeenkomstig afdeling 3.
Als de gemeenteraad vaststelt dat er geen sprake is van een dertigjarig niet-gebruik door het publiek, geeft de gemeenteraad aan het college van burgemeester en schepenen de opdracht om de publieke doorgang te vrijwaren overeenkomstig de in dit decreet opgenomen instrumenten en handhavingsbevoegdheden.
Het verzoekschrift wordt op deze gemeenteraad geagendeerd. De gemeenteraad zal dient te oordelen over de wenselijkheid van de opheffing van buurtweg 81 te Nieuwerkerken. Indien de buurtweg wordt afgeschaft is de aanvrager een meerwaardevergoeding verschuldigd aan de stad. De meerwaardevergoeding zal worden berekend door een landmeter-expert. Deze landmeter-expert zal ook belast worden met de opmaak van het grafisch plan tot opheffing.
De gemeenteraad moet minimaal rekening houden met volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.+
De buurtweg heeft al geruime tijd zijn algemeen belang verloren aangezien hij al reeds 30 jaar in onbruik is geraakt. In dit geval kan een opheffing aangezien deze buurtweg zijn nut verloren heeft en verder geen aan een ander perceel dan dat van de aanvrager. Van een gemeentegrensoverschrijdend perspectief is hier geen sprake.
Het college van burgemeester en schepenen nam in zitting van 12 juni 2023 kennis van het verzoekschrift tot gedeeltelijke opheffing van de gemeenteweg "buurtweg 81"te Nieuwerkerken.
Het plan werd besproken op de werkgroep gemeentewegen van 8 juni 2023. Er werd beslist geen gebruik te maken van artikel 85, maar de normale procedure tot afschaffing buurtweg op te starten met een verzoekschrift naar de gemeenteraad
Decreet gemeentewegen van 3 mei 2019
principieel akkoord te gaan met het verzoekschrift tot gedeeltelijke opheffing van de gemeenteweg "buurtweg 81"te Nieuwerkerken.
Het college van burgemeester en schepenen de opdracht te geven om een landmeter aan te stellen voor de opmaak van het grafisch plan tot opheffing en de schatting van de meerwaardevergoeding.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 28 september 2020 principieel akkoord te gaan met de aanpassing van het ontwerp zodat over het hele traject Gudstraat, Koning Albertstraat, Kattenbroekstraat, Rijgerstraat en Beugemstraat fietspaden worden voorzien tussen Herdersem (Pontweg) en de Leirekensroute in de Beugemstraat.
In zelfde zitting werd principieel beslist akkoord te gaan met de opstart van de grondinnames, nodig om de fietspaden te realiseren, door de dienst Juridische zaken - patrimonium en het werk voor schattingen en onderhandelingen uit te besteden aan de grondverwervingsdiensten van Aquafin.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 14 december 2020 In het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken van de dienst Mobiliteit en openbare werken akkoord te gaan om de schattingen en onderhandelingen uit te besteden aan de diensten van Aquafin voor de dossiers Herdersem Gudstraat - Kattenbroekstraat (85 innames), Aalst Hoezekouterdreef (35 innames), Erembodegem Welleweg - Asterstraat (18 innames), Moorsel Gevergemveldbaan (15 innames), Nieuwerkerken Bremtstraat (80 innames), Gijzegem Pachthofstraat (45 innames).
In zelfde zitting werd beslist de nodige budgetten te voorzien onder het exploitatiebudget Mobiliteit en openbare werken, onder MJP000437 – AC000194 – artikelnummer 0310‑70/6131100 (Aquafin (Riototaal): afkoppelingsstudies, onderhoud pompstations, advisering, modelberekeningen, onderhandelingen voor grondinnames voor rioleringsprojecten - Erelonen en vergoedingen consultancy).
In het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken te Herdersem-Moorsel, Gudstraat, Kattenbroekstraat, Koning Albertstraat, Biesebroekweg, Baaikensveldweg, Bloemenveldstraat, deel Rijgerstraat en deel Avouestraat, zijn 73 grondverwervingen noodzakelijk.
Aquafin waardeerde de benodigde percelen voor een totale aankoopwaarde, inclusief werkzones, pachtafstanden, uitwinnings- en schadevergoedingen voor 491.711,52 EUR.
De gemeenteraad besliste in zitting van 30 november 2021 om reden van openbaar nut, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken te Herdersem-Moorsel, Gudstraat, Kattenbroekstraat, Koning Albertstraat, Biesebroekweg, Baaikensveldweg, Bloemenveldstraat, deel Rijgerstraat en deel Avouestraat, akkoord te gaan met de grondverwervingen voor de geschatte waarde van 491.711,52 EUR.
In zelfde zitting werd beslist notariskantoor Caudron, Herzeel en Breckpot, met standplaats te Aalst en Erembodegem, aan te stellen voor de afhandeling van de notariële akten.
Na start van de onderhandelingen door Aquafin blijkt de waardebepaling van de landbouwgronden te laag te zijn. Voor de opmaak van het schattingsverslag werden vergelijkingspunten gebruikt van diverse jaren terug. Aangezien de prijzen de laatste tijd sterk stegen, is de gemiddelde eenheidsprijs van 3,46 EUR/m² te laag
In Oost-Vlaanderen was de gemiddelde prijs van landbouwgrond een jaar geleden meer dan 6 EUR/m².
7 EUR/m² kan vandaag worden weerhouden als waarde voor dergelijke percelen.
Met deze kennis werd een geactualiseerd schattingsverslag opgemaakt. Op basis hiervan dient een budgetverhoging van 70.000 EUR te worden voorzien.
De gemeenteraad besliste in zitting van 31 mei 2022 om reden van openbaar nut, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken te Herdersem-Moorsel, Gudstraat, Kattenbroekstraat, Koning Albertstraat, Biesebroekweg, Baaikensveldweg, Bloemenveldstraat, deel Rijgerstraat en deel Avouestraat, akkoord te gaan met een budgetverhoging van 70.000,00 EUR.
Aquafin bezorgde ons de door de eigenaars ondertekende overeenkomsten.
De eigenaar ondertekende een onderhandse koopovereenkomst, waarin hij zich verbindt te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 110,00 m² te Aalst-Moorsel, kadastraal gekend 7°afdeling, sectie B, deel nummer 353 D, zijnde inname 51 van het plan, voor de prijs van 958,65 EUR en een uitwinningsvergoeding van 91,30 EUR.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 5 juni 2023 kennis te nemen van de afgesloten overeenkomsten voor inname 51 in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken te Herdersem-Moorsel, Gudstraat, Kattenbroekstraat, Koning Albertstraat, Biesebroekweg, Baaikensveldweg, Bloemenveldstraat, deel Rijgerstraat en deel Avouestraat.
In zelfde zitting werd beslist voormelde overeenkomsten ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
In het dossier worden de overeenkomsten toegevoegd.
De bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur.
om reden van openbaar nut, akkoord te gaan met de verwerving van inname 51, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken te Herdersem-Moorsel, Gudstraat, Kattenbroekstraat, Koning Albertstraat, Biesebroekweg, Baaikensveldweg, Bloemenveldstraat, deel Rijgerstraat en deel Avouestraat, op basis van de voorwaarden opgenomen in de onderhandse overeenkomsten.
de heer David Coppens, voorzitter gemeenteraad en de heer Wim Leerman, algemeen directeur, of hun vervangers, aan te stellen als verschijners namens de stad om voormelde overeenkomsten te ondertekenen na goedkeuring door de gemeenteraad.
De nieuwe eigenaar van het perceel te Aalst, Kleine Hoezekouter, 1°afdeling, sectie B nummer 303 C, bemerkte dat een deeltje van zijn perceel wordt gebruikt door de stadsdiensten (achterzijde begraafplaats) en had dit graag uitgeklaard.
De burger is eigenaar van perceel 303 C en 302 B en verhuurt beide percelen aan SK Aalst.
Er is gebleken dat de stad een “uitsteeksel “ van het perceel onterecht heeft opgenomen in de gronden van de begraafplaats. De zone wordt gebruikt als een stuk verharding en opslagplaats voor groenafval en dient als enige toegangsweg tot het achtergelegen gedeelte.
Opeisen van het perceeltje via 30-jarige verjaring kan enkel via een gerechtelijke procedure, wat aanzienlijke kosten met zich meebrengt.
Het volstaat niet dat de periode gewoon bereikt wordt, er moeten ook de nodige formaliteiten gedaan worden om de toestand te bestatigen (art 3.26 NBW):
De verkrijgende verjaring wordt vastgesteld:
hetzij door een rechterlijke uitspraak,
hetzij door onderling akkoord,
hetzij door een eenzijdige verklaring van de titularis die het bezit verloren heeft.
Indien de verjaring betrekking heeft op onroerende goederen, moet de rechterlijke uitspraak of het akkoord of de verklaring (indien zij op authentieke wijze is opgenomen), worden overgeschreven in de registers van het bevoegde kantoor van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie.
Aangezien de stad ondertussen reeds een afpaling liet uitvoeren om de grenzen te bepalen, is dit niet meer aan de orde
In eerste instantie werd geopteerd om het perceel gewoon terug te geven.
Het perceeltje werd afgepaald door de landmeter.
Echter de zone herstellen in zijn oorspronkelijke staat is niet zo simpel. De verharding dient opgebroken, de omheining verplaatst indien mogelijk en anders vervangen.
Ook de re-organisatie op de begraafplaats vergt heel wat ingrepen, bv kapvergunning bomen, stedenbouwkundige vergunning, kijken of er geen graven worden geraakt.
Het betrokken perceeltje werd opgemeten en geschat door landmeter-expert Elba Partners voor een oppervlakte van 285,00 m², met een geschatte waarde van 4.275,00 EUR.
De burger wenst een bedrag van 10.000 EUR te ontvangen voor verkoop van het perceeltje. Na meerdere onderhandelingspogingen wenst hij niet af te stappen van zijn vraagprijs.
Dienst Onderhoud openbaar domein en logistiek bezorgde een raming met een kostprijs om het betrokken perceel vrij te maken en te herstellen in zijn oorspronkelijke staat. Zij begroten dit op 27.807,80 EUR.
Aangezien dit bedrag veel hoger is dan de gevraagde som van de burger, vragen wij toestemming om het perceel aan te kopen aan 10.000,00 EUR.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 12 juni 2023 principieel akkoord te gaan met de grondverwerving van het perceel te Aalst, Kleine Hoezekouter, kadastraal gekend 1°afdeling, sectie B, deel van 303 C, met een gemeten oppervlakte van 285,00 m², voor de prijs van 10.000,00 EUR.
In het dossier worden het schattingsverslag en splitsingsplan toegevoegd.
De bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur
om reden van openbaar nut, akkoord te gaan met de grondverwerving van het perceel te Aalst, Kleine Hoezekouter, kadastraal gekend 1°afdeling, sectie B, deel van 303 C, met een gemeten oppervlakte van 285,00 m², voor de prijs van 10.000,00 EUR.
notariskantoor Caudron & Herzeel & Breckpot, met standplaats te Aalst en Erembodegem, aan te stellen als instrumenterend notaris voor de stad
Sinds 25 mei 2021 is een convenant vereist bij het indienen van een vraag tot erkenning of hernieuwing van een vergunning F2. Deze convenant moet voorafgaandelijk gesloten worden tussen de gemeente waar het wedkantoor gevestigd is en de uitbater van het wedkantoor. Het convenant bepaalt waar de kansspelinrichting wordt gevestigd alsook de nadere voorwaarden, de openings- en sluitingsuren en de sluitingsdagen.
In het kader van de hernieuwingsaanvraag van de vergunning voor LUDUM (Hollywood), Vredeplein 12 9300 Aalst, met als uitbaters Demin Vanina-Ninh en Van den Borre Olivier dient de convenant zoals gevoegd in bijlage goedgekeurd te worden. Er werd reeds een plaatsbezoek gebracht aan de desbetreffende zaak en controle uitgevoerd op de voorwaarden die in het convenant zijn vastgelegd.
De vestiging en uitbating van vaste kansspelinrichtingen klasse IV, beter gekend als wedkantoren, is geregeld in de wet op de kansspelen van 7 mei 1999. Zij moeten beschikken over een vergunning F2 van de Kansspelcommissie. Om deze vergunning te verkrijgen moet aan een aantal voorwaarden voldaan zijn, waaronder een advies van de burgemeester.
In de wetswijziging van 7 mei 2019 is een nieuwe en extra voorwaarde opgenomen: het convenant.
Het convenant is sedert 25 mei 2021 vereist bij het indienen van een vraag tot toekenning of hernieuwing van vergunning F2.
Akkoord te gaan tot het afsluiten van een convenant met betrekking tot de uitbating van een vaste kansspelinrichting Klasse IV tussen de stad Aalst en LUDUM (Hollywood), zoals gevoegd als bijlage.
De interlokale vereniging HANDEL Samen & Sociaal met de stad Aalst als beherende gemeente neemt de regierol sociale economie en werk op voor 8 steden en gemeenten voor de periode 2023-2025. Hiervoor organiseert en coördineert de ILV HANDEL Samen & Sociaal verschillende acties die opgesomd staan in het beleidsplan dat ingediend werd bij de subsidieaanvraag en die allen kaderen binnen de 4 Vlaamse beleidsprioriteiten van de regierol sociale economie en werk.
Beleidsprioriteit 3 is het ondernemerschap, waaronder het sociaal ondernemen en het maatschappelijk verantwoord ondernemen, bevorderen. Eén van de acties die daarvoor vooropgesteld werd is de sociale economie en sociale tewerkstelling promoten bij lokale besturen door middel van de campagne 'Proeven van sociale economie voor lokale besturen'.
Er bestaat bij elke gemeente nog heel wat onwetendheid over de mogelijkheden en opportuniteiten van de lokale sociale economie en de sociale tewerkstelling , waardoor er nog veel aarzeling is om een vorm van samenwerking aan te gaan met de sociale economie, vooral in de minder voor de hand liggende werkterreinen. Door de gemeenten te informeren over deze mogelijkheden en reeds bestaande good practices uit omliggende gemeenten voor te stellen, zal het lokale draagvlak voor sociale economie en tewerkstelling toenemen.
Er wordt aan deze actie ook een financiële incentive gekoppeld, met name een jaarlijkse subsidie van max. 3 000 EUR per lokaal bestuur binnen de ILV HANDEL Samen & Sociaal om kennis te maken met het gevarieerde aanbod aan diensten en producten van de sociale economie in de regio.
Om deze subsidie correct te kunnen uitbetalen aan de lokale besturen, werd er een subsidiereglement opgesteld.
Positief advies team Economie: de meest efficiënte manier om een organisatie te overtuigen van de kwaliteit en de positieve impact van de sociale economie, is om ze er zelf van te laten proeven. Deze subsidie is een laagdrempelige manier om lokale besturen kennis te laten maken met de vele mogelijkheden van de sociale economie. Enerzijds kunnen ze hun positieve ervaringen delen met elkaar, anderzijds bestaat de kans dat deze kennismaking resulteert in een structurele samenwerking tussen lokaal bestuur en de sociale economie in de regio.
Het subsidiereglement Proeven van sociale economie voor lokale besturen, zoals gevoegd als bijlage, goed te keuren.
Vanaf 1 juli 2023 gaat de nieuwe maatregel 'individueel maatwerk' in voege ter vervanging van 4 maatregelen die zullen verdwijnen: de Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP), de Sociale Inschakelingseconomie (SINE), de Lokale Diensteneconomie (LDE) en de maatwerkafdelingen (MWA) van collectief maatwerk. Voor elk van die 4 gelden er overgangsmaatregelen.
De LDE-initiatieven kunnen ingedeeld worden in 2 categorieën: lokale diensten met een opdracht van een lokaal bestuur en lokale diensten binnen een Vlaams klaverblad.
Op grondgebied Aalst zijn beide initiatieven vertegenwoordigd.
Lokale diensten met een opdracht van de stad Aalst zijn:
Lokale diensten binnen een Vlaams klaverblad zijn o.a. de buurtgerichte kinderopvang van de stad Aalst.
De werkingssubsidie waarover sprake geldt enkel voor de lokale diensten met een opdracht van de stad Aalst.
De huidige LDE-initiatieven schakelen dus vanaf 1 juli 2023 om naar een individueel maatwerkbedrijf of een collectief maatwerkbedrijf. In Aalst schakelen alle LDE-initiatieven om naar een individueel maatwerkbedrijf. Het is de bedoeling dat alle opgestarte trajecten van doelgroepmedewerkers worden voltooid. De lokale diensteneconomie zal dus pas uitdoven nadat alle trajecten zijn afgerond.
De huidige LDE-initiatieven konden beroep doen op 2 soorten subsidies vanuit de Vlaamse overheid voor hun doelgroepmedewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt, namelijk een inschakelingspremie en een SINE-RSZ en herinschakelingspremie, eventueel aangevuld met een lokale of Vlaamse vergoeding voor het uitvoeren van lokale diensten.
In de nieuwe maatregel individueel maatwerk zijn er 2 soorten subsidies waarop elk individueel maatwerkbedrijf beroep kan doen voor zijn doelgroepmedewerkers, namelijk de loonpremie en de begeleidingspremie. De individuele maatwerkbedrijven die daar bovenop ook een dienst van algemeen economisch belang (DAEB) uitvoeren, maken aanspraak op een vergoeding voor 'aanvullend lokaal dienstenaanbod'.
Op vrijdag 26 mei 2023 keurde de Vlaamse Regering het uitvoeringsbesluit goed waarmee in totaal 4,24 miljoen euro (werkingssubsidie voor de periode juli 2023 - december 2023) toegekend kan worden aan lokale besturen voor de organisatie van het aanvullende lokaal dienstenaanbod zoals bepaald in het uitvoeringsbesluit bij het decreet ‘maatwerk bij individuele inschakeling’.
Het aanvullend lokaal dienstenaanbod wil enerzijds lokale besturen aanmoedigen om verder in te zetten op de diensten van algemeen economisch belang (DAEB) waar de LDE-ondernemingen vandaag op geënt zijn en wil anderzijds garanderen dat de lokale dienstverlening binnen iedere individuele LDE-onderneming, na het wegvallen van de SINE-subsidies op 1 juli 2023, verder gezet kan worden. Om die reden wordt, in lijn met het engagement in het Vlaams regeerakkoord, aan de lokale besturen uitdrukkelijk gevraagd om deze middelen tijdens de overgangsfase toe te kennen binnen de bestaande samenwerkingsverbanden met de LDE-ondernemingen.
De werkingssubsidie werd vastgesteld op basis van een actueel uitgevoerde bevraging (vierde kwartaal 2022) waarbij LDE-ondernemingen de bestaande samenwerkingsverbanden tussen LDE-ondernemingen en de lokale besturen zelf in kaart brachten.De werkingssubsidie die aan stad Aalst kan worden toegekend bedraagt 105 425,61 EUR voor het werkingsjaar 2023 (periode 1 juli 2023 tot 31 december 2023). Deze werkingssubsidie geldt voor de overgangsfase 2023-2025 in afwachting van een structurele verankering in de Vlaamse regelgeving (zie brief in bijlage).
Deze middelen zijn geoormerkt en kunnen uitsluitend aangewend worden voor opzetten en organiseren van aanvullende lokale diensten.
De Vlaamse overheid vraagt in lijn met het engagement in het Vlaamse regeerakkoord uitdrukkelijk om deze middelen tijdens de overgangsfase toe te kennen binnen de bestaande samenwerkingsverbanden. Vanuit de Vlaamse overheid wordt er ter informatie een tabel aangeleverd met het aantal VTE LDE en VTE LDE - SINE die daar, op basis van de bevraging aan gekoppeld kunnen worden.
In Aalst gaat het over 32,95 VTE LDE in totaal verdeeld over 3 organisaties: Stroom vzw (28,28 VTE), Steunpunt Welzijn (2,67 VTE) en OCMW Aalst (2 VTE).
Er wordt voorgesteld om de werkingssubsidie die de stad Aalst ontvangt vanuit het departement WSE toe te kennen aan deze 3 organisaties in verhouding met hun VTE LDE voor de periode 2023-2025.
Positief advies van team Economie: dankzij de werkingssubsidies vanuit de Vlaamse overheid voor het aanvullend lokaal dienstenaanbod kunnen de huidige LDE-initiatieven in Aalst hun werking verder zetten als individueel maatwerkbedrijf. Elke van deze 3 initiatieven stelt mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, waaronder ook art.60-medewerkers van OCMW, tewerk en biedt hen de nodige kansen om hun arbeidsattitudes en competenties bij te schaven om uiteindelijk door te kunnen stromen naar de reguliere arbeidsmarkt. Deze initiatieven zijn onmisbare schakels binnen de sociale economie en de sociale tewerkstelling in Aalst.
