Ten gevolge van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater 2023 (GSVH) moet het huidige rioolreglement uit 2008 aangepast worden. Desondanks dat de stad Aalst hier nog ruim de tijd voor heeft, wordt er al een tussentijdse aanpassing doorgevoerd om bepaalde administratieve problemen te vermijden. (volgens de vereiste aanstiplijst van het rioolreglement)
Om tot een volledig aangepast rioolreglement te komen, heeft de stad Aalst nog tot oktober 2025. Gezien de complexiteit van de wetgeving, zal de stad Aalst deze termijn ten volle benutten.
Het het Vlaams wettelijk kader bestaat onder meer uit:
Het uiteindelijke rioolreglement zal daarom ook opgesplitst worden in een stedenbouwkundige verordening rond hemel- en afvalwater en aanvullende voorwaarden van de stad (als rioolbeheerder) bij het Algemeen Waterverkoopreglement.
Gelet op de rol van de stad als rioolbeheerder (en het wettelijk kader waarin een rioolbeheerder handelt) is een eigen stedelijk rioolreglement onoverkomelijk en onmisbaar. Gelet op de verhouding tussen de private verharde oppervlakte en deze van het openbaar domein (met als 'openbaar domein' de som van het openbaar domein van de verschillende weg- en domeinbeheerders: stad/AWV/NMBS,...) moet het verschil inzake het behalen van klimaatdoelstellingen zoals ontharding voor grondwaterpeilherstel, voor bestrijding van het hitte-eilandeffect en ter voorkoming van wateroverlast) bovenal gemaakt worden op het privaat domein. Verschillende van deze doelstellingen zijn onderling verbonden en dienen meerdere doelen.
De verhouding (gemiddeld Vlaanderen geschat op factor 7-8) maakt dat er haast een tienvoud aan private verharde oppervlakte bestaat t.a.v. het openbaar domein. Het gewestelijk kader, de GSVH, is een 'allemansvriend', vlot toepasbaar voor het Vlaams gemiddelde (verkavelde) landschap. De GSVH moet immers worden toegepast zowel in de schaars bewoonde West-Vlaamse Polders als in de sterk verstedelijkte Vlaamse ruit en in stedelijk gebied.
Dat zogenaamde Vlaams gemiddelde landschap bestaat uit ruim 15% verharde oppervlakte (som van openbaar en privaat, Aalst 24.2% in 2021). In een sterk verstedelijkt gebied zoals Aalst bevinden we ons ver verwijderd van dat Vlaams gemiddelde dat we doorgaans enkel nog terugvinden in de Faluintjesgemeenten (die voor Aalst het gemiddelde verlagen in vergelijking met bijvoorbeeld Gent 37.5% of Antwerpen 41.6%, die een kleinere groene rand hebben en een uitgebreide haven- en wegeninfrastructuur met veel verharding maar verder is Aalst vergelijkbaar met centrumsteden met een gelijkaardige omvang).
Dat leidt (vooral in stedelijk gebied) tot veel vragen (procedure omgevingsvergunning) om te mogen afwijken op basis van art. 12 van de GSVH (Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater). Het Vlaams gemiddelde, 15% of dus 1500m²/ha of 10-20 woningen/ha, stemt overeen met een typische verkaveling aangelegd volgens normen van medio 20ste eeuw waar de GSVH vlot toepasbaar is.
Daar tegenover staat dat in het stedelijk gebied van Aalst bepaalde delen quasi integraal zijn verhard (o.a. bepaalde woonkernen binnen de ring). Aalst ligt onderaan in de Dendervallei waar alleen Dendermonde ons scheidt van de Schelde. In Aalst woont bovendien het merendeel van onze inwoners onderaan in de vallei en dus relatief dicht bij de Dender waar de beken groter zijn en het grondwaterpeil doorgaans hoog is.
De nog bruikbare ruimte voor water in Aalst is daarom beperkt. Dit alles maakt dat onze stad gelet op de omvang van het (sterk verharde) stedelijk gebied en haar topografie (hellende straten) ontzettend kwetsbaar is voor extreme neerslaggebeurtenissen (waterbom).
De inspanningen van de stad op gebied van water- en rioolbeheer
de afgelopen 50 jaar en het inzetten van aan onze stad aangepaste reglementering hebben er voor gezorgd dat (bijna) al onze beken zijn gesaneerd (van Aalsters) huishoudelijk afvalwater maar ook dat het het op privaat domein niet helemaal is ontspoord (ons afkoppelingsbeleid van hemelwater sinds meer dan 20 jaar). Hierdoor bleven de gevolgen als gevolg van de vele neerslag de voorbije maanden, met de spreekwoordelijke druppel rond de jaarwisseling, beperkt tot de gekende knelpunten en beheersbaar. Volgehouden inspanningen blijven echter nodig om de stad, openbaar en privaat domein, aan te passen aan de nieuwe uitdagingen die op ons afkomen.
Het beveiligen van ons stedelijk en verstedelijkt gebied om de impact van extreme neerslaggebeurtenissen zo beperkt mogelijk te houden aanzien wij als een van de grootste uitdagingen voor de komende decennia. De hiervoor vereiste aanpassingen gaan gelukkig hand in hand met de aanpassingen voor de andere klimaatdoelstellingen zoals een leefbare en groene stad.
Daarom moet een Aalsters reglement altijd op maat van Aalst zijn en niet op maat van het Vlaams gemiddelde. De oefening om een aangepaste reglementering uit te werken wordt ook in de andere Vlaamse steden doorlopen en is gezien de afstemming op het versnipperde Vlaamse kader niet eenvoudig.
Deze aanpassing is er vooral om tegenstrijdigheden met het bovenliggend wettelijk kader weg te werken en is daarom beknopt. Het is een tussentijdse aanpassing in aanpassing van een grondige herziening die is gepland voor het begin van de volgende bestuursperiode. Andermaal de motivering voor een tussentijds reglement dat weliswaar al beter zal aansluiten bij de huidige tijdsgeest dan het huidige reglement dat het vervangt.
De tussentijdse aanpassing van het rioolreglement, zoals gevoegd in bijlage, goed te keuren.