De notulen van de openbare vergadering van de gemeenteraad van 28 maart 2023 werden vanaf dinsdag 18 april 2023 ter inzage gelegd van de leden van de raad.
Er werden geen verdere opmerkingen geformuleerd.
Artikel 32, 277 §1 en 278 §1 van het decreet lokaal bestuur en artikel 5 van het reglement van orde van de gemeenteraad
De notulen van de openbare vergadering van de gemeenteraad van 28 maart 2023 goed te keuren.
In meer dan 100 gemeenten organiseert Vives Hogeschool techniekacademies op woensdagnamiddag waarmee ze meer dan 5 000 kinderen bereiken. Zowel Technigo als VTI Aalst zijn vragende partij om dit ook in Aalst te organiseren.
De vragen van de beide scholen kunnen we koppelen aan de bezorgdheden van de hogescholen over de daling van de instroom in de technische opleidingen. Voor de secundaire scholen kan dit een verschil betekenen op korte termijn, voor de hogescholen op langere termijn.
Praktische uitwerking techniekacademie
Afstemming Odisee
Omdat Odisee ook een vergelijkbaar aanbod (Odifiks) heeft, werd in het verleden reeds contact opgenomen om te horen wat hier de mogelijkheden zijn tot eventuele samenwerking. Zij zijn echter niet uitgebouwd om dit op dergelijke grote schaal te organiseren als Vives en leggen de focus meer op onderzoek. Ze apprecieerden wel ten zeerste dat we met hen afstemden en hebben er geen enkel probleem mee dat er zou samengewerkt worden met Vives. Zij zullen hun studenten motiveren om als vrijwilliger aan de slag te gaan op de techniekacademie.
Evaluatie techniekacademie 2022-2023
Tijdens het schooljaar 2022-2023 werden er 2 techniekacademies georganiseerd:
Vanuit de Stad werd er contact opgenomen met Technigo en VTI om na te gaan hoe zij de samenwerking ervaren hadden en zij waren beiden unaniem positief over het gelopen traject en zijn vragende partij om dit verder te zetten. Ze vermelden er nog bij dat dit initiatief een positieve uitstraling geeft aan het technisch onderwijs en bij uitbreiding aan hun scholen. Aangezien er in het schooljaar 2021-2022 een wachtlijst was, werd er voor dit schooljaar initieel de mogelijkheid (en het budget) voorzien om het aanbod te verdubbelen. Naar het einde van de inschrijfperiode waren er echter te weinig inschrijvingen om 2 techniekacademies tegelijk te laten lopen, dus werd er beslist om voor elke leeftijdscategorie 1 techniekacademie in te richten.
Vanuit de ouders en kinderen kwamen er ook zeer positieve signalen over de organisatie en bij een bezoek aan de techniekacademie konden we ook zelf vaststellen dat er een groot enthousiasme was.
Organisatie 2023-2024
Ondanks het feit dat er voor dit schooljaar teruggeschroefd werd naar 1 techniekacademie per leeftijdscategorie, willen we voor schooljaar 2023-2024 toch nog de ruimte laten om er 2 te organiseren, bij voldoende interesse. Dit wordt goed opgevolgd met Vives en indien blijkt dat er niet voldoende inschrijvingen zijn, zal er slechts 1 georganiseerd worden, het voorziene budget wordt dan navenant ingezet. Dit is ook zo opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst.
We leggen dus een samenwerkingsovereenkomst voor om van elke techniekacademie 2 trajecten te organiseren: 2 Techniekacademies voor de leerlingen van het 5de en 6de leerjaar (oktober-december 2023) en 2 techniekacademies voor leerlingen van het 3de en 4de leerjaar (februari-mei 2024).
De secundaire technische opleidingen kampen al enkele jaren met een imagoprobleem dat zich vertaalt in een daling van de inschrijvingen. Deze trend zet zich verder in het hoger onderwijs waarbij de hogescholen op ons grondgebied ook een vermindering vaststellen in het aantal studenten met interesse voor een technische loopbaan. Door in te zetten op de organisatie van techniekacademies willen we hierop een antwoord bieden. Dit kadert in een ruimere aanpak om onze stad meer in de kijker te zetten als opleidingsstad.
De samenwerking met Vives zien we als een opportuniteit, zij beschikken over de nodige kennis en ervaring om dit tot een succes te maken waardoor de inzet van de Stad beperkt kan blijven. Vanuit het flankerend onderwijsbeleid is het ook een absolute meerwaarde dat dit netoverschrijdend kan georganiseerd worden in samenwerking met de 2 grote technische- en beroepsscholen op ons grondgebied (Technigo en VTI Aalst).
Advies Huis van het Kind: positief advies.
Advies dienst Economie: positief advies.
Advies team Jeugd: positief advies.
akkoord te gaan om de samenwerkingsovereenkomst met Vives voor de organisatie van techniekacademies tijdens schooljaar 2023-2024, zoals toegevoegd als bijlage, goed te keuren en te ondertekenen.
Via 'tewerkstelling art. 60' bieden we leefloongerechtigde werkzoekenden die in begeleiding zijn bij het OCMW een tijdelijke werkervaring. Deze werkervaring gebeurt steeds op maat afgestemd op de competenties van elke cliënt. Door deze tijdelijke werkervaring bouwen deze mensen, vaak met een lange afstand tot de arbeidsmarkt, werkervaring en competenties op binnen een reële werkomgeving. Dit alles met het oog op doorstroom naar de arbeidsmarkt.
Aanleiding
Via 'tewerkstelling art. 60' bieden we leefloongerechtigde werkzoekenden die in begeleiding zijn bij het OCMW een tijdelijke werkervaring aan met het oog op doorstroom naar de arbeidsmarkt. Vanuit de dienst Samenleving hebben we een samenwerking met tal van werkvloeren teneinde deze tijdelijke werkervaring op maat te kunnen aanbieden. Het betreft hier ook enkele grote werkvloeren (binnen vzw's) die meerdere art. 60 tewerkstellen. Vanuit de vaststelling dat we deze werkvloeren niet gelijkwaardig betoelagen werd een nieuw subsidiereglement ontwikkeld waarbij we de grootte van de toelage koppelen aan het aantal ingevulde werkplaatsen art. 60.
Wie komt in aanmerking voor subsidie
Externe werkvloeren uit de non-profitsector met een lokale vestiging en werking te Aalst waarmee er een bestaande samenwerking is met OCMW Aalst i.k.v. art.60 en die 5 of meer werkplaatsen art.60 aanbieden.
Voorziene subsidie
we werken met een vaste jaarlijkse toelage (a rato van 1 kalenderjaar):
De subsidie kan enkel gebruikt worden voor personeels- en werkingskosten i.f.v. begeleiding art. 60 en kan slechts aanvullend worden ingezet t.o.v. eventuele andere subsidies (geen dubbele financiering mogelijk). Kosten dienen jaarlijks verantwoord te worden, niet-bewezen kosten worden teruggevorderd.
Aan de subsidie wordt ook een resultaatsverbintenis gekoppeld. De gesubsidieerde werkplaatsen moeten ook ingevuld zijn (minstens 200 werkdagen per jaar).
De subsidie wordt eind 2023 (cfr. implementatie) vastgeklikt en blijft behouden voor de volledige duurtijd van de samenwerkingsovereenkomsten die voortvloeien uit dit reglement, dus tot 30/6/2026 (dus geen stijging mogelijk noch door stijging werkplaatsen noch door indexatie).
Implementatie
Opvolging en evaluatie
Aanvullende maatregelen Steunpunt Welzijn vzw en De Loods vzw
In navolging van de gemeenteraadscommissie Sociale zaken d.d. 20/04/2023 wordt voorgesteld voor Steunpunt Welzijn vzw en De Loods vzw, gelet op de lopende convenanten, bijkomende overgangsmaatregelen te voorzien.
De lopende overeenkomsten met Steunpunt Welzijn vzw en De Loods vzw betreffende begeleiding art. 60 worden opgezegd met einddatum op 31/12/2023 (hiermee wordt de vastgestelde opzeggingstermijn van 3 maanden in acht genomen) met het oog op de opstart van een nieuwe samenwerkingsovereenkomst op 1/1/2024 (met looptijd tot en met 30/6/2026) waarbij volgende principes worden gehanteerd:
De heer David Coppens, voorzitter, is afwezig bij dit punt op grond van artikel 27 van het decreet lokaal bestuur, en wordt vervangen door burgemeester Christoph D'Haese.
De dienst Samenleving geeft positief advies. Met het nieuw subsidiereglement creëren we een objectieve en gelijkwaardige basis om werkvloeren die veel art. 60 inschakelen en begeleiden te betoelagen.
Team Inburgering geeft positief advies om werkvloeren een stimulans te geven om artikel 60 tewerkstellingsplaatsen open te stellen en hun de mogelijkheid te geven om voldoende omkadering te voorzien.
Team Economie geeft positief advies: dankzij dit nieuw subsidiereglement art. 60 is er een gelijkwaardige toelage voor de grotere werkvloeren waar leefloongerechtigde werkzoekenden de kans krijgen om werkervaring op te bouwen. Dit vernieuwde kader moedigt bovendien aan om meer waardevolle plaatsen te creëren door het toepassen van incentives. Deze grotere werkvloeren hebben immers al duidelijk aangetoond dat ze enerzijds de juiste begeleiding bieden en anderzijds een krachtige opstap kunnen zijn naar een job op de reguliere arbeidsmarkt waar elke arbeidsrijpe én arbeidsbereide werkzoekende meer dan welkom is.
Het reglement werd eveneens afgestemd met de dienst Juridische Zaken.
Schepen Sarah Smeyers vraagt, in navolging van het debat op de commissie Sociale zaken van 20 april 2023, om bij amendement volgende aanvullingen toe te voegen aan dit besluit:
"Feiten en context
Aanvullende maatregelen Steunpunt Welzijn vzw en De Loods vzw
In navolging van de gemeenteraadscommissie Sociale zaken d.d. 20/04/2023 wordt voorgesteld voor Steunpunt Welzijn vzw en De Loods vzw, gelet op de lopende convenanten, bijkomende overgangsmaatregelen te voorzien.
De lopende overeenkomsten met Steunpunt Welzijn vzw en De Loods vzw betreffende begeleiding art. 60 worden opgezegd met einddatum op 31/12/2023 (hiermee wordt de vastgestelde opzeggingstermijn van 3 maanden in acht genomen) met het oog op de opstart van een nieuwe samenwerkingsovereenkomst op 1/1/2024 (met looptijd tot en met 30/6/2026) waarbij volgende principes worden gehanteerd:
Financiële informatie
De bijkomende maatregelen die worden voorgesteld voor Steunpunt Welzijn vzw en De Loods vzw vereisen een bijkomend budget. We ramen dit op een extra meerkost van 20 000 EUR per jaar. Ook dit budget dient opgenomen te worden als budgetverhoging bij AMJP7 op AC000224 MJP000536. Deze verhoging zal jaarlijks deels kunnen gecompenseerd worden met de terugvorderingen lokale actoren die gebeuren n.a.v. de jaarlijkse financiële evaluaties (AC000224 MJP003890).
Besluit
Artikel 2
Akkoord te gaan om de lopende overeenkomsten met Steunpunt Welzijn vzw en De Loods vzw betreffende begeleiding art. 60 op te zeggen met einddatum op 31/12/2023 met het oog op de opstart van een nieuwe samenwerkingsovereenkomst op 1/1/2024 (met looptijd tot en met 30/6/2026) waarbij volgende principes worden gehanteerd:
De gemeenteraad d.d. 17/12/2020 waarbij de samenwerkingsovereenkomsten lokale actoren lokaal sociaal beleid uit de oproep werden goedgekeurd.
De gemeenteraad d.d. 20/09/2022 betreffende de evaluatie samenwerkingsovereenkomsten lokale actoren en voorstellen tot verlenging.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 24/10/2022 betreffende de lokale inzet van de middelen Plan Samenleven.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 13/02/2023 waarbij principieel akkoord gegaan werd met een nieuw subsidiekader voor begeleiding op de werkvloer van art. 60.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 27/03/2023 waarbij het subsidiereglement voor werkvloeren art. 60 werd goedgekeurd.
Artikel 27 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Het amendement ingediend door schepen Sarah Smeyers met het voorstel om, in navolging van het debat op de commissie Sociale zaken van 20 april 2023, volgende aanvullingen toe te voegen aan dit besluit:
"Feiten en context
Aanvullende maatregelen Steunpunt Welzijn vzw en De Loods vzw
In navolging van de gemeenteraadscommissie Sociale zaken d.d. 20/04/2023 wordt voorgesteld voor Steunpunt Welzijn vzw en De Loods vzw, gelet op de lopende convenanten, bijkomende overgangsmaatregelen te voorzien.
De lopende overeenkomsten met Steunpunt Welzijn vzw en De Loods vzw betreffende begeleiding art. 60 worden opgezegd met einddatum op 31/12/2023 (hiermee wordt de vastgestelde opzeggingstermijn van 3 maanden in acht genomen) met het oog op de opstart van een nieuwe samenwerkingsovereenkomst op 1/1/2024 (met looptijd tot en met 30/6/2026) waarbij volgende principes worden gehanteerd:
Financiële informatie
De bijkomende maatregelen die worden voorgesteld voor Steunpunt Welzijn vzw en De Loods vzw vereisen een bijkomend budget. We ramen dit op een extra meerkost van 20 000 EUR per jaar. Ook dit budget dient opgenomen te worden als budgetverhoging bij AMJP7 op AC000224 MJP000536. Deze verhoging zal jaarlijks deels kunnen gecompenseerd worden met de terugvorderingen lokale actoren die gebeuren n.a.v. de jaarlijkse financiële evaluaties (AC000224 MJP003890).
Besluit
Artikel 2
Akkoord te gaan om de lopende overeenkomsten met Steunpunt Welzijn vzw en De Loods vzw betreffende begeleiding art. 60 op te zeggen met einddatum op 31/12/2023 met het oog op de opstart van een nieuwe samenwerkingsovereenkomst op 1/1/2024 (met looptijd tot en met 30/6/2026) waarbij volgende principes worden gehanteerd:
akkoord te gaan met het subsidiereglement voor werkvloeren art. 60, zoals gevoegd als bijlage.
Akkoord te gaan om de lopende overeenkomsten met Steunpunt Welzijn vzw en De Loods vzw betreffende begeleiding art. 60 op te zeggen met einddatum op 31/12/2023 met het oog op de opstart van een nieuwe samenwerkingsovereenkomst op 1/1/2024 (met looptijd tot en met 30/6/2026) waarbij volgende principes worden gehanteerd:
Op 3 januari 2023 lanceerde de Stad Aalst een projectoproep voor de begeleiding van kwetsbare jongeren die autonoom wonen.
De oproep werd afgesloten op 8 maart 2023. Inmiddels werd de multidisciplinaire jurering van de ingediende dossiers afgerond (zie kwantitatief en kwalitatief juryverslag als bijlage).
Voor de opdracht binnen deze projectoproep wordt door de jury max. 1 dossier als laureaat voorgedragen, zijnde het dossier met de hoogste gemiddelde totaalscore, conform artikel 16 van de oproep. Om in aanmerking te komen als laureaat dient men minstens een gemiddelde totaalscore van 70% te behalen:
Er waren 6 ingediende aanvraagdossiers. Deze werden allen ontvankelijk verklaard. Klokhuis vzw trok zijn dossier terug in op 20/3/2023 en werd bijgevolg niet meegenomen in de jurering.
Mits goedkeuring van de laureaat door de gemeenteraad zal voor dit project een samenwerkingsovereenkomst worden opgemaakt (en ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraad).
De voordracht van de laureaten gebeurt door een multidisciplinaire jury:
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 28/09/2020 waarbij het lokaal sociaal beleidsplan 2020-2025 principieel werd goedgekeurd.
De gemeenteraad d.d. 27/10/2020 waarbij het lokaal sociaal beleidsplan 2020-2025 werd goedgekeurd.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 5/12/2022 waarbij het lanceren van een projectoproep voor de ondersteuning van kwetsbare jongeren die autonoom wonen principieel werd goedgekeurd.
De gemeenteraad d.d. 20/12/2022 waarbij het lanceren van een projectoproep voor de ondersteuning van kwetsbare jongeren die autonoom wonen werd goedgekeurd.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 27/03/2023 waarbij de laureaat van de projectoproep voor de ondersteuning van kwetsbare jongeren die autonoom wonen principieel werd goedgekeurd.
akkoord te gaan om het dossier van Arktos vzw te selecteren als laureaat, voor de projectoproep betreffende de begeleiding van kwetsbare jongeren die autonoom wonen, met het oog op het verlenen van een toelage t.w.v. 50 000 EUR per jaar van 1 september 2023 tot en met 30 juni 2026. Bij goedkeuring van de laureaat wordt het aanvullend advies van de jury meegenomen bij de opmaak van de convenant met Arktos vzw.
Op 29 oktober 2020 lanceerde de stad de 'oproep voor opdrachten tot uitvoering van lokaal sociaal beleid grondgebied Aalst 2020-2025 die inspelen op noden i.k.v. armoedebestrijding ten gevolge van de coronacrisis'. Op 23/2/2021 keurde de gemeenteraad het dossier van Broeiklas vzw goed als laureaat voor opdracht 2: Aanpak en uitwerken draaiboek teneinde schoolachterstand bij kinderen en jongeren o.m. ten gevolge van de coronacrisis weg te werken en schoolse betrokkenheid te bevorderen. Dit project had tot doel om begeleidingstrajecten op maat aan te bieden aan leerlingen die een leerachterstand ervaren op vlak van taal en rekenen op de school zelf. De ondersteuning wordt geboden door vrijwilligers, waarbij men sterk inzet op vrijwilligers die een link hebben met de betrokken school. Ook tijdens de zomervakantie wordt er een programma voor de deelnemende leerlingen uitgewerkt. Binnen dit project wordt maximaal ingezet op de leerjaren die a.h.w. scharnierjaren zijn in de voorbereiding en overgang van kleuter- naar lager onderwijs en van lager naar secundair onderwijs: zijnde 3e kleuterklas en 1e graad lager onderwijs, alsook 5e leerjaar lager onderwijs. Het project werd uitgerold in 4 Aalsterse basisscholen: Vrije Basisschool De Linde, SMI Sint-Anna, GO! Basisschool Park en SBS De Duizendpootjes, maar is doorheen de looptijd uitgebreid naar 7 scholen. Het project kreeg een totale toelage t.w.v. 60 000 EUR voor de volledige duurtijd van het project (1 mei 2021 - 30 april 2023).