Decreet van 14 januari 2022 over maatwerk bij individuele inschakeling;
Besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 2022 tot uitvoering van het decreet van 14 januari 2022 over maatwerk bij individuele inschakeling;
Uitvoeringsbesluit van de Vlaamse regering van 26 mei 2023 waarmee in totaal 4,24 miljoen EUR (werkingssubsidie voor de periode juli-december 2023) toegekend kan worden aan lokale besturen voor de organisatie van het aanvullende lokaal dienstenaanbod zoals bepaald in het uitvoeringsbesluit bij het decreet ‘maatwerk bij individuele inschakeling’.
De werkingssubsidie aanvullend lokaal dienstenaanbod van het departement WSE aan te wenden om toe te kennen aan de huidige LDE-ondernemingen met een opdracht van de stad Aalst voor de periode 2023-2025.
Vlaanderen en de lokale besturen slaan, d.m.v. het Lokaal Energie- en Klimaatpact sinds 2021 de handen in elkaar om samen de nodige transitie in het energie- en klimaatbeleid waar te maken. Het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.1 (LEKP 2.1) is een addendum bij het in 2022 gelanceerde LEKP 2.0 en bevat een aanscherping en uitbreiding van de doelstellingen vermeldt in werf 2 “verrijk je wijk”. Dit addendum kwam er als gevolg van de energiecrisis waarmee we eind 2022 werden geconfronteerd. Hierdoor werd namelijk duidelijk dat we als samenleving weerbaarder moeten worden voor prijsschokken en minder afhankelijk moeten zijn van fossiele brandstoffen.
Het LEKP 2.1 volgt dezelfde principes als de eerdere versies. Zoals hierboven vermeld werd werf 2 uitgebreid met een specifieke focus op het wijkniveau, om de energievraag te beperken en de uitrol van hernieuwbare energie te versnellen. Er wordt hierbij verder ingezet op een gelijktijdige bottom-up en top-down aanpak. Beide actoren, de Vlaamse overheid en de lokale besturen, geven aan om naast de reeds bestaande engagementen verder werk te maken van de aangescherpte en uitgebreide engagementen zoals hieronder vermeld:
Engagementen
Lokale besturen engageren zich om:
De Vlaamse overheid engageert zich om:
Financiële gevolgen
Door de ondertekening van het LEKP 1.0 ontvangt de stad tot en met 2030 een bedrag grootteorde 330 000 EUR.
Door de ondertekening van het LEKP 2.0 ontvangt de stad in 2022 en 2023 een bedrag grootteorde 145 000 EUR. Voor 2024 zou dit neerkomen op grootteorde 82 850 EUR.
Indien de stad beslist om het LEKP 2.1 te ondertekenen, dan ontvangt de stad in 2023:
Het ondertekenen van dit LEKP 2.1 dient ten laatste te gebeuren op de gemeenteraad van juni 2023
De ontvangen subsidie betreft een 50% cofinanciering. De doelstellingen binnen het LEKP betreffen een inspanningsverbintenis en geen resultaatsverbintenis.
Team Natuur & duurzaamheid adviseert positief om het Lokaal Energie- en Klimaat Pact 2.1 te onderschrijven. De effecten van de klimaatverandering worden steeds zichtbaarder en tegelijk ook meer en meer confronterend. De ontregeling van het klimaat vergroot de kans op extreme weersomstandigheden, waaronder ook droogte die we vorige zomer mochten ervaren. Die extreme weersomstandigheden kunnen potentieel veel mensen treffen en kunnen potentieel een zeer grote economische impact hebben. Daarbovenop kon niemand de ontspoorde energieprijzen van 2022 voorspellen. We gaan onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen doeltreffend moeten afbouwen.
Energiehuis BEA adviseert positief:
Door in te tekenen op het LEKP 2.1 halen we opnieuw extra middelen naar Aalst om in te zetten op de verschillende aandachtspunten. Energiehuis BEA neemt vandaag reeds haar rol op als facilitator van de tools die door de hogere overheden aangereikt worden (ter beschikking stellen van de Mijn Verbouwlening, ondersteuning bij de Mijn Verbouwpremie en energetische renovatieadviezen via de BENOvatiecoaching). Deze kunnen de burger overtuigen / helpen om de nodige initiatieven te nemen om hun woningen te renoveren.
Energiehuis BEA wil dan ook zeker verder deze rollen blijven opnemen en ondersteunen waar mogelijk om deze engagementen waar te maken.
Het Lokale Energie- en Klimaatpact 1.0 vindt haar oorsprong in het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021 -2030. Het VEKP werd op 9 december 2019 goedgekeurd door de Vlaamse Regering.
De aangescherpte versie (LEKP 2.0) vindt haar oorsprong in de aangescherpte Europese klimaatambities ('Fit for 55').
Het addendum op de aangescherpte versie (LEKP 2.1) vindt haar oorsprong in de aanhoudende energiecrisis in het najaar van 2022.
Het cbs ging op 26 mei 2023 akkoord met het voorleggen van de ondertekening van het LEKP 2.1 aan de gemeenteraad in juni 2023.
akkoord te gaan het Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.1 (LEKP 2.1) te ondertekenen.
Nationale Parken:
Het Vlaams Regeerakkoord 2019-2024 heeft de ambitie om verschillende Nationale Parken en Landschapsparken op te richten. Maatschappelijk staan we voor een aantal grote uitdagingen zoals de klimaatcrisis en de biodiversiteitscrisis. De Vlaamse regering heeft zich internationaal geëngageerd om deze een halt toe te roepen. Een deel van de oplossing voor deze crisissen ligt in een grootschalige, multidisciplinaire aanpak waarbij verschillende beleids- en bestuursniveaus langdurig samenwerken via een duidelijke en gedragen agenda. Enkel op die manier kunnen o.a. droogte, hitte, het uitsterven van planten en dieren, het verdwijnen van open ruimte succesvol worden bestreden. Tevens is het van belang dat de kwaliteit van het landschap wordt verbeterd met respect voor het erfgoed. De Vlaming heeft ook nood aan meer belevingsvolle open ruimte, groen en natuur en dit biedt ook hefbomen voor toeristische ontwikkeling van onze regio.
Nationale Parken Vlaanderen zijn omvangrijke gebieden met internationale uitstraling, een uitzonderlijke natuur en een unieke belevingswaarde, die een troef vormen op het vlak van recreatie en toerisme. Een belangrijk criterium is dat de gebieden voldoende groot (minimaal 5.000 hectare bij aanvang) en robuust zijn om de uitzonderlijke natuur die ze bevatten op een duurzame manier te beschermen.
Parkendecreet:
Het decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg werd op 7 juni 2023 definitief goedgekeurd door het Vlaams Parlement. Op vrijdag 2 juni werd ook het Besluit van de Vlaamse Regering voor de 2de maal principieel goedgekeurd.
Naar aanleiding van sommige bezorgdheden en foutieve informatie die werd rondgestuurd bezorgde de Vlaamse overheid elke gemeente die deel uitmaakt van een gebiedscoalitie die meedingt naar het statuut van Nationaal Park een brief met daarin de correcte informatie rond de beoogde doelstellingen en de gevolgen verbonden aan een erkenning als Nationaal Park (zie brief in bijlage).
In het decreet staat o.a. specifiek vermeld:
Kandidaat Nationaal Park Scheldevallei:
Op 19 april 2021 lanceerde de Vlaamse regering een oproep voor kandidaat Nationale Parken Vlaanderen. Tien gebiedscoalities dienden een kandidatuur. De Vlaamse overheid selecteerde hiervan 6 kandidaten voor de titel National Park Vlaanderen. Eind 2023 volgt de definitieve erkenning door de Vlaamse Regering van 4 parken die het label Nationaal Park Vlaanderen zullen mogen dragen. Eén van de kandidaten is de Scheldevallei.
De Scheldevallei is op internationaal vlak een uniek gebied met getijdennatuur. De Schelde stroomt hier samen met de Rupel, de Durme en de Dender tot een uitgestrekt netwerk van rivieren. Aan de Schelde zijn de getijden tot 170 km landinwaarts voelbaar met op sommige plaatsen een verschil tussen eb en vloed van wel zes meter. Een getijdennatuur zo diep in het landschap is uniek in Europa. Het gebied beschikt ook over authentiek en typisch erfgoed: oude meanders, turfputten, wielen, kastelen, steenbakkerijen, getijdemolens, historische steden, pittoreske dorpen met waterfronten, nautisch erfgoed... De Beneden-Dendervallei op grondgebied Aalst, Dendermonde en Lebbeke ligt binnen het afbakeningsgebied van het kandidaat Nationaal Park Scheldevallei. De Scheldevallei is de enige overgebleven kandidaat met riviernatuur als natuurlijke troef.
In 2022 werd voor de Scheldevallei een landschapsbiografie opgemaakt, waarbij het verleden en heden van de Scheldevallei onder de loep werd genomen met de focus op cultuurhistorische en landschapsecologische kenmerken. De landschapsbiografie vormt de basis van het masterplan, die de grote krijtlijnen voor de komende 24 jaar vastlegt. Tenslotte werd ook een operationeel plan opgemaakt voor de komende 5 jaar. Deze 3 documenten worden na 31 mei ingediend en beoordeeld door een jury voor de finale fase.
Officiële beslissingen van de gemeenteraad van de betrokken steden en gemeenten kunnen nog worden nagestuurd tot 30 juni 2023.
Samenwerkingsovereenkomst:
In aanloop naar de erkenning van het Nationaal Park Scheldevallei wordt de samenwerking tussen de verschillende partners en de daarop volgende oprichting en werking van de vzw Nationaal Park Scheldevallei geregeld via een samenwerkingsovereenkomst (SO). De samenwerkingsovereenkomst biedt een extra kader met afspraken en garanties voor de kandidatuur voor Nationaal Park Scheldevallei en verdere realisatie van de doelen binnen dit project.
De SO (zie bijlage) bevat o.a.:
Deze vier engagementen worden verder uitgediept in artikel 2 tot en met 5 van de samenwerkingsovereenkomst, volgens doelstellingen (art. 2-3), organisatiestructuur (art. 4) en budgettair engagement (art. 5). Na goedkeuring door alle partijen zal de samenwerkingsovereenkomst in werking treden voor onbepaalde duur (art. 6). Wijzigingen, aanvullingen of het beëindigen van de samenwerkingsovereenkomst wordt besproken in artikel 7.
De samenwerkingsovereenkomst bevat volgende bijlagen die mee goedgekeurd worden:
Consensus Landbouw:
Om tegemoet te komen aan de ongerustheid vanuit de landbouw werd na intern overleg beslist om de landbouwgebruikspercelen op het grondgebied van Aalst (weergegeven op de landbouwgebruikskaart van het departement Landbouw en Visserij 2021, zie bijlage) voorlopig niet mee op te nemen in de afbakening van het Nationaal Park Scheldevallei, met uitzondering van de percelen in eigendom van Natuurpunt. Dit gaat over 33 ha van de 125 ha afgebakende natuurkern op grondgebied Aalst.
Er zal zo snel mogelijk een overleg worden georganiseerd met de betrokken landbouwers om ze correct te informeren en met de intentie om de ongerustheid en onduidelijkheid weg te nemen. Na dit overleg kunnen de percelen wel worden toegevoegd aan de natuurkern mits er voldoende garanties zijn dat er geen gevolgen zijn voor het landbouwgebruik.
Digitale inspraak:
Vanuit het coördinatieteam kandidatuur Nationaal Park Scheldevallei zal er een digitaal inspraakformulier worden opgemaakt dat indien gewenst door de verschillende communicatiekanalen van de betrokken steden en gemeenten kan worden verspreid. Via een weblink zullen bewoners naar een inspraakformulier worden geleid. Hier wordt gevraagd om naam, adres, beroep, eigenaar van grond of niet, … in te vullen. Vervolgens wordt er gevraagd om een korte vragenlijst in te vullen waardoor ze een beter zicht krijgen op het Nationaal Park en waardoor we extra info verzamelen. De aanwezigen krijgen vervolgens de kans om individueel de kaarten op perceelsniveau en de principeverklaring in te kijken. De mogelijkheid zal aanwezig zijn om hierover vragen te stellen. De verwerking van de resultaten gebeurt in de maand september en zal gebundeld worden in een rapport.
Op 27 juni 2022 stelde het college van burgemeester en schepenen de vraag aan de stuurgroep kandidaat Nationaal Park Scheldevallei om een deel van het natuurreservaat Beneden-Dender op grondgebied Aalst op te nemen in de afbakening van het Nationaal Park Scheldevallei.
akkoord te gaan om toe te treden tot kandidaat Nationaal Park Scheldevallei en de samenwerkingsovereenkomst in bijlage goed te keuren.
om de landbouwgebruikspercelen op het grondgebied van Aalst voorlopig niet mee op te nemen in de afbakening van het Nationaal Park Scheldevallei, met uitzondering van de eigendommen van Natuurpunt.
Naar aanleiding van de heraanleg van de Frans Roucelstraat is het noodzakelijk om aanvullende verkeersmaatregelen te nemen.
De straat is momenteel doodlopend.
Er geldt een parkeerverbod aan de onpare zijde.
De straat moet voorrang verlenen aan de Kwalestraat / Sint Jobstraat.
De snelheid is er beperkt tot 50 km/u.
Om het parkeren te regelen en de snelheid te verlagen, wordt de signalisatie geplaats voor een woonerf.
In een woonerf;
mogen de voetgangers de ganse breedte van de openbare weg gebruiken : spelen zijn er eveneens toegelaten
mogen de bestuurders de voetgangers niet in gevaar brengen en ze niet hinderen; zo nodig moeten zij stoppen. Zij moeten bovendien dubbel voorzichtig zijn ten aanzien van kinderen. De voetgangers mogen het verkeer niet nodeloos belemmeren;
is de snelheid beperkt tot 20 km per uur;
is het parkeren verboden, behalve :
op de plaatsen die afgebakend zijn door wegmarkeringen of door een wegbedekking in een andere kleur en waar de letter P aangebracht is;
op plaatsen waar een verkeersbord het toelaat.
mogen de stilstaande of geparkeerde voertuigen rechts of links ten opzichte van hun rijrichting opgesteld worden.
In het verlengde van de Frans Roucelstraat gaat de straat over in een onverharde weg. Om deze enkel toegankelijk te maken voor landbouwvoertuigen, voetgangers, fietsers, speedpedelecs en ruiters wordt signalisatie geplaatst.
Op deze wegen is alleen het verkeer toegestaan van de categorieën van weggebruikers waarvan het symbool afgebeeld is op de verkeersborden die bij de toegang geplaatst zijn.
Buiten de categorieën van weggebruikers waarvan het symbool is weergegeven op de verkeersborden die bij de toegang geplaatst zijn, mogen deze wegen slechts gevolgd worden door volgende categorieën van weggebruikers :
voertuigen van en naar de aanliggende percelen;
niet-gemotoriseerde drie- en vierwielers;
gespannen op voorwaarde dat het symbool van een landbouwvoertuig is afgebeeld op de verkeersborden;
voertuigen voor onderhoud, afvalophaling, toezicht, hulpverlening en prioritaire voertuigen.
De gebruikers van deze wegen mogen elkaar niet in gevaar brengen en niet hinderen. Zij moeten dubbel voorzichtig zijn ten aanzien van kinderen en ze mogen het verkeer niet nodeloos belemmeren.
Voetgangers, fietsers, ruiters en bestuurders van speed pedelecs mogen de ganse breedte van de genoemde wegen gebruiken. Zij mogen het verkeer niet nodeloos belemmeren.
De gebruikers van deze wegen mogen elkaar niet in gevaar brengen en niet hinderen. Het gemotoriseerd verkeer, en in het bijzonder de landbouwvoertuigen, moeten dubbel voorzichtig zijn ten aanzien van voetgangers, fietsers, bestuurders van niet gemotoriseerde drie- en vierwielers, ruiters en gespannen.
De snelheid is beperkt tot 30 km per uur.
Team Mobiliteit adviseert deze wijziging positief.
Nieuwe gemeentewet (KB 24/06/1988)
decreet over het lokaal bestuur van 22/12/2017
wet betreffende de politie over het wegverkeer (wegverkeerswet - Wet van 16 maart 1968)
wegcode - Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
code van de wegbeheerder - ministerieel besluit van 11 oktober 1976 houdende de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens
specifiek voor aanvullende reglementen op het wegverkeer (= politieverordeningen m.b.t. het wegverkeer voor wat betreft permanente of periodieke verkeerssituaties)
decreet betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens (16 mei 2008)
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens van 23 januari 2009
Op het kruispunt van de Frans Roucelstraat met de Kwalestraat / Sint Jobstraat geldt de bestuurders moeten voorrang verlenen aan iedere bestuurder die rijdt op de openbare weg of de rijbaan die ze oprijden; de plaats waar de bestuurders, zo nodig, moeten stoppen om voorrang te verlenen, wordt aangeduid.
Dit wordt aangeduid door verkeerstekens:
B1
WM76.2
Op de Frans Roucelstraat, vanaf huisnummer 1 tot en met huisnummer 11 geldt het (woon)erf wordt afgebakend. Het begin van het (woon)erf wordt aangeduid; ook het einde van het (woon)erf wordt aangeduid.
Dit wordt aangeduid door verkeerstekens:
F12a
F12b
Op de Frans Roucelstraat, vanaf huisnummer 18 tot het kruispunt met de Hoezekouterdreef geldt dat de weg wordt voorbehouden voor het verkeer van landbouwvoertuigen, voetgangers, fietsers, ruiters, bestuurders van speed pedelecs. Het begin van de voorbehouden weg wordt aangeduid; ook het einde van de voorbehouden weg wordt aangeduid.
Dit wordt aangeduid door verkeerstekens:
F99c
F101c
De provincie Oost-Vlaanderen bereidt een provinciaal ruimtelijk beleidsplan ‘Maak ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050’ voor. Dit ruimtelijk beleidsplan is de opvolger van het vroegere ruimtelijke structuurplan op provinciaal niveau en zal na goedkeuring dit structuurplan vervangen. Het doel is om een langetermijnvisie uit te werken voor een duurzaam gebruik van de beperkte ruimte in Oost-Vlaanderen tot 2050.
Bij besluit van de provincieraad van 22 maart 2023 werd het ontwerp beleidsplan 'Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050' en het bijhorende ontwerp plan-MER voorlopig vastgesteld.
Het ontwerp van beleidsplan ruimte bestaat uit 5 delen:
Conform de decretale bepalingen van de VCRO (artikel 2.1.8 tot en met 2.1.10) wordt het ontwerp van beleidsplan onderworpen aan een openbaar onderzoek dat loopt van 21 april tot en met 19 juli 2023.
Volgens art. 27 van het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 kunnen de gemeenteraden van de gemeenten in de provincie uiterlijk de laatste dag van het openbaar onderzoek een schriftelijk advies over het ontwerp van provinciaal beleidsplan ruimte bezorgen aan de deputatie.
Op 31 maart 2023 stuurde de provincie een adviesvraag aan de gemeenten.
In de voorgaande fasen van het planningsprocedure gaf het college van burgemeester en schepenen op 30 augustus 2021 een gunstig advies over de kennisgevingsnota voor de plan-MER en gebeurde op 18 november 2019 een kennisname betreffende de publieke raadpleging van de conceptnota provinciaal ruimtelijk beleidsplan Oost-Vlaanderen.
Gelet op de omvang van het dossier beperkt het advies zich tot het ontwerp beleidsplan en werden geen opmerkingen geformuleerd bij het ontwerp-plan-MER. Beiden houden uiteraard inhoudelijk met elkaar verband.
Het advies kwam tot stand in samenspraak met de betrokken diensten van de stad, team Planning en stadsvernieuwing, team Natuur en duurzaamheid, team Mobiliteit en dienst Economie en Zorginnovatie. Het advies is ongunstig.
Naast het verzoek tot een advies op de inhoud van de plannen vraagt de provincie tevens om overeenkomstig art. 30 van het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 een gemeenteraadsbeslissing te nemen met een letterlijke aanduiding van de delen van het gemeentelijk structuurplan die niet langer geldig te verklaren zijn bij de definitieve vaststelling van het provinciaal beleidsplan ruimte, met een (summiere) opgave van de reden voor de ongeldigverklaring van deze delen.
Gelet op het feit dat art. 30 van het BVR waarnaar de provincie hieromtrent verwijst het volgende inhoudt:
Als de provincieraad, met toepassing van artikel 2.1.8, § 2, tweede lid, van de VCRO, bij de definitieve vaststelling van een provinciaal beleidsplan ruimte of een beleidskader van het provinciaal beleidsplan ruimte onderdelen van gemeentelijke beleidskaders omschrijft of aanduidt die niet meer geldig zijn, moet ze de intentie daarvoor aan de betrokken gemeenten individueel kenbaar hebben gemaakt vóór de aanvang van het openbaar onderzoek, of de betrokken gemeenteraden daarover om advies gevraagd hebben voorafgaand aan de definitieve vaststelling, met inachtname van een adviestermijn van zestig dagen. In het eerste geval nodigt ze bij de kennisgeving de betrokken gemeenten uit om zich over de kwestie uit te spreken in een advies overeenkomstig artikel 27 van dit besluit.
De werkwijze, vermeld in het eerste lid, wordt toegepast als de provincieraad, met toepassing van artikel 215, § 2, eerste lid, van het decreet van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving, onderdelen van gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen omschrijft of aanduidt die niet meer geldig zijn.
Gelet op het feit dat artikel 215, § 2, eerste lid, van het decreet van 8 december 2017 waarnaar in het bewuste artikel verder wordt verwezen het volgende inhoudt:
§ 2. Bij de definitieve vaststelling van beleidskaders van het provinciaal beleidsplan ruimte kan de provincieraad onderdelen van gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen omschrijven of aanduiden die niet meer geldig zijn. De provincieraad wint hiervoor het advies in van de betrokken gemeenteraad.
Uit de bepalingen van art. 30 van het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 en artikel 215, § 2, eerste lid, van het decreet van 8 december 2017 valt af te leiden dat de vraag van de provincie betreffende het gemeentelijk structuurplan niet strookt met de bepalingen van het BVR en decreet waarnaar wordt verwezen en dat de provincie zelf de onderdelen van gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen dient te omschrijven of aan te duiden die niet meer geldig zijn. De provincie dient wel advies te vragen betreffende haar intentie tot een letterlijke aanduiding van de delen van het gemeentelijk structuurplan die niet langer geldig te verklaren zijn in de fase van definitieve vaststelling.
In het inhoudelijke advies betreffende het beleidsplan werd bijgevolg ook mee opgenomen dat het verzoek van de provincie om een beslissing te nemen met een letterlijke aanduiding van de delen van het gemeentelijk structuurplan die niet langer zullen geldig te verklaren zijn, niet strookt met de bepalingen van het BVR en decreet. Gelet op het ongunstige advies betreffende de inhoud van het beleidsplan werd tevens een ongunstig advies geformuleerd betreffende de intentie van de provincie om bij een verdere definitieve vaststelling van dit beleidsplan onderdelen van ons gemeentelijk ruimtelijk structuurplan te gaan omschrijven of aanduiden die niet meer geldig zijn. Dit omwille van het feit dat de stad Aalst niet akkoord gaat met een definitieve vaststelling van het beleidsplan zoals het nu inhoudelijk is vormgegeven.
De uiterste termijn om dit dossier aan de gemeenteraad ter goedkeuring voor te leggen is juni 2023.
Het dossier werd toegelicht aan de gemeenteraadscommissie van de maand juni 2023.
Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018, tot bepaling van nadere regels voor de opmaak, de vaststelling en de herziening van ruimtelijke beleidsplannen en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering in het kader van de regeling van de ruimtelijke beleidsplanning.
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel 2.1.8 tot en met 2.1.10, inzake het provinciaal beleidsplan ruimte. Artikel 2.1.8§2 omschrijft de verschillende stappen in het opmaakproces met onder andere 2° overleg tussen de verschillende bestuursniveaus in verschillende fasen van het opmaakproces en onder 3° de raadpleging van het publiek in verschillende fasen van het opmaakproces, met inbegrip van een openbaar onderzoek over een voorlopig vastgelegde visie en een voorlopig vastgesteld beleidskader.
Kennisname van het college van burgemeester en schepenen van 18 november 2019 betreffende de publieke raadpleging van de conceptnota provinciaal ruimtelijk beleidsplan Oost-Vlaanderen.
Kennisname van het college van burgemeester en schepenen van 30 augustus 2021 betreffende het advies over de kennisgevingsnota plan-MER van het beleidsplan ruimte provincie Oost-Vlaanderen.
Besluit van de provincieraad van 22 maart 2023 tot voorlopige vaststelling van het ontwerp beleidsplan 'Maak Ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050' en het bijhorende ontwerp plan-MER.
Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 12 juni 2023 tot akkoord met het voorstel van advies op het ontwerp van het provinciaal beleidsplan ruimte.
Akkoord te gaan met het advies op het ontwerp van het provinciaal beleidsplan ruimte ‘Maak ruimte voor Oost-Vlaanderen 2050’, zoals gevoegd als bijlage, en dit advies over te maken aan de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen.
Deze aanvraag tot het bijstellen van een verkaveling voor fase 1 van de verkaveling wordt gelijktijdig behandeld met de aanvraag tot het bijstellen van fase 2 & 3 van dezelfde verkaveling, die grenst aan de oostelijke kant van het bij te stellen gedeelte (OMV_2022164743). Deze twee dossiers dienen samen beoordeeld te worden.
Deze percelen maken deel uit van een op 2-06-2008 goedgekeurde verkaveling (referte V2007-103-1).
De bijstelling van de verkaveling is gesitueerd in Aalst, aan de Lijnzaadstraat, de Koolzaadstraat en de Lijnvogelstraat, aan de noordoostelijke zijde van de stad. Deze straten zijn verbonden met de lokale verbindingswegen Botermelkstraat en Rozendreef (lokale wegen type II), die de kleinschalige kern Binnenstraat-Botermelkstraat verbinden met de rest van stad Aalst. De Sint-Martinuskerkin het centrum van Aalst ligt op ±2,7km afstand. Zowel basisvoorzieningen als uitgebreidere voorzieningen zijn op korte afstand van de verkaveling aanwezig.
Deze verkaveling is gelegen in een omgeving van woonwijken en lintbebouwingen buiten de stadskern van Aalst en is gelegen in een binnengebied dat aan de ZW-zijde begrensd wordt door een voetweg en aan de overige zijden door woonstraten waarvan de bebouwing overwegend van het aaneengesloten type is.
Fase 1 hield een verdeling in van 51 loten voor het oprichten van één- en meergezinswoningen met momenteel een ontsluiting langs de Botermelkstraat en de Rozendreef. Loten 1 t/m 46 werden bestemd voor ééngezinswoningen van het gesloten en halfopen bouwtype, loten M1 t/m M5 werden bestemd voor meergezinswoningen van het vrijstaande bouwtype. Tevens werden 58 garages voorzien welke per bouwblok werden gebundeld.
In de verkaveling werden reeds alle loten voor ééngezinswoningen bebouwd. Reeds velen zijn zelfs al bewoond. Het omvat gesloten of halfopen ééngezinswoningen die telkens per bouwblok van 4 tot 7 aaneengesloten woningen werden gebouwd. Het omvat een bouwprofiel van twee bouwlagen en een zadeldak. Verder werd er ook één meergezinswoning met 27 appartementen aan de Koolzaadstraat opgericht. Deze bestaat uit 4 bouwlagen bovenop een licht verhoogde ondergrondse garage en met plat dak.
Langsheen de Botermelkstraat passeren de stadsbuslijnen 1 en 3 die de verbinding maken tussen de eindhalte Oude Abdijstraat en het centrum van de stad en vervolgens respectievelijk richting het Algemeen Stedelijk Ziekenhuis Aalst en Nieuwerkerken rijden. Langsheen de Rozendreef passeren dezelfde twee lijnen, alsook de belbuslijn F1 tussen Aalst en Dendermonde. Er zijn bushaltes met bushokjes aanwezig dichtbij de kruispunten van de Lijnzaadstraat met beide wegen.
Aan de overkant van de Rozendreef staan de Dewaco-blokken, een aantal grote en opvallende meergezinswoningen van 8 bouwlagen.
De aanvraag beoogt het wijzigen van de verkaveling (fase 1) van de loten M1, M2, M4 en M5. De meerzinswoningen op die loten worden vervangen door 36 loten bestemd voor halfopen en gesloten ééngezinswoningen. Het aantal vergunde woonentiteiten wordt met deze bijstelling drastisch verminderd. Van de 207 woonunits die volgens de vergunde verkaveling nog als appartement gebouwd konden worden, zal de bijstelling nog 106 woonunits omvatten (46 ééngezinswoningen en 60 appartementen).
Tevens bevat de aanvraag een wijziging van de afbakening van het openbaar domein, inclusief de aanleg van openbare parkruimte, een nieuwe openbare erfweg en enkele private parkeerclusters.
De Lijnzaadstraat wordt heraangelegd in functie van een betere veiligheid voor fietsers. Het bestaande rooilijnplan wordt aangepast naar de nieuwe situatie.
De semi-publieke tuinen rondom de meergezinswoningen worden omgevormd naar deels private tuinen, en deels naar publiek toegankelijke groenruimte. Hierbij komt er netto meer openbaar domein vrij dan er in de vergunde verkaveling gerealiseerd zou worden.
Het gedeelte van de verkaveling dat bijgesteld moet worden, paalt aan de zuidelijke zijde over een breedte van ±68m aan de Lijnvogelstraat. Aan de westelijke zijde paalt het over een breedte van ±142m aan de Koolzaadstraat. Aan de overzijde werden de woningen in de verkaveling al gerealiseerd. Aan de noordwestelijke zijde paalt het over een breedte van ±57m aan de tuinzone van de gerealiseerde meergezinswoning aan de Koolzaadstraat.
De aanvraag paalt aan de noordelijke zijde over een breedte van ±125m aan de gerealiseerde groen/waterbufferstrook en het speelplein langs de Lijnzaadstraat, die ook deel uitmaken van de verkaveling. Aan de oostelijke zijde paalt het bij te stellen gedeelte over een breedte van ±116m aan fase 2 & 3 van deze verkaveling, waarvan een bijstelling gelijktijdig wordt ingediend.
Doorheen het projectgebied wordt een openbaar groenpark voorzien, waardoor er zichtassen doorheen het hele gebied ontstaan, inclusief vanaf de omliggende straten naar de binnengebieden. De groenzones zijn in totaal ±6303m² groot, ofwel ±29% van de bij te stellen projectzone. In de groenzone worden ook de noodzakelijke collectieve infiltratiezones voorzien in functie van de waterhuishouding van het projectgebied.
Zoals bepaald in artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning dient de in de aanvraag voorgestelde aanleg van wegen rekening te houden met de principes van artikels 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen:
“Artikel 3. Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Artikel 4. Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen; 4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen”.
De voorliggende aanvraag werd van 09-03-2023 tot en met 07-04-2023 aan een openbaar onderzoek onderworpen. Gedurende deze periode werden geen bezwaarschriften ingediend.
De aanvraag werd voor advies voorgelegd zowel aan interne diensten ([1] dienst Omgevingsbeleid, [2] dienst Mobiliteit en openbare werken, [3] team Patrimonium en [4] team Wonen als aan externe diensten ([1] Hulpverleningszone Zuid-Oost, [2] Telenet, [3] Fluvius, [4] Proximus, [5] Farys, [6] GECORO en [7] de dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie Oost-Vlaanderen. De adviezen zijn (voorwaardelijk) gunstig.
De gemeenteraad zal, voorafgaand aan de beslissing over de zaak der wegen en conform artikel 12 van het decreet houdende de gemeentewegen, het ontwerp van het rooilijnplan definitief vaststellen.
Op 05-06-2023 besliste het college van burgemeester en schepenen om akkoord te gaan met het ontwerp verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar waarin wordt voorgesteld om een omgevingsvergunning te verlenen in het kader van de voorliggende aanvraag. Een omgevingsvergunning kan evenwel pas worden verleend nadat de gemeenteraad zijn goedkeuring, al dan niet met voorwaarden en/of lasten, heeft verleend aan de in de aanvraag voorgestelde aanleg van de wegenis en de omgevingsaanleg.
Het decreet van 25-04-2014 (en latere wijzigingen) betreffende de omgevingsvergunning. In het bijzonder artikel 31 welke stelt: “§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt …”.
Het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25-04-2014 betreffende de omgevingsvergunning (hieronder ‘omgevingsvergunningsbesluit’). In het bijzonder artikel 47 welke stelt “Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is”.
Het decreet van 03-05-2019 houdende de gemeentewegen. In het bijzonder artikel 12 welke stelt “…
§ 2. In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat. Als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over het al dan niet wijzigen of opheffen van het gemeentelijk rooilijnplan, alvorens te beslissen over de goedkeuring, vermeld in artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning …”.
De goedkeuring te verlenen aan de in de aanvraag voorgestelde aanleg van de wegenis en de omgevingsaanleg dat zal worden ingelijfd bij het openbaar domein zoals opgenomen in de aanvraag voor een omgevingsvergunning (2022164647) ingediend door Matexi Projects, Franklin Rooseveltlaan 180, 8790 Waregem voor het bijstellen van de verkaveling (fase 1) voor het ontwikkelen van een woonproject, het wijzigen van het reliëf, het rooien van bomen en de aanleg van infrastructuurgelegen te 9300 Aalst, Lijnzaadstraat/Koolzaadstraat/Rozendreef, 3de afdeling, sectie E, nummers 52B10, 52C10, 52M11, 52P11
o Enkel in het geval voldaan is aan de volgende voorwaarden, moeten de voorziene verharde grondoppervlakken niet in rekening worden gebracht bij de dimensionering van de voorziening:
• de waterdoorlatende materialen worden geplaatst op een waterdoorlatende funderingslaag ;
• er worden geen afvoerkolken aangelegd ;
• de verharding wordt niet in helling aangelegd (minder dan 0,5 %) en er worden opstaande randen voorzien die het water op de waterdoorlatende verharding houden tenzij de waterdoorlatende verharding kan afwateren naar een gras- of groenstrook met een oppervlakte die minstens 15 % van de verharde oppervlakte bedraagt.
Voorwaarden inzake milderen van het effect van verhardingen:
o De infiltratievoorziening dient gedimensioneerd te worden voor 11.480 m² verhardingen met een infiltratie-oppervlakte van minstens 400 m²/ha en een buffervolume van minstens 350 m³/ha. Voor dit project betekent dit een oppervlakte van minstens 459 m² en een volume van minstens 401 m³.
o Er wordt een knijpleiding met diameter 110 mm voorzien op zo'n hoogte dat er 100 m³/ha via deze knijpleiding vertraagd wordt afgevoerd.
Lasten met betrekking tot de wegaanleg
De bijstelling omvat het wijzigen van de bestemming van 5 loten voor meergezinswoningen (oorspronkelijke loten M6 tem. M10) naar 10 loten voor ééngezinswoningen en 2 loten voor meergezinswoningen. Verder bevat de bijstelling een grote wijziging van de afbakening van het openbaar domein, inclusief de aanleg van openbare parkruimte en enkele private parkeerclusters.
Deze bijstelling omvat een wijziging van loten met meergezinswoningen naar een combinatie van loten met meergezinswoningen en loten met ééngezinswoningen.
De semi-publieke tuinen rondom de meergezinswoningen worden daarbij omgevormd naar deels private tuinen, maar ook naar publiek toegankelijke groenruimte. Hierbij komt er netto meer openbaar domein vrij dan er in de vergunde verkaveling gerealiseerd zou worden.
Aan de Lijnvogelstraat nog een kleinere cluster van twee woonblokken van respectievelijk drie en acht wooneenheden. Deze 11 loten (waarvan 10 binnen de betreffende aanvraag) zijn allemaal richting de openbare groenruimte georiënteerd, en sluiten aan op de paden die door het park lopen. Aan de achterkant zijn de woningen verbonden met de Lijnvogelstraat, waar er 11 dwarsparkeerplaatsen langs de straatzijde komen. Ook dit betreft een parkeercluster in gemeenschappelijke eigendom.
De overige twee loten in het projectgebied worden ingevuld als meergezinswoningen, om een stedelijke dichtheid te behouden. Deze sluiten bovendien aan op de meergezinswoningen aan overzijde van de Rozendreef. Lot 1 bestaat uit een grote projectzone waarin appartementen in één of twee bouwblokken kunnen gerealiseerd worden, met een grote semipublieke tuinzone errond. Doorheen deze tuinzone komt er een publieke doorgang voor voetgangers en fietsers, die aansluit op zowel de Lijnzaadstraat als de Rozendreef. Lot 2 bestaat ook uit een grote projectzone, waarin appartementen in één of twee volumes gerealiseerd worden, gesitueerd aan en georiënteerd naar de Lijnzaadstraat (in totaal circa 60 appartementen). De inplanting van de meergezinswoningen zijn in samenspraak met de stad geconcentreerd ten zuiden van het projectgebied als overgang naar de reeds bestaande Dewaco-blokken. Ook in de huidige verkavelingsvergunning zijn er op deze plaatsen meergezinswoningen voorzien.
Doorheen het projectgebied wordt een openbaar groenpark voorzien, waardoor er zichtassen
doorheen het hele gebied ontstaan, inclusief vanaf de omliggende straten naar de binnengebieden. De groenzones zijn in totaal ±6303m² groot, ofwel ±29% van de bij te stellen projectzone. In de groenzone worden ook de noodzakelijke collectieve infiltratiezones voorzien in functie van de waterhuishouding van het projectgebied.
Zoals bepaald in artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning dient de in de aanvraag voorgestelde aanleg van wegen rekening te houden met de principes van artikels 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen:
“Artikel 3. Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Artikel 4. Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen; 4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen”.
De voorliggende aanvraag werd van 09-03-2023 tot en met 07-04-2023 aan een openbaar onderzoek onderworpen. Gedurende deze periode werden 9 bezwaarschriften ingediend, waarvan 1 petitie.
De volgende bezwaren hebben betrekking op het toekomstige openbaar domein:
Bespreken bezwaarschriften.
De bezwaren zijn aldus ongegrond gebleken.
De aanvraag werd voor advies voorgelegd zowel aan interne diensten ([1] dienst Omgevingsbeleid, [2] dienst Mobiliteit en openbare werken, [3] team Patrimonium en [4] team Wonen als aan externe diensten ([1] Hulpverleningszone Zuid-Oost, [2] Telenet, [3] Fluvius, [4] Proximus, [5] Farys, [6] GECORO en [7] de dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie Oost-Vlaanderen. De adviezen zijn gunstig of voorwaardelijk gunstig.
De gemeenteraad zal, voorafgaand aan de beslissing over de zaak der wegen en conform artikel 12 van het decreet houdende de gemeentewegen, het ontwerp van het rooilijnplan definitief vaststellen.
Op 05-06-2023 besliste het college van burgemeester en schepenen om akkoord te gaan met het ontwerp verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar waarin wordt voorgesteld om een omgevingsvergunning te verlenen in het kader van de voorliggende aanvraag. Een omgevingsvergunning kan evenwel pas worden verleend nadat de gemeenteraad zijn goedkeuring, al dan niet met voorwaarden en/of lasten, heeft verleend aan de in de aanvraag voorgestelde aanleg van de wegenis en de omgevingsaanleg.
Het decreet van 25-04-2014 (en latere wijzigingen) betreffende de omgevingsvergunning. In het bijzonder artikel 31 welke stelt: “§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt …”.
Het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25-04-2014 betreffende de omgevingsvergunning (hieronder ‘omgevingsvergunningsbesluit’). In het bijzonder artikel 47 welke stelt “Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is”.
Het decreet van 03-05-2019 houdende de gemeentewegen. In het bijzonder artikel 12 welke stelt “…
§ 2. In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat. Als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over het al dan niet wijzigen of opheffen van het gemeentelijk rooilijnplan, alvorens te beslissen over de goedkeuring, vermeld in artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning …”.
De goedkeuring te verlenen aan de in de aanvraag voorgestelde aanleg van de wegenis en de omgevingsaanleg dat zal worden ingelijfd bij het openbaar domein zoals opgenomen in de aanvraag voor een omgevingsvergunning (2022164743) ingediend door Matexi Projects, Franklin Rooseveltlaan 180, 8790 Waregem voor het bijstellen van de verkaveling (fase 2 en 3) voor het ontwikkelen van een woonproject, het wijzigen van het reliëf, het rooien van bomen en de aanleg van infrastructuurgelegen te 9300 Aalst, Lijnzaadstraat/Koolzaadstraat/ Rozendreef, 3de afdeling, sectie E, nummers 44G2, 44H2, 44K2, 44L2, 44M2, 44N2, 44P2, 44R2, 44S2, 44T2, 44V2, 45K2, 45N2, 52P11, 777A3, 777B3, 777C3, 777D3, 777E3, 777F3, 777G3, 777H3, 777M3, 777N3, 777Z2.