De tussentijdse evaluatie van het project is positief. Het stopzetten van dit project vanaf 1 mei 2023 zou grote gevolgen hebben voor heel wat kwetsbare leerlingen op de Aalsterse basisscholen. Aangezien er bij de opstart van dit project een marktverkenning is gebeurd d.m.v. een projectoproep (i.k.v. de oproep ‘covid-armoedebestrijding’ waarbij de opdracht aanpak schoolachterstand één van de opdrachten was – Broeiklas vzw werd goedgekeurd als laureaat door de GR op 23/02/2021) stellen we voor dit project te verlengen vanaf 1 mei 2023 tot 30 juni 2026 aan de hand van een nieuwe samenwerkingsovereenkomst. De andere lopende samenwerkingsovereenkomst met Broeiklas vzw i.k.v. huistaakbegeleiding (verlenging vanaf 1 januari 2023 -30 juni 2026) zal worden stopgezet in onderling overleg, en gaat op in de nieuwe samenwerkingsovereenkomst. Op deze manier wordt de administratieve last vereenvoudigd.
De nieuwe samenwerkingsovereenkomst is bijgevolg een samensmelting van twee samenwerkingsovereenskomsten: 'huistaakbegeleiding' en 'aanpak schoolachterstand' en heeft volgende doelstellingen:
Budget: 46 671,13 EUR
Looptijd: 1 mei 2023 - 30 juni 2026
Opvolging:
Voor de lopende convenant die stopgezet wordt vanaf 1 mei 2023 zal een verrekening doorgevoerd worden van de uitbetaling van de eerste schijf.
Raadslid Théodomir Nsengimana is afwezig bij dit punt op grond van artikel 27 van het decreet lokaal bestuur.
Team Lokaal Sociaal Beleid: positief advies. Huistaakbegeleiding blijft een knelpunt dat jaarlijks gesignaleerd wordt door de lokale welzijnsactoren in de signalenlijst. De vraag is groter dan het aanbod. De verankering van de huistaakbegeleiding op scholen door Broeiklas vzw in deze samenwerkingsovereenkomst is dan ook een grote meerwaarde voor de scholen en de leerlingen.
Dienst Onderwijs: positief advies. De uitbreiding van de werking van Broeiklas op de scholen is een grote meerwaarde voor de ondersteuning van kinderen bij het huiswerk. Vanuit de scholen horen we zeer veel positieve feedback op deze manier van werken, het is laagdrempelig, er is direct contact tussen de school, de vrijwilligers en Broeiklas. Dit komt de opvolging van de kinderen alleen maar ten goede. Vanuit het flankerend onderwijsbeleid zijn we enthousiast dat de oorspronkelijke corona-middelen kunnen verankerd worden voor deze waardevolle aanvulling van de huiswerkbegeleiding op de scholen. Het stimuleert de scholen ook om zelf actief na te denken over het huiswerkbeleid en op welke manier ze zelf nog extra kunnen ondersteunen. Tegelijkertijd voelen de scholen ook dat ze er niet alleen voor staan en zijn ze dankbaar voor de ondersteuning die ze krijgen vanuit Broeiklas.
De gemeenteraad d.d. 27/10/2022 waarbij akkoord werd gegaan de 'oproep voor opdrachten ter uitvoering van lokaal sociaal beleid grondgebied Aalst 2020-2025 die inspelen op noden i.k.v. armoedebestrijding ten gevolge van de coronacrisis' te lanceren op 29 oktober 2020 met deadline op 5 januari 2021 (12 uur 's middags).
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 25/1/2021 waarbij de laureaten voor de 'oproep voor opdrachten tot uitvoering van lokaal sociaal beleid grondgebied Aalst 2020-2025 die inspelen op noden i.k.v. armoedebestrijding ten gevolge van de coronacrisis' principieel werden goedgekeurd.
De gemeenteraad d.d. 23/2/2021 waarbij het dossier van de Broeiklas vzw als laureaat werd goedgekeurd voor opdracht 2: Aanpak en uitwerken draaiboek teneinde schoolachterstand bij kinderen en jongeren o.m. ten gevolge van de coronacrisis weg te werken en schoolse betrokkenheid te bevorderen.
De gemeenteraad d.d. 30/03/2021 waarbij de samenwerkingsovereenkomst tussen de Stad Aalst en Broeiklas vzw betreffende aanpak schoolachterstand werd goedgekeurd.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 20/06/2022 waarbij de samenwerkingsovereenkomst met Broeiklas vzw betreffende huistaakbegeleiding verlengd werd.
De gemeenteraad d.d. 20/09/2022 waarbij de samenwerkingsovereenkomst met Broeiklas vzw betreffende huistaakbegeleiding verlengd werd.
Het college van burgemeester en schepenen d.d. 27/03/2023 waarbij de samenwerkingsovereenkomst met Broeiklas vzw betreffende huistaakbegeleiding principieel werd goedgekeurd.
Artikel 27 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
akkoord te gaan met de samenwerkingsovereenkomst zoals gevoegd in bijlage.
akkoord te gaan met het opheffen van de samenwerkingsovereenkomst met Broeiklas vzw betreffende huistaakbegeleiding (2023-2026) vanaf 1 mei 2023.
De afgelopen drie jaar lag de werking van de adviesraad stil door de gekende beperkende COVID-maatregelen. Verschillende leden van de adviesraad gaven intussen aan dat het voor hen niet meer mogelijk is om hun engagement als bestuurslid nog op te nemen. Enkele nieuwe geëngageerde 55-plussers willen de adviesraad reactiveren. We willen van deze doorstart gebruik maken om de werking verder te optimaliseren en actualiseren.
Een positief advies werd gegeven door team bestuursondersteuning.
Het Decreet Lokaal Bestuur artikel 41. 13° en artikel Art. 304. §3.
Het Huishoudelijk Reglement van de Gemeenteraad van Aalst van 26 maart 2022, artikel 54.
Het Reglement Stedelijke Adviesraden Aalst, goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 juni 2019.
akkoord te gaan met de wijziging van de statuten van de stedelijke ouderenraad.
Het deelnamereglement Verkiezing Prins Carnaval bepaalt de inschrijving en de toelatingsvoorwaarden voor de kandidaten Prins Carnaval.
In dit gewijzigde deelnamereglement Verkiezing Prins Carnaval wordt geen inschrijvingsperiode voor kandidaten Prins Carnaval meer vermeld.
Het college van burgemeester en schepenen:
- legt jaarlijks de inschrijvingsperiode vast voor deelname aan de Verkiezing Prins Carnaval, dit in functie van de vooropgestelde datum van de Prinsenverkiezing. Voor de Verkiezing Prins Carnaval 2024 wordt de inschrijvingsperiode vastgelegd van maandag 1 mei t.e.m. zondag 14 mei 2023. Deze data worden gecommuniceerd via de website en sociale media van de Stad Aalst;
- beslist en communiceert binnen de 14 dagen na het einde van de inschrijvingsperiode over de ontvankelijkheid van de kandidaturen, dus uiterlijk tegen zondag 28 mei 2023.
Door het niet opnemen van de inschrijvingsdatum in het deelnamereglement Verkiezing Prins Carnaval moet het reglement niet jaarlijks worden herzien en goedgekeurd.
Burgemeester Christoph D'Haese vraagt, in samenspraak met raadslid Bart Van den Neste, bij amendement om volgende aanpassing te doen in de bijlage bij dit besluit:
'De tekst van artikel 7:
De kandidaten zijn er toe gehouden om voor de verkiezing deel te nemen aan:
De wijze waarop de volgorde van de optredens van de kandidaten bepaald wordt
1. gebeurt in onderling overleg ofwel
2. door lottrekking
Te vervangen door:
De kandidaten zijn er toe gehouden om voor de verkiezing deel te nemen aan:
De volgorde van de optredens van de kandidaten wordt bepaald door lottrekking.'
Het amendement ingediend door burgemeester Christoph D'Haese in samenspraak met raadslid Bart Van den Neste, met het voorstel om volgende aanpassing te doen in de bijlage bij dit besluit:
'De tekst van artikel 7:
De kandidaten zijn er toe gehouden om voor de verkiezing deel te nemen aan:
De wijze waarop de volgorde van de optredens van de kandidaten bepaald wordt
1. gebeurt in onderling overleg ofwel
2. door lottrekking
Te vervangen door:
De kandidaten zijn er toe gehouden om voor de verkiezing deel te nemen aan:
De volgorde van de optredens van de kandidaten wordt bepaald door lottrekking.', te aanvaarden.
akkoord te gaan met het gewijzigde deelnamereglement Verkiezing Prins Carnaval zoals bijgevoegd als bijlage bij dit besluit.
akkoord te gaan om de inschrijvingsperiode voor kandidaten Prins Carnaval jaarlijks te laten vastleggen door het college van burgemeester en schepenen.
Het Bindend Sociaal Objectief om 583 bijkomende sociale huurwoningen te realiseren werd door de Vlaamse regering als minimale doelstelling opgelegd in 2007. Aalst had als centrumstad een achterstand goed te maken. De voorbije jaren kregen we van de schepen van Wonen telkens weer het bericht dat Aalst op schema zat. Maar op 4 juli 2022 kreeg het stadsbestuur in een schriftelijke mededeling van Wonen-Vlaanderen het slechte nieuws dat Aalst in categorie 2 zit en dus niet op schema zit. Dit werd sindsdien nog niet besproken op een commissie Sociale Zaken.
In de stand van zaken op 31 december 2021 werden 440 bestaande sociale huurwoningen geteld. Dit getal is natuurlijk relatief want daarin zitten ook de 90 reeds bestaande sociale woningen aan de Tragel die door het OCMW verkocht werden aan Dewaco en door die transactie de status nieuwe sociale woningen kregen. In het project Somergempark gaat het voor ongeveer de helft over vervangingsnieuwbouw wat strikt genomen ook niet bijkomend is. Er zijn ook nog 13 woningen in uitvoering en 84 woningen gepland. Mijn collega’s gemeenteraadsleden weten wellicht over welke projecten dit gaat voor die bijkomende 97 sociale woningen, maar ik helemaal niet. Maar dan nog is het niet voldoende want het Agentschap Wonen-Vlaanderen laat weten dat er 46 woningen tekort zullen zijn tegen eind 2025. Dat verwondert ons natuurlijk niet vermits er een systematische weigering is bij het stadsbestuur ten aanzien van nieuwe projecten voor sociaal wonen.
Het Agentschap vroeg om op uiterlijk 4 oktober 2022 te laten weten wat het stadsbestuur zou ondernemen. Op de valreep, op 3 oktober, werd een plan goedgekeurd door het CBS. In dat plan hoopt men vooral op resultaten van het SVK, het gemeentelijk actieplan sociaal wonen en de nieuwe huisvestingsmaatschappij waarin de politiek meer macht naar zich toe trekt.
Andere steden doen het nochtans beter, denk maar aan Leuven waar het AG Stadsontwikkeling 18 aaneensluitende eengezinswoningen kocht en deze volledig zullen renoveren en als budgethuurwoningen zullen aangeboden worden.
Van het gemeentelijk actieplan is tot op heden niet veel gerealiseerd. Integendeel. Er werden twee projectgronden verkocht. Een ervan, aan de Letterveldweg in Erembodegem waar 25 sociale woningen voorzien waren en in de Rozendreef waar 18 woningen moeten komen.
Ook de nieuwe huisvestingsmaatschappij die bottom down opgelegd werd zal de eerste jaren wellicht nog niets realiseren.
Het Agentschap Wonen was dan ook kritisch voor het plan om het tekort weg te werken. Zij geven Aalst uitdrukkelijk een aantal werkpunten mee in hun besluit van 27 februari 2023. In uw besluit van het CBS van 6 maart 2023 vat u deze samen in drie concrete acties.
Ik wil het ook nog even hebben over de “andere aanpak”. Al meer dan een jaar verkondigen jullie, schepen van wonen en schepen van Ruimtelijke Ordening op het moment dat jullie nieuwe projecten blokkeren dat er meer zou ingezet worden op kleinere inbreidingsprojecten zoals de huisvestingsmaatschappijen al jaren doen. Maar we hebben daar nog niets van gezien en de kansen die er zijn met stadseigendommen laat u liggen.
Ik heb dan ook twee eenvoudige vragen:
Gezien de afwezigheid van raadslid Huguette Van Medegael zal het antwoord op haar vragen schriftelijk bezorgd worden.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
het engagement van het college van burgemeester en schepenen om een schriftelijk antwoord te bezorgen aan raadslid Huguette Van Medegael, gezien haar afwezigheid.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Steve Herman.
Naar aanleiding van een bevraging van De Standaard begin maart jl. gaven 143 Vlaamse gemeenten heel duidelijk aan geen extra asielzoekers en vluchtelingen meer te willen opvangen. Steeds meer blijkt dat niet alleen bij de bevolking maar ook bij de lokale besturen het draagvlak voor het creëren van extra opvangplaatsen voor asielzoekers compleet wegebt.
Niettemin houdt federaal staatssecretaris voor Asiel en Migratie de Moor vast aan een blijvende zoektocht naar nieuwe opvangplaatsen voor asielzoekers in onze steden en gemeenten. Zij ziet een mogelijkheid daartoe in een medewerking van de kerkfabrieken. Het kabinet van de staatssecretaris zou intussen aan de parochiale afdelingen, de congregaties en de kerkfabrieken van de bisdommen gevraagd hebben of ze opvangplaatsen voor asielzoekers kunnen vrijmaken. Ook de kerkfabrieken in onze stad zouden daaraan kunnen meewerken.
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Steve Herman aangaande 'Inschakelen van kerkfabrieken in de opvang van asielzoekers?'.
We kregen melding via de gemeente Haaltert en de Politierechtbank dat in de Ninovestraat, door stijgende drukte, een onveilige situatie ontstaat ter hoogte van de spoorwegovergang waar voorrang van rechts geldt tegenover de Broeder De Zwaeflaan. Daarom wordt de Broeder De Zwaeflaan nu uit de voorrang genomen zodat verkeer op de Ninovestraat kan doorstromen en geen wagens op de sporen moeten halt houden.
Om dit kruispunt uniform te maken, wordt in Lepelloi, het verlengde van de Broeder De Zwaeflaan ook een voorrangsregeling voorgesteld.
Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968
Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg
Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald
Uitvoeringsbesluit van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
Omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009
In Lepelloi, gemeenteweg te Aalst, ter hoogte van het kruispunt met de Ninovestraat, geldt: Voorrang verlenen aan alle verkeer
Dit wordt gesignaleerd met een bord B1 en bijhorende wegmarkering volgens art. 76 van het kb van 1 december 1975.
Dit reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan het departement Mobiliteit en Openbare werken.
We kregen melding via de gemeente Haaltert en de Politierechtbank dat in de Ninovestraat, door stijgende drukte, een onveilige situatie ontstaat ter hoogte van de spoorwegovergang waar voorrang van rechts geldt tegenover de Broeder De Zwaeflaan. Daarom wordt de Broeder De Zwaeflaan nu uit de voorrang genomen zodat verkeer op de Ninovestraat kan doorstromen en geen wagens op de sporen moeten halt houden.
Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij Koninklijk Besluit van 16 maart 1968
Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg
Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald
Uitvoeringsbesluit van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens
Omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009
In de Broeder De Zwaeflaan, gemeenteweg te Aalst, ter hoogte van het kruispunt met de Ninovestraat, geldt: Voorrang verlenen aan alle verkeer
Dit wordt gesignaleerd met een bord B1 en bijhorende wegmarkering volgens art. 76 van het kb van 1 december 1975.
Dit reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan het departement Mobiliteit en Openbare werken.
Er zijn geen voorbehouden parkeerplaatsen de dag van vandaag en er wordt een aanvraag gedaan voor een voorbehouden plaats.
Overwegende dat de bewoner van de woning met huisnummer 15 in de Sleedoorn een aanvraag indiende tot het instellen van een parkeerplaats voorbehouden voor personen met een beperking. Overwegende dat de aanvraag tot het instellen van een voorbehouden plaats in de nabijheid van de woning van de aanvrager, gunstig geadviseerd wordt.
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988;
Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005;
Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
Gelet op het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;
Gelet op het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op de omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009;
Gelet op het beleidsplan Mobiliteit, definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 19 september 2017.
Akkoord te gaan met de inrichting van een parkeerplaats voorbehouden voor personen met een beperking, t.h.v Sleedoorn 9 te Aalst.
Deze parkeerplaats wordt aangeduid met het verkeersbord Fig. E9a en het onderbord met daarop het pictogram van een rolstoel en een blauwe omranding van de parkeerplaats.
Er zijn geen voorbehouden parkeerplaatsen de dag van vandaag en er wordt een aanvraag gedaan voor een voorbehouden plaats.
Overwegende dat de bewoner van de woning met huisnummer 65 in de Sint Jobstraat een aanvraag indiende tot het instellen van een parkeerplaats voorbehouden voor personen met een beperking. Overwegende dat de aanvraag tot het instellen van een voorbehouden plaats in de nabijheid van de woning van de aanvrager, gunstig geadviseerd wordt.
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988;
Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005;
Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
Gelet op het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;
Gelet op het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op de omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009;
Gelet op het beleidsplan Mobiliteit, definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 19 september 2017.
Akkoord te gaan met de inrichting van een parkeerplaats voorbehouden voor personen met een beperking, Sint Jobstraat 61 te Aalst.
Deze parkeerplaats wordt aangeduid met het verkeersbord Fig. E9a en het onderbord met daarop het pictogram van een rolstoel en een blauwe omranding van de parkeerplaats.
Er zijn geen voorbehouden parkeerplaatsen de dag van vandaag en er wordt een aanvraag gedaan voor een voorbehouden plaats.
Overwegende dat de bewoner van de woning met huisnummer 223 in de Ledebaan een aanvraag indiende tot het instellen van een parkeerplaats voorbehouden voor personen met een beperking. Overwegende dat de aanvraag tot het instellen van een voorbehouden plaats in de nabijheid van de woning van de aanvrager, gunstig geadviseerd wordt.
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988;
Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005;
Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
Gelet op het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;
Gelet op het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op de omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009;
Gelet op het beleidsplan Mobiliteit, definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 19 september 2017.