Aan deze goedkeuring de volgende voorwaarden te koppelen:
Voorwaarden met betrekking tot de wegaanleg en de omgevingsaanleg
o Enkel in het geval voldaan is aan de volgende voorwaarden, moeten de voorziene verharde grondoppervlakken niet in rekening worden gebracht bij de dimensionering van de voorziening:
• de waterdoorlatende materialen worden geplaatst op een waterdoorlatende funderingslaag ;
• er worden geen afvoerkolken aangelegd ; • de verharding wordt niet in helling aangelegd (minder dan 0,5 %) en er worden opstaande randen voorzien die het water op de waterdoorlatende verharding houden tenzij de waterdoorlatende verharding kan afwateren naar een gras- of groenstrook met een oppervlakte die minstens 15 % van de verharde oppervlakte bedraagt.
Voorwaarden inzake milderen van het effect van verhardingen:
o De infiltratievoorziening dient gedimensioneerd te worden voor 11.480 m² verhardingen met een infiltratie-oppervlakte van minstens 400 m²/ha en een buffervolume van minstens 350 m³/ha. Voor dit project betekent dit een oppervlakte van minstens 459 m² en een volume van minstens 401 m³.
o Er wordt een knijpleiding met diameter 110 mm voorzien op zo'n hoogte dat er 100 m³/ha via deze knijpleiding vertraagd wordt afgevoerd.
Lasten met betrekking tot de wegaanleg
De aanvraag beoogt het slopen van 42 sociale woningen, bestaande uit 5 bungalows met telkens 2 woongelegenheden, 8 duplexwoningen met telkens 4 woongelegenheden en 3 garageboxvolumes.
Na de sloop voorziet de aanvraag in het oprichten van nieuwe sociale woningen, bestaande uit 10 sociale koopwoningen en 44 huurappartementen. De aanvraag voorziet tevens in het oprichten van een aantal fietsenbergingen en de aanleg van 45 parkeerplaatsen.
Er worden 12 volumes opgericht (blok A, B, C, D, E, F, G, H, I, J, K en L), variërend van 2 à 4 bouwlagen. De aanvraag voorziet in 7 verschillende woontypes. Tevens worden 4 collectieve fietsenbergingen opgericht voor in totaal 176 fietsen.
Blok A betreft het oprichten van 2 woningen. De twee woningen zijn gelegen in het westelijk deel van de site. Ze zijn aan elkaar gekoppeld en hebben samen een footprint van 129,27 m². Beide woningen hebben een voortuinstrook en achtertuin met private gekoppelde tuinberging.
Blok B en C betreft 2 x 4 appartementen. De meergezinswoning heeft twee volwaardige bouwlagen met een footprint van 193,74 m². De toegangen van het gebouw bevinden zich aan de zijkanten van het gebouw. De inkom van de bovenliggende appartementen is toegankelijk via de buitentrappen met passerelle. De leef- en eetruimtes zijn gericht naar het binnengebied met aansluitend een terras/balkon en privézone die overgaat naar het publieke gebied. Het rechtse gelijkvloerse appartement is ingericht voor mindervaliden en beschikt over 2 slaapkamers.
Blok D, G en J betreft 3 x 5 appartementen. De meergezinswoning heeft drie bouwlagen met een footprint van 183,84 m². De toegangen van het gebouw bevinden zich aan de zijkanten van het gebouw. De inkom van de bovenliggende appartementen is toegankelijk via de buitentrappen met
passerelle. Het linkse gelijkvloerse appartement is ingericht voor mindervaliden en beschikt over 2 slaapkamers. Op het tweede verdiep is het verdiep van het onderliggend duplexappartement gevestigd.
Blok E, H en I betreft 3 x 4 appartementen. De meergezinswoning heeft drie bouwlagen met een footprint van 183,84 m². De toegangen van het gebouw bevinden zich aan de zijkanten van het gebouw. De inkom van de bovenliggende appartementen is toegankelijk via de buitentrappen met passerelle. Het linkse gelijkvloerse appartement is ingericht voor mindervaliden en beschikt over 2 slaapkamers. Op het tweede verdiep is het verdiep van het onderliggend duplexappartement gevestigd.
Blok F betreft 9 appartementen. De meergezinswoning heeft vier bouwlagen met een footprint van 329,96 m². Op het gelijkvloerse verdiep zijn twee appartementen en een polyvalente ruimte gevestigd. Het linkse gelijkvloerse appartement is ingericht voor mindervaliden en beschikt over 2 slaapkamers. Op het eerste verdiep bevinden zich 3 appartementen, op het tweede verdiep 2 appartementen. Het bovenste verdiep heeft 2 appartementen. De toegangen van het gebouw bevinden zich aan de voor- en zijkant van het gebouw. De inkom van de bovenliggende appartementen is toegankelijk via de buitentrap. De overige appartementen zijn toegankelijk via een gemeenschappelijk inkomhal met trappenkoker en lift.
Blok K betreft 4 woningen. Woonblok K bestaat uit 4 aaneengesloten woningen met samen een footprint van 273,04 m². In de woningen zijn de keukens vooraan gepositioneerd met aansluitend de eetruimte en de leefruimte. Ze hebben elk een private tuin met tuinberging die langs de achterzijde van de tuin toegankelijk is. Op het eerste verdiep zijn de slaapkamers met badkamer gevestigd. In woning 2 & 3 is een extra verdiep toegevoegd naar analogie van bouwblok type 3 & 4. Hier bevinden zich nog 2 slaapkamers en een badcel.
Blok L betreft 4 woningen. Woonblok L bestaat uit 4 aaneengesloten woningen met samen een footprint van 273,04 m². In de woningen zijn de keukens vooraan gepositioneerd met aansluitend de eetruimte en de leefruimte. Ze hebben elk een private tuin met tuinberging die langs de achterzijde van de tuin toegankelijk is. Op het eerste verdiep zijn de slaapkamers met badkamer gevestigd. In woning 2 & 3 is een extra verdiep toegevoegd naar analogie van bouwblok type 3 & 4. Hier bevinden zich nog 2 slaapkamers en een badcel.
De Pater Rasschaertlaan wordt van rooilijn tot rooilijn opgebroken in het kader van de aanleg van een nieuwe riolering vanaf het kruispunt met de Stijn Streuvelsstraat tot huisnummer 58. Het basketbalterrein in asfalt inclusief de aansluitpunten worden opgebroken. Na de heraanleg van de riolering zal de verharding binnen de projectzone heraangelegd worden.
De Stijn Streuvelsstraat wordt van rooilijn tot rooilijn opgebroken in het kader van de aanleg van een nieuwe riolering vanaf huisnummer 44 tot en met de garageboxen die zich nabij huisnummer 12 bevinden. Na de heraanleg van de riolering zal de verharding binnen de projectzone heraangelegd worden.
Een deel van buurtweg nr 35 wordt afgeschaft. Deze buurtweg werd bij de bouw van de woningen reeds overbouwd en is aldus in onbruik geraakt. Aan de overige buurt- en voetwegen wordt niet geraakt.
Het deel van de buurtweg van nr 35 dat wordt afgeschaft zal worden opgenomen in de nieuwe wegenis om zo de verbindingen voor de trage weggebruiker te garanderen.
Zoals bepaald in artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning dient de in de aanvraag voorgestelde aanleg van wegen rekening te houden met de principes van artikels 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen:
“Artikel 3. Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Artikel 4. Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen; 4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen”.
De voorliggende aanvraag werd van 14-03-2023 tot en met 12-04-2023 aan een openbaar onderzoek onderworpen. Gedurende deze periode werden in totaal 14 bezwaarschriften en 1 online petitie ingediend. Deze bezwaren zijn ongegrond gebleken.
Met betrekking tot de wegenis en de omgevingsaanleg werden de volgende bezwaarschriften ingediend:
Bezwaarschrift 1
Bezwaarschrift 2
Bezwaarschrift 12
Dit gaat veel verder dan enkel de aanpalende woningen. In de onmiddellijke buurt is geen alternatief ter beschikking dat deze activiteiten toelaat. Het afbreken van deze sport- en speelinfrastructuur heeft dus een onmiddellijke en ernstige impact op het sociaal weefsel van de omliggende wijken. Kinderen zullen geen veilig speel-alternatief hebben en de sociale samenkomst van de jeugd en opbouw van vriendschappen zal hieronder komen te lijden. Bovendien wordt van het speelplein ook gebruik gemaakt door PITSTOP Sport Academy voor het animeren van zomerkampjes in de zomer. Vele kinderen uit de ruime buurt leren zo op een veilige manier fietsen op dit speelplein. Welk veilig alternatief wordt hiervoor voorzien?
Daarnaast bevindt zich ook nog een petanquebaan, die voorbije jaren gebruikt werd door de oudere bewoners uit de buurt. Op de bankjes rond het sport- en speelplein kwamen mensen vaak bij elkaar ’s middags en avonds bij goed weer. Zo ontstond er ook contact tussen de oudere bewoners van de buurt en de jeugd die op die manier elkaar leerden waarderen. Het petanquen is momenteel gestopt, net doordat de grote meerderheid van de huidige bewoners van de sociale woonwijk hun woonst heeft moeten verlaten in het kader van voorliggend project en de huizen leeg staan. Nu reeds heeft het project, nog voor het effectief gestart is, op die manier een negatieve invloed op het sociaal weefsel in de wijk. In het nieuwe project is geen valabel alternatief voorzien waar kinderen en jeugd, noch oudere bewoners op een gelijkaardige manier kunnen spelen en met elkaar in contact kunnen komen. Het project voldoet niet aan de beginselen of de doelstellingen van artikel 1.1.4 van de VCRO, die bepalen dat de ruimtelijke ontwikkeling ten behoeve moet zijn van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Evenmin voldoet dit aan de beginselen in artikel 4.3.1 §2 1° en artikel 4.3.1 §2 2° b) 1) van de VCRO dat stipuleert dat de bijdrage aan de verhoging van het ruimtelijk rendement moet gebeuren met respect voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving.
Op dinsdag 4 april 2023 starten wij een (online) petitie op voor het behoud van het speelplein en de laagbouw in de buurt. Op dinsdag 11 april, na 1 week, telden we maar liefst reeds 260 handtekeningen van buurtbewoners die allen pleiten voor het behoud van het sport- en speelplein voor de huidige en toekomstige jeugd in de omgeving en voor het behoud van het open karakter van de buurt door geen hoge woonblokken te plaatsen.
Bezwaarschrift 13
Bezwaarschrift 14
Bespreking bezwaarschriften
Bezwaarschrift 1
Bezwaarschrift 2
Bezwaarschrift 12
Bezwaarschrift 13
Bezwaarschrift 14
De aanvraag werd voor advies voorgelegd zowel aan interne diensten ([1] dienst Omgevingsbeleid, [2] dienst Mobiliteit en openbare werken, [3] team Patrimonium en [4] team Wonen als aan externe diensten ([1] Hulpverleningszone Zuid-Oost, [2] Telenet, [3] Fluvius, [4] Proximus, [5] Farys, [6] GECORO en [7] de dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie Oost-Vlaanderen.
De gemeenteraad zal, voorafgaand aan de beslissing over de zaak der wegen en conform artikel 12 van het decreet houdende de gemeentewegen, het ontwerp van het rooilijnplan definitief vaststellen.
Op 05-06-2023 besliste het college van burgemeester en schepenen om akkoord te gaan met het ontwerp verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar waarin wordt voorgesteld om een omgevingsvergunning te verlenen in het kader van de voorliggende aanvraag. Een omgevingsvergunning kan evenwel pas worden verleend nadat de gemeenteraad zijn goedkeuring, al dan niet met voorwaarden en/of lasten, heeft verleend aan de in de aanvraag voorgestelde aanleg van de wegenis en de omgevingsaanleg.
Het decreet van 25-04-2014 (en latere wijzigingen) betreffende de omgevingsvergunning. In het bijzonder artikel 31 welke stelt: “§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt …”.
Het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25-04-2014 betreffende de omgevingsvergunning (hieronder ‘omgevingsvergunningsbesluit’). In het bijzonder artikel 47 welke stelt “Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is”.
Het decreet van 03-05-2019 houdende de gemeentewegen. In het bijzonder artikel 12 welke stelt “…
§ 2. In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat. Als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over het al dan niet wijzigen of opheffen van het gemeentelijk rooilijnplan, alvorens te beslissen over de goedkeuring, vermeld in artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning …”.
De goedkeuring te verlenen aan de in de aanvraag voorgestelde aanleg van de wegenis en de omgevingsaanleg dat zal worden ingelijfd bij het openbaar domein zoals opgenomen in de aanvraag voor een omgevingsvergunning (2022090246) ingediend door SMH Denderstreek, Heilig Hartlaan 54, 9300 Aalst voor het slopen van de bestaande sociale woningen, het bouwen van nieuwe sociale woningen, met inbegrip van de omgevingsaanleg en het aanleggen van wegenis, gelegen te 9320 Erembodegem, Stijn Streuvelstraat 1-3, 2-4, 6-8, 10-12, 9-11, 5-7, 12A, 26-28, 30-32, 34-36, 38-40, 42-44, 41-43, 45-47, Pater Rasschaertlaan 34-36, 38-40, 42-44, 46-48, 50-52, 54-56, 58-60, 62-64, 11de afdeling, sie A, nr(s) 681D2, 681K, 681M, 681C2, 681S2, 681S, 681R2, 681T, 681R, 681L, 681P, 681N, 676E, 676B, 676A, 679B, 681W, 681X, 680B, 680A, 681T2, 681V, 681P2, 681F2, 676F, 677G2, 677R, 681G2, 679C, 678H.
Aan deze goedkeuring de volgende voorwaarden te koppelen:
Voorwaarden met betrekking tot de wegaanleg
Voorwaarden inzake overstromingsveilig bouwen (voor blok A):
o het vloerpeil van het gebouw moet voldoende hoog worden gekozen (minstens 30 cm boven het overstromingspeil), om het gebouw te beschermen tegen wateroverlast en de mogelijke gevolgen van golfslag. Dat overstromingspeil wordt op basis van de op dit moment beschikbare gegevens (de kaarten overstroombaar gebied) ingeschat op 27,87 m TAW.
o de ondergrondse constructie wordt waterdicht afgewerkt incl. de doorvoeropeningen van leidingen en de verluchtingsopeningen. De plaatsing van een ondergrondse mazouttank is niet toegelaten;
o bij de plaatsing van de regenwaterputten wordt erop gelet dat er geen overstromingswater de put kan binnendringen;
o de waterafvoer van de gebouwen wordt verzekerd, eventueel met pompinstallatie. Bij een overstroming komen immers ook de riolen onder druk te staan, waardoor ze in de omgekeerde richting kunnen stromen;
o er wordt een terugslagklep geplaatst op aansluitingen naar de riolering en/of regenwaterafvoer ;
o terreinophogingen worden beperkt tot het gebouw zelf en de toegangszone naar het gebouw. Andere terreinophogingen (zoals terrassen, paden, tuin of groenzone, …) zijn niet toegelaten ;
o het is evenmin toegelaten om afsluitingen onderaan te voorzien van elementen (zoals rechtstaande betonplaten) die de vrije doorstroming van het water verhinderen ;
o wij wijzen de aanvrager erop dat het opruimen van afval, sediment of ander materiaal dat tijdens een overstroming meegevoerd werd, niet de verantwoordelijkheid is van de waterloopbeheerder.
Voorwaarden inzake verharde grondoppervlakken die afwateren naar een randzone:
o Enkel in het geval voldaan is aan de volgende voorwaarden, moeten de verharde grondoppervlakken niet in rekening worden gebracht bij de dimensionering van de voorziening:
• de oppervlakken stromen af naar een gras- of groenstrook met een oppervlakte die minstens 25 % van de verharde oppervlakte bedraagt, uitgewerkt met een maaiveldverlaging van 30 cm (wadi);
• er worden geen boordstenen en geen afvoerkolken aangelegd.
Voorwaarden inzake verharde grondoppervlakken in waterdoorlatende materialen:
o Enkel in het geval voldaan is aan de volgende voorwaarden, moeten de voorziene verharde grondoppervlakken niet in rekening worden gebracht bij de dimensionering van de voorziening:
• de waterdoorlatende materialen worden geplaatst op een waterdoorlatende funderingslaag ;
• er worden geen afvoerkolken aangelegd ;
• de verharding wordt niet in helling aangelegd (minder dan 0,5 %) en er worden opstaande randen voorzien die het water op de waterdoorlatende verharding houden tenzij de waterdoorlatende verharding kan afwateren naar een gras- of groenstrook met een oppervlakte die minstens 15 % van de verharde oppervlakte bedraagt.
Voorwaarden inzake milderen van het effect van verhardingen op de individuele bouwloten:
o De bepalingen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater moeten worden nageleefd.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Ann Van de Steen.
Hoewel het verheugend is dat er aandacht wordt besteed aan het oprichten van een centrum voor intrafamiliaal geweld in onze regio, mogen we niet vergeten dat ook onze ouderen met een ernstig probleem kampen.
Uit recente gegevens van het Vlaams Ondersteuningscentrum Ouderenmis(be)handeling (VLOCO), het Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) en de hulplijn 1712 blijkt dat wekelijks gemiddeld 22 meldingen van geweld tegen ouderen in Vlaanderen worden geregistreerd. Dit wijst op een alarmerende situatie die aandacht en actie vereist.
Graag zou ik dit bestuur willen vragen:
Het is van cruciaal belang dat er een gecoördineerde inspanning wordt geleverd om ouderengeweld aan te pakken en onze kwetsbare ouderen te beschermen.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Ann Van de Steen aangaande 'Mag het licht ook aan voor onze ouderen?'.
Raadslid Lander Wantens vraagt, via de voorzitter van de gemeenteraad, een schriftelijk antwoord op onderstaande interpellatie, gelet op zijn afwezigheid tijdens deze raad.
In oktober vorig jaar werd het statuut van de vaartstraat dat sinds de invoering van het circulatieplan in augustus 2021 enkel richting was geworden opnieuw aangepast. De straat werd ondanks een negatief advies van de dienst mobiliteit en vervoersmaatschappij opnieuw dubbel richting gemaakt voor personenvervoer. Tijdelijk, want een evaluatie in juni 2023 moest uitwijzen wat het definitieve statuut van de straat moet worden. De definitieve vaststelling zou dan op de gemeenteraad van juni (deze raad) moeten goedgekeurd worden. Echter dit punt staat niet op de agenda. De vraag stelt zich dus wat er met het statuut van de Vaarstraat gaat gebeuren, wetende dat de adviezen die de voorbije maanden naar voor kwamen duidelijk negatief zijn voor de dubbele richting zoals nu tijdelijk is ingevoerd. De straat werd zelf opgenomen op de lijst met gevaarlijke punten, net als de kaaien die ook opnieuw dubbele richting zijn gemaakt ondanks negatieve adviezen. Ook werd de Vaarstraat meermaals als onveilig gemarkeerd in het laatste VeloVeilig Rapport. Dit net als de kaaien, maar ook het kruispunt aan Tereos en de Haring. Het VeloVeilig Rapport, maar ook de record cijfers qua fietsongevallen tonen aan dat er nog veel werk is om de verkeersveiligheid in Aalst te verbeteren. 1 van de uitgangspunten van het circulatieplan. De beloofde verenigde commissies om het plan te evalueren laat echter nog steeds op zich wachten hoewel deze reeds vorig jaar al beloofd was. Hierbij stellen wij volgende vragen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
de vraag van raadslid Landers Wantens om hem, gelet op zijn afwezigheid tijdens deze raad, een schriftelijk antwoord te bezorgen op zijn interpellatie aangaande 'Evaluatie Vaartstraat'.
Fietslease voor lokale besturen werd mogelijk op basis van het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2021, houdende de mogelijkheid voor lokale besturen om personeelsleden bestaande voordelen te laten inruilen voor fietsmobiliteit.
In zitting van 24 april 2023 besliste het college van burgemeester en schepenen om principieel akkoord te gaan met de implementatie van de fietslease voor de personeelsleden van het lokaal overheidsbedrijf Aalst en hiervoor toe te treden tot de raamovereenkomst van SOLVA. SOLVA treedt op als aankoopcentrale inzake fietslease en gunde de overheidsopdracht aangaande 'het leasen van fietsen voor personeelsleden' aan Cyclis. Een aanbestedende overheid die een beroep doet op een aankoopcentrale is vrijgesteld van de verplichting om zelf een gunningsprocedure op te starten.
De keuze om een eindejaartoelage om te zetten in een fietsleasebudget dient in principe gemaakt te worden voor het recht op het voordeel ontstaat. Agentschap Binnenlands Bestuur raadt aan om steeds op 1 januari in te stappen, voor het lokaal overheidsbedrijf Aalst zou dit concreet op 1 januari 2024 zijn, daarna kan het personeelslid telkens instappen op 1 januari.
Om de fietslease mogelijk te maken, dienen de rechtspositieregeling en het reglement fietsvergoeding aangepast te worden. Tevens dient er een fietspolicy opgemaakt te worden.
Rechtspositieregeling
Er dient een nieuw artikel toegevoegd te worden aan de RPR om het personeelslid te mogelijkheid te geven om de eindejaartoelage om te zetten in een fietsleasebudget:
§1. De eindejaarstoelage kan op vraag van het personeelslid geheel of gedeeltelijk worden omgezet in een theoretisch budget waarmee het personeelslid voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit kan kiezen. In voorkomend geval is er geen of gedeeltelijk geen recht meer op de eindejaarstoelage. Het theoretisch budget waarvan sprake in voorgaande lid is niet opeisbaar. De voordelen die het personeelslid vrij kiest binnen de grenzen van dit theoretisch budget, worden wel opeisbaar van zodra ze opgenomen worden in een individueel akkoord tussen het personeelslid en zijn bestuur. Bij gebrek aan een individueel akkoord, blijft het recht op de eindejaarstoelage onverkort van toepassing. Het personeelslid moet zijn keuze om de eindejaarstoelage geheel of gedeeltelijk om te zetten maken op een moment dat er nog geen verworven rechten op die eindejaarstoelage bestaan. Wanneer het personeelslid kiest voor een gedeeltelijke omzetting van de eindejaarstoelage, vermindert hiermee het bruto bedrag van de eindejaarstoelage. Indien het theoretisch budget meer was dan nodig voor de gekozen voordelen, wordt het saldo aan het personeelslid overgemaakt na afhouding van de noodzakelijke bijdragen en uiterlijk tijdens de maand december van het in aanmerking te nemen jaar. In voorkomend geval worden die teruggestorte gelden beschouwd als een gewone premie in geld.
§2. De concrete modaliteiten over fietsmobiliteit worden uitgewerkt in een bijlage aan de RPR.
Reglement fietsvergoeding
Wanneer het personeelslid beslist om in te stappen in het project fietslease, mag de fiets te allen tijde gebruikt worden voor woon-, werk-, dienst- en privéverplaatsingen. Het gebruik van de fiets voor privédoeleinden vormt een 'voordeel van alle aard', dat beschouwd wordt als een beroepsinkomen, en waarop bijgevolg belastingen op betaald moeten worden. Echter, als het personeelslid de fiets regelmatig gebruikt voor woon-werkverkeer, wordt de geleasde fiets niet beschouwd als een voordeel van alle aard. Het bestuur heeft het recht om na te gaan of het personeelslid effectief geregeld met de fiets naar het werk komt. Deze controle kan gebeuren door na te gaan of het personeelslid een fietsvergoeding aanvraagt voor het woon-werkverkeer.
In artikel 2 van het reglement fietsvergoeding wordt momenteel het volgende bepaald: het recht op de fietsvergoeding ontstaat van zodra de afstand tussen de woon- of verblijfplaats en de werklocatie 1 kilometer enkele rit bedraagt. Om aan alle personeelsleden die met de fiets komen de kans te geven om in te stappen in het project, wordt de afstandsbepaling geschrapt uit het reglement fietsvergoeding.
Fietspolicy
In de fietspolicy wordt het beheer en gebruik van de leasefiets door de personeelsleden beschreven, inclusief alle rechten en verplichtingen. De fietspolicy maakt integraal deel uit van de lokale rechtspositieregeling.
Dienst Personeel & organisatie adviseert positief over de implementatie van het project fietslease.
Interne dienst voor preventie en bescherming adviseert positief betreffende het invoeren van het fietsleaseplan, zoals opgenomen in het dossier.
Dienst Mobiliteit formuleert een positief advies, en enkele randvoorwaarden om fietsen naar het werk kwalitatief en comfortabel te laten verlopen gedurende een heel jaar. Deze randvoorwaarden passen in het mobiliteitsproject, de scope voor dit project is het mogelijk maken voor een personeelslid om de eindejaartoelage om te zetten in een fietsleasebudget.
Op 5 mei 2023 vond een vergadering van het Bijzonder Onderhandelingscomité plaats, het protocol betreffende de fietslease werd opgenomen in het dossier.
Advies en argumenten dienst Overheidsopdrachten
SOLVA treedt op als aankoopcentrale en heeft een overheidsopdracht aangaande “het leasen van fietsen voor personeelsleden” gevoerd. Deze opdracht heeft als voorwerp “Leveringen via een raamovereenkomst voor het leasen van fietsen voor personeelsleden van SOLVA, haar vennoten en hun onderlinge samenstellende entiteiten: PRREG0839”, voor een periode van 48 maanden.
SOLVA treedt voor diverse lokale besturen op als aankoopcentrale in de zin van artikel 2, 6°a) en 7°b) van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten. Een aanbestedende overheid die een beroep doet op een aankoopcentrale is vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren, conform artikel 47 § 2 van bovenvermelde wet.
Op 6 september 2022 heeft de Raad van Bestuur van SOLVA de opdracht met betrekking tot de groepsaankoop gegund aan de economisch meest voordelige regelmatige bieder (op basis van de beste prijs-kwaliteitsverhouding), zijnde Cyclis Bike Lease NV, Hendrik Van Veldekesingel 39A Bus 1.02 te 3500 Hasselt tegen de eenheidsprijzen vermeld in de offerte van deze inschrijver.
De gemeente is opgenomen als begunstigde entiteit die kan afnemen van de raamovereenkomst; bij toetreding betaalt de gemeente aan SOLVA een eenmalige administratieve bijdrage voor aansluiting tot de raamovereenkomst die werd vastgesteld op 800 EUR.
De overeenkomst tussen SOLVA en Cyclis Bike Lease NV werd afgesloten voor een periode van maximaal 4 jaar. De looptijd van de individuele leasingcontracten bedraagt zessendertig maanden. De beëindiging van de raamovereenkomst leidt niet tot de beëindiging van de individuele leasingcontracten, die binnen de raamovereenkomst afgesloten worden. Deze opdrachten blijven van kracht tot het einde van hun eigen looptijd.
Stad Aalst stapt in vanaf 1 januari 2024.
akkoord te gaan met implementatie van de fietslease voor de personeelsleden van de Stad Aalst;
het voorstel om vanaf 1 januari 2024 aan te sluiten bij "Raamovereenkomst voor het leasen van fietsen voor personeelsleden” via aankoopcentrale SOLVA goed te keuren;
de betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het exploitatiebudget van het meerjarenplan 2020-2025 onder MJP002166;
de eerste instapdatum voor de personeelsleden vast te stellen op 1 januari 2024, daarna kan het personeelslid telkens instappen op 1 januari;
akkoord te gaan om de rechtspositieregeling en het reglement fietsvergoeding aan te passen zodat de personeelsleden de mogelijkheid hebben om hun eindejaartoelage om te zetten naar een bruto fietsleasebudget;
de fietspolicy, zoals gevoegd in bijlage, goed te keuren.
Het Autonoom Gemeentebedrijf Sport (SportAG) bezorgde de Gouverneur de jaarrekening 2021, vastgesteld op 29 december 2022. De jaarrekening werd gunstig geadviseerd door de gemeenteraad op 31 januari 2023.
Conform artikel 235 §4, 3de lid van het decreet over het lokaal bestuur kan er pas kwijting verleend worden aan de bestuurders ná goedkeuring van de rekeningen door de gouverneur.
De stad ontving een brief van de gouverneur van 31 mei 2023 waarin zij goedkeuring geeft over de jaarrekening van het sportAG van het boekjaar 2021.
Dit besluit wordt ter kennis gebracht op de gemeenteraad, overeenkomstig artikel 332, §1, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur.
De gemeenteraad gaf op 31 januari 2023 zijn gunstig advies voor de jaarrekening van het autonoom gemeentebedrijf SportAG. Artikel 243 §2 van het decreet over het lokaal bestuur geeft de gemeenteraad geen goedkeuringsbevoegdheid meer, maar wel de mogelijkheid om een advies uit te brengen.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten
Artikels 241, 242 en 243 van het decreet Lokaal bestuur.
Artikel 39 van de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf SportAG.
De gemeenteraad besliste in zitting van 29 november 2011 een Autonoom Gemeentebedrijf Sport Aalst (SportAG) op te richten waarbij de statuten werden vastgesteld, zoals later gewijzigd. De gemeenteraad heeft in zitting van 24 november 2020 de voorwaarden van de beheersovereenkomst vastgesteld en goedgekeurd.
De raad van bestuur van SportAG heeft op 29 december 2022 de jaarrekening 2021 vastgesteld.
Ingevolge het artikel 243 van het decreet voor het Lokaal bestuur geschiedt de externe controle op de autonome gemeentebedrijven vanaf 2014 uitsluitend door één of meer erkende bedrijfsrevisoren; de stad heeft inmiddels ingevolge een overheidsopdracht een bedrijfsrevisor aangesteld.
kennis te nemen van de brief van 31 mei 2023 van de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen inzake de goedkeuring van de jaarrekening SportAG over het financiële boekjaar 2021.
kwijting te geven aan de bestuurders van het sportAG en de commissarissen voor de jaarrekening 2021.
De heer Paul Stockman wenst ontslag te nemen als vertegenwoordiger van de stad in de algemene vergadering van de vzw Rattenbestrijding Oost-Vlaanderen.
De gemeenteraad dient bijgevolg een nieuwe vertegenwoordiger aan te duiden.
Schepen Caroline De Meerleer wordt voorgedragen als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de vzw Rattenbestrijding Oost-Vlaanderen ter vervanging van Paul Stockman.
De installatie van de vernieuwde gemeenteraad op 7 januari 2019;
De bepalingen van het decreet lokaal bestuur, meer bepaald artikel 386.
De aanduiding van Paul Stockman als vertegenwoordiger van de stad in de algemene vergadering van de vzw RATO op 27 februari 2019.
Het ontslag van Paul Stockman via mail d.d. 15 juni 2023.
akte te nemen van het ontslag van de heer Paul Stockman als vertegenwoordiger van de stad in de algemene vergadering van de vzw Rattenbestrijding Oost-Vlaanderen (vzw Rato).
schepen Caroline De Meerleer, Koningin Astrid Park 12 bus, 9300 Aalst, aan te duiden als vertegenwoordiger van de stad in de algemene vergadering van de vzw Rattenbestrijding Oost-Vlaanderen (vzw RATO).
Het Vlaams decreet van 9 juli 2021 wijzigde de Vlaamse Codex Wonen en bepaalt dat de Vlaamse regering de werkingsgebieden van de woonmaatschappijen vaststelt en dat binnen een werkingsgebied slechts één maatschappij actief kan zijn.
Voor de lokale besturen Aalst, Denderleeuw, Erpe-Mere, Geraardsbergen, Haaltert, Lede, Ninove en Wichelen wordt dit de woonmaatschappij Dender-Zuid.
Bij schrijven d.d.15 juni 2023 van SHM Denderstreek, in samenspraak met Ninove Welzijn, Dewaco Werkerswelzijn en SVK Zuid-Oost-Vlaanderen opgemaakt, wordt gevraagd om een effectief en een plaatsvervangend vertegenwoordiger aan te duiden voor de buitengewone algemene vergadering op 30 juni 2023. Die vergadering vindt plaats in het kader van de oprichting van de Woonmaatschappijen binnen de regio Dender-Zuid en Vlaamse Ardennen Oost.
Volgens de notaris kunnen publiekrechtelijke actoren enkel vertegenwoordigd worden door natuurlijke personen daartoe gemachtigd door het bevoegd orgaan.
Vanuit de dienst Wonen wordt Sarah Smeyers voorgedragen om de stad Aalst te vertegenwoordigen in de buitengewone algemene vergadering op 30 juni 2023. David Coppens wordt voorgedragen als plaatsvervanger.
Bij schrijven d.d.15 juni 2023 bezorgde SHM Denderstreek, in samenspraak met Ninove Welzijn, Dewaco Werkerswelzijn en SVK Zuid-Oost-Vlaanderen, de uitnodiging en de agenda en bijhorende stukken voor de buitengewone algemene vergadering op 30 juni 2023.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om:
Als bijlage worden de agenda's van de betrokken buitengewone algemene vergaderingen bij dit besluit gevoegd, bestaande uit :
De aandeelhouders van Ninove-Welzijn dienen te beraadslagen en te besluiten over de in DEEL I en DEEL IV vermelde agendapunten.
De aandeelhouders van Dewaco-Werkerswelzijn dienen te beraadslagen en te besluiten over de in DEEL II en DEEL IV vermelde agendapunten.
De aandeelhouders van SHM Denderstreek dienen te beraadslagen en te besluiten over de in DEEL III en DEEL IV vermelde agendapunten.
Indien de betrokken vertegenwoordigers zelf niet kunnen aanwezig zijn tijdens de betrokken buitengewone algemene vergadering, kan er nog steeds een volmacht gegeven worden aan een andere aandeelhouder/vertegenwoordiger om in uw naam deel te nemen.
Het decreet van 9 juli 2021 houdende wijzigingen van diverse decreten met betrekking tot wonen, waarbij een regelgevend kader met betrekking tot de woonmaatschappijen wordt gecreëerd.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2021 tot wijziging van verschillende besluiten over wonen.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022 tot vaststelling van het werkingsgebied Dender-Zuid.
De Vlaamse Codex Wonen van 2021 (VCW).
Het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 (BVCW).
Het gemeenteraadsbesluit van 26 oktober 2021 tot afbakening van het werkingsgebied Dender Zuid.
de agenda, toegevoegd als bijlage, van de buitengewone algemene vergadering van de woonmaatschappij Dender-Zuid van 30 juni 2023 goed te keuren met volgende agendapunten:
volgende vertegenwoordiger van de stad Aalst aan te duiden in de buitengewone algemene vergadering van de Woonmaatschappij Dender-Zuid d.d. 30 juni 2023: schepen Sarah Smeyers.
volgende plaatsvervanger van de stad Aalst aan te duiden in de buitengewone algemene vergadering van de Woonmaatschappij Dender-Zuid d.d. 30 juni 2023: raadslid David Coppens.
de vertegenwoordiger van de stad Aalst die zal deelnemen aan de buitengewone algemene vergadering op 30 juni 2023 op te dragen om namens de stad Aalst alle akten en bescheiden die op de algemene vergadering van 30 juni 2023 worden voorgelegd te onderschrijven en haar stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van heden bepaalde standpunt m.b.t. de agendapunten van voormelde vergadering en daarbij rekening te houden met de beslissing, en de motieven ervan, van de Vlaams minister van Wonen over de erkenningsaanvragen tot woonmaatschappij binnen de regio Dender-Zuid en Vlaamse Ardennen Oost.
Gelet op het feit dat de gemeente momenteel voor één of meerdere activiteiten aangesloten is bij de opdrachthoudende vereniging Intergem.
Gelet op het feit dat de agenda met documentatiestukken opgesteld werd door de Raad van Bestuur in zitting van 24 mei 2023.
Gelet op het feit dat de gemeente per aangetekend schrijven van 26 mei 2023 werd opgeroepen om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van Intergem die op maandag 28 augustus 2023 om 19.00 uur plaatsheeft in Hotel Serwir, Koningin Astridlaan te 9100 Sint-Niklaas.
Gelet op het feit dat een dossier met documentatiestukken bij deze oproepingsbrief waren gevoegd.
Gelet op het artikel 432, alinea 3 van het Decreet over het Lokaal Bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke Algemene Vergadering.
Het tweede agendapunt omvat de realisatie van de partiële splitsing door overneming van de activiteiten elektriciteit, aardgas, openbare verlichting, Strategische Participaties (Elia, Publi-T en Publigas voor Affligem en Elia en Publi-T voor Bever) en openbare elektronische-communicatie-netwerken, met betrekking tot de gemeenten Affligem en Bever over te brengen van de Opdrachthoudende vereniging Intergem (Fluvius Midden-Vlaanderen) naar de Opdrachthoudende vereniging Sibelgas (Fluvius Halle-Vilvoorde).
De gemeenten Affligem en Bever wensen de keuze te maken om, samen met de gemeenten Asse, Beersel, Dilbeek, Drogenbos, Galmaarden, Gooik, Halle, Herne, Kapelle-op-den-Bos, Kraainem, Lennik, Liedekerke, Linkebeek, Londerzeel, Merchtem, Opwijk, Pepingen, Roosdaal, Sint-Genesius-Rode, Sint-Pieters-Leeuw, Steenokkerzeel, Ternat, Wezembeek-Oppem, Zaventem en Zemst en de bestaande deelnemers van Sibelgas, de distributienetbeheerder Fluvius Halle-Vilvoorde voor zowel elektriciteit als aardgas te vormen. Daarom stellen de raden van bestuur van Intergem en Sibelgas voor een partiële splitsing door overneming te realiseren waarbij voornoemde gemeenten voor de activiteiten elektriciteit, aardgas, openbare verlichting, Strategische Participaties (Elia, Publi-T en Publigas voor Affligem en Elia en Publi-T voor Bever) en openbare elektronische-communicatie-netwerken uit de Opdrachthoudende vereniging Intergem (Fluvius Midden-Vlaanderen) zullen treden en zullen toetreden tot de Opdrachthoudende vereniging Sibelgas (Fluvius Halle-Vilvoorde). Door deze partiële splitsing zullen voornoemde gemeenten de randvoorwaarden, zoals opgelegd in het artikel 4.1.1 van het Energiedecreet, op 1 januari 2025 respecteren.
Overeenkomstig het artikel 422 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur is, voor onder meer de Opdrachthoudende verenigingen die overeenkomstig artikel 4.1.1 van het Energiedecreet van 8 mei 2009 zijn aangewezen als distributienetbeheerder, uittreding ten gevolge van een gebiedsuitwisseling mogelijk als de gemeenten en de betrokken Opdrachthoudende verenigingen daarmee instemmen en afspraken hebben over de modaliteiten voor de uitvoering ervan.
Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009.
Gelet op het Decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur.zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering van de Opdrachthoudende vereniging Intergem d.d. 28 augustus 2023 :
a. Vaststelling van de in het splitsingsvoorstel opgenomen opschortende voorwaarden en tijdsbepaling.
b. Kennisneming van het splitsingsvoorstel (art. 12:59 WVV), van het omstandig verslag van de Raad van Bestuur (art. 12:61 WVV) en van de Commissaris (art. 12:62 WVV) met betrekking tot het voorstel tot partiële splitsing door overneming en van eventuele belangrijke wijzigingen in activa en passiva van het vermogen (art. 12:63 WVV), met juridische, boekhoudkundige en fiscale uitwerking van de partiële splitsing per 1 januari 2025.
De deelnemers kunnen één maand voor de Algemene Vergadering op de zetel van Intergem kennis nemen van het splitsingsvoorstel, voormelde verslagen en de overige stukken bedoeld in de artikelen 12:59, 12:61 en 12:62 WVV en kosteloos een kopie van deze stukken verkrijgen.
c. Goedkeuring van:
d. Aanvaarding van de uittreding voor de activiteiten elektriciteit, aardgas, openbare verlichting, openbare elektronische-communicatienetwerken[2] en Strategische Participaties (Elia, Publi-T en Publigas) van de gemeente Affligem vanaf 1 januari 2025.
e. Aanvaarding van de uittreding voor de activiteiten elektriciteit, aardgas, openbare verlichting, openbare elektronische-communicatienetwerken[3] en Strategische Participaties (Elia en Publi-T) van de gemeente Bever vanaf 1 januari 2025.
f. Kennisneming van de statuten van Fluvius Halle-Vilvoorde.
g. Vaststelling van de noodzakelijke uitvoeringsmaatregelen en verlenen van de desbetreffende machtiging naar aanleiding van de besluitvorming omtrent de partiële splitsing en wijzigingen aan het eigen vermogen en inzonderheid verlening van machtiging aan de Raad van Bestuur met mogelijkheid tot subdelegatie om:
3. Verlenen van machtiging aan de Secretaris van de Raad van Bestuur met de mogelijkheid tot subdelegatie voor de opmaak en finalisering van de nodige documenten en afhandeling van de formaliteiten met betrekking tot de agendapunten 1 en 2 te actualiseren en te finaliseren, en om de beslissingen genomen in de agendapunten 1 en 2 bij authentieke akte doen vaststellen.
PARTIËLE SPLITSING DOOR OVERNEMING VAN INTERGEM (FLUVIUS MIDDEN-VLAANDEREN) NAAR SIBELGAS (FLUVIUS HALLE-VILVOORDE) VOOR DE ACTIVITEITEN ELEKTRICITEIT, AARDGAS, OPENBARE VERLICHTING, STRATEGISCHE PARTICIPATIES (ELIA, PUBLI-T en PUBLIGAS VOOR AFFLIGEM EN ELIA EN PUBLI-T VOOR BEVER) EN OPENBARE ELEKTRONISCHE-COMMUNIATIE-NETWERKEN VAN DE GEMEENTEN AFFLIGEM EN BEVER
Zijn goedkeuring te hechten aan het voorstel van partiële splitsing Intergem (Fluvius Midden-Vlaanderen) / Sibelgas (Fluvius Halle-Vilvoorde) door overneming inzake de overgang van Intergem (Fluvius Midden-Vlaanderen) naar Sibelgas (Fluvius Halle-Vilvoorde) van alle activiteiten verbonden aan de gemeenten Affligem en Bever.
De algemene vergadering in buitengewone zitting van Intergem wordt verzocht de uittreding van de gemeente Affligem voor de activiteiten elektriciteit, aardgas, openbare verlichting, Strategische Participaties (Elia, Publi-T en Publigas) en openbare elektronische-communicatienetwerken en van de gemeente Bever voor de activiteiten elektriciteit, aardgas, openbare verlichting, Strategische Participaties (Publi-T en Publigas) en openbare elektronische-communicatienetwerken te willen aanvaarden. Ingevolge deze uittredingen zal het deelnemersregister en de bijlage 1 bis van Intergem met ingang van 1 januari 2025 hiermee in overeenstemming worden gebracht.
Kennis te nemen van de ontwerpstatuten van Fluvius Halle-Vilvoorde.
De betrokken Opdrachthoudende verenigingen te verzoeken om de nodige bestuurlijke en vennootschapsrechtelijke acties te ondernemen om uitvoering te kunnen geven aan bovenstaande beslissingen van deze gemeenteraad.
de vertegenwoordiger van de stad Aalst, mevrouw Caroline De Meerleer met als plaatsvervanger de heer Vincent Delforge, die zal deelnemen aan de buitengewone algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging Intergem op 28 augustus 2023 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 tot en met 3 van onderhavige beslissing;
de kennisgeving van voormelde beslissing te verrichten aan de opdrachthoudende vereniging Intergem, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be
Gelet op de uitnodiging via e-mail van 12 juni 2023 tot de buitengewone algemene vergadering van Zefier op dinsdag 19 december 2023 om 14u, die zal doorgaan op de CommunicatieCampus, AuditoRium 4, Sint-Denijslaan 485 te Gent;
Gelet op de ter beschikking gestelde stukken;
Overwegende dat naar aanleiding van de invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (het “WVV”) Zefier uiterlijk tegen 1 januari 2024 haar statuten in overeenstemming dient te brengen met de dwingende bepalingen van het WVV;
Overwegende dat in dat verband de raad van bestuur van Zefier een ontwerp van statutenwijziging heeft voorbereid, waarvan de ontwerptekst samen met een artikelsgewijze toelichting, een verslag betreffende de soorten van aandelen en een verslag betreffende coöperatieve finaliteit aan de stad/gemeente werden overgemaakt. Daarin stelt de raad van bestuur onder meer voor Zefier te laten voortbestaan als een coöperatieve vennootschap, aangezien Zefier kan worden geacht een coöperatieve finaliteit te hebben;
Overwegende dat de wijzigingen aan de statuten van Zefier notarieel dienen te worden vastgesteld op een buitengewone algemene vergadering van Zefier. Deze algemene vergadering strekt er louter toe de wijzigingen zoals die zijn voorgesteld door de raad van bestuur goed te keuren. Om die reden en teneinde de praktische implementatie van de statutenwijziging te vereenvoudigen, stelt de raad van bestuur aan de vennoten van Zefier voor om een volmacht te verlenen teneinde de stad Aalst te vertegenwoordigen op deze buitengewone algemene vergadering;
Overwegende dat geen bezwaren voorhanden zijn om de goedkeuring van de voorgelegde agendapunten te weigeren;
Overwegende dat dit besluit geen financiële gevolgen heeft;
De gemeenteraad dient de agenda van de buitengewone algemene vergadering van 19 december 2023 goed te keuren en het mandaat vast te stellen:
1. Omvorming van de statutair onbeschikbare eigen vermogensrekening in een beschikbare eigen vermogensrekening.
2. Kennisname van de volgende verslagen :
3. Toevoeging van een nieuw artikel in de statuten inzake de coöperatieve waarden en finaliteit van de Vennootschap.
4. Aanname van een nieuwe tekst van statuten teneinde deze onder meer in overeenstemming te brengen met de genomen beslissingen en met het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
5. Volmacht voor de coördinatie van statuten.
6. Machtiging aan het bestuursorgaan tot uitvoering van de te nemen beslissingen.
7. Volmacht voor de formaliteiten.
de tijdige ontvangst te bevestigen van de oproeping voor de buitengewone algemene vergadering van Zefier op 19 december 2023 met bijhorende agenda en stukken;
kennis te nemen van en goedkeuren van de agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van Zefier op 19 december 2023 en van de bijhorende stukken. De in deze stukken opgenomen motivering wordt bijgetreden;
1. Omvorming van de statutair onbeschikbare eigen vermogensrekening in een beschikbare eigen vermogensrekening.
2. Kennisname van de volgende verslagen :
3. Toevoeging van een nieuw artikel in de statuten inzake de coöperatieve waarden en finaliteit van de Vennootschap.
4. Aanname van een nieuwe tekst van statuten teneinde deze onder meer in overeenstemming te brengen met de genomen beslissingen en met het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
5. Volmacht voor de coördinatie van statuten.
6. Machtiging aan het bestuursorgaan tot uitvoering van de te nemen beslissingen.
7. Volmacht voor de formaliteiten.
de statutenwijziging van Zefier zoals zij werd voorgelegd integraal goed te keuren;
de heer Philippe Rossie, secretaris van Zefier, iedere advocaat of medewerker van het advocatenkantoor Stibbe (met zetel te Loksumstraat 25, 1000 Brussel) en iedere medewerker van het notariskantoor Berquin (met zetel te Lloyd Georgelaan 11, 1000 Brussel), alleen handelend en met mogelijkheid tot indeplaatsstelling, als afgevaardigde aan te duiden op de buitengewone algemene vergadering van Zefier, waarbij de afgevaardigde handelt volgens de steminstructies van de gemeenteraad;
haar vertegenwoordiger aangeduid door de gemeenteraad d.d. 27 februari 2019 en 27 oktober 2020, mevrouw Katrien Beulens met als plaatsvervanger de heer Bart Van de Neste, opdracht te geven aan de afgevaardigde om op de buitengewone algemene vergadering van Zefier alle punten van de agenda goed te keuren. Eveneens opdracht te geven aan de afgevaardigde om alle overige handelingen en/of transacties te stellen die nodig zijn of nuttig kunnen zijn in het kader van de voorgenomen buitengewone algemene vergadering.
een voor eensluidend verklaard afschrift van dit besluit te bezorgen aan info@zefier.be.
De stad Aalst is lid van de welzijnsvereniging Audio, die voor zijn leden interne audits organiseert.
Op de Algemene Vergadering van Audio van 26 mei 2023 werd de toetreding van OCMW Landen, AGB Landen, gemeente Hove, OCMW Hove, gemeente Herent, OCMW Herent, gemeente Kruibeke, OCMW Kruibeke, AGB Kruibeke goedgekeurd onder voorbehoud van de instemming van de bestaande deelgenoten.
De toetreding van voormelde kandidaat-leden wordt nu voorgelegd aan de gemeenteraad van het stad Aalst.
Artikel 482 van het Decreet Lokaal Bestuur stelt dat nieuwe leden van een welzijnsvereniging alleen kunnen toetreden wanneer alle deelgenoten daarmee instemmen.
De groeistrategie dat werd goedgekeurd door de algemene vergadering Audio van 20 mei 2022.
de toetreding van het OCMW Landen tot de vereniging Audio goed te keuren.
de toetreding van AGB Landen tot de vereniging Audio goed te keuren.
de toetreding van de gemeente Hove tot de vereniging Audio goed te keuren.
de toetreding van het OCMW Hove tot de vereniging Audio goed te keuren.
de toetreding van de gemeente Herent tot de vereniging Audio goed te keuren.
de toetreding van het OCMW Herent tot de vereniging Audio goed te keuren.
de toetreding van de gemeente Herent tot de vereniging Audio goed te keuren.
de toetreding van de gemeente Kruibeke tot de vereniging Audio goed te keuren.
de toetreding van het OCMW Kruibeke tot de vereniging Audio goed te keuren.
de toetreding van AGB Kruibeke tot de vereniging Audio goed te keuren.
deze beslissing te vermelden op de lijst bedoeld in art. 330 van het decreet over het lokaal bestuur.
De stad Aalst is lid van de welzijnsvereniging Audio, dat voor zijn leden interne audits organiseert.
Op 26 mei 2023 vond de algemene vergadering van Audio plaats. Het verslag hiervan wordt ter kennis gebracht aan de leden van de gemeenteraad.
het verslag van de algemene vergadering van 26 mei 2023 van Audio.
De stad Aalst is lid van de welzijnsvereniging Audio, dat voor zijn leden interne audits organiseert.
Op 26 mei 2023 vond de algemene vergadering van Audio plaats waar de jaarrekening 2022 van Audio werd vastgesteld zonder opmerkingen. Deze jaarrekening wordt ter kennis gebracht aan de leden van de gemeenteraad.
De gemeenteraad kan binnen vijftig dagen na verzending zijn advies/opmerkingen ter kennis brengen van de provinciegouverneur. Het is uiteindelijk de gouverneur die de jaarrekening Audio goedkeurt.
de jaarrekening 2022 van Audio, zoals gevoegd in bijlage, positief te adviseren.
Op basis van artikel 21 van de beheersovereenkomst stelt het autonoom gemeentebedrijf een jaarverslag op. De Raad van Bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Aalst AGSA) stelde op 7 juni 2023 het jaarverslag 2022 vast en vraagt aan de leden van de gemeenteraad het jaarverslag 2022 goed te keuren.
het jaarverslag 2022 van het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Aalst (AGSA), vastgesteld door de Raad van Bestuur van het AGSA op 7 juni 2023, en zoals gevoegd als bijlage, goed te keuren.
Op basis van 243 §2 en §3 van het Decreet Lokaal Bestuur dient de Raad van Bestuur van een autonoom gemeentebedrijf de jaarrekening ter advisering voor te leggen aan de gemeenteraad.
De Raad van Bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Aalst (AGSA) stelde op 7 juni 2023 de jaarrekening BBC 2022 vast en vraagt aan de leden van de gemeenteraad positief advies over de jaarrekening BBC 2022.
de jaarrekening BBC 2022 van het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Aalst (AGSA), vastgesteld door de Raad van Bestuur van het AGSA op 7 juni 2023, en zoals gevoegd in bijlage, positief te adviseren.
Op basis van artikel 3:1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen dient de Raad van Bestuur van een autonoom gemeentebedrijf de vennootschapsjaarrekening ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad. De Raad van Bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Aalst (AGSA) stelde op 7 juni 2023 de vennootschapsjaarrekening 2022 vast en vraagt aan de leden van de gemeenteraad goedkeuring over de vennootschapsjaarrekening 2022. De leden van de gemeenteraad worden ook verzocht akte te nemen van het verslag van de bedrijfsrevisor.
de vennootschapsjaarrekening 2022 van het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Aalst (AGSA), vastgesteld door de Raad van Bestuur van het AGSA op 7 juni 2023 en zoals gevoegd in bijlage, goed te keuren.
kennis te nemen van het verslag van de bedrijfsrevisor.
De gemeenteraad besliste in zitting van 30 mei 2023 om een retributie in te voeren voor de voorstellingen met een capaciteitsbeperking. Oorspronkelijk werd aan de gemeenteraad gevraagd om een delegatie te verlenen aan het College van Burgemeester en Schepenen voor het vaststellen van de tarieven. Tijdens de zitting werd echter een amendement ingediend met de vraag om dergelijke delegatie niet toe te staan. Dit amendement werd door de gemeenteraad aanvaard. In het ontwerpbesluit van de gemeenteraad van 30 mei 2023 werden geen tarieven opgenomen waardoor deze via een aanpassing toegevoegd worden.
Enkel voor de voorstellingen met een capaciteitsbeperking is er een ticketverkoop, dit om lange wachtrijen en teleurstelling te vermijden bij het publiek, maar tegelijk, er ook voor te zorgen dat wie een ticket reserveert ook daadwerkelijk naar de voorstelling komt.
Kinderen jonger dan 12 jaar krijgen gratis toegang mits reservatie vooraf. Tickets kunnen zowel digitaal als in De Werf aangekocht worden.
Artikel 173 van de Grondwet.
De titel van de retributie wordt gewijzigd in "Retributie CIRK! 2023"
Artikel 2 wordt volledig vervangen door volgende tekst:
"De ticketvoorstellingen worden betalend en bijgevolg zijn onderstaande tarieven (artikel 4) van toepassing tijdens de editie van CIRK! 2023 dat doorgaat op 25, 26 en 27 augustus 2023.".
Artikel 4 wordt volledig vervangen door volgende tekst:
"De tarieven van deze retributie worden vastgesteld als volgt:
Artiest | Voorstelling | Locatie | Standaardtarief | Tarief Uitpas aan kansentarief |
Be flat | Double You | Sint-Jozefscollege sportzaal | 8,00 EUR | 1,50 EUR |
Tempo D'Eole (tbc) | A Bois | Stadspark (tent) | 8,00 EUR | 1,50 EUR |
Yerko & Denisse | Flaneurs | CC De Werf | 8,00 EUR | 1,50 EUR |
Un Loup pour L'Homme (tbc) | Cuir | Walstroom/La Georgie | 8,00 EUR | 1,50 EUR |
Bal Populair met Borokov Borokov en Radio Tenerife | Pupillen vrijdag | 5,00 EUR | 1,50 EUR |
Kinderen jonger dan 12 jaar krijgen gratis toegang mits reservatie vooraf.".
Op vraag van het diensthoofd van de bibliotheek, wordt bestaand meubilair aangepast en bijkomend meubilair voorzien voor Utopia:
- plaatsen van deuren aan de open kast in verteltheater Katoren om materialen netjes te kunnen opbergen;
- presentatiewand voor brochures van partnerorganisaties uit het sociaal-culturele veld;
- presentatieplanken aan de kastwanden in de jeugdafdeling;
- presentatiemeubel op maat voor de collectie kamishibai vertelplaten en verteltheaters;
- mobiele presentatiemeubels voor de collecties romans en informatieve boeken;
- presentatiewand op maat voor de collectie dwarsliggers (boeken in zakformaat);
- mobiele stripbakken voor de collectie anderstalige strips;
- verwijderen van lades in de kast voor een betere opstelling van de collectie bladmuziek;
- zitmeubel voor infopunt over Dirk Martens;
- mobiele zit/stabalie als extra infopunt of werkpost in de collectie, bij inschrijvingen voor activiteiten en voorstellingen, …
- aanpassing van het tijdschriftenmeubel: vervangen van de zware frontpanelen door een meer gebruiksvriendelijk, duurzamer en veiliger systeem;
- zitmeubel voor infopunt met erfgoedcollectie over Louis Paul Boon.
Enkel de firma Vanhout.pro nv kan deze opdracht uitvoeren, aangezien deze firma het oorspronkelijk maatwerkmeubilair leverde voor Utopia op basis van een gunningsprocedure die door AGSA werd gevoerd en men de uniformiteit en aansluiting op het bestaand meubilair wenst te garanderen.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 85 312,92 EUR exclusief btw of 103 228,63 EUR inclusief 21% btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° d) ii) (de opdracht kan slechts door één bepaalde ondernemer worden uitgevoerd om redenen van: mededinging ontbreekt om technische redenen).
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
De lastvoorwaarden en de raming voor de opdracht “Thema Mens - dienst Bibliotheken. Aankoop meubilair en herstelling van bestaand meubilair in Utopia”, vast te stellen. De raming bedraagt 85 312,92 EUR exclusief btw of 103 228,63 EUR inclusief 21% btw.
Bovengenoemde opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
De uitgave voor deze opdracht te voorzien in het investeringsbudget van het meerjarenplan 2020-2025 onder budgetlijn MJP005917.
Huidige opdracht is een bestellingsopdracht met als doel de aanstelling van een veiligheidscoördinator. Deze veiligheidscoördinator zal voor elk van de bestellingen die bij hem door de aanbestedende overheid worden geplaatst het geheel van prestaties uitvoeren, noodzakelijk voor de realisatie van de objectieven in verband met de veiligheid en gezondheid, die hem worden opgelegd ingevolge:
De bestellingen kunnen betrekking hebben op de ontwerpfase of op de verwezenlijkingfase van een bepaald project of op beide fases. De focus ligt op veiligheidscoördinatie in kader van infrastructuurwerken (wegen- en rioleringswerken) en niet in kader van gebouwen.
Onder project wordt verstaan, het geheel van werken of prestaties, noodzakelijk om tot een vooropgesteld einddoel te komen.
De stad Aalst is opdrachtgever. De prestaties worden uitgevoerd voor rekening van de stad Aalst.
Bij de projecten kunnen ook andere partijen betrokken zijn, bijvoorbeeld naburige gemeenten, het Vlaams Gewest en haar instellingen, Aquafin NV, de provincie, polderbestuur, enzovoort. De rekening zal in dat geval onder die partijen verdeeld worden overeenkomstig een overeengekomen verdeelsleutel.
Geografisch is deze opdracht beperkt tot projecten op het grondgebied van de stad Aalst en buurgemeenten. Vergaderingen kunnen wel ook doorgaan in de gebouwen van andere betrokken partijen bij een project (bv. bij Aquafin te Aartselaar, Agentschap Wegen en Verkeer te Gent).
Elke bestelling voor een opdracht zal hetzij de raming, hetzij, indien gekend, het bedrag van de goedgekeurde offerte voor de uitvoering van de werken vermelden.
De toewijzing van deze opdracht geeft aan de veiligheidscoördinator geen enkel exclusiviteitsrecht. De stad Aalst kan tijdens de geldigheidsduur van deze opdracht en binnen de erin bepaalde geografische omschrijving, prestaties inzake veiligheidscoördinatie laten uitvoeren door andere veiligheidscoördinatoren of door haar eigen diensten zonder enige schadevergoeding verschuldigd te zijn jegens de veiligheidscoördinator aangesteld in het kader van deze opdracht.
De te verlenen diensten evenals de hieraan verbonden uitvoeringstermijnen worden nader beschreven deel 2 van het bestek.
Inlichtingen
De dienstverleners kunnen alle nuttige inlichtingen krijgen bij de contactpersoon vermeld in de synopsis.
In het kader van de opdracht “Thema Ruimte - dienst Openbare Werken. Raamovereenkomst voor de coördinatie ontwerp en coördinatie verwezenlijking bij wegenis- en rioleringsprojecten” werd een bestek met nr. 23/MJI-48/23-27V opgesteld.
De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 32 500 EUR exclusief btw per jaar of 130 000 EUR exclusief btw of 157 300 EUR inclusief 21% btw voor de maximale periode van 4 jaar.
De basisopdracht zal worden afgesloten tot 31 december 2023 met daarna stilzwijgende verlenging van telkens één jaar (vanaf 1 januari tot 31 december) gedurende 3 jaar.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36 en artikel 57 en artikel 43.
Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Het bijzonder bestek met nr. 23/MJI-48/23-27V en de raming voor de opdracht “Thema Ruimte - dienst Openbare Werken. Raamovereenkomst voor de coördinatie ontwerp en coördinatie verwezenlijking bij wegenis- en rioleringsprojecten”, worden vastgesteld. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 130 000 EUR exclusief btw of 157 300 EUR inclusief 21% btw voor een periode van 4 jaar.
Bovengenoemde opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.
De uitgave voor deze opdracht te laten uitvoeren met kredieten voorzien in het investeringsbudget van het meerjarenplan 2020- 2025 en volgend meerjarenplan onder budgetlijnen MJP003610 - AC000169 – 0200-70/2240007 en MJP003611 – AC000169 – 0200- 70/2270007.
De vorige concessie liep ten einde op 31 augustus 2022. Het Melkhuisje wordt op de dag van vandaag niet uitgebaat. Er is een dringende behoefte aan een nieuwe uitbater concessiehouder. De onderhandelingen met de enige kandidaat naar aanleiding van de laatst lopende procedure resulteerden niet in een overeenkomst. Dus werd die procedure door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 19 juni 2023 stopgezet en wordt nu een aangepaste leidraad ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Inhoud leidraad:
We mikken met de nieuwe concessie op een attractief RéCa-concept (restaurant/café) dat uniek is voor Aalst. We leggen weinig conceptuele inhoudelijke vereisten op, om zoveel mogelijk ideeën een kans te geven. We verwachten wel dat de concessie mee bijdraagt tot de beleving van het Stadspark. Daarom moet de concessie zeker familievriendelijk en toegankelijk zijn. Het moet een uniek concept bieden en het aanbod moet van hoge kwaliteit zijn aan democratische prijzen.
Timing:
* Na goedkeuring door de gemeenteraad wordt de leidraad gelanceerd.
* Kandidaten krijgen op twee data de kans om een plaatsbezoek te doen voorafgaand aan de opmaak van hun voorstel.
* Voorstellen moeten ingediend zijn tegen 28 augustus 2023
* Na administratieve nazicht bestaat de mogelijkheid tot mondelinge toelichting van de voorstellen aan de jury. Voorstellen van kandidaten kunnen nog gewijzigd worden op basis van dit gesprek, tevens kan er onderhandeld worden.
* Vervolgens wordt definitief ingediend en doet de jury beoordeling op basis van de gunningscriteria.
* We mikken erop de toewijzing te doen in oktober 2023.
* Werken aan het gebouw kunnen starten vanaf de toewijzing.
* We streven er naar dat de nieuwe concessie operationeel zal zijn tegen zomer 2024.
Het is van belang om nu voldoende tijd te nemen om het beste dossier te verkrijgen voor het Melkhuisje. Er wordt bekeken om het ontbreken van een concessionaris tussentijds te overbruggen met ambulante handel.
Het pand:
* Kandidaten worden in het bestek maximaal geïnformeerd over belangrijke zaken. Dat gaat dan onder andere omtrent:
* De erfgoedbescherming: Het Stadspark is beschermd cultuurhistorisch landschap. We gaan ervan uit dat beperkte verbouwingen aan het exterieur mogelijk zijn, zolang de architectuur en het uitzicht van het gebouw bewaard blijven en de integratie in het park niet geschaad wordt. Concreet houdt dit in dat een vaste constructie mogelijk wordt op de terraszone om de zitzone voor klanten uit te breiden. Die uitbreiding is mogelijk voor de gehele breedte van het gebouw, aan de voor- en achterzijde en dit voor de helft van de diepte van de terraszone aan beide zijden. Voor wat betreft het interieur is er meer vrijheid, zolang dit geen impact heeft op het exterieur.
* De staat van het gebouw. Deze is niet conform hedendaagse normen inzake duurzaamheid en energie. Daarom zal de stad een bijdrage van 323 000 EUR doen voor minimale werken, die omschreven zijn in de leidraad. Er staat een uitgebreide conditiestaat van het gebouw in de leidraad om kandidaten goed te informeren. Daarnaast zal de stad zelf ook enkele minimale werkzaamheden ten laste nemen. Het betreft werken die geen voorafname inhouden op het toekomstige concept dat invulling kan geven aan het Melkhuisje.
* Er hoeven geen openbare toiletten meer te zijn aan het Melkhuisje. De toiletten van de concessie staan ten dienste van de uitbating. Elders in het park zijn publieke toiletten die andere bezoekers van het park kunnen gebruiken.
Gezien de stad veel vrijheid wil geven aan mogelijke ideeën, zijn de toewijzingscriteria ruim geformuleerd:
* Concept + business plan (40punten)
* Investeringsgraad (40 punten)
* Bedrag concessievergoeding (20 punten)
Op criteria concept/business plan en investeringsgraad moeten kandidaten minimaal 55% scoren om in aanmerking te kunnen komen. Als vergoeding verwachten we minimaal 15 000 EUR excl. BTW per jaar, met een kortingspercentage in jaar 1 van 75%, 50% in jaar 2 en 25% in jaar 3. Uiteraard staat het kandidaten vrij om een hogere vergoeding te bieden. Bij de toewijzingscriteria zullen ze daarvoor beloond worden. De duur van de concessie is vijftien jaar en één keer verlengbaar met 9 jaar na een positieve evaluatie. De evaluatie tot verlenging van de overeenkomst vindt plaats na vijftien jaar. De globale duur van de concessie bedraagt, mits positieve evaluatie, maximum 24 jaar.
In het kader van de opdracht “Concessie van het Melkhuisje in het park te Aalst” werd een leidraad met nr. 23/CON-52 opgesteld. Voor deze werkzaamheden wordt er een toelage voorzien vanuit de stad van 323 000 EUR.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van van concessie van diensten.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten.
Koninklijk Besluit van 25 juni 2017 betreffende de plaatsing en de algemene uitvoeringsregels van de concessieovereenkomsten. Hierna genoemd 'KB concessies'
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies. Hierna genoemd 'Rechtsbeschermingswet'.
De leidraad met nr. 23/CON-52 en de raming voor de opdracht “Thema Ruimte. Concessie van het melkhuisje in het park te Aalst”, vast te stellen. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in de leidraad
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van concessie van diensten.
De goedkeuring van wijzigingen naar aanleiding van onderhandelingen en de goedkeuring van de overeenkomst te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen, zodat de toewijzing en goedkeuring van de overeenkomst kunnen deel uitmaken van een en dezelfde beslissing.
De jaarrekening omvat een beleidsevaluatie, een financiële nota en een toelichting naast de documentatie bij de jaarrekening.
In deze jaarrekening worden de waarderingsregels opgenomen die van toepassing zijn zowel voor OCMW Aalst als voor stad Aalst.
Ook de gemeentelijke toelage voor het OCMW wordt conform de nieuwe onderrichtingen verwerkt in de jaarrekening.
gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
De jaarrekening deel OCMW over het boekjaar 2022, zoals gevoegd in bijlage, goed te keuren.
Dit besluit wordt ter goedkeuring verzonden aan de provinciegouverneur via het digitale loket van het agentschap binnenlands bestuur.
De jaarrekening omvat een beleidsevaluatie, een financiële nota en een toelichting naast de documentatie bij de jaarrekening.
in deze jaarrekening worden de waarderingsregels opgenomen die van toepassing zijn, zowel voor OCMW Aalst als voor stad Aalst.
Ook de gemeentelijke toelage voor het OCMW wordt conform de nieuwe onderrichtingen verwerkt in de jaarrekening.
gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
De jaarrekening over het boekjaar 2022, zoals gevoegd in bijlage, vast te stellen.
Dit besluit wordt ter goedkeuring verzonden aan de provinciegouverneur via het digitaal loket van het agentschap binnenlands bestuur.
De omzendbrief 2019/4 van 03 mei 2019 betreft de opmaak van een nieuw meerjarenplan 2020 - 2025.
De omzendbrief 2020/3 van 18 september betreft de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Goedkeuring te geven aan de aanpassing meerjarenplan 7 / 2020 - 2025 voor deel OCMW, zoals vastgesteld door de raad van maatschappelijk welzijn en overeenkomstig de bijlagen.
Afschrift van onderhavige beslissing wordt aan de provinciegouverneur bezorgd via het digitaal loket lokaal bestuur.
De omzendbrief 2019/4 van 03 mei 2019 betreft de opmaak van een nieuw meerjarenplan 2020 - 2025.
De omzendbrief 2020/3 van 18 september betreft de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Vaststelling van de aanpassing meerjarenplan 7 / 2020 - 2025, overeenkomstig de bijlagen.
Afschrift van onderhavige beslissing wordt aan de provinciegouverneur bezorgd via het digitaal loket lokaal bestuur.
De stad Aalst neemt voor de activiteit distributienetbeheer elektriciteit en/of gas deel aan de opdrachthoudende vereniging Intergem.
Sinds eind 2004 behoren de openbare verlichtingsnetten en -aansluitingen tot de eigendom van de distributienetbeheerders.
Voor de activiteiten met betrekking tot de openbare verlichting wordt een vergoeding aan kostende prijs aangerekend aan de deelnemers.
De deelnemers van Intergem hebben in 2004 naar aanleiding van de overname (aankoop) door de distributienetbeheerder van de openbare verlichtingsnetten via gemeenteraadsbesluit de beheersoverdracht rond de activiteit openbare verlichting herbevestigd/beslist. Statutair werd ingeschreven dat deze beheersoverdracht voor de exploitatie van de openbare verlichting geldt voor de volledige duur van de aansluiting en dat de beheersoverdracht voor de nevenactiviteit openbare verlichting steeds herroepbaar is.
Stand van zaken huidige OV-park binnen de stad Aalst:
Op 1 januari 2023 bestond het OV-park uit:
Steden en gemeenten staan voor grote uitdagingen op het vlak van de openbare verlichting, milieu, energiebesparing, kostenefficiëntie en Smart City. Er is de snelle technologische evolutie op het vlak van de verlichtingstoestellen en hun aansturing. Lokale besturen krijgen tal van mogelijkheden om gegevens te verzamelen waarmee ze hun beleid beter kunnen afstemmen op de behoeften en vragen van hun burgers, het lokale bestuur zelf, de overheid en ondernemingen. Daarnaast hebben de lokale besturen zich via de burgemeestersconvenanten geëngageerd tot doelstellingen op het vlak van energie-efficiëntie en CO2-besparing.
Als werkmaatschappij voor de netbeheerders in dienst van de lokale besturen wil Fluvius System Operator cv een actieve ondersteuning aanbieden bij de uitwerking van een beleid op maat op vlak van milieu, verlichting en Smart City-infrastructuur (de netten, steunen en erop geïnstalleerde applicaties).
De raad van bestuur van Intergem heeft in zitting van 9 mei 2019 het reglement ‘Fluvius Openbare verlichting en diensten door de distributienetbeheerders aan lokale besturen’ goedgekeurd. Dit reglement wordt toegevoegd als bijlage bij dit gemeenteraadsbesluit, waarvan de tekst primeert op onderstaande samenvatting. Het reglement kan als volgt worden samengevat:
Er wordt voorgesteld om per 1 juli 2023 bestaande verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen openbare verlichting in te brengen bij de distributienetbeheerder.
Het betreft in het bijzonder verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen openbare verlichting die zich situeren op of langs de openbare weg of op terreinen die publiek toegankelijk zijn en die toebehoren aan de stad/gemeente zelf, met name:
De lokale besturen kunnen ook de openbare verlichting van semi-openbare ruimten en hun netten inbrengen. Dit na risicoanalyse en het in overeenstemming brengen van de installaties aan de geldende wetgeving en regels en waarvan de inbreng op projectbasis gebeurt. Dit betreft:
Worden buiten de scope gehouden:
Worden in beginsel ook buiten scope van het reglement gehouden:
Voor de inbreng van de bestaande verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen openbare verlichting in de distributienetbeheerder gebeurt een waardering van deze installaties.
De inbrengwaarde wordt bepaald aan de hand van de economische nieuwwaarde van de steunen en armaturen en is gebaseerd op een gedetailleerde inventaris op datum van toetreding.
De vergoeding van de inbrengwaarde gebeurt:
Jaarlijks zal de raad van bestuur van de distributienetbeheerder aan de betrokken gemeenten/steden de opbrengsten en kosten verrekenen via het resultaat.
Op vraag van het lokale bestuur kunnen hier diensten zoals lichtplannen aan toegevoegd worden.
Na inbreng komen alle nieuwe investeringen dus ten laste van Intergem en in haar volle eigendom als activa.
De overgenomen installaties zullen over een periode van maximum twaalf jaar afgeschreven worden, gezien het plan om de verledding van Vlaanderen ten laatste tegen 2030 uit te voeren. De afschrijvingen van het gedeelte in cash zullen volgens dit ritme verrekend worden.
Deze investeringen voor de bestaande en voor de toekomstige verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen openbare verlichting zijn geënt op de vaststellingen en vooruitzichten zoals opgenomen in het (door de betrokken stad en de distributienetbeheerder overeengekomen) meerjarig investeringsplan openbare verlichting (op basis van lichtplan of masterplan openbare verlichting) en worden geconcretiseerd binnen het door de distributienetbeheerder opgemaakte reglement. Indien gewenst, zullen er bij het investeringsmeerjarenplan ook doelen bepaald worden zoals onder meer m.b.t. het effect van de investeringen op energieverbruik en CO2-uitstoot.
Als de stad Aalst wenst om versneld de masterplannen te realiseren en hiervoor bijkomende investeringsmiddelen nodig zijn, kan de gemeente/stad overwegen om middels een tussenkomst deze bijkomende investeringsmiddelen te voorzien en kan er samen onderzocht worden hoe dit kan gerealiseerd worden (bv. aannemerscapaciteit).
De bepaling van de prestatie-eisen en brandprogramma’s (dimmen, doven, enz.) blijft de bevoegdheid van de individuele steden/gemeenten. De steden/gemeenten bepalen dus het ritme en de locatie waar er een aanpassing/investering nodig is om aan deze eisen te voldoen.
De overeengekomen meerjarenplannen worden minstens eenmaal per jaar verfijnd en omgezet in een concreet jaaractieplan waarvoor de Raad van Bestuur van Intergem jaarlijks een maximaal budget goedkeurt voor het geheel van haar toegetreden steden/gemeenten dat besteed wordt op basis van de door de steden/gemeenten goedgekeurde lichtplannen of masterplannen.
Als het budget op het niveau van Intergem ontoereikend is voor de realisatie van de goedgekeurde masterplannen van de toegetreden lokale besturen gebeurt een proratering van het budget, enerzijds in functie van het aantal lichtpunten van de betrokken deelnemers, zoals opgenomen in de asset databank van de distributienetbeheerder, en anderzijds in functie van de realisatietermijn zoals opgenomen in de masterplannen.
Het eventueel saldo van het budget worden overgedragen en bij voorrang besteed binnen het budget voor het daaropvolgende jaar.
De distributienetbeheerder biedt een ruime keuze van (standaard)materialen aan via de jaarlijks vastgelegde catalogus.
De door de raad van bestuur vastgelegde en goedgekeurde beleidsregels en principes zoals preventieve en curatieve vervangingen blijven van toepassing.
Fluvius wil lokale besturen ondersteunen om hun Smart City-infrastructuur (netten, installaties, steunen, …) maximaal te valoriseren. De ondersteuning bestaat uit het beheer van de overeenkomsten met operatoren (bv. telecom) die gebruik willen maken van deze infrastructuur. Fluvius zal ervoor zorgen dat de installatie van applicaties (bv. camera’s, sensoren, verkeersgeleiding, telecominstallaties, …) en aansluiting op de netten veilig en correct uitgevoerd worden.
Het lokale bestuur krijgt periodiek diverse rapporteringen (stand van zaken van het overeengekomen actieplan, effecten ervan op het energieverbruik en de CO2-uitstoot, investeringen en onderhoud, nieuwe trends, specifieke Fluvius-projecten m.b.t. openbare verlichting en Smart City-infrastructuur,…).
Ruimte - Openbare werken stelt voor om volgende argumenten in overweging te nemen:
Dienst financiën besluit op basis van de aangeleverde informatie dat de stad op korte termijn een zeker financieel voordeel heeft bij de overdracht naar Intergem. Enerzijds valt de investeringsinspanning en bijhorende financiering weg bij de stad anderzijds is er een fiscaal voordeel dat wordt gerealiseerd bij realisatie door Intergem door de inbreng. Daartegenover staat wel dat de toekomstige dividenden voor electriciteit uit Intergem zullen dalen de volgende jaren. Deze worden wel gecompenseerd door de daling van de financieringskost van deze investeringen.
Gelet op het decreet lokaal bestuur.
Gelet op het reglement ‘Fluvius Openbare verlichting en diensten door de distributienetbeheerders aan lokale besturen’ zoals goedgekeurd op de raad van bestuur van Intergem heeft in zitting van 9 mei 2019.
Kennis te nemen van het reglement ‘Fluvius Openbare verlichting en diensten door de distributienetbeheerders aan lokale besturen’, zoals opgesteld en goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Intergem in zitting van 9 mei 2019.
Zijn goedkeuring te hechten aan de beheersoverdracht inzake de verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen en desgevallend de semi-openbare verlichtingsinstallaties, daaraan verbonden de automatische overdracht van de eigendom van de in de toekomst nog op te richten verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen en desgevallend de semi-openbare verlichtingsinstallaties.
En bijgevolg tevens zijn goedkeuring te hechten aan de uitbreiding van de huidige aansluiting van de stad Aalst bij de opdrachthoudende vereniging Intergem voor de activiteit openbare verlichting (verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen) en diensten als onderdeel van ‘licht als dienstverlening’ en zo deel te nemen aan het aanbod Fluvius Openbare verlichting en de opdrachthoudende vereniging te verzoeken om de ‘aanvaarding van de uitbreiding van deze aansluiting per 1 juli 2023’ voor te leggen aan de eerstvolgende algemene vergadering.
De inbreng die de stad Aalst heeft gedaan overeenkomstig het artikel 9 van de statuten van Intergem uit te breiden wat betreft:
De verlichtingstoestellen, lichtbronnen en steunen - op basis van een inventariswaarde per 31 december 2022 - tegen een inbrengwaarde van 1.189.174 euro in cash (zijnde 25% van de inbrengwaarde) en 3.567.450 euro in OV-aandelen (zijnde 75% van de inbrengwaarde) in te brengen bij de opdrachthoudende vereniging Intergem.
De inbreng van de semi-openbare verlichting gebeurt op projectbasis na risicoanalyse en na het in overeenstemming brengen van de installaties aan de geldende wetgeving en regels.
De inbrengwaarde wordt bepaald aan de hand van de economische nieuwwaarde van de steunen en armaturen en is gebaseerd op een gedetailleerde inventaris (voor inbrengen die gebeuren per 1 juli 2023 zal dit wat betreft de voorafgaande actuele raming de inventaris zijn op 31 december 2022, waarna deze zal geactualiseerd worden ifv de effectieve datum van toetreding, zijnde 1 juli 2023). De projecten die in 2023 op het grondgebied van de stad Aalst werden geïnitieerd en heden nog niet gefactureerd werden aan de stad Aalst, zullen integraal worden opgenomen in het aanbod “Fluvius openbare verlichting" en de voorgestelde werkwijze.
De distributienetbeheerder zal het nodige doen om de vereiste vennootschapsrechtelijke formaliteiten te vervullen die een inbreng met zich meebrengt en om het deelnemersregister bij de statuten dienovereenkomstig aan te passen.
De voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur aan te duiden om als gevolmachtigde van de stad Aalst de authentieke akte te ondertekenen alsook de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie vrij te stellen van het nemen van een ambtshalve inschrijving bij het overschrijven van de inbrengakte.
Bij verhindering van één van bovengenoemde personen kan elkeen van hen, overeenkomstig de artikelen 281 en 283 van het decreet over het lokaal bestuur, schriftelijk op een informatiedrager naar keuze een bevoegde persoon aanduiden om in zijn/haar opdracht als gevolmachtigde de voormelde ondertekening te volbrengen.
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan het secretariaat van de opdrachthoudende vereniging Intergem, (in pdf-versie) uitsluitend via e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.
De financieel directeur rapporteert in volle onafhankelijkheid jaarlijks over de uitvoering van zijn taak van voorafgaande controle van de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenissen.
Gelet op de toelichting door de financieel directeur.
Overwegende dat de financieel directeur voor alle overheidsopdrachten van het exploitatiebudget en investeringsbudget zijn visum dient te verlenen.
Overwegende dat de financieel directeur ook voor contractuele aanstellingen en of aanwervingen van personeel zijn visum dient te verlenen.
decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Akte te nemen van de toelichting door de financieel directeur over zijn taak van voorafgaande controle van de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenissen van de stad Aalst.
Ten gevolge van beslissing BTW E.T. 129.288 van 19 januari 2016 moest de financiering van de autonome gemeentebedrijven (AGB) grondig worden herzien. Omdat in AGB’s de exploitatieontvangsten doorgaans ontoereikend zijn om de exploitatiekosten te dekken, subsidieert de gemeente de werking.
Dit kon vroeger bij wijze van een specifieke werkingssubsidie die bepaalde specifieke uitgaven van het AGB dekt (bv. de personeelsuitgaven of de energiekosten). Bij een specifieke werkingssubsidie is er geen rechtstreeks verband tussen de prijs en de subsidie die de gemeente betaalt om een welbepaald goed te leveren of een welbepaalde dienst te verrichten, terwijl net dat rechtstreeks verband vereist is volgens de hierboven vermelde beslissing BTW. Met ingang van 1 januari 2016 mogen de specifieke werkingssubsidies dus niet meer in rekening worden gebracht bij de bepaling van het boekhoudkundig resultaat, enkel prijssubsidies worden nog aanvaard. Bij een prijssubsidie komt de gemeente tegemoet in het tarief van de aangerekende prestaties van het AGB. Deze prijssubsidie is onderworpen aan BTW. Enkel door economisch rendabel te zijn kan het AGB haar btw-statuut behouden. De prijssubsidie vanuit de gemeente garandeert de economische rendabiliteit van het AGB.
Aangezien het aantonen van een winstoogmerk voor AGB’s in het verleden vaak tot discussies met de fiscus leidde, werd circulaire 2022/C/100 in het leven geroepen. De circulaire herhaalt dat uit de statuten van de vermelde AGB’s moet blijken dat ze een winstoogmerk hebben, dat zij zich tot doel stellen winst uit te keren en dat dat ook daadwerkelijk gebeurt. Het operationeel resultaat van de globale activiteit mag geen systematische tekorten vertonen, waarbij werkings- en investeringssubsidies van andere dan gemeentelijke overheden wel meetellen, maar die van de gemeente niet. Gemeentelijke prijssubsidies worden wel in rekening gebracht bij de berekening van dit resultaat.