Akkoord te gaan met de inrichting van een parkeerplaats voorbehouden voor personen met een beperking, t.h.v. Ledebaan 223 te Aalst.
Deze parkeerplaats wordt aangeduid met het verkeersbord Fig. E9a en het onderbord met daarop het pictogram van een rolstoel en een blauwe omranding van de parkeerplaats.
Er zijn geen voorbehouden parkeerplaatsen de dag van vandaag en er wordt een aanvraag gedaan voor een voorbehouden plaats.
Overwegende dat de bewoner van de woning met huisnummer 12 in de Sinte Gudulastraat een aanvraag indiende tot het instellen van een parkeerplaats voorbehouden voor personen met een beperking. Overwegende dat de aanvraag tot het instellen van een voorbehouden plaats in de nabijheid van de woning van de aanvrager, gunstig geadviseerd wordt.
Gelet op de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988;
Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005;
Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
Gelet op het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;
Gelet op het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op de omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009;
Gelet op het beleidsplan Mobiliteit, definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 19 september 2017.
Akkoord te gaan met de inrichting van een parkeerplaats voorbehouden voor personen met een beperking, t.h.v. Sinte Gudulatraat 12 te Aalst.
Deze parkeerplaats wordt aangeduid met het verkeersbord Fig. E9a en het onderbord met daarop het pictogram van een rolstoel en een blauwe omranding van de parkeerplaats.
De gemeenteraad besliste op 28 juni 2022 tot voorlopige vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Dender Noord’.
Het openbaar onderzoek is doorgegaan van 29 augustus 2022 tot en met 27 oktober 2022 en dit conform de bepalingen volgens art. 2.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Art. 2.2.21§6 en §7 van de VCRO bepalen dat de gemeenteraad binnen honderdtachtig dagen na het einde van het openbaar onderzoek het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan definitief dient vast te stellen, zo niet, dan vervalt het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Het openbaar onderzoek eindigde op 27 oktober 2022 wat inhoudt dat het RUP ten laatste definitief dient te worden vastgesteld op 25 april 2023.
Gelet op de vele adviezen, opmerkingen en bezwaren die dienden te worden gebundeld en verwerkt door de gecoro en de beslissing van het college van burgemeester en schepenen om het advies van de gecoro terug te koppelen met de bedrijven en bewoners, werd pas in zitting van 31 maart 2023 het ontwerpdossier voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen.
Gezien er werd voorgesteld om op een aantal vlakken af te wijken van het eindadvies van de gecoro, werd op 31 maart geen beslissing genomen door het college van burgemeester en schepenen maar werd deze verdaagd om pas in heroverweging te nemen na verdere toelichting bij het dossier.
Volgens art. 2.2.21§6 van de VCRO, waarin de uiterste beslissingstermijn van honderdtachtig dagen is bepaald, staat tevens vermeld dat de gemeenteraad kan beslissen over een verlenging met zestig dagen van de termijn waarin het plan moet worden vastgesteld en dit op gemotiveerd verzoek van het college van burgemeester en schepenen.
Schepen Maarten Blommaert is afwezig bij dit punt op grond van artikel 27 van het decreet lokaal bestuur.
Gezien het college van burgemeester en schepenen geen tijdige beslissing nam om het ontwerp RUP voor te leggen aan de gemeenteraad van 25 april 2023, als uiterste beslissingstermijn, wordt aan de gemeenteraad gevraagd deze termijn te verlengen met zestig dagen. Als motivering geldt de omvang van het aantal adviezen, opmerkingen en bezwaren en de lange behandelingstermijn die hieruit resulteerde.
Gemeenteraadsbeslissing van 28 juni 2022 tot voorlopige vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Dender Noord’.
Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 31 maart 2023 tot verdaging van het agendapunt tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Dender Noord’.
Art. 2.2.21§6 en 2.2.21§7 van de Vlaamse codex voor ruimtelijke ordening, betreffende de definitieve vaststellingstermijn van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 17 april 2023 betreffende het verzoek aan de gemeenteraad tot verlenging van de uiterste beslissingstermijn voor definitieve vaststelling.
Artikel 27 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
De uiterste beslissingstermijn van 25 april 2023 waarin het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Dender Noord’ definitief moet worden vastgesteld, op gemotiveerd verzoek van het college van burgemeester en schepenen te verlengen met zestig dagen conform art. 2.2.21§6 van de Vlaamse codex voor ruimtelijke ordening.
Begin 2020 werd het planproces voor de opmaak van het ‘RUP Uitbreiding stadspark' in gang gezet. Dit RUP wordt opgemaakt ter vervanging van het RUP Uitbreiding stadspark waarvoor een plan-MER is opgemaakt.
Het RUP wijkt niet af van de richtinggevende en bindende bepaling van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Aalst en is in overeenstemming met de visie van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Dit is gemotiveerd onder het hoofdstuk ‘Planningscontext - beleidsmatige context’, deel ‘5.5. Gemeentelijk Structuurplan Aalst'.
Het RUP bouwt verder op het 'Ontwikkelingskader voor De Kaaien' dat door de gemeenteraad is goedgekeurd op 24 oktober 2017. De herontwikkeling van de site Electrabel is een cruciaal deelproject binnen het strategisch project 'De Kaaien'. De visie van De Kaaien en de doelstelling van het RUP Electrabelsite is uitgebreid beschreven onder hoofdstuk 'Aanleiding tot de opmaak van het RUP'.
Gezien het RUP Electrabelsite wordt opgemaakt ter vervanging van het RUP Uitbreiding stadspark wordt het plangebied van het RUP Uitbreiding stadspark overgenomen.
Het plangebied is het gebied gelegen tussen De Gheeststraat, de spoorlijn, Erembodegemstraat en De Vilanderstraat.
De plenaire vergadering is doorgegaan op 29 april 2022. Enkel DVW was op de plenaire vergadering aanwezig.
Na de plenaire vergadering vond er op 2 juni 2022 nog een bilateraal overleg plaats met DVW naar aanleiding van de opmerking die DVW formuleerde op het verslag van de plenaire vergadering.
Op basis van het finale verslag van de plenaire vergadering en de ontvangen adviezen werd het voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan aangepast. Het verslag van de plenaire vergadering in gevoegd in bijlage.
Gezien een hoogspanningslijn binnen het plangebied is gelegen (wat een gewestelijke bevoegdheid is), is er een delegatie vereist van de Vlaamse Regering, conform art. 2.2.2§2 van de VCRO. Een delegatie houdt in dat een planningsniveau een planningsbevoegdheid kan delegeren aan een ander planningsniveau. Deze delegatie werd verkregen op 22 maart 2022.
Gezien een deel van de N9 valt binnen het plangebied, deze weg geselecteerd is als secundaire weg type II (wat een provinciale bevoegdheid is), is er een delegatie vereist van de Deputatie, conform art. 2.2.2§2 van de VCRO. Deze delegatie werd verkregen op 17 februari 2022.
Volgens artikel 4.2.1 tot en met 4.2.7 van het Decreet algemene bepalingen milieubeleid dient het ruimtelijk uitvoeringsplan aan een milieueffectrapportage te worden onderworpen alvorens het kan worden goedgekeurd.
Op basis van de toetsingscriteria plan-M.E.R.-plicht werd geconcludeerd dat het voorgenomen plan alleen screeningsplichtig is en er minimaal een onderzoek tot milieueffectrapportage dient te worden uitgevoerd. Dit onderzoek tot milieueffectrapportage is vervat in de startnota, waaraan een bijkomende mobiliteitsstudie werd toegevoegd. Hierin werd geconcludeerd dat het plan geen aanzienlijk negatieve effecten op het milieu zal teweeg brengen en er dus geen plan-MER dient te worden opgemaakt.
Op basis van dit uitgevoerde onderzoek tot milieueffectrapportage werd er op 23 augustus 2022 een plan-MER ontheffing verkregen waarbij het team Mer heeft geconcludeerd dat het plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke negatieve milieugevolgen zodat de opmaak van een plan-MER niet nodig is. Deze conclusie is ook toegevoegd aan de bijgevoegde scopingnota.
Voor het RUP werd de verplichte RVR-toets doorlopen. De conclusie van deze toets was dat het RUP niet diende voorgelegd te worden aan het team Externe Veiligheid en dat er geen ruimtelijk veiligheidsrapport diende opgemaakt te worden. Deze conclusie is ook toegevoegd aan de bijgevoegde scopingnota.
Het studiebureau heeft, verder bouwend op de scopingsnota en het voorontwerp RUP een ontwerp van RUP gefinaliseerd. Dit ontwerp kwam via hetzelfde iteratief proces tot stand.
Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan heft bij het van kracht worden van dit RUP het RUP 'Uitbreiding stadspark' (goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 4 september 2014) integraal op.
Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Electrabelsite' wijkt niet af van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening Regionaalstedelijk gebied Aalst'. Het plangebied van het ruimtelijk uitvoeringsplan ligt binnen de grenslijn van het regionaalstedelijk gebied en valt niet samen met één van de deelplannen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening Regionaalstedelijk gebied Aalst'.
Het plangebied van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Electrabelsite' valt niet samen met een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan.
Er zijn geen goedgekeurde, niet vervallen verkavelingen binnen het plangebied zodat hiervoor geen bijstelling in het RUP is voorzien.
Volgens artikel 2.2.5§1 van de VCRO dient een ruimtelijk uitvoeringsplan in voorkomend geval een register te bevatten, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing of een compensatie.
Binnen het plangebied zijn er gebieden die theoretisch mogelijk aanleiding geven tot planschade. Het gaat om volgende gebieden:
Binnen het plangebied zijn er geen gebieden die theoretisch mogelijk aanleiding geven tot planbaten.
Het ontwerp RUP omvat een register planschade en planbaten in grafische vorm weergegeven.
Het ontwerp ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Electrabelsite’ werd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 2 september 2022 goedgekeurd in functie van de agendering op de gemeenteraad ter voorlopige vaststelling.
Het dossier werd toegelicht aan de gemeenteraadscommissie van 8 september 2022.
Volgens artikel 2.2.21 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dient het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan door de gemeenteraad voorlopig te worden vastgesteld, waarna het wordt onderworpen aan een procedure van openbaar onderzoek gedurende minimum 60 dagen. De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening bundelt en coördineert alle adviezen, opmerkingen en bezwaren en brengt binnen de 90 dagen gemotiveerd advies uit bij de gemeenteraad. De gemeenteraad stelt binnen de 180 dagen na het einde van het openbaar onderzoek het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan definitief vast.
Volgens datzelfde artikel kunnen na de voorlopige vaststelling slechts nog bijkomende wijzigingen aangebracht worden, die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde bezwaren en opmerkingen of uit de adviezen, uitgebracht door de aangewezen diensten en overheden, of uit het advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening. De latere definitieve vaststelling van het plan kan ook geen betrekking kan hebben op delen van het grondgebied die niet opgenomen zijn in het voorlopig vastgestelde plan.
Na de voorlopige vaststelling door de gemeenteraad op 20 september 2022 werd een openbaar onderzoek en adviesvraag georganiseerd. De ontvangen adviezen en het bezwaarschrift werden door de Gecoro op 15 februari 2023 gebundeld en behandeld.
Het advies van de Gecoro werd besproken met het planteam op 9 maart 2023. Het planteam besloot zich grotendeels aan te sluiten bij het advies van de Gecoro en besloot zich enkel voor het ketelhuis flexibeler op te stellen omwille van volgende argumenten:
- de windstudie die vraagt om een bredere sokkel van de toren om windval op onbebouwde en publieke ruimte te vermijden.
- het feit dat niet het volledige huidige ketelhuis over een waardevolle draagstructuur beschikt.
- de maximale footprint van 22 op 22m die niet helemaal uitvoerbaar is gezien deze footprint gedeeltelijk samenvalt met het ketelhuis en haar funderingen. Gezien de toren zal moeten voldoen aan de brandweereisen voor hoogbouw een footprint van 22 op 22m strikt noodzakelijk is voor de uitvoerbaarheid en rentabiliteit van de toren. Het verkleinen van de footprint dient vermeden te worden.
- de aanwezige funderingen van het ketelhuis ertoe leiden dat bij behoud er niet tot tegen het ketelhuis kan gebouwd worden zonder de funderingen te vervangen.
- het beoogd wordt om de toren rank te houden in het verlengde van de zuidelijke kopse gevel van de turbinehal en niet te evolueren naar een rechthoekige footprint qua visuele impact.
Het planteam stelt op basis van deze argumenten een bijzondere uitzonderingsregel voor waarbij de sloop van de stalen draagstructuur van het ketelhuis kan gerechtvaardigd worden. De stuurgroep van RUP Electrabelsite kwam op 13 maart 2023 samen en volgde het voorstel en argumentatie van het planteam.
Het college heeft op 20 maart 2023 beslist om het voorlopig vastgestelde RUP Electrabelsite aan te passen op basis van het bijgevoegde advies van de Gecoro van 15 februari 2023 waarbij enkel van dit advies wordt afgeweken teneinde een bijzondere uitzonderingsregel op te nemen over de (gedeeltelijke) sloop van de stalen draagstructuur van het ketelhuis.
Atelier Romain heeft het ontwerp RUP "Electrabelsite" hieraan aangepast. Het college ging op 31 maart 2023 akkoord met het aangepaste ontwerp RUP, zoals gevoegd in bijlage. Het college besliste het RUP Electrabelsite voor definitieve vaststelling op de gemeenteraad van april 2023 te agenderen.
Het dossier wordt toegelicht aan de gemeenteraadscommissie van 13 april 2023.
Gelet op de strikte wettelijke termijn van 180 dagen na het einde van het openbaar onderzoek om het gemeentelijk RUP definitief vast te stellen (art. 2.2.21.§6 VCRO) en de samenwerkingsovereenkomst van mei 2020 gesloten tussen de stad en de ontwikkelaar van de Electrabelsite waarin april 2023 als uiterste datum voor definitieve vaststelling is opgenomen, wordt het bijgevoegde RUP Electrabelsite voor definitieve vaststelling voorgelegd op de gemeenteraad van april 2023.
Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2017 betreffende het ‘geïntegreerde planningsproces’ voor ruimtelijke uitvoeringsplannen, planmilieueffectrapportage, ruimtelijke veiligheidsrapportage en andere effectbeoordelingen.
Artikel 2.2.1 t.e.m. 2.2.6 en 2.2.18 t.e.m. 2.2.25 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en latere wijzigingsdecreten en dit betreffende de ruimtelijke uitvoeringsplannen in zijn algemeenheid en de gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen in het bijzonder.
Artikel 2.6.1 tot en met 2.6.19 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en latere wijzigingsdecreten en dit betreffende planschade en planbaten.
Het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 2001 tot aanwijzing van de instellingen en administraties die adviseren over voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 tot wijziging van artikel 1 en 2 van dit besluit.
Artikel 84 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014 en dit betreffende het bijstellen van verkavelingsvergunningen via een ruimtelijk uitvoeringsplan.
Artikel 4.2.1 tot en met 4.2.3 en 4.4.1 tot en met 4.4.5 van het Decreet algemene bepalingen milieubeleid van 5 april 1995 en latere wijzigingsdecreten betreffende de milieueffectrapportage en de veiligheidsrapportage bij ruimtelijke uitvoeringsplannen.
Het gewestplan ‘Aalst-Ninove-Geraardsbergen-Zottegem’ (K.B. 30 mei 1978 en latere wijzigingen).
Het RUP 'Uitbreiding stadspark', definitief vastgesteld door de gemeenteraad op 24 juni 2014.
Gemeenteraadsbeslissing van 2 september 2003 tot definitieve vaststelling en het ministerieel besluit van 22 december 2003 tot goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Aalst.
Het college besliste op 25 juni 2018 de opmaak van planologische instrumenten voor De Kaaien, inclusief de opmaak van een RUP voor een deelsite, te gunnen aan Atelier Romain. Het RUP 'Electrabelsite' wordt opgemaakt ter vervanging van het RUP Uitbreiding stadspark.
Het college keurde op 20 april 2020 de samenstelling van de stuurgroep voor de opmaak van het RUP Electrabelsite.
De gemeenteraad keurde op 26 mei 2020 een samenwerkingsovereenkomst goed tussen de stad en Odebrecht met daarbij een timing voor de opmaak van het RUP. April 2023 is daarbij opgenomen als uiterste datum voor definitieve vaststelling.
Het college ging op 24 augustus 2020 akkoord met bijkomend mobiliteitsonderzoek voor de opmaak van het RUP zonder plan-MER na overleg met dienst Mer en MOW. Hiervoor werd de opdracht van Atelier Romain gewijzigd. Een mobiliteitsdeskundige werd aangesteld door Atelier Romain. Het aspect mobiliteit werd uitvoeriger behandeld in de startnota.
Het planteam bestaat uit Arnout De Waele (Atelier Romain), Sam Janssens (MOW), Elien Muylaert (opvolger van Liesbeth Longueville) en Lieselot Cole als vaste leden. Team Mobiliteit en de door Atelier Romain aangestelde mobiliteitsdeskundige zijn geen vast lid van het planteam en nemen deel aan het planteam op basis van de agenda.
In overleg met het planteam en de stuurgroep werd de start- en procesnota voor het RUP Electrabelsite opgemaakt. De startnota werd door het college goedgekeurd op 26 oktober 2020. Deze nota lag in consultatie van 5 november 2020 tot en met 3 januari 2021. Het participatiemoment is doorgegaan op 16 november 2020.
Bepaalde inspraakreacties en adviezen hadden als gevolg dat bijkomend ontwerpend onderzoek noodzakelijk was om duidelijkheid te scheppen over de inplanting van de hoogbouw. Het college heeft hiervoor Atelier Romain bijkomend aangesteld in zitting van 11 oktober 2021.
De scopingnota werd door het college goedgekeurd op 8 november 2021. Het college besliste in deze zitting om enerzijds delegatie aan te vragen aan de provincie Oost-Vlaanderen voor het deel van de N9 gelegen binnen het plangebied van het RUP Electrabelsite en anderzijds delegatie aan te vragen aan de Vlaamse regering over de hoogspanningspost en de - leidingen die aanwezig zijn in het plangebied van het RUP Electrabelsite.
Op 17 februari 2022 heeft de deputatie de gevraagde delegatie verleend. Het besluit van de deputatie is gevoegd in bijlage.
Op 22 maart 2022 heeft de Vlaamse Regering de gevraagde delegatie verleend. Het ministerieel besluit is gevoegd in bijlage.
In overleg met het planteam en de stuurgroep werd het voorontwerp RUP opgemaakt. Het voorontwerp RUP is een doorvertaling van de plandoelstellingen en concepten uit de startnota, het voortschrijdend inzicht op basis van de inspraakreacties en adviezen die behandeld zijn in de scopingnota, de inzichten uit het ontwerpend onderzoek dat is gevoerd, het overleg met het planteam over het voorontwerp RUP en de adviezen van de verschillende stadsdiensten.
Het college keurde op 4 april 2022 het voorontwerp RUP goed waarna de plenaire vergadering met raadpleging van de adviesinstanties is doorgegaan. De plenaire vergadering is doorgegaan op 29 april 2022. Op basis van de ontvangen adviezen in het kader van de plenaire vergadering werd het voorontwerp RUP op een aantal punten bijgesteld.
De gemeenteraad stelde op 20 september 2022 het ontwerp RUP Electrabelsite voorlopig vast waarna het openbaar onderzoek en adviesvraag werd georganiseerd.
Na de voorlopige vaststelling door de gemeenteraad op 20 september 2022 werd een openbaar onderzoek en adviesvraag georganiseerd.
Het openbaar onderzoek liep van 29 september 2022 tot en met 27 november 2022.
De adviesperiode voor de instanties liep van 6 oktober 2022 tot en met 4 december 2022.
Er werden 9 adviezen en 1 bezwaarschrift ingediend, door de Gecoro op 15 februari 2023 gebundeld en behandeld. Het document met de behandeling van de bezwaren en adviezen en het eindadvies van de Gecoro is gevoegd in dossier.
Conform art. 2.2.21.§5 van de VCRO werd het gemotiveerd advies binnen negentig dagen na het einde van het openbaar onderzoek overgemaakt aan de leden van de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen. Er wordt verwezen naar het bericht per e-mail dd. 24 februari 2023.
Volgens artikel 2.2.21 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dient het ontwerp van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan door de gemeenteraad voorlopig te worden vastgesteld, waarna het wordt onderworpen aan een procedure van openbaar onderzoek gedurende minimum 60 dagen. De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening bundelt en coördineert alle adviezen, opmerkingen en bezwaren en brengt binnen de 90 dagen gemotiveerd advies uit bij de gemeenteraad. De gemeenteraad stelt binnen de 180 dagen na het einde van het openbaar onderzoek het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan definitief vast.
het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Electrabelsite definitief vast te stellen. Het dossier zoals gevoegd in bijlage omvat volgende documenten :
Ieder jaar vinden in augustus kermissen plaats in Hofstade en Gijzegem. Naast de drukbezochte avondmarkten en de aanwezigheid van kermisstielen, vormen ook de lokaal georganiseerde paardenprijskampen een belangrijk publiekstrekker tijdens deze kermissen.
De paardenprijskampen in Hofstade en Gijzegem kunnen al jarenlang rekenen op logistieke en financiële steun van de stad. De modaliteiten en voorwaarden van de samenwerking tussen de stad Aalst en de Landelijke Gilde Hofstade voor het inrichtingen van deze jaarlijkse kermisactiviteiten worden in een samenwerkingsovereenkomst vastgelegd (gevoegd in bijlage). Deze overeenkomst geldt voor een periode van 1 mei 2023 tot en met 31 december 2025.
de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Aalst en de Landelijke Gilde Hofstade voor de organisatie van de paardenprijskampten te Hofstade en Gijzegem zoals gevoegd in bijlage goed te keuren.
Binnen het project De Gendarmerie zal ook een bestaand gebouw gerenoveerd worden tot een nieuwe kinderopvang. In dit nieuwe kinderdagverblijf zullen de twee buurtgerichte Lokale Diensten voor kinderopvang (LODI) De Pinnemuts en De Notendop worden samengebracht. Deze twee kinderdagverblijven zijn vandaag gehuisvest in verschillende gebouwen. Het nieuwe kinderdagverblijf zal plaats voorzien voor 36 kinderen. Ook hier zal de focus vooral op buurtgerichte opvang liggen. Er worden voorzieningen getroffen om ook flexibele opvangplaatsen aan te bieden voor OCMW cliënteel die tijdens de dag opleiding volgen of op sollicitatiegesprek moeten. Deze flexibele opvangplaatsen zullen enkel aangeboden worden indien er hiervoor voldoende werkingsmiddelen gevonden worden.
Om de financiële inbreng van stad Aalst en OCMW te optimaliseren zal er voor de bouw beroep gedaan worden op middelen van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA). Dit fonds kan tot 60% van de investeringskosten subsidiëren. De bouwkosten worden geraamd op 1 252 800,00 euro.
Stad Aalst zal als organisator de uitbating van kinderopvang op zich nemen. OCMW is de bouwheer van de kinderopvang en voorziet de financiële middelen. Voor VIPA moet de aanvrager van de subsidie echter de uitbater van de kinderopvang zijn en moet die uitbater in het gesubsidieerde gebouw minstens 25 jaar het recht hebben om een kinderopvang uit te baten. Stad Aalst haalde in het kader van de subsidie ‘investeringen in sociale infrastructuur’ van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur ook 350 000 euro binnen die onder andere gebruikt zal worden om de bouwkosten te financieren (zie Besluit Vlaamse Regering van 15 december 2017).
Doordat stad Aalst en OCMW nog steeds twee juridische entiteiten zijn, moet het OCMW een genotsrecht verlenen aan de stad Aalst. Deze kosteloze terbeschikkingstelling wordt geregeld via een samenwerkingsovereenkomst.
Het aanvraagdossier voor de investeringssubsidie kan niet volledig verklaard worden door VIPA zonder het bewijs van genotsrecht.
De gemeenteraad besliste in zitting van 26 maart 2019 de samenwerkingsovereenkomst tussen OCMW en stad Aalst voor de terbeschikkingstelling van een gebouw ingericht als kinderdagverblijf op De Gendarmerie goed te keuren.
Stad Aalst als uitbater van het kinderdagverblijf en aanvrager van de VIPA-subsidies krijgt een permanent genotsrecht op het kinderdagverblijf. Dit genotsrecht moet minimum 25 jaar duren volgens de VIPA-voorwaarden en zal worden vastgelegd via een recht van opstal.
De gemeenteraad besliste in zitting van 22 februari 2022 akkoord te gaan met de vestiging van een kosteloos opstalrecht tussen het OCMW (opstalgever) en stad Aalst (opstalnemer) voor de uitbating van het kinderdagverblijf op de site De Gendarmerie, te Aalst, Denderstraat 22, voor een periode van 25 jaar.
In zelfde zitting werd beslist de afdeling Vastgoedtransacties aan te stellen voor de de opmaak van de ontwerpakte en het vertegenwoordigen van de stad bij het verlijden van de authentieke akte.
De afdeling Vastgoedtransacties bezorgde de ontwerpakte inzake.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 31 maart 2023 kennis te nemen van de vestiging van een kosteloos opstalrecht tussen het OCMW (opstalgever) en stad Aalst (opstalnemer) voor de uitbating van het kinderdagverblijf op de site De Gendarmerie, te Aalst, Denderstraat 22, voor een periode van 25 jaar, op basis van de voorwaarden opgenomen in de ontwerpakte opgemaakt door de afdeling Vastgoedtransacties en voormelde ontwerpakte ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
In het dossier worden de ontwerpakte en de plannen toegevoegd.
om reden van openbaar nut akkoord te gaan met de vestiging van een kosteloos opstalrecht tussen het OCMW (opstalgever) en stad Aalst (opstalnemer) voor de uitbating van het kinderdagverblijf op de site De Gendarmerie, te Aalst, Denderstraat 22, voor een periode van 25 jaar, op basis van de voorwaarden opgenomen in de ontwerpakte opgemaakt door de afdeling Vastgoedtransacties.
Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 18 februari 2013 de stedenbouwkundige vergunning goed met het oog op realiseren van een woonproject (oprichten van meergezinswoningen) op een terrein te Erembodegem, Ninovesteenweg, kadastraal gekend 12°afdeling, sectie B, nummers 1233 B2, 1233 Z en 1234 A.
In deze stedenbouwkundige vergunning
werd opgenomen:
" De centrale groene binnenruimte en de wegenis zullen na realisatie kosteloos aan de stad worden overgedragen en op deze manier ingelijfd worden in het openbaar domein. Zoals hierboven reeds aangegeven zal het onderhoud van deze openbare tuin voor een deel ten laste vallen aan de privatieve eigenaars (intensief beheer) en voor een deel ten laste vallen van de stad (extensief beheer). Alle bomen en struiken op het openbaar domein zullen evenwel beheerd blijven door de stad".
Notaris Frederic Caudron, notaris met standplaats te Aalst en Erembodegem, bezorgde ons de ontwerpakte kosteloze overdracht van een perceel grond bestaande uit groene binnenruimte en wegenis, te Erembodegem, Eversberg, kadastraal gekend 12°afdeling, sectie B, deel van nummer 1234 B, met een gemeten oppervlakte van 7.566,42 m², om in te lijven in het openbaar domein van de stad Aalst.
Deze overdracht is in hoofde van de stad kosteloos en kan worden aanvaard.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 27 maart 2023 kennis te nemen van de kosteloze grondafstand in voordeel van de stad, van een perceel grond bestaande uit groene binnenruimte en wegenis, te Erembodegem, Eversberg, kadastraal gekend 12°afdeling, sectie B, deel van nummer 1234 B, met een gemeten oppervlakte van 7.566,42 m² , om in te lijven in het openbaar domein van de stad Aalst, op basis van de voorwaarden opgenomen in de ontwerpakte opgemaakt door Frederic Caudron, notaris met standplaats te Aalst en Erembodegem en voormelde ontwerpakte ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
In het dossier worden de ontwerpakte, de plannen en de stedenbouwkundige vergunning toegevoegd.
om reden van openbaar nut over te gaan tot de kosteloze grondafstand in voordeel van de stad, van een perceel grond bestaande uit groene binnenruimte en wegenis, te Erembodegem, Eversberg, kadastraal gekend 12°afdeling, sectie B, deel van nummer 1234 B, met een gemeten oppervlakte van 7.566,42 m², om in te lijven in het openbaar domein van de stad Aalst, op basis van de voorwaarden opgenomen in de ontwerpakte opgemaakt door Frederic Caudron, notaris met standplaats te Aalst en Erembodegem.
de heer David Coppens, voorzitter gemeenteraad, samen met de heer Wim Leerman, algemeen directeur, of hun vervangers, aan te stellen als verschijners namens de stad bij het verlijden van voormelde akte.
Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 25 januari 2016 de verkavelingsvergunning goed met het oog op het verkavelen van gronden met het oog op woningbouw en de aanleg van wegenis (9 loten), op een terrein te Aalst, 1°afdeling, sectie B, nummers 452 W en 454 G.
In deze verkavelingsvergunning werd opgenomen: " De nieuw aangelegde wegenis, inclusief alle infrastructuur van de openbare nutsvoorzieningen en de groenzones (zoals aangegeven op plan nr 3 inzake grondoverdracht), dienen gratis, vrij en onbelast overgedragen te worden aan het stadsbestuur van de stad Aalst".
Notaris Pol Vanden Broecke, notaris met standplaats te Evergem, die zijn ambt uitoefent in de BV Notarissen Noord, geassocieerde notarissen, bezorgde ons de ontwerpakte kosteloze overdracht van een perceel grond waarop de wegenis, riolering en nutsleidingen werden aangelegd, gelegen te Aalst, Petrus de Rivo-Straat, kadastraal gekend 1°afdeling, sectie B, deel van nummers 454 G en 452 W, met een gereserveerd kadastraal nummer 603 A2 P0000, met een gemeten oppervlakte van 909,00 m², om in te lijven in het openbaar domein van de stad Aalst.
Deze overdracht is in hoofde van de stad kosteloos en kan worden aanvaard.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 27 maart 2023 kennis te nemen van de kosteloze grondafstand in voordeel van de stad, van een perceel grond waarop de wegenis, riolering en nutsleidingen werden aangelegd, gelegen te Aalst, Petrus de Rivo-Straat, kadastraal gekend 1°afdeling, sectie B, deel van nummers 454 G en 452 W, met een gereserveerd kadastraal nummer 603 A2 P0000 en een gemeten oppervlakte van 909,00 m², om in te lijven in het openbaar domein van de stad Aalst, op basis van de voorwaarden opgenomen in de ontwerpakte opgemaakt door notaris Pol Vanden Broecke, notaris met standplaats te Evergem, die zijn ambt uitoefent in de BV Notarissen Noord, geassocieerde notarissen en voormelde ontwerpakte ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
In het dossier worden de ontwerpakte en het opmetingsplan toegevoegd.
om reden van openbaar nut over te gaan tot de kosteloze grondafstand in voordeel van de stad, van een perceel grond waarop de wegenis, riolering en nutsleidingen werden aangelegd, gelegen te Aalst, Petrus de Rivo-Straat, kadastraal gekend 1°afdeling, sectie B, deel van nummers 454 G en 452 W, met een gereserveerd kadastraal nummer 603 A2 P0000 en een gemeten oppervlakte van 909,00 m², om in te lijven in het openbaar domein van de stad Aalst, op basis van de voorwaarden opgenomen in de ontwerpakte opgemaakt door notaris Pol Vanden Broecke, notaris met standplaats te Evergem, die zijn ambt uitoefent in de BV Notarissen Noord, geassocieerde notarissen.
de heer David Coppens, voorzitter gemeenteraad, samen met de heer Wim Leerman, algemeen directeur, of hun vervangers, aan te stellen als verschijners namens de stad bij het verlijden van voormelde akte.
De aanvraag beoogt het verkavelen van een grond in 3 loten voor het ontwikkelen van een woonproject, het wijzigen van het reliëf, het rooien van bomen en de aanleg van infrastructuur. De verkaveling omvat 3 loten, waarvan 2 bestemd voor wonen en 1 bestemd voor het oprichten van een elektriciteitscabine. De voorliggende aanvraag voorziet tevens in de aanleg van een fietspad waarvan de stad Aalst, na aanleg ervan, het beheer zal overnemen.
Het project beoogt het oprichten van 4 bouwvolumes (blok noord, blok oost, blok zuid en blok west), verspreid over de site en hoofdzakelijk bestemd voor wonen. Daarnaast wordt ook voorzien in een ondergrondse parking, twee bovengrondse parkings en een groene omgevingsaanleg.
• Het noordelijke bouwvolume bestaat uit 3 bouwlagen en bevat zowel grondgebonden als gestapelde woningen. De maximale footprint van het bouwvolume bedraagt 733m² (ca. 12m x 61m). In totaal worden er in dit bouwvolume 16 woningen voorzien van verschillende types). Er worden 21 bovengrondse parkeerplaatsen voorzien voor dit bouwvolume (16 voor bewoners en 5 voor bezoekers). Er worden tevens 56 bovengrondse fietsstallingen voorzien, waarvan 48 voor bewoners en 8 voor bezoekers.
• Het oostelijk bouwvolume bestaat uit 26 woongelegenheden. De maximale footprint van het bouwvolume bedraagt 845m² (ca. 15m x 56m). Dit bouwvolume zal uit 3 bouwlagen bestaan met daarboven 2 teruggetrokken penthouses en bevat een ondergrondse parking voor de bewoners (27 parkeerplaatsen en 52 fietsenbergingen). Er worden bovengronds 10 fietsstallingen voorzien voor bezoekers. • Het zuidelijk bouwvolume bestaat uit 20 woningen van diverse types. De maximale footprint van het bouwvolume bedraagt 731m² (ca. 15m x 50m). Dit bouwvolume bestaat uit 3 bouwlagen met daarboven 2 teruggetrokken penthouses en een ondergrondse garage . In de ondergrondse garage worden er 22 parkeerplaatsen en 52 fietsstallingen voorzien voor de bewoners. Er worden 14 bovengrondse fietsstallingen voorzien voor bezoekers.
• Het westelijk bouwvolume bestaat uit een polyvalente ruimte (kinderdagverblijf op het gelijkvloers) en 13 bovenliggende woongelegenheden. Dit bouwvolume is het hoogste van de vier bouwvolumes met 5 bouwlagen en een teruggetrokken verdieping en heeft een maximale footprint van 312m² (ca. binnen 18m x 19,5m). Ondergronds wordt er een parkeergarage voorzien met 13 autoparkeerplaatsen en 26 fietsstallingen (voor bewoners). Bovendien worden er op het maaiveld ook 20 autoparkeerplaatsen voorzien (waarvan 18 voor bezoekers en 2 voor de crèche) en 22 fietsstaanplaatsen (waarvan 14 voor bezoekers en 8 voor de crèche).
Centraal door het gebied wordt voorzien in een fietspad met een breedte van 3,30 m dat verbinding zal maken tussen Ninovesteenweg/Eversberg en de Lokerenveldstraat. Dit fietspad zal worden overgedragen aan de stad Aast en worden ingelijfd bij het openbaar domein. Zoals bepaald in artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning dient de in de aanvraag voorgestelde aanleg van wegen rekening te houden met de principes van artikels 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen: “Artikel 3. Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op: 1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau; 2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak. Artikel 4. Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes: 1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang; 2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd; 3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen; 4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief; 5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen”.
De voorliggende aanvraag werd van 29-11-2022 tot en met 28-12-2022 aan een openbaar onderzoek onderworpen. Gedurende deze periode werden in totaal 14 bezwaarschriften ingediend, waarvan één bezwaarschrift betrekking heeft op de aanleg van het fietspad/brandweerweg. Dit bezwaar is ongegrond gebleken.
Bezwaarschrift: 1. Fietsverbindingen: in het huidige ontwerp wordt een dubbele fietsverbinding voorgesteld tussen het project Lokerenveld en de aangrenzende residentie Du Parc. Deze verbinding zou aansluiten op het bestaande wandel- en fietspad dat doorheen de publieke parktuin loopt en zich ten zuiden van Du Parc "Blok C (huisnummers 17-19-21)" bevindt. De tweede fietsverbinding zou in het verlengde liggen van de straat Eversberg ten noorden van blok C. De inplanting van dit laatste tracé loopt voor de garage-uitrit van Blok C en zet de door de projectontwikkelaar geopperde scheiding van gemotoriseerd en wandel- en fietsverkeer integraal op de helling. De constructie van Blok C met een blinde buitenmuur ter hoogte van de uitrit staat gegarandeerd borg voor aanrijdingen met zwakke weggebruikers. Ook ervaar ik een verbinding langs die zijde als een bijkomende privacy-problematiek waarbij passanten snel kunnen binnendringen in de ondergrondse garage. Voorstel is dan ook om louter een aansluiting op het bestaande pad ten zuiden van blok C te realiseren dat doorheen de parktuin loopt zoals trouwens eerder reeds per email was gesuggereerd aan de projectontwikkelaar. 2. Ontsluiting brandwegen: in het voorgelegde ontwerp wordt een brandweg ingepland dat ook ten noorden van blok C aansluit op het einde van de straat Eversberg met het perceel van residentie Du Parc. Het dubbele fietstraject zou hier trouwens in opgenomen zijn. In een schriftelijke reactie met de projectontwikkelaar oppert deze dat de brandweg "een minimale eis is van de brandweer zowel voor onze VME als hun project". Ik heb reeds eerder een schriftelijke toelichting verstrekt omtrent de aanwezige brandwegen en keerpunten op de site van residentie Du Parc aan de projectontwikkelaar. De opnieuw aangehaalde argumentatie zou kunnen leiden tot de interpretatie als zou onze site momenteel niet voldoen aan de vereisten van de brandweer wat uiteraard wél het geval is. Merk trouwens op dat de noodzakelijke verharding voor een brandweg uitmondend ten noorden van Blok C een negatieve invloed kan hebben op het wortelgestel van de aanwezige statige bomenrij. Voorstel is dat de projectontwikkelaar alternatieve ontsluitingswegen bespreekt met de brandweer bvb langs de parkeerzijde aan de achterzijde van gebouw Noord op hun projectsite eventueel aangevuld met een keerpunt aldaar. Bespreking bezwaarschrift: 1. Er wordt een fietsverbinding voorzien die aansluit op de Eversberg, die op zich aansluit op de Ninovesteenweg. Dit fietspad zal ook functioneren als brandweerontsluiting voor het volledige binnengebied (ook het reeds ontwikkelde binnengebied). Het zuidelijke pad dat door de tuin van residentie Du Parc gaat zal eerder functioneren als wandelpad. Ter hoogte van Eversberg zal het fietsverkeer en plaatselijk autoverkeer gemengd verlopen. De stad geeft de voorkeur aan de noordelijke verbinding aangezien dit ook toegang geeft naar de noordelijke grondgebonden woningen. Het betreft enkel plaatselijk verkeer. De veiligheid van de fietsers is aldus voldoende gegarandeerd. 2. Het doortrekken van de brandweerweg is inderdaad een eis die werd opgelegd vanuit de hulpverleningszone Zuid-Oost, Brandpreventie. Deze brandweerweg is noodzakelijk voor de ontsluiting van het volledige binnengebied, ook het reeds gerealiseerde project. Deze brandweerweg zal niet toegankelijk zijn voor personenwagens, enkel voor voetgangers en fietsers en in het geval van calamiteiten. De aanvraag werd voor advies voorgelegd zowel aan interne diensten ([1] dienst Omgevingsbeleid, [2] dienst Mobiliteit en openbare werken, [3] team Patrimonium als aan externe diensten ([1] Hulpverleningszone Zuid-Oost, [2] Telenet, [3] Fluvius, [4] Proximus, [5] Farys, [6] GECORO en [7] de dienst Integraal waterbeleid van de Provincie Oost-Vlaanderen. De adviezen van de dienst Integraal waterbeleid van de Provincie Oost- Vlaanderen, de Gecoro en de interne dienst Mobiliteit zijn ongunstig. Mits planaanpassingen inzake de waterhuishouding en mits verduidelijking van het dossier inzake de mobiliteit, komt de aanvraag mogelijks voor vergunning in aanmerking. De ongunstige adviezen hebben geen betrekking op de aanleg van het fietspad.
De gemeenteraad dient, voorafgaand aan de beslissing over de zaak der wegen en conform artikel 12 van het decreet houdende de gemeentewegen, het ontwerp van het rooilijnplan definitief vast te stellen. Op 31-03-2023 besliste het college van burgemeester en schepenen om akkoord te gaan met het ontwerp verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar waarin wordt voorgesteld om – onder voorbehoud van het alsnog bekomen van een gunstig advies van de dienst Integraal waterbeleid van de Provincie Oost-Vlaanderen en een gunstig advies van de interne dienst Mobiliteit – een omgevingsvergunning te verlenen in het kader van de voorliggende aanvraag. Een omgevingsvergunning kan evenwel pas worden verleend nadat de gemeenteraad zijn goedkeuring, al dan niet met voorwaarden en/of lasten, heeft verleend aan de in de aanvraag voorgestelde aanleg van het fietspad
Werkgroep gemeentewegen: Positief advies
Decreet gemeentewegen van 03 mei 2019
het ontwerp van rooilijnplan horende bij omgevingsvergunning omv 2022088072 definitief vast te stellen
De definitieve vaststelling van het rooilijnplan dienen te gebeuren onder opschortende voorwaarde van het verkrijgen van een definitieve vergunning voor het dossier omv 2022088072.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 28 september 2020 principieel akkoord te gaan met de aanpassing van het ontwerp zodat over het hele traject Gudstraat, Koning Albertstraat, Kattenbroekstraat, Rijgerstraat en Beugemstraat fietspaden worden voorzien tussen Herdersem (Pontweg) en de Leirekensroute in de Beugemstraat.
In zelfde zitting werd principieel beslist akkoord te gaan met de opstart van de grondinnames, nodig om de fietspaden te realiseren, door de dienst Juridische zaken - patrimonium en het werk voor schattingen en onderhandelingen uit te besteden aan de grondverwervingsdiensten van Aquafin.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 14 december 2020 In het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken van de dienst Mobiliteit en openbare werken akkoord te gaan om de schattingen en onderhandelingen uit te besteden aan de diensten van Aquafin voor de dossiers Herdersem Gudstraat - Kattenbroekstraat (85 innames), Aalst Hoezekouterdreef (35 innames), Erembodegem Welleweg - Asterstraat (18 innames), Moorsel Gevergemveldbaan (15 innames), Nieuwerkerken Bremtstraat (80 innames), Gijzegem Pachthofstraat (45 innames).
In zelfde zitting werd beslist de nodige budgetten te voorzien onder het exploitatiebudget Mobiliteit en openbare werken, onder MJP000437 – AC000194 – artikelnummer 0310‑70/6131100 (Aquafin (Riototaal): afkoppelingsstudies, onderhoud pompstations, advisering, modelberekeningen, onderhandelingen voor grondinnames voor rioleringsprojecten - Erelonen en vergoedingen consultancy).
In het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken te Herdersem-Moorsel, Gudstraat, Kattenbroekstraat, Koning Albertstraat, Biesebroekweg, Baaikensveldweg, Bloemenveldstraat, deel Rijgerstraat en deel Avouestraat, zijn 73 grondverwervingen noodzakelijk.
Aquafin waardeerde de benodigde percelen voor een totale aankoopwaarde, inclusief werkzones, pachtafstanden, uitwinnings- en schadevergoedingen voor 491.711,52 EUR.
De gemeenteraad besliste in zitting van 30 november 2021 om reden van openbaar nut, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken te Herdersem-Moorsel, Gudstraat, Kattenbroekstraat, Koning Albertstraat, Biesebroekweg, Baaikensveldweg, Bloemenveldstraat, deel Rijgerstraat en deel Avouestraat, akkoord te gaan met de grondverwervingen voor de geschatte waarde van 491.711,52 EUR.
In zelfde zitting werd beslist notariskantoor Caudron, Herzeel en Breckpot, met standplaats te Aalst en Erembodegem, aan te stellen voor de afhandeling van de notariële akten.
Na start van de onderhandelingen door Aquafin blijkt de waardebepaling van de landbouwgronden te laag te zijn. Voor de opmaak van het schattingsverslag werden vergelijkingspunten gebruikt van diverse jaren terug. Aangezien de prijzen de laatste tijd sterk stegen, is de gemiddelde eenheidsprijs van 3,46 EUR/m² te laag
In Oost-Vlaanderen was de gemiddelde prijs van landbouwgrond een jaar geleden meer dan 6 EUR/m².
7 EUR/m² kan vandaag worden weerhouden als waarde voor dergelijke percelen.
Met deze kennis werd een geactualiseerd schattingsverslag opgemaakt. Op basis hiervan dient een budgetverhoging van 70.000 EUR te worden voorzien.
De gemeenteraad besliste in zitting van 31 mei 2022 om reden van openbaar nut, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken te Herdersem-Moorsel, Gudstraat, Kattenbroekstraat, Koning Albertstraat, Biesebroekweg, Baaikensveldweg, Bloemenveldstraat, deel Rijgerstraat en deel Avouestraat, akkoord te gaan met een budgetverhoging van 70.000,00 EUR.
Aquafin bezorgde ons de door de eigenaars ondertekende overeenkomsten.
De eigenaars ondertekenden een onderhandse koopovereenkomst, waarin zij zich verbinden te verkopen aan de stad Aalst, een bovengrondse inname van 2.090,00 m² te Aalst-Moorsel, kadastraal gekend 8°afdeling, sectie D, deel nummers 510H, 509B en 509C, zijnde inname 7, 8 en 9 van het plan, voor de prijs van 10.249,36 EUR.
De pachter ondertekende een overeenkomst afstand van pacht met een vergoeding van 1.734,70 EUR, een overeenkomst tijdelijk gebruik van een privé-perceel voor het plaatsen van peilbuizen en een overeenkomst van gratis precair gebruik voor de betrokken percelen.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 27 maart 2023 kennis te nemen van de afgesloten overeenkomsten voor inname 7, 8 en 9, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken te Herdersem-Moorsel, Gudstraat, Kattenbroekstraat, Koning Albertstraat, Biesebroekweg, Baaikensveldweg, Bloemenveldstraat, deel Rijgerstraat en deel Avouestraat.
In zelfde zitting werd beslist voormelde overeenkomsten ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad.
In het dossier worden de overeenkomsten en het plan toegevoegd.
De bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur.
om reden van openbaar nut, in het kader van de geplande riolerings- en wegenwerken te Herdersem-Moorsel, Gudstraat, Kattenbroekstraat, Koning Albertstraat, Biesebroekweg, Baaikensveldweg, Bloemenveldstraat, deel Rijgerstraat en deel Avouestraat, over te gaan tot de verwerving van innames 7, 8 en 9 van het plan en hiervoor de onderhandse overeenkomsten goed te keuren.
de heer David Coppens, voorzitter gemeenteraad en de heer Wim Leerman, algemeen directeur, of hun vervangers, aan te stellen als verschijners namens de stad om voormelde overeenkomsten te ondertekenen na goedkeuring door de gemeenteraad.
De aanvraag beoogt het verkavelen van een grond in 3 loten voor het ontwikkelen van een woonproject, het wijzigen van het reliëf, het rooien van bomen en de aanleg van infrastructuur. De verkaveling omvat 3 loten, waarvan 2 bestemd voor wonen en 1 bestemd voor het oprichten van een elektriciteitscabine.
De voorliggende aanvraag voorziet tevens in de aanleg van een fietspad waarvan de stad Aalst, na aanleg ervan, het beheer zal overnemen.
Het project beoogt het oprichten van 4 bouwvolumes (blok noord, blok oost, blok zuid en blok west), verspreid over de site en hoofdzakelijk bestemd voor wonen. Daarnaast wordt ook voorzien in een ondergrondse parking, twee bovengrondse parkings en een groene omgevingsaanleg.
Centraal door het gebied wordt voorzien in een fietspad met een breedte van 3,30 m dat verbinding zal maken tussen Ninovesteenweg/Eversberg en de Lokerenveldstraat. Dit fietspad zal worden overgedragen aan de stad Aast en worden ingelijfd bij het openbaar domein.
Zoals bepaald in artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning dient de in de aanvraag voorgestelde aanleg van wegen rekening te houden met de principes van artikels 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen:
“Artikel 3. Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Artikel 4. Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen”.
De voorliggende aanvraag werd van 29-11-2022 tot en met 28-12-2022 aan een openbaar onderzoek onderworpen. Gedurende deze periode werden in totaal 14 bezwaarschriften ingediend, waarvan één bezwaarschrift betrekking heeft op de aanleg van het fietspad/brandweerweg. Dit bezwaar is ongegrond gebleken.
Bezwaarschrift:
Bespreking bezwaarschrift:
De aanvraag werd voor advies voorgelegd zowel aan interne diensten ([1] dienst Omgevingsbeleid, [2] dienst Mobiliteit en openbare werken, [3] team Patrimonium als aan externe diensten ([1] Hulpverleningszone Zuid-Oost, [2] Telenet, [3] Fluvius, [4] Proximus, [5] Farys, [6] GECORO en [7] de dienst Integraal waterbeleid van de Provincie Oost-Vlaanderen.
De adviezen van de dienst Integraal waterbeleid van de Provincie Oost- Vlaanderen, de Gecoro en de interne dienst Mobiliteit zijn ongunstig. Mits planaanpassingen inzake de waterhuishouding en mits verduidelijking van het dossier inzake de mobiliteit, komt de aanvraag mogelijks voor vergunning in aanmerking.
De ongunstige adviezen hebben geen betrekking op de aanleg van het fietspad.
De gemeenteraad dient, voorafgaand aan de beslissing over de zaak der wegen en conform artikel 12 van het decreet houdende de gemeentewegen, het ontwerp van het rooilijnplan definitief vast te stellen.
Op 31-03-2023 besliste het college van burgemeester en schepenen om akkoord te gaan met het ontwerp verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar waarin wordt voorgesteld om – onder voorbehoud van het alsnog bekomen van een gunstig advies van de dienst Integraal waterbeleid van de Provincie Oost-Vlaanderen en een gunstig advies van de interne dienst Mobiliteit – een omgevingsvergunning te verlenen in het kader van de voorliggende aanvraag. Een omgevingsvergunning kan evenwel pas worden verleend nadat de gemeenteraad zijn goedkeuring, al dan niet met voorwaarden en/of lasten, heeft verleend aan de in de aanvraag voorgestelde aanleg van het fietspad.
Het decreet van 25-04-2014 (en latere wijzigingen) betreffende de omgevingsvergunning. In het bijzonder artikel 31 welke stelt: “§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt …”.
Het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25-04-2014 betreffende de omgevingsvergunning (hieronder ‘omgevingsvergunningsbesluit’). In het bijzonder artikel 47 welke stelt “Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is”.
Het decreet van 03-05-2019 houdende de gemeentewegen. In het bijzonder artikel 12 welke stelt “… § 2. In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.
Als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over het al dan niet wijzigen of opheffen van het gemeentelijk rooilijnplan, alvorens te beslissen over de goedkeuring, vermeld in artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning …”.
De goedkeuring te verlenen aan de in de aanvraag voorgestelde aanleg van een fietspad dat zal worden ingelijfd bij het openbaar domein zoals opgenomen in de aanvraag voor een omgevingsvergunning (2022088072) ingediend door Zabra Real Estate, Antoon Catriestraat 8, bus A, 9031 Gent en Green Corner, Bellevue 5 bus 301, 9050 Gent, voor het verkavelen van een grond in 3 loten voor het ontwikkelen van een woonproject, het wijzigen van het reliëf, het rooien van bomen en de aanleg van infrastructuur, gelegen Lokerenveldstraat, 9300 Aalst, 1ste afdeling, sectie B, nummers 38B, 39A, 41K, 9320 Erembodegem, 12de afdeling, sectie B nummer 1234B.
Aan deze goedkeuring de volgende voorwaarden en lasten te koppelen:
Voorwaarden met betrekking tot de wegaanleg (fietspad)
Lasten met betrekking tot de wegaanleg (fietspad)
Historiek
In het verleden werd al een aanvraag ingediend en vergunning bekomen voor de realisatie van de infrastructuurwerken van fase 1A (referte OMV_2018137112 – vergunning afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen op 15-07-2019).
De werken voor deze aanvraag werden al aangevangen. Naar aanleiding van de vernietiging van de omgevingsvergunning voor de Raad van Vergunningsbetwisting (dd. 04-05-2021) werden de werken stilgelegd. De huidige omgevingsvergunningsaanvraag omvat dan ook een regularisatie van deze werken. Fase 1A maakt integraal onderdeel uit van de huidige omgevingsvergunningsaanvraag die ook de overige infrastructuurwerken omvat van het regionaal bedrijventerrein ten noorden van de Siesegembeek.
Bij beslissing van 07-06-2019 keurde het college van burgemeester en schepenen de principes voor de af te sluiten beheersovereenkomst van het openbaar domein “Health & Care Valley”, Siesegemkouter te Aalst, goed. Het uitgangspunt van het voorstel bestaat er in dat het beheer van verhardingen (wegen, voet- en fietspaden) en riolering door de stad wordt opgenomen samen met het groenbeheer van de ontsluitingswegen (corniche en type a). Het groenonderhoud van alle andere types wegen en bufferzones worden beheerd door de bedrijven.
Dit houdt het volgende in:
o beheer door de stad: riolering afvalwater, regenwaterleidingen, verhardingen, groenbeheer (weg “corniche” en weg “type a”) en beekvallei.
o beheer door de bedrijven: bufferbekkens water, groenbeheer (weg “type b”, “type c” en weg “type d”) en groenbuffers.
Op 19-12-2022 werden de inhoudelijke plannen van de omgevingsvergunning goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen. Hierin zat eveneens een draft van de beheersovereenkomst en een plan inzake de beheer afspraken vervat.
Beschrijving
Feiten en context
Op 22-12-2022 werd door AGSA – Hopmarkt 50, 9300 Aalst, NV Siesegem Noord – Frank Van Dyckelaan 15, 9140 Temse, NV VDS Consult – Terlindenstraat 11, 1790 Affligem, Monique Schelfhout – Terlindenstraat 11, 1790 Affligem, Martine Schelfhout – Geukenshage 44, 1790 Affligem en Stad Aalst – Werf 9, 9300 Aalst, een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het aanleggen van infrastructuur bij het regionaal bedrijventerrein Siesegem fase 1 (inclusief rooilijnplan voor het wijzigen van gemeentewegen) gelegen te Gentse steenweg 360/364/370/380/384/386/390/410/440, 9300 Aalst – Zeeldraaierstraat 4, 9300 Aalst – Merestraat 169/175, 9300 Aalst en als kadastrale omschrijving 2e afdeling, sectie C, nummers 1389,1314,… / 13e afdeling, sectie A, nummer 0327B, 0341E,….
Voorliggende aanvraag werd op 20-01-2023 volledig en ontvankelijk verklaard door de provincie Oost-Vlaanderen. Op 20-01-2023 werd door de provinciale omgevingsambtenaar gevraagd om de gemeenteraad, overeenkomstig artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, in het kader van de voorliggende aanvraag een beslissing te laten nemen over de aanleg van de wegen.
Bijkomend zal de gemeenteraad; voorafgaand aan de beslissing over de zaak der wegen; conform artikel 12 van het decreet houdende de gemeentewegen, het ontwerp van het rooilijnplan definitief vaststellen. De gemeenteraad zal tevens een beslissing nemen inzake de opheffing van de buurtwegen.
Dit besluit dient, in toepassing van artikel 47 van het omgevingsvergunningsbesluit, binnen de 10 dagen na de gemeenteraadszitting, te worden overgemaakt aan de provinciale omgevingsambtenaar.
Gezien de betreffende aanvraag mee werd ingediend door de Stad Aalst (Werf 9, 9300 Aalst) werd er geen adviesvraag gesteld in toepassing van artikel 24 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning gezien de aanvraag is ingediend door het betrokken college van burgemeester en schepenen.
Bijgevolg dient de gemeenteraad in toepassing van [1] artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25-04-2014 (en latere wijzigingen), [2] artikel 47 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27-11-2015 (en latere wijzigingen) tot uitvoering van het decreet van 25-04-2014 betreffende de omgevingsvergunning en [3] artikel 12 van het decreet van 03-05-2019 houdende de gemeentewegen, een beslissing te nemen over de bewuste weg- en rioleringsinfrastructuur.
De aanvraag heeft betrekking op een goed gelegen binnen het regionaal bedrijventerrein Siezegemkouter en wordt begrensd door de N9/Gentsesteenweg in het noorden, het gehucht Maal in het westen, de E40 in het zuiden, de Ediksveldebeek in het zuidoosten en de R41/Siesegemlaan in het oosten.
De voorliggende aanvraag behelst de infrastructuurwerken en wegeniswerken van fase 1 voor de ontwikkeling van het regionaal bedrijventerrein Siezegemkouter in Aalst, meer specifiek het deel ten Noorden van de Siesegembeek (wegenis, groeninrichting, bufferzones, en werken in functie van de waterhuishouding).
Binnen fase 1 wordt het volledig noordelijke deel van het plangebied aangelegd. De corniche wordt aangelegd, met daarnaast een vrijliggend dubbelrichtingsfietspad. Een hoofdstraat type A en B-B’, alsook verschillende nevenstraten, met aanpalende vrijliggende gemengde fiets- en voetpaden worden aangelegd.
De ‘ Corniche’ vormt de hoofdonsluiting van het project. Deze corniche takt aan op de Blauwenbergstraat/Merestraat in het oosten. De corniche bestaat uit een rijweg van 7 m breed die wordt voorzien in cementbetonverharding. De rijweg zal afwateren naar de groenzone (voorzien van bomen en gras) langs de zijde van de Siesegembeek.
Het vrijliggend dubbelrichtingsfietspad, ten zuiden van de corniche, heeft een breedte van 4 m en wordt aangelegd in asfaltverharding. Het fietspad zal onderdeel vormen van de fietssnelweg tussen Aalst en Zottegem (F414). Verder loopt het fietspad langs de Siesegembeek.
Overigens worden de straten aangelegd in ongewapende cementbetonverharding over een breedte van 7 m. Langs alle straten bevindt zich een vrijliggend fietsers en voetgangerspad met een breedte van 2,5 m en aangelegd in asfaltverharding. Naast de wegen worden wadi’s met gras voorzien waar ook een bomenrij wordt in aangeplant. Aansluitend wordt er over een breedte van 1 m een zone voor nutsleidingen in gras voorzien.
De voorliggende aanvraag gaat gepaard met de opmaak van een nieuw rooilijnplan. Gezien het bewust deel van de nieuwe wegenis en infrastructuur nog geen deel uitmaakt van het openbaar domein voorziet de aanvraag in een plan voor gratis grondafstand. De grondeigenaars hebben immers n.a.v. dit plan verklaard afstand te doen van hun vorderingsrecht voor eventuele waardevermindering van hun grond door opname van de wegenis in het openbaar domein.
De aanvraag werd voor advies voorgelegd aan externe instanties namelijk het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, het Agentschap Natuur en Bos, het Agentschap Wegen en Verkeer, de Provincie Oost-Vlaanderen waterbeleid, Brandweerzone Zuid-Oost, Fluxys, FOD Binnenlandse Zaken- ASTRID en Departement Omgeving.
Volgende adviezen werden verleend:
De voorliggende aanvraag werd van 30 januari 2023 tot en met 28 februari 2023 aan een openbaar onderzoek onderworpen.
Gedurende deze periode werden 50 bezwaren ingediend (21 analoge en 29 digitale bezwaren – waarvan meerdere identiek).
De bezwaren hebben betrekking op de volgende zaken:
Enkel volgende punten;
1. Trage wegen – zaak der wegen (afschaffing buurtweg nr. 32)
2. Definitieve ontsluiting van het bedrijf Bouwmaterialen Schelfhout BV (afschaffing buurtweg 28)
3. Fietssnelweg (Aalst- Zottegem)
7. Natuur (open ruimte)
26. Materiaal
27. Infiltratie en bufferbekkens
betreffen bezwaren die directe betrekking hebben op de in de aanvraag voorgestelde weginfrastructuur en/of opheffing van de gemeentewegen.
Motivering opheffing gemeentewegen – wegenis – rooilijnplan
Inhoud en bespreking bezwaarschriften;
Er wordt ingegaan op de bezwaren die relevant zijn om tot de beslissing te komen. Indien bezwaren hierna in de beoordeling niet expliciet worden besproken, dan gebeurt dit omdat zij niet (langer) relevant zijn, minstens geen aanleiding geven tot een andersluidende beslissing.
Een beperkt gedeelte van de bomenrij van appel langs Maleveld ter hoogte van het fietspad, alsook het groene gedeelte langs de Siesegembeek, waar het fietspad zal worden aangelegd, betreft openbaar domein en is bijgevolg wel toegankelijk voor publiek gebruik.
…
In de nota “Opheffing gemeentewegen – fase 1” (BE00118000638 Siesegemkouter_afschaffing gemeentewegen fase 1_V4) staat op blz. 26 aangaande buurtweg 32, dat in het inrichtingsplan werd rekening gehouden met de toekomstige ontsluiting van onder andere het private perceel 1326C, het perceel waar wij mede-eigenaar van zijn.
…
De ontsluiting van perceel 1326c is opgenomen in de paragraaf “Erfdienstbaarheid van doorgang” in de akte van verkoop “Aankoop Siesegem” van 9/2/2017 bij notaris Frederic Caudron Rep 20170169 Dossier 26/253 en dient ten volle gerespecteerd te worden.
…
De weg sluit maar over een kleine lengte aan mijn perceel 1326c.
…
De oorspronkelijke afspraken, zoals beschreven in de akte, dat er een ontsluiting komt naar buurtweg 32 is niet langer mogelijk, gezien op de plaats van buurtweg 32 een fietspad in ingetekend en het fietspad niet kan gebruikt worden door voortuigen.
…
Indien buurtweg 32 wordt afgeschaft en er een correcte ontsluiting komt van 1326C die aansluit met de nieuwe wegen, kunnen we daar zeker mee akkoord gaan.”
De erfdienstbaarheid van doorgang is een burgerrechtelijke discussie tussen de indiener van het bezwaar en de eigenaar van het lijdend erf. Een vergunningverlenende overheid kan en mag zich zodoende niet uitspreken over een betwisting van burgerlijke rechten. Echter blijkt uit het bezwaarschrift dat er kennelijk reeds gesprekken plaatsvonden tussen de eigenaars van het lijdende en heersende erf en er afspraken zouden gemaakt zijn om tegemoet te komen aan de bezorgdheden van de eigenaar van het heersende erf.
Voor zover het bezwaarschrift zou moeten opgevat worden als een bezwaar tegen de afschaffing van buurtweg 32 omdat er geen correcte ontsluiting zou zijn van het perceel 1326C die aansluit op de nieuwe wegen, dient te worden vastgesteld dat dit bezwaar ongegrond is aangezien er wel degelijk wordt voorzien in dergelijke ontsluiting zoals blijkt uit het definitief vast te stellen rooilijnplan in de voorliggende aanvraag tot omgevingsvergunning.
Perceel 1326c zal dus volgens de eigen gezegdes van de bezwaarindiener niet hoeven te ontsluiten langs deze weg aangezien er een andere uitgangsweg zou voorzien worden, doch mocht dat niet het geval zijn mag de aangelande wel degelijk ontsluiten langs de voorziene aan te leggen wegenis.
De beschrijvende nota voorziet dat tussen de Siesegemlaan en het gehucht Maal een van het gemotoriseerd verkeer gescheiden fietsverbinding wordt aangelegd, alsook dat het aantal kruisingen tussen de fietsverbindingen en de interne wegenis voor gemotoriseerd verkeer, inclusief toegangen tot individuele bedrijfskavels, wordt beperkt en de aanleg zoveel als mogelijk de veiligheid van de zwakke weggebruiker garandeert.
Dit is ook zo voorzien in het definitief vast te stellen rooilijnplan. Het standpunt dat dit niet in overeenstemming zou zijn met de stedenbouwkundige voorschriften kan niet gevolgd worden. Het toegelaten fietsverkeer valt niet onder “gemotoriseerd verkeer” zoals bedoeld in de stedenbouwkundige voorschriften. Het zal overigens de aangebrachte verkeerssignalisatie zijn die zal aanduiden welk fietsverkeer toegestaan wordt op deze fietsverbinding.
Naar aanleiding van de opheffing van buurtweg 30 wordt voorzien in enerzijds een nieuw fietspad en anderzijds een nieuw gemaaid wandelpad die zullen fungeren als centrale as binnen het volledige project. Het fietspad zal aansluiten op de bestaande fietsinfrastructuur, namelijk de fietstunnel onder de Siesegemlaan en het fietspad langs de Merestraat.
In de periode 2020-2022 werd de tracékeuze door Siesegemkouter op projectnotaniveau (deel van Unieke Verantwoordingsnota) verder uitgewerkt. Op 17 maart 2022 werd hierover op PSG (projectstuurgroep) een akkoord bereikt. Het definitieve tracé stemt overeen met het tracé zoals voorgesteld op het rooilijnplan. Bij de bepaling van het tracé werd o.a. met de waterhuishouding van de hele zone mee rekening gehouden, werd getracht het waardevol bosje te vermijden, werden bomen met bijzondere waarde vermeden, en werd aangesloten op bestaande aansluiting t.h.v. de Merestraat/Blauwbergstraat, en wordt met de aansluiting op Maleveld een link gelegd met het gebied achter het gehucht ‘Maal’ richting Erpe-Mere.
Gezien het ontwerp binnen de Unieke Verantwoordingsnota werd goedgekeurd, werd aan de BFF (boven lokaal functioneel fietsroutenetwerk) -wijzigingscommissie gevraagd het BFF aan te passen volgens de geoptimaliseerde verbinding die voorlag. Dit betekende in sé slechts een kleine verschuiving van het tracé dat in 2016 nog ‘op de beek’ lag naar een tracé dat ca. 20 tot 70m ten noorden van de Siesegembeek verschuift, alvorens af te draaien naar Maleveld.
De verbinding van de hoofdroute BFF, fietssnelweg F414, tussen de Merestraat en Maleveld werd aangepast conform het op PSG d.d. 17/03/’22 exact bepaalde tracé. De fietssnelweg ligt daarmee evident niet ‘op de beek’, maar buiten het overstromingsgebied.
Het tracé voor fietssnelweg F414 in het plangebied kan deze functie van centrale as vervullen Bijgevolg is de situering van het tracé een logische keuze.
De Provincie Oost-Vlaanderen, dienst Integraal waterbeleid, is van oordeel dat de maatregelen in het project voldoen aan de voorwaarden opgenomen in het provinciaal beleidskader wateradviezen. Bijgevolg werd er op 09-03-2023 een voorwaardelijk gunstig advies afgeleverd door de Provincie Oost-Vlaanderen, waar specifiek volgende voorwaarden in opgenomen werden inzake het milderen van het effect van de verhardingen;
o De infiltratievoorziening dient een buffervolume van minstens 250 m³/ha.
o Het maximaal toegelaten lozingsdebiet bedraagt 20 l/s, te realiseren met een aangepaste knijpleiding voorzien op zo'n hoogte dat er minstens 250 m³/ha via deze knijpleiding vertraagd wordt afgevoerd.
o De bodem van de voorziening / knijpleiding mag niet dieper dan 90 cm onder maaiveld gerealiseerd worden.
Artikel 5 § 2 – Structurerend groenelement- van stedenbouwkundige voorschriften- afbakening regionaalstedelijk gebied Aalst – Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Siezegemkouter/wijziging) voorziet:
“Tussen de Siesegemlaan en het gehucht Maal wordt een van het gemotoriseerd verkeer gescheiden fietsverbinding aangelegd.”
Deze fietsverbinding werd opgenomen in een afzonderlijke paragraaf en er is geen beperking opgelegd i.v.m. de materiaalkeuze zoals dat het geval is voor de andere wandel en fietspaden zoals voorzien in paragraaf 1 van voornoemd artikel
(“de aanleg, het inrichten of uitrusten van wegen in waterdoorlatende verharding voor fietsen of wandelen;”)
In de voorliggende aanvraag wordt de fietsverbinding tussen de Siesegemlaan en het gehucht Maal aangelegd in een asfaltverharding.
In de verantwoordingsnota wordt aangegeven waarom het gekozen materiaal noodzakelijk is (zie 2.12.1 pg. 41):
“De fietssnelweg is een 4 m brede asfaltverharding die wordt aangelegd binnen de overdrukzone Structurerend groenelement Siezegembeekvallei (Art. 4.1.7). De voorschriften van deze zone laten de aanleg, het inrichten of uitrusten van wegen in waterdoorlatende verharding voor fietsen of wandelen toe. Echter om het comfort van de fietser te garanderen en het fietsverkeer naar het bedrijventerrein te stimuleren wordt er besloten om de fietssnelweg in een asfaltverharding aan te leggen. Dit is in strijd met de voorschriften van deze zone. Om die redenen wordt er voor de aanleg van de fietssnelweg binnen het structurerend groenelement Siezegembeekvallei een afwijking aangevraagd op basis van artikel 4.4.1 VCRO dat toelaat om beperkt af te wijken van stedenbouwkundige voorschriften voor wat de gebruikte materialen betreft, minstens op basis van art. 4.4.7 §2 van de VCRO. Dit artikel stelt dat in een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, mag worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften.”
Er is m.a.w. geen strijdigheid met de geldende voorschriften, doch zelfs al zou dat zo zijn kunnen beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot gebruikte materialen in toepassing van art 4.4.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gecoördineerd op 15 mei 2009. Bijkomend wordt vastgesteld dat het hemelwater op de fietssnelweg zal afwateren naar de beekvallei waar het op een natuurlijke wijze kan infiltreren en hetzelfde effect kan ressorteren als bij gebruik van een waterdoorlatende verharding. Gezien het verwachte intensief gebruik van deze fietsverbinding dient deze te worden aangelegd in een robuust materiaal met een lange levensduur.
In het bezwaar wordt verwezen naar het volgende voorschrift art 3 van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan – Afbakening regionaalstedelijk gebied Aalst-deelplan 4- Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Siezegemkouter (wijziging):
“Hemelwater moet maximaal kunnen infiltreren in de bodem. Verhardingen moeten zoveel als mogelijk waterdoorlatend zijn. Wateropvang gebeurt zoveel als mogelijk in de directe omgeving van plaatsen waar een verharding wordt voorzien.”
In het voornoemde GRUP art 3 wordt nergens gespecificeerd in welke materialen de wegenis en parkeergelegenheden voorzien dienen te worden. De keuze voor asfalt en betonstraatstenen is bijgevolg niet in strijd met het voornoemde GRUP art 3. Bovendien is de keuze van deze materialen weloverwogen in functie van het toekomstig gebruik ervan, namelijk een zwaarder verkeer in functie van de toekomstige bedrijvigheid. Het hemelwater wordt bovendien afgevoerd in langsliggende infiltratie- en buffergrachten in de directe omgeving van de verhardingen in functie van een vertraagde afvoer en in functie van bodeminfiltratie.
De stedenbouwkundige voorschriften bij het GRUP Afbakening regionaalstedelijk gebied Aalst - deelplan 4 - Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Siezegemkouter (wijziging) voorzien in “Artikel 5: structurerend groenelement” het volgende:
§1. Dit gebied is bestemd voor het behoud, de aanleg en het beheer van de Siezegembeekvallei en de Ediksveldbeek als een structurerend groenelement binnen het gemengd regionaal bedrijventerrein. Dit gebied wordt aangelegd in functie van de instandhouding, de bescherming, het herstel en de ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden eigen aan een beekvallei. In het gebied geldt een verbod om constructies op te richten of stedenbouwkundige handelingen te verrichten met uitzondering van:
- de aanleg van constructies in functie van waterberging, beveiliging tegen overstromingen en waterzuivering mits deze landschappelijk geïntegreerd worden en zij aangelegd worden volgens de principes van de natuurtechnische milieubouw;
- de aanleg, het inrichten of uitrusten van wegen in waterdoorlatende verharding voor fietsen of wandelen;
- de aanleg, het inrichten of uitrusten van wegen voor gemotoriseerd verkeer in functie van de interne ontsluiting van het bedrijventerrein;
- de aanleg, het inrichten of uitrusten van Maleveld.
§2. Tussen de Siesegemlaan en het gehucht Maal wordt een van het gemotoriseerd verkeer gescheiden fietsverbinding aangelegd.
De aanvraag is niet in strijd met de voorschriften en bepalingen van voornoemde GRUP. Het bezwaar is dan ook ongegrond.
Dit bezwaar gaat uit van de verkeerde premisse dat Schelfhout geen vergunning zou hebben. Voor de herlocalisering van bedrijf schelfhout werd een omgevingsvergunning afgeleverd door de bestendige deputatie 20-01-2021. Deze vergunning is definitief en werd verleend onder volgende voorwaarde:
“Op het ogenblik dat de wegenis en bijhorende nutsleidingen, groenbuffers van de eerste fase van het regionaal bedrijventerrein gerealiseerd zijn, moet de thans voorgestelde tijdelijke ontsluiting van het bedrijfskavel geheroriënteerd worden naar de voornoemde wegenis binnen het bedrijventerrein. Hiervoor dient enkel de groenbuffer, t.h.v. de noordelijke perceelsgrens, plaatselijk onderbroken te worden. Het nut van de tijdelijke ontsluitingsweg houdt op dat ogenblik op. Deze tijdelijke ontsluitingsweg (inclusief ondergrondse nutsleidingen, met uitzondering van de ondergrondse leidingen i.f.v. de noodoverloop en leegloop van het bufferbekken site Schelfhout, richting vijver site crematorium) dient verwijderd te worden binnen een termijn van 6 maanden, te rekenen vanaf de oplevering van de wegenis binnen voornoemde fase 1A.”
Indien er een definitieve omgevingsvergunning is voor fase 1A (fase 1A maakt integraal deel uit van in voorliggende aanvraag fase 1) en de wegenis voor fase 1A gerealiseerd/geregulariseerd wordt, dient Schelfhout te ontsluiten via deze wegenis. Dat is een voorwaarde opgelegd in de vergunning van 20-01-2021. Het is dus een verkeerde assumptie te veronderstellen dat de regularisatie van de bestaande infrastructuur zou neerkomen op een regularisatie van het bedrijf Schelfhout. Als er geen goedgekeurde omgevingsvergunning is, blijft de het bedrijf immers beschikking over een omgevingsvergunning maar kan de opgelegde voorwaarde (nog) niet nageleefd worden. Aangezien de voorwaarde maar moet voldaan worden op het ogenblik van een realisatie - die vergund is – van de wegenis van de eerste fase is dit bezwaar bijgevolg ongegrond.
Conclusie bezwaarschriften;
Uit het voorgaande kan worden geconcludeerd dat de bezwaren ongegrond zijn en de goedkeuring van de weg- en rioleringsinfrastructuur niet in de weg staan.
De in de aanvraag voorgestelde werken staan in functie van het toekomstig regionaal bedrijventerrein te voorzien van een vlotte ontsluiting alsook in functie van de bereikbaarheid voor de brandweer.
De breedte van de in de aanvraag voorgestelde wegenis wordt tot een minimum beperkt. De breedte van de nieuwe wegenis staat ook in verhouding tot het geplande gebruik.
Er wordt eveneens verwezen naar de motivering omtrent de opheffing van de gemeentewegen en het definitief vaststellen van het rooilijnplan voorafgaand aan deze beslissing.
Onder meer op basis van het voorgaande kan worden geconcludeerd dat de aanvraag verenigbaar is met de doelstellingen en principes zoals vermeld in artikels 3 en 4 van het decreet houdende de gemeentewegen;
“Artikel 3. Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
Artikel 4. Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen”.
Op 31-03-2023 werd het dossier ter kennisname voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. In toepassing van artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning, kan een omgevingsvergunning pas worden verleend (door de vergunningverlenende overheid, zijnde de Provincie Oost-Vlaanderen) nadat de gemeenteraad zijn goedkeuring, al dan niet met voorwaarden en/of lasten, heeft verleend aan de in de aanvraag voorgestelde infrastructuur/wegenis en rioleringsinfrastructuur binnen het (toekomstig) openbaar domein.
Het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25-04-2014. In het bijzonder artikel 31 welke stelt:
“§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt…”.
“§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15”.
Het besluit van de Vlaamse regering van 27-11-2015 tot uitvoering van het decreet van 25-04-2014 betreffende de omgevingsvergunning (hieronder ‘omgevingsvergunningsbesluit’). In het bijzonder artikel 47 welke stelt:
“Als een beslissing van de gemeenteraad vereist is over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is”.
Het decreet van 03-05-2019 houdende de gemeentewegen. In het bijzonder artikel 12 §2 welke stelt
“§ 2. In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.
Als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeentelijk rooilijnplan dat niet in een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen, neemt de gemeenteraad eerst een beslissing over het al dan niet wijzigen of opheffen van het gemeentelijk rooilijnplan, alvorens te beslissen over de goedkeuring, vermeld in artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning …”.
In toepassing van artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning de goedkeuring te verlenen aan de weg- en rioleringsinfrastructuur binnen het zoals opgenomen in de aanvraag voor een omgevingsvergunning (OMV_2020095845) ingediend door AGSA – Hopmarkt 50, 9300 Aalst, NV Siesegem Noord – Frank Van Dyckelaan 15, 9140 Temse, NV VDS Consult – Terlindenstraat 11, 1790 Affligem, Monique Schelfhout – Terlindenstraat 11, 1790 Affligem, Martine Schelfhout – Geukenshage 44, 1790 Affligem en Stad Aalst – Werf 9, 9300 Aalst, voor het aanleggen van infrastructuur bij het regionaal bedrijventerrein Siesegem fase 1 (inclusief rooilijnplan voor het wijzigen van gemeentewegen) te Gentse steenweg 360/364/370/380/384/386/390/410/440, 9300 Aalst – Zeeldraaierstraat 4, 9300 Aalst – Merestraat 169/175, 9300 Aalst en als kadastrale omschrijving 2e afdeling, sectie C, nummers 1389,1314,… / 13e afdeling, sectie A, nummer 0327B, 0341E,…. en deze op te nemen in het openbaar domein.
Aan deze goedkeuring de volgende voorwaarden te koppelen:
Aan deze goedkeuring de volgende lasten te koppelen:
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Els Van Puyvelde.
De stad Leuven heeft als enige in Vlaanderen een troostmuur aangelegd op de stedelijke begraafplaats. Een troostmuur geeft de overleden stadsgenoten zo een plek, langer dan de looptijd van hun graf. Er komt geen naam of datum op de muur, enkel een foto. Concreet gaat het om een initiatief waarbij de stad Leuven de foto’s van de grafzerken waarvan de concessie ten einde is en die worden verwijderd, aanbrengt op een muur van de begraafplaats. Op deze manier wordt de herinnering aan overleden inwoners levend gehouden, ook na de looptijd van de grafconcessie en hebben de overledenen een nieuwe, vaste rustplek op de begraafplaats. Bijkomend kunnen ook foto’s van overledenen die werden gecremeerd worden aangebracht op de troostmuur. Families kunnen in zo’n geval een foto afgedrukt op keramische achtergrond bezorgen aan de medewerkers van de begraafplaats.
Het spreekt voor zich dat zo’n troostmuur een grote emotionele meerwaarde kan hebben voor familieleden, vrienden en kennissen van de overledenen. Bovendien kan het ook een rustpunt creëren op de begraafplaats. Tot slot vergt dit een minimale kost: iedere begraafplaats heeft immers wel een muur die geschikt is om er foto’s op keramische achtergrond op te bevestigen.
Mijn vragen zijn dan ook:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Els Van Puyvelde aangaande 'Een troostmuur op onze Aalsterse begraafplaatsen'.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Iwein De Koninck.
Inmiddels is meer dan een jaar verstreken sinds uw aangetreden als onze nieuwe schepen van ruimtelijke ordening. Naar aanleiding van deze aanduiding kopten de lokale pagina’s van onze kranten “Ik wil het dossier van de Tragelsite deblokkeren”. Ik citeer uit de krant van eind maart vorig jaar: “Er zijn dossiers die op de plank liggen waar dringend actie in nodig is, zoals de ontwikkeling van de Pupillensite en de Siesegemkouter. Voor de Tragelsite (dossier dat vast zit en waar onder meer een nieuwe evenementenzaal moet komen voor de prinsverkiezing, red.) wil ik me garant stellen dat we dit deblokkeren en weer op de rails krijgen.”
Toen de eerste wittebroodsweken voorbij waren hoorden we in een TVOost reportage op 19 mei van vorig jaar dat “binnen deze legislatuur moet de eerste spadesteek er komen voor het evenementencomplex op de Tragel”. In het complex zal plaats zijn voor 5 000 bezoekers, winkels en ook een woontoren. Ook de prinsenverkiezing moet daar ook kunnen doorgaan, zodat de aanpassing van de kalender rond de prinsenkiezing die vandaag op de agenda van de gemeenteraad staat / stond, op dat ogenblik zonder voorwerp wordt. Want geef toe, een prinsenkiezing in oktober... Het is en blijft toch wel een gekunsteld wegmoffelen van het eigen falen om op al die jaren geen evenementenzaal klaar te krijgen op maat en volgens de noden van onze stad.
Ik herinner u vandaag graag aan uw belofte. Enkel een akkoord met het Agentschap Wegen en Verkeer staat de start van de bouw van de evenementenzaal in de weg, hoorden we nog in de reportage. Maar ook daarover was er het positieve nieuws te melden van intensieve en positief verlopende onderhandelingen. Ik citeer u nogmaals: “Ik denk dat we in een eindfase zitten en dat we naar een oplossing kunnen gaan”. Een timing was wel moeilijk te geven, maar onmiddellijk daarna zouden de gesprekken met de bouwpromotor dan kunnen doorgaan en zou de realisatie kunnen opstarten in 2024.
We zijn nu een jaartje verder, vandaar mijn vragen omtrent het dossier van het multifunctioneel evenementencomplex
Vragen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Iwein De Koninck aangaande 'Stand van zaken Evenementenzaal'.
Per mail van 3 april 2023, wordt de stad uitgenodigd op de Algemene Vergadering van IGS Westlede, op dinsdag 30 mei 2023 in het hoofdgebouw van het crematorium om 19 uur, Smalle Heerweg 60, 9080 Lochristi.
De gemeenteraad dient de agenda van de Algemene Vergadering van 30 mei 2023 goed te keuren met volgende agendapunten en het mandaat van zijn vertegenwoordigers te bepalen:
Artikel 445 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 houdende de intergemeentelijke samenwerking bepaalt dat de deelnemende gemeenten hun vertegenwoordigers voor een algemene vergadering van een opdrachthoudende vereniging bij gemeenteraadsbesluit dienen aan te wijzen uit de leden van de gemeenteraad en dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordigers dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering;
In zitting van 23 april 2019 werd de vertegenwoordiger aangesteld door de gemeenteraad, namelijk de heer Matthias De Ridder met als plaatsvervanger de heer David Coppens.
om na onderzoek van de ter beschikking gestelde documenten, de agenda van de Algemene Vergadering van 30 mei 2023 met volgende agendapunten goed te keuren :
haar vertegenwoordiger aangeduid door de gemeenteraad d.d. 23 april 2019, de heer Matthias De Ridder met als plaatsvervanger de heer David Coppens, het mandaat te geven in te stemmen met deze agendapunten.
Per mail van 29 maart 2023, laat de algemeen directeur van IGS Westlede weten dat de geplande buitengewone algemene vergadering van 30 mei 2023, aangaande de voorgestelde statutenwijziging van IGS Westlede, geannuleerd wordt, dit om juridisch-technische redenen. De eerder uitgezonden agenda en documenten, die reeds geagendeerd werden in zitting van 28 maart 2023, kunnen bijgevolg als nietig en onbestaand beschouwd worden. De Raad van Bestuur van IGS Westlede zal binnenkort een nieuw voorstel van statutenwijziging agenderen en een nieuwe datum voor de buitengewone algemene vergadering vastleggen.
Artikel 445 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 houdende de intergemeentelijke samenwerking bepaalt dat de deelnemende gemeenten hun vertegenwoordigers voor een algemene vergadering van een opdrachthoudende vereniging bij gemeenteraadsbesluit dienen aan te wijzen uit de leden van de gemeenteraad en dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordigers dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering;
In zitting van 23 april 2019 werd de vertegenwoordiger aangesteld door de gemeenteraad, namelijk de heer Matthias De Ridder met als plaatsvervanger de heer David Coppens;
Het besluit van de gemeenteraad d.d. 28 maart 2023: 2023_GR_00131.
de mail van 29 maart 2023, waarin de algemeen directeur van IGS Westlede laat weten dat de geplande buitengewone algemene vergadering van 30 mei 2023 aangaande de voorgestelde statutenwijziging van IGS Westlede geannuleerd wordt, dit om juridisch-technische redenen. De eerder uitgezonden agenda en documenten, die reeds geagendeerd werden in zitting van 28 maart 2023, kunnen bijgevolg als nietig en onbestaand worden beschouwd.
Per mail van 14 maart 2023, wordt de stad uitgenodigd op de algemene vergadering van Zefier cvba, op donderdag 8 juni 2023 om 14u.
De gemeenteraad dient de agenda van de algemene vergadering van 8 juni 2023 goed te keuren met volgende agendapunten:
De vergadering zal doorgaan op de CommunicatieCampus, AuditoRium 4, Sint-Denijslaan 485 te Gent.
na onderzoek van de ter beschikking gestelde documenten, de agenda van de algemene vergadering van 8 juni 2023 met volgende agendapunten goed te keuren :
haar vertegenwoordiger aangeduid door de gemeenteraad d.d. 27 februari 2019 en 27 oktober 2020, mevrouw Katrien Beulens met als plaatsvervanger de heer Bart Van de Neste, de volmacht te geven in te stemmen met deze agendapunten;
een voor eensluidend verklaard afschrift van dit besluit te bezorgen aan info@zefier.be.
De stad Aalst werd per aangetekend schrijven van 30 maart 2023 opgeroepen om deel te nemen aan de algemene vergadering tevens jaarvergadering van Intergem die op donderdag 22 juni 2023 plaatsheeft in de Montil, Moortelstraat 8 te 1790 Affligem om 18.00 uur.
De gemeenteraad moet de agenda goedkeuren met volgende agendapunten en het mandaat van zijn vertegenwoordigers bepalen.
1. Kennisneming verslagen van Intergem van de Raad van Bestuur en van de commissaris over het boekjaar 2022.
2. Goedkeuring van de jaarrekening van Intergem afgesloten op 31 december 2022 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).
3. Vaststelling uitkeringen overeenkomstig art. 6:114 en volgend WVV.
4. Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de regionale bestuurscomités en de commissaris van Intergem met betrekking tot het boekjaar 2022.
5. Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.
6. Statutaire benoemingen.
7. Statutaire mededelingen.
na onderzoek van de ter beschikking gestelde documenten, de agenda van de algemene vergadering van 22 juni 2023 met volgende agendapunten goed te keuren:
1. Kennisneming verslagen van Intergem van de Raad van Bestuur en van de commissaris over het boekjaar 2022.
2. Goedkeuring van de jaarrekening van Intergem afgesloten op 31 december 2022 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).
3. Vaststelling uitkeringen overeenkomstig art. 6:114 en volgend WVV.
4. Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de regionale bestuurscomités en de commissaris van Intergem met betrekking tot het boekjaar 2022.
5. Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.
6. Statutaire benoemingen.
7. Statutaire mededelingen.
de vertegenwoordiger van de stad Aalst, mevrouw Caroline De Meerleer met als plaatsvervanger de heer Vincent Delforge, die zal deelnemen aan de (fysieke of digitale) algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging Intergem op 22 juni 2023 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing;
de kennisgeving van voormelde beslissing te verrichten aan de opdrachthoudende vereniging Intergem, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be
Op 15 maart 2023 werden de jaarrekeningen 2022 ingediend van volgende kerkfabrieken/kerkgemeenten: Sint-Antonius van Padua Aalst, Sint-Anna Aalst, OLV Bijstand Aalst, Sint-Jan Evangelist Aalst, Sint-Martinus Aalst, Sint-Paulus Aalst, Sint- Martinus Aalst, Sint-Margaretha Baardegem, OLV Hemelvaart Erembodegem, Sint-Martinus Gijzegem, OLV Hemelvaart Herdersem, OLV Hemelvaart Hofstade, Sint-Walburga Meldert, Sint-Martinus Moorsel, OLV Hemelvaart Nieuwerkerken en de Protestantse Gemeenschap..
De analyse met opmerkingen vanuit de ambtelijke cel kerkfabrieken betreffende de ingediende jaarrekeningen 2022 kan men in het dossier vinden.
Op basis van voorgaande analyse stelt de ambtelijke cel kerkfabrieken aan de gemeenteraad voor om de jaarrekeningen 2022 van de kerkfabrieken/kerkgemeenten gunstig te adviseren.
In haar zitting van 17 april 2023 verleende het college van burgemeester en schepenen haar goedkeuring om dit dossier te agenderen op de gemeenteraad van 25 april 2023.
Volgens de afsprakennota worden de jaarrekeningen ingediend bij de stad Aalst tussen 10 maart en 15 maart. Pas dan begint te termijn te lopen van 50 dagen waarbinnen de stad haar om advies kan uitbrengen.
Artikel 54 en 55 van het decreet van 7 mei 2004, gewijzigd 6 juli 2012, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten;
Artikel 39 - 44 van het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse Regering houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.
Procedure jaarrekening
De jaarrekening wordt opgesteld door de penningmeester (artikel 14, 5° van het eredienstendecreet) De kerkraad stelt de rekening vast en dient ze in bij het centraal kerkbestuur (artikel 54 van het eredienstendecreet). Volgens het decreet moet dat voor 1 maart gebeuren, waarna het centraal kerkbestuur de jaarrekeningen voor 1 mei moet indienen bij het gemeentebestuur. Volgens de afsprakennota indienen tussen 10 maart en 15 maart. Hoe vroeger de kerkfabriek haar jaarrekening indient, hoe vlugger ze zal beschikken over het besluit van de provinciegouverneur over die jaarrekening.
Het centraal kerkbestuur dient de jaarrekeningen samen in bij het gemeentebestuur en bij de provinciegouverneur (artikel 55, §1 van het eredienstendecreet). Voor de correcte berekening van de termijnen is het belangrijk dat dat bij beide partijen gelijktijdig gebeurt. De gemeenteraad beschikt dan over een termijn van vijftig dagen om een advies uit te brengen bij die jaarrekening en dat advies te versturen naar de provinciegouverneur (artikel 55, §2 van het eredienstendecreet). Als er geen advies werd verstuurd binnen die termijn van vijftig dagen, wordt dat door het decreet gelijkgesteld aan een (stilzwijgend) gunstig advies.
volgende jaarrekeningen 2022 van de kerkfabrieken/kerkgemeenten gunstig te adviseren: Sint-Antonius van Padua Aalst, Sint-Anna Aalst, OLV Bijstand Aalst, Sint-Jan Evangelist Aalst, Sint-Martinus Aalst, Sint-Paulus Aalst, Sint-Margaretha Baardegem, OLV Hemelvaart Erembodegem, Sint-Martinus Gijzegem, OLV Hemelvaart Herdersem, OLV Hemelvaart Hofstade, Sint-Walburga Meldert, Sint-Martinus Moorsel, OLV Hemelvaart Nieuwerkerken en de Protestantse Gemeenschap.
Op 15 maart 2023 werden door het centraal kerkbestuur de budgetwijzigingen 2023-1 ingediend van volgende kerkfabrieken: Sint-Martinus Aalst, Sint-Anna Aalst, Sint-Margaretha Baardegem, OLV Hemelvaart Erembodegem en OLV Hemelvaart Nieuwerkerken.
De analyse met opmerkingen vanuit de ambtelijke cel kerkfabrieken betreffende de budgetwijzigingen 2023-1 kan men in het dossier vinden.
Op basis van voorgaande analyse stelt de ambtelijke cel kerkfabrieken aan de gemeenteraad voor:
In haar zitting van 17 april 2023 verleende het college van burgemeester en schepenen haar goedkeuring om dit dossier te agenderen op de gemeenteraad van 25 april 2023.
Gunstig advies om in te gaan op volgende vragen:
Artikel 50, 48 en 49 van het decreet van 7 mei 2004, gewijzigd 6 juli 2012, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten;
Artikel 39 - 44 van het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse Regering houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
De procedure loopt als volgt:
Het centraal kerkbestuur dient de budgetten(wijzigingen) (met advies bisdom) gecoördineerd in bij het gemeentebestuur tussen 10 maart en 15 maart (afsprakennota).
Dit geldt ook voor de Protestantse Gemeenschap.
Dan zijn er twee scenario's mogelijk.
Zolang het budget past binnen het goedgekeurde meerjarenplan maakt dat budget het voorwerp uit van een hele lichte procedure.
Een budget past in het meerjarenplan zolang:
- de exploitatietoelage niet wordt verhoogd;
- het totaal van de uitgaven van één van de hoofdfuncties van de investeringen niet wordt vermeerderd;
- de financieringswijze van een investering niet definitief wordt gewijzigd;
- de afspraken van het meerjarenplan worden gerespecteerd.
Als aan al die voorwaarden is voldaan, dan moet de gemeenteraad binnen een termijn van vijftig dagen akte nemen van het budget. Hij moet de kerkfabriek/kerkgemeente, het centraal kerkbestuur en de bisschoppelijke overheid in kennis stellen van die aktename.
Het is echter ook mogelijk dat het budget niet past in het meerjarenplan, omdat de exploitatietoelage die in het meerjarenplan was afgesproken niet meer volstaat, omdat er in de investeringen belangrijke wijzigingen noodzakelijk zijn of omdat de formele afspraken van het meerjarenplan niet (kunnen) worden gerespecteerd. Dat betekent dat minstens aan één van de hierboven opgesomde voorwaarden voor een budget dat past in het meerjarenplan niet voldaan is.
In dat geval heeft de gemeenteraad een ruimere bevoegdheid. Binnen een termijn van vijftig dagen kan hij ofwel het budget expliciet goedkeuren, ofwel het budget aanpassen aan het goedgekeurde meerjarenplan. Wel mag de gemeenteraad geen aanpassingen doen aan de kosten die betrekking hebben op de eredienst, wat betekent dat die aanpassingen nooit tot gevolg mogen hebben dat de eredienst echt in het gedrang komt.
De gemeenteraad moet het besluit over het budget binnen de termijn van vijftig dagen na ontvangst versturen naar de kerkfabriek/kerkgemeente, het centraal kerkbestuur, het bisdom en de provinciegouverneur. Als het besluit niet binnen die termijn werd verstuurd of het besluit niet naar alle partijen werd verstuurd, dan wordt dat door het decreet gelijkgesteld aan een goedkeuring van het budget.
Tegen een beslissing van de gemeenteraad is beroep mogelijk bij de provinciegouverneur.
Deze procedure geldt ook voor de budgetwijzingen.
Op 15 maart 2023 werden door het centraal kerkbestuur de budgetwijzigingen 2023-1 ingediend van volgende kerkfabrieken: Sint Jan Evangelist Aalst, Sint Martinus Gijzegem, Sint Martinus Moorsel, Sint Paulus Aalst, OLV Hemelvaart Herdersem en OLV Hemelvaart Hofstade.
De analyse met opmerkingen vanuit de ambtelijke cel kerkfabrieken betreffende de budgetwijzigingen 2023-1 kan men in het dossier vinden.
Op basis van voorgaande analyse stelt de ambtelijke cel kerkfabrieken aan de gemeenteraad voor, om akte te nemen van volgende budgetwijzigingen: Sint Jan Evangelist Aalst, Sint Martinus Gijzegem, Sint Martinus Moorsel, Sint Paulus Aalst, OLV Hemelvaart Herdersem en OLV Hemelvaart Hofstade.
In haar zitting van 17 april 2023 verleende het college van burgemeester en schepenen haar goedkeuring om dit dossier te agenderen op de gemeenteraad van 25 april 2023.
Gunstig advies om in te gaan op de vraag tot aktename van de budgetwijziging van volgende kerkfabrieken: Sint Jan Evangelist Aalst, Sint Martinus Gijzegem, Sint Martinus Moorsel, Sint Paulus Aalst, OLV Hemelvaart Herdersem en OLV Hemelvaart Hofstade.
Artikel 50, 48 en 49 van het decreet van 7 mei 2004, gewijzigd 6 juli 2012, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten;
Artikel 39 - 44 van het besluit van 13 oktober 2006 van de Vlaamse Regering houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
De procedure loopt als volgt:
Het centraal kerkbestuur dient de budgetten (met advies bisdom) gecoördineerd in bij het gemeentebestuur tegen 15 oktober. Dit geldt ook voor de Protestantse Gemeenschap.
Dan zijn er twee scenario's mogelijk.
Zolang het budget past binnen het goedgekeurde meerjarenplan maakt dat budget het voorwerp uit van een hele lichte procedure.
Een budget past in het meerjarenplan zolang:
- de exploitatietoelage niet wordt verhoogd;
- het totaal van de uitgaven van één van de hoofdfuncties van de investeringen niet wordt vermeerderd;
- de financieringswijze van een investering niet definitief wordt gewijzigd;
- de afspraken van het meerjarenplan worden gerespecteerd.
Als aan al die voorwaarden is voldaan, dan moet de gemeenteraad binnen een termijn van vijftig dagen akte nemen van het budget. Hij moet de kerkfabriek/kerkgemeente, het centraal kerkbestuur en de bisschoppelijke overheid in kennis stellen van die aktename.
Het is echter ook mogelijk dat het budget niet past in het meerjarenplan, omdat de exploitatietoelage die in het meerjarenplan was afgesproken niet meer volstaat, omdat er in de investeringen belangrijke wijzigingen noodzakelijk zijn of omdat de formele afspraken van het meerjarenplan niet (kunnen) worden gerespecteerd. Dat betekent dat minstens aan één van de hierboven opgesomde voorwaarden voor een budget dat past in het meerjarenplan niet voldaan is.
In dat geval heeft de gemeenteraad een ruimere bevoegdheid. Binnen een termijn van vijftig dagen kan hij ofwel het budget expliciet goedkeuren, ofwel het budget aanpassen aan het goedgekeurde meerjarenplan. Wel mag de gemeenteraad geen aanpassingen doen aan de kosten die betrekking hebben op de eredienst, wat betekent dat die aanpassingen nooit tot gevolg mogen hebben dat de eredienst echt in het gedrang komt.
De gemeenteraad moet het besluit over het budget binnen de termijn van vijftig dagen na ontvangst versturen naar de kerkfabriek/kerkgemeente, het centraal kerkbestuur, het bisdom en de provinciegouverneur. Als het besluit niet binnen die termijn werd verstuurd of het besluit niet naar alle partijen werd verstuurd, dan wordt dat door het decreet gelijkgesteld aan een goedkeuring van het budget.
Tegen een beslissing van de gemeenteraad is beroep mogelijk bij de provinciegouverneur.
Deze procedure geldt ook voor de budgetwijzingen.
Akte te nemen van de budgetwijzingen 2023_1 voor volgende kerkfabrieken: Sint Jan Evangelist Aalst, Sint Martinus Gijzegem, Sint Martinus Moorsel, Sint Paulus Aalst, OLV Hemelvaart Herdersem en OLV Hemelvaart Hofstade.
Het convenant “Stadhuis/Pupillen” werd afgesloten tussen de stad Aalst en het AGSA op 20 februari 2020, na goedkeuring door de gemeenteraad van de stad Aalst bij beslissing van 18 februari 2020.
In artikel 24 van het convenant werd volgende clausule opgenomen :
“Artikel 24.
Deze convenant kan slechts met uitdrukkelijke toestemming van alle partijen gewijzigd worden. De aangebrachte wijzigingen worden in een addendum bij deze convenant gevoegd. De wijzigingen aan een convenant hebben slechts uitwerking na ondertekening van het addendum door alle betrokken partijen.”
Bij beslissing van het college van burgemeester en schepenen van de stad Aalst van 19 december 2022 werd aan het AGSA de opdracht gegeven om de realisatie van het historisch belevingsmuseum definitief te schrappen uit het convenant en een addendum op te maken en voor te leggen aan het college van burgemeester en schepenen.
Na grondig onderzoek bleek de invulling als belevingscentrum praktisch niet haalbaar, onder andere omwille van beperkingen door bestemming, randvoorwaarden opgelegd door erfgoed en financiële aspecten. Tevens werd beslist om onderstaande publieke functies een plaats te geven op de site:
Deze nieuwe stellingname geeft aanleiding tot volgend ontwerp van addendum aan het oorspronkelijke convenant (in bijlage), waarbij adviezen en bemerkingen van de diensten van de stad Aalst in aanmerking werden genomen.
Gelet ook op het bijgevoegde convenant in zijn huidige ongewijzigde vorm en een virtuele gecoördineerde versie van het convenant waarbij de gewijzigde artikelen zoals opgenomen in het addendum zijn verwerkt in de tekst van het convenant.
De goedkeuring van het addendum is, wat de stad Aalst betreft, een bevoegdheid van de gemeenteraad.
Decreet Lokaal Bestuur
het addendum aan het convenant Stad/Pupillen tussen de stad Aalst en AGSA, houdende wijzigingen aan het convenant zoals gevoegd als bijlage goed te keuren.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Ann Van de Steen.
Het Melkhuisje is al jaren een geliefde ontmoetingsplaats voor de Aalstenaar. Het draagt bij aan een warme sfeer, versterkt de sociale cohesie en bevordert het toerisme. Als symbool van samenhorigheid en vriendschap, biedt het Melkhuisje ontspanning met lekkernijen zoals ijsjes en pannenkoeken of gewoon een tasje koffie.
De aantrekkelijkheid van Aalst en haar unieke stadspark zijn nauw verbonden met het behoud en de duurzame ontwikkeling van het Melkhuisje. Om dit te verzekeren, is het belangrijk om een kwalitatieve en duurzame invulling te vinden, met een uitbater die niet alleen heerlijke versnaperingen aanbiedt, maar ook oog heeft voor ecologische en sociale impact. Zo kan het Melkhuisje blijven fungeren als een verbindende plek voor huidige en toekomstige generaties Aalstenaars.
Het biedt een laagdrempelige ontmoetingsplek voor ons allen, waar mensen samenkomen, vriendschappen smeden en waar we genieten van elkaars gezelschap. Om de toegankelijkheid en inclusiviteit van het Melkhuisje te waarborgen, is het van groot belang om een geschikte uitbater te vinden die niet alleen kwalitatieve en duurzame producten aanbiedt, maar ook oog heeft voor sociale verantwoordelijkheid. Daarom vraag ik naar de huidige stand van zaken in de zoektocht naar een nieuwe uitbater.
Daarnaast moeten we anticiperen op de mogelijkheid dat er deze zomer nog geen nieuwe uitbater gevonden wordt. Ik vraag daarom of het bestuur overweegt om een tijdelijk alternatief te implementeren dat tegemoetkomt aan de behoeften van alle Aalstenaars, zodat niemand wordt uitgesloten van de mogelijkheid om te genieten van ijsjes en pannenkoeken in het park tijdens de zomermaanden.
Daarom volgende vragen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Ann Van de Steen aangaande 'Zomert het in Aalst voor iedereen?'.
De raad van bestuur van SportAG keurde op 26 september 2022 het reglement op de door het sportAG uitgebate sportinfrastructuur goed, vervolgens keurde ook de gemeenteraad van 25 oktober 2022 dit reglement goed.
Deze tariefzetting was gebaseerd op een indexering van de bestaande tarieven met 17% en een verlaging van de korting van het C-tarief. De facto betekende dit een verhoging van het C-tarief voor vele clubs met 76%. De vorige tariefzetting behield met andere woorden de oude tariefstructuur maar paste die enkel aan met een indexering en een verkleining van de korting voor het C-tarief.
Op basis van de kritiek uit het sportveld, werd een grondige doorlichting gestart om een objectieve berekeningswijze te bepalen voor het verhuren van onze sportinfrastructuur en het bepalen van de toegangsvoorwaarden voor Aquatopia. Op basis van de rekeningcijfers 2022 werd nagegaan wat de kost per verhuurde m² bedraagt per accommodatie. Hierin werd een onderscheid gemaakt tussen de outdoorinfrastructuur, de indoor infrastructuur en Aquatopia.
Voor het zwembad is het berekenen van de werkelijke kost per m² weinig zinvol door het feit dat we daar hoofdzakelijk werken met individuele ticketing en niet met het huren van een bepaald aantal m² sportoppervlakte. Daarom werd een berekening gemaakt wat de gemiddelde werkelijke kost per sporter is. We gebruiken daarvoor cijfers uit de voorlopige rekening 2022, aangevuld met een aantal kosten die er in 2022 nog niet (volledig) waren, maar waarvan we zeker zijn dat die recurrent zullen te betalen zijn vanaf 2023 (bv. externe onderhoudsfirma, onderhoudscontract, inzet personeel). Enkel voor het bepalen van tarieven voor evenementen wordt nog uitgegaan van een prijs per m² om een tarief te bepalen om de eenvoudige reden dat dan wel een volledig bad gehuurd kan worden voor een bepaalde tijdspanne.
Deze kost/m²/verhuurd uur werd gebruikt als uitgangspunt om het A-tarief te bepalen. Waarbij voor de indoor infrastructuur de bijdrage voor de sporter op 60% komt te liggen en voor outdoor op 100%. Daarbovenop werd een hoeveelheidskorting toegevoegd waarbij een korting van 50% wordt toegekend voor indoor sportinfrastructuur vanaf 1000m², van 40% (799m²-999m²) en van 35% (599-799m²). Voor outdoorinfrastructuur wordt een korting van 50% toegekend vanaf 2500m² en één van 20% voor 1500-2500m². Er werd daarnaast ook nagegaan welke prijzen er gehanteerd worden in andere steden en gemeenten. Dit gaf een zeer uiteenlopend beeld met erg verschillende prijscategorieën en een grote variatie in de prijszetting.
Om tot een correcte prijszetting te komen voor het zwembad werd in de eerste plaats naar gelijkaardige zwembaden gekeken, aangezien dit een concurrentiëler speelveld is, wat leidt tot een hogere prijs voor het sport gedeelte en een lagere prijs voor het fun gedeelte. Een belangrijk aandachtspunt was ook het club- en schoolzwemmen. Er wordt voor geopteerd om terug te keren naar het systeem van het vroegere zwembad, waarbij de individuele leden zelf hun toegang tot het zwembad betalen en niet de club. Daarnaast wordt nog een laag tarief aangerekend voor een zwembaan.
Er wordt nog steeds gewerkt met een A, B en C categorie.
Voor wat betreft de indoor en outdoorinfrastructuur en het huren van een bad in Aquatopia n.a.v. een event, gelden onderstaande prijscategoriën:
Wat betreft de toegangstickets in Aquatopia gelden onderstaande prijscategorieën:
Aalst Sport adviseert de voorgestelde prijsaanpassing positief.
Raadslid Cathy Grysolle vraagt bij amendement om op pagina 15 van de bijlage bij dit besluit - deel 'Prijsbepaling zwembad - recreatie Fun gedeelte' - de tarieven voor groep C aan te passen als volgt:
Het amendement ingediend door raadslid Cathy Grysolle met het voorstel om op pagina 15 van de bijlage bij dit besluit - deel 'Prijsbepaling zwembad - recreatie Fun gedeelte' - de tarieven voor groep C aan te passen als volgt:
Het nieuwe reglement met betrekking tot de door Aalst Sport uitgebate sportinfrastructuur goed te keuren, zoals gevoegd als bijlage.
Gehoord de toelichting en vragen van raadslid Ann Van de Steen.
Levenslang leren en sociale interactie zijn van groot belang voor senioren, omdat dit kan helpen cognitieve achteruitgang te voorkomen en sociale vaardigheden te versterken. Activiteiten en cursussen zijn daarom van onschatbare waarde voor senioren, omdat ze hen de kans bieden om nieuwe kennis op te doen, nieuwe uitdagingen aan te gaan alsook nieuwe vriendschappen te sluiten.
Helaas hebben we vernomen dat de activiteiten, lezingen en cursussen in het Trefcentrum en de Werf mogelijk worden stopgezet of sterk worden gereduceerd. Dit nieuws baart ons zorgen omdat we ons afvragen wat er zal gebeuren met de meer als duizend jong- en oud gepensioneerde Aalstenaars die uitkijken deze activiteiten. Zij zullen immers niet alleen de kans om te blijven leren en te groeien verliezen, maar ook hun sociale netwerk.
We begrijpen dat het niet eenvoudig is om dit probleem op te lossen, maar we roepen deze meerderheid op om een oplossing te vinden die recht doet aan de behoeften van onze senioren. Het is belangrijk om te overwegen welke alternatieve oplossingen er beschikbaar zijn en hoe deze kunnen worden aangepast aan de specifieke behoeften van de Aalstenaars.
Daarom willen wij de volgende vragen stellen:
Huishoudelijk reglement gemeenteraad: decretaal vraagrecht - interpellaties
over de interpellatie van raadslid Ann Van de Steen aangaande 'Vergeet Aalst je nooit?'.