Belangrijk hierbij is dat de bedragen van de prijssubsidies slechts tweemaal per jaar kunnen worden herzien. Deze kunnen enkel naar de toekomst toe gewijzigd worden en moeten berekend worden op basis van het werkelijke aantal door het AGB verrichte diensten.
Overeenkomst tot het toekennen van prijssubsidies
Tussen De stad Aalst, met maatschappelijke zetel te 9300 Aalst, Grote Markt 3, hierbij vertegenwoordigd door burgemeester Christoph D’Haese, burgemeester, en de heer Wim Leerman, algemeen directeur, hiertoe gemachtigd door de beslissing van het college van burgemeester en schepenen.
En het Autonoom Gemeentebedrijf SPORTAG, met maatschappelijke zetel te 9300 Aalst,Werf9, hierbij vertegenwoordigd door de heer Matthias De Ridder, voorzitter van de Raad van de Bestuur, en de heer Sven Van Keymeulen, manager SPORTAG, hiertoe gemachtigd door de beslissing van de Raad van Bestuur.
Wordt overeengekomen dat de stad Aalst Prijssubsidie zal toekennen aan het SportAG voor de dienstverlening van het SportAG.
Dit prijssubsidiereglement legt de toekenning van deze prijssubsidies vast en geldt voor de periode vanaf 1 juli 2023 tot en met 31 december 2023.
Voorwaarden voor toekenning van de prijssubsidie:
Langs gemeentezijde zijn de nodige budgetten voor het toekennen van deze prijssubsidie voorzien op MJP003878-AC00200-0742-78.
Langs AG-zijde zijn deze budgetten ingeschreven op MJP001677-AC00261-0742-00.
Om deze prijsfactor te berekenen wordt er rekening gehouden met drie grote aspecten:
De boekhoudkundige verwerking zal gebeuren zoals voorgesteld in bijlage 1.
De compartimenten van de omzet van het AG waarop de prijsfactor wordt toegepast, worden weergegeven in bijlage 2. Deze lijst is niet exhaustief en kan aangepast worden indien de exploitatie van het AG wijzigt.
Betreffende het gewenste boekhoudkundig resultaat werd door de belastingsinspectie 5% van de omzet opgelegd.
Deze prijssubsidie zal per kwartaal worden opgevraagd op basis van de werkelijke omzet.
De prijssubsidie op basis van de voormelde parameters wordt op heden vastgelegd met coëfficiënt van 4,88 op de gerealiseerde omzet.
De financieel directeur dient minimaal jaarlijks aan de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn ofwel mondeling ofwel schriftelijk toelichting te geven over het debiteurenbeheer dat onder zijn verantwoordelijkheid valt. De financieel directeur staat in volle onafhankelijkheid in voor het debiteurenbeheer. De term " in volle onafhankelijkheid " betekent dat de raad in tegenstelling tot de andere opdrachten van de financieel directeur hier toezicht uitoefent.
Gelet op de interne werkwijze van terugvorderingen.
Gelet op de toelichting door de financieel directeur.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Akte te nemen van de toelichting door de financieel directeur over het gevoerde debiteurenbeheer van het afgelopen jaar.
A. Conceptnota subsidiebeleid: goedkeuring nota en vervolgstappen
Audit Vlaanderen heeft een audit uitgevoerd inzake het subsidiebeleid van de stad Aalst. Momenteel zijn er nog twee openstaande aanbevelingen (sinds 2020) waar we stappen voor dienen te ondernemen. De audit gaf volgende aanbevelingen mee:
Juridische zaken, Financiën en Strategie gingen volop met deze aanbevelingen aan de slag. We geven graag een korte stand van zaken bij elke aanbeveling.
Vanuit Juridische zaken, Financiën en Strategie werd een conceptnota subsidies uitgewerkt, die deze aanbevelingen opvangt. Om te streven naar zinvolle conformiteit en een onderbouwd en doordacht stadsbreed subsidiebeleid, biedt de nota een kader voor diensten om met subsidies aan de slag te gaan. Deze nota werd aangepast na overleg met betrokken diensten en naast de nota rond goede doelen gelegd teneinde voldoende afstemming te voorzien.
Kort samengevat, de nota:
2. Juridische basis + svz nominatie subsidies:
Daarnaast wordt door Juridische zaken, Financiën en Strategie ook een screening gedaan van alle nominatieve subsidies die worden uitgekeerd door de stad. Er werd in 2020 ook al eens nagegaan of deze nominatieve subsidies voldoende gemotiveerd zijn en een wettelijke basis hebben. Indien er iets ontbrak, werden daarbij de nodige stappen gezet. Deze screening werd eind 2022 opnieuw gedaan en de nodige stappen werden gezet indien dat nodig was (voorbeeld Criterium en Pikkeling). Deze lijst wordt verder gemonitord en bijgehouden.
Het MT gaf een positief advies voor deze conceptnota. De nota werd thema-overschrijdend afgestemd met diverse diensten die subsidiereglementen hebben (voorbeeld Economie en zorginnovatie, Omgevingsbeleid, Cultuur, Jeugd, Sport,..).
Het CBS Gaf goedkeuring aan het ontwerp van de conceptnota.
om conform de openstaande aanbevelingen van Audit Vlaanderen de conceptnota subsidiebeleid goed te keuren en deze voor te leggen aan Audit Vlaanderen zodat het beleid in de organisatie kan geïmplementeerd worden.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Sam Van de Putte.
Een wekelijks bloemenabonnement voor een bestuurder, tientallen flessen wijn en champagne, dure restaurantbezoeken, je eigen vrouw aanwerven voor een functie waarbij ze niet moet opdagen op het werk maar toch betaald wordt, het architectenbureau van je eigen familie mooie bouwopdrachten geven op een louche manier.
De feiten die naar boven gekomen zijn bij de sociale woonmaatschappij Denderstreek en het SVK Zuid-Oost-Vlaanderen zijn hallucinant. Ondertussen zijn de twee directeurs die dat allemaal beslisten ontslagen. Die fraude gebeurde niet alleen met belastinggeld, maar ook met huurinkomsten van sociale huurders. Geld bedoeld of betaald voor en door de meest kwetsbaren in onze stad.
De dupe zijn in de eerste plaats die mensen die nog langer moeten wachten op een sociale huurwoning. Maar het zorgt ook voor een slechte naam voor al diegenen die zich, dag in dag uit, inzetten om het verschil te maken voor die groep mensen die al veel te lang wacht op een betaalbare sociale woning.
Voor Vooruit is het essentieel dat dit soort fraude wordt aangepakt. Er wordt te gemakkelijk naar beneden gesjot, en we hebben de indruk dat we doorgaans niet streng genoeg zijn voor wie aan de top staat.
Daarom volgende vragen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Sam Van de Putte aangaande 'Fraude bij sociale woonmaatschappijen'.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Sam Van de Putte.
“Prachtige stadsgebouwen vol potentieel die leegstaan: dat zou toch eigenlijk niet mogen.” Met die slagzin organiseerde over.morgen in 2018 nog verschillende evenementen en denkpistes om leegstaande stadsgebouwen nieuw leven in te blazen, zo ook aan de Oude Vismijn.
Ondertussen ontdekken we dat het stadsbestuur overweegt om het gebouw in de etalage te zetten. Een brok geschiedenis dreigt hierdoor verloren te gaan. Het gebouw is perfect gelegen aan Netwerk en de Dender, met een groenzone vol talrijke speelmogelijkheden voor kinderen en jongeren. Groen dat in die buurt van de stad amper te vinden is.
Vragen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Sam Van de Putte aangaande 'Een toekomst voor de Oude Vismijn'.
In het rapport organisatiebeheersing blikken we terug op een intensief maar boeiend jaar waarin we als organisatie beter en sterker geworden zijn. We vertellen meer over de voornaamste projecten en acties van het afgelopen jaar, en beschrijven hetgeen op de planning staat in 2023-2024.
Een goed systeem voor organisatiebeheersing helpt de organisatie om:
De algemeen directeur is verantwoordelijk voor een goede opvolging van de organisatiebeheersing en rapporteert hierover jaarlijks aan de Raad (decreet Lokaal Bestuur, art. 217-220). Conform de aanbevelingen van Audit Vlaanderen, is dit rapport opgebouwd rond volgende elementen:
Voorliggend document moet jaarlijks uiterlijk 30 juni aan de raden worden voorgelegd.
De algemeen directeur is verantwoordelijk voor een goede opvolging van de organisatiebeheersing en rapporteert hierover jaarlijks aan de Raad (decreet Lokaal Bestuur, art. 217-220). Dit dient uiterlijk 30 juni van elk jaar te gebeuren.
het beheersrapport 2023 voor Stad en OCMW Aalst, zoals als voorbeeld in bijlage bij dit besluit.
Het vernieuwde reglement werkingssubsidies cultuur, jeugd en sport legt alle jeugd- en cultuurverenigingen en sportverenigingen vanaf categorie B op de UiTPAS met kansentarief te gebruiken. Gezien de coronacrisis ging het vernieuwde reglement tot op heden nog niet in zijn volledige vorm in voege. Komend werkingsjaar zou dit de eerste keer zijn. Enkele sportverenigingen vrezen dat de impact van de UiTPAS verplichting te groot zal zijn op hun werkingsbudget. Deze angst leeft minder of niet bij cultuur en jeugdverenigingen omdat ook in de vroegere reglementen voor deze sectoren dergelijke verplichting altijd al werd opgenomen. Om de verenigingen de kans te geven zich verder te verdiepen in UiTPAS en hoe ze eventueel hun werking er kunnen op afstemmen, stellen we voor de indiendatum eenmalig te verleggen. Dit geeft de betrokken diensten ook de ruimte om eventuele drempels of uitdagingen in kaart te brengen en er op te anticiperen. We stellen voor artikel 2 paragraaf 1 aangaande de indienperiode die nu vastgelegd is van 1 juli tot 30 oktober eenmalig te veranderen naar indienen vanaf 1 oktober tot 30 november.
akkoord te gaan met de vervanging van artikel 2 paragraaf 1 uit het reglement 'Stedelijk reglement w erkingssubsidies cultuur, jeugd en sport' zijnde:
'De subsidieaanvraag wordt door de vereniging op de daartoe bestemde formulieren ingediend bij de stad Aalst. Op het moment van de subsidieaanvraag duidt de vereniging aan of ze werkingssubsidies wenst aan te vragen conform titel 2, 3 of 4 van dit reglement. De dossiers kunnen ingediend worden vanaf 1 juli tot uiterlijk 30 oktober. Alle noodzakelijke informatie met betrekking tot de subsidieaanvraag en in te vullen documenten wordt gepubliceerd op de website van de stad www.aalst.be.'
door:
'De subsidieaanvraag wordt door de vereniging op de daartoe bestemde formulieren ingediend bij de stad Aalst. Op het moment van de subsidieaanvraag duidt de vereniging aan of ze werkingssubsidies wenst aan te vragen conform titel 2, 3 of 4 van dit reglement. De dossiers kunnen ingediend worden vanaf 1 juli tot uiterlijk 30 oktober behalve in het jaar 2023 dan wordt de indienperiode gelegd op 1 oktober tot 30 november. Alle noodzakelijke informatie met betrekking tot de subsidieaanvraag en in te vullen documenten wordt gepubliceerd op de website van de stad www.aalst.be.'
Op 25 januari 2022 werd de huidige rechtspositieregeling goedgekeurd op de gemeenteraad.
In deze rechtspositieregeling werd artikel 164 §2 van de oude rechtspositieregeling geschrapt. Hierin stond omschreven dat hosts/hostessen een analoge toeslag op hun uursalaris krijgen. Anders gezegd: hun prestaties als host/hostess werden uitbetaald op basis van de loonschaal van hun vaste functie.
Op dat moment was er nog geen nieuw kader uitgewerkt, op basis van de nieuwe rechtspositieregeling. Het oude systeem werd dus afgeschaft, zonder dat er al een nieuw systeem ter beschikking was.
Op 22 mei 2022 heeft het college van burgemeester en schepenen beslist de hostessen tijdelijk naar analogie met het oude systeem uit te laten betalen voor gespresteerde uren zodat in tussentijd een kader kon uitgewerkt worden en dit mits bekrachtiging van de gemeenteraad ten laatste op 30 juni 2023.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen voorziet een mogelijkheid voor besturen om zelf toelages uit te schrijven in de rechtspositieregeling.
Naar aanleiding van deze wetgeving werd een nieuw kader uitgewerkt om tijdens evenementen nog steeds beroep te kunnen doen op interne medewerkers voor deze ondersteunende taken.
Op 15 mei 2023 heeft het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd dat enkele wijzigingen aan de rechtspositieregeling zouden onderhandeld worden met de representatieve vakorganisaties om nadien voor te leggen aan de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn. Deze wijzigingen bevatten onder andere het toevoegen van de 'toelage voor occasionele logistieke ondersteuning bij evenementen'.
Artikel 158
Een toelage voor occasionele logistieke ondersteuning bij evenementen van wordt toegekend aan de personeelsleden die voldoen aan de voorwaarden van onderstaande artikels.
Artikel 159
Deze toelage bedraagt voor prestaties
o Tijdens de week 12 EUR/uur
o Op zaterdag 18 EUR/uur
o Op zondag 24 EUR/uur
Artikel 160
De toelage wordt toegekend aan het personeelslid dat in het kader van specifieke evenementen bepaalde taken toegewezen krijgt. Er wordt een functiebeschrijving opgesteld waarbij uiteengezet wordt welke taken gekoppeld kunnen worden aan deze vergoeding.
Artikel 161
Met het personeelslid zal besproken worden welke specifieke taken er uitgevoerd moeten worden via een planningsgesprek en deze zullen vastgelegd worden. Er zal enkel een vergoeding toegekend worden voor het uitvoeren van de prestaties die opgenomen worden in dit planningsgesprek.
Op 2 juni 2023 werd bovenstaand punt, samen met de andere wijzigingen besproken met de representatieve vakorganisaties. De termijn van onderhandeling verloopt 30 dagen na deze vergadering, dus op 2 juli 2023.
Tot op heden werden er geen opmerkingen geformuleerd door de representatieve vakorganisaties over deze toelage.
Voor de dienst Marketing en communicatie is het zeer belangrijk deze zomer met interne medewerkers te kunnen werken voor verschillende gelegenheden. Er staan een 8-tal evenementen op stapel waarvoor de dienst Marketing en communicatie zou kunnen ondersteund worden door medewerkers van de stad Aalst die bekend zijn met de werking en die goed weten wat van hen verwacht wordt.
Het totaal aantal uren worden geschat op 59.5 van juli tem september. Deze uren kunnen niet volledig gedragen worden door de dienst Marketing en communicatie.
Gezien de wetgeving pas op 18 maart 2023 in werking is getreden kon de termijn van 30 juni 2023 met uitwerking, onderhandelingen en voorleggen aan de gemeenteraad niet gehaald worden. De wijzigingen aan de rechtspositieregeling zullen voorgelegd worden aan de gemeenteraad in september 2023. Gezien de deadline van 30 juni 2023 niet gehaald werd kan in tussentijd niet met hostessen gewerkt worden.
Het college van burgemeester en schepenen heeft op 26 juni 2023 beslist bij hoogdringendheid aan de gemeenteraad voor te leggen de toelage voor occasionele logistieke ondersteuning bij evenementen zoals voorzien in de wijzigingen voor de nieuwe rechtspositieregeling al goed te keuren zodat het systeem in juli al kan geimplementeerd worden.
Besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen.
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017. Artikel 23
Het besluit van de gemeenteraad van 25 januari 2022 waarbij de rechtspositieregeling die van toepassing is op het OCMW en stadspersoneel vastgesteld werd.
reeds toelating te geven de 'toelage voor occasionele logistieke ondersteuning bij evenementen' te voorzien vanaf 3 juli 2023, tot en met de formele goedkeuring van de wijzigingen aan de RPR, voorgelegd aan de gemeenteraad in september 2023. Dit op voorwaarde dat er tegen de afsluiting van de onderhandelingsperiode van de representatieve vakorganisaties geen opmerkingen gegeven worden betreffende deze toelage.
Aan de Florasite, Albrechtlaan te 9300 Aalst zal er een nieuwe verkaveling gerealiseerd worden. Hiervoor wordt er 1 nieuwe straat aangelegd.
In het kader hiervan moet de gemeenteraad de straatnaam toekennen na advies te hebben ingewonnen bij de erfgoedraad.
Vanuit de Erfgoedraad en de archivaris werd bij gebrek aan toponiemen volgend voorstel geformuleerd:
Florahallenstraat
De nieuwe straat aan de Florasite, Albrechtlaan te 9300 Aalst waar een nieuwe verkaveling komt te benoemen als Florahallenstraat.
Op 5 december 2022 ging het cbs principieel akkoord met de uitrol van een totaalaanpak rond zwerfvuil en sluikstort. Eén van de acties rond handhaving die verder diende onderzocht te worden was:
De Vlaamse overheid ondersteunt lokale besturen bij de handhaving op zwerfvuil door gratis zwerfvuilhandhavers ter beschikken te stellen. Deze zwerfvuilhandhavers hebben succesvol een opleiding tot GAS-vaststeller afgerond. De zwerfvuilhandhavers opereren als GAS-vaststellers in samenwerking met de stad en op basis van de de bepalingen over zwerfvuil en sluikstort in de GAS-codex van de stad. De zwerfvuilhandhavers gaan in duo op het terrein en proberen overtreders op heterdaad te betrappen terwijl ze zwerfvuil achterlaten. Zij handhaven vooral op zwerfvuilgevoelige plekken waar veel mensen aanwezig zijn. De tijdstippen en locaties wanneer de zwerfvuilhandhavers van OVAM langskomen worden in onderling overleg met de stad bepaald.
Om in Aalst te kunnen handhaven, moeten de OVAM-zwerfvuilhandhavers aangesteld worden door de gemeenteraad, samen met de bepalingen in de Aalsterse GAS-codex waarop ze mogen handhaven.
In samenspraak met de sanctionerend ambtenaar van de stad werden volgende bepalingen uit de GAS-codex naar voor geschoven waarop de OVAM-zwerfvuilhandhavers mogen handhaven:
Volgende OVAM-zwerfvuilhandhavers kunnen ingezet worden in Aalst: Remco Van Ransbeeck, Marc Dejaegere, Ronny Moors, Jan Lefevre, Mark Deneyer, Robie Peeters, Emmanuel Gheldof, David Jordens, Wim Cox, Nemo Brailly, Frederick Walumona, Selene Bens, Chris Dokens, Yolande Hauwaert, Christophe Roberti, Bahram Maaruf, Dirk Verrees, Benny Buvens, Marie-Jeanne Verheyen, Katrien Wuyts en Soumia Affrane.
Team Natuur en duurzaamheid adviseert gunstig:
Om de problematiek van zwerfvuil en sluikstort aan te pakken is er nood aan handhaving. De zwerfvuilhandhavers van OVAM, die overtreders betrappen op heterdaad, vormen een perfecte aanvulling op de huidige manier van werken waarbij sluikstorten worden doorzicht door de Lokale Politie Aalst in samenwerking met team Stadsreiniging.
Dienst Onderhoud openbaar domein adviseert gunstig:
Elk initiatief is welkom om het zwerfvuil- en sluikstortprobleem aan te pakken.
Team GAS adviseert gunstig:
Lokale Politie Aalst adviseert gunstig:
De Lokale Politie Aalst was aanwezig tijdens het startoverleg en gaat akkoord met de inzet van de zwerfvuilhandhavers op het grondgebied van de stad. De OVAM-zwerfvuilhandhavers dienen ons bij elke actie voorafgaand te briefen over hun komst.
De wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Het KB van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie.
Op 15 september 2015 keurde de gemeenteraad de GAS-codex goed.
akkoord te gaan om Remco Van Ransbeeck, Marc Dejaegere, Ronny Moors, Jan Lefevre, Mark Deneyer, Robie Peeters, Emmanuel Gheldof, David Jordens, Wim Cox, Nemo Brailly, Frederick Walumona, Selene Bens, Chris Dokens, Yolande Hauwaert, Christophe Roberti, Bahram Maaruf, Dirk Verrees, Benny Buvens, Marie-Jeanne Verheyen, Katrien Wuyts en Soumia Affrane aan te stellen als gewestelijk vaststeller voor de gemeentelijke administratieve sancties voor de stad Aalst.
akkoord te gaan om de OVAM-zwerfvuilhandhavers de overtredingen op volgende bepalingen uit de Aalsterse GAS-codex te laten vaststellen